Friday 28 November 2008

Vragenlijst bij sessie 70. Antwoorden Morwenna


Waar zou je willen wonen? Geef een omschrijving in een paar woorden.
Groen, bosrijk, heuvelachtige omgeving, woest landschap, niet te bevolkt en in een landhuis.

Als je een nieuw power mocht bedenken, wat zou die dan doen?
Moeilijke vraag. Na lang peinzen: iets doen met iemands zesde zintuig, zoiets als empathie.

Wat denk je dat Oberon voor iemand was?
Een complex, gedreven iemand, die mensen/ familie ziet als ‘tools’, pionnen in een alleen aan hem bekend plan.

Als je ergens uitermate goed in zou zijn, wat zou dat dan zijn?
Patroon.

Wie is je meest favoriete Amber karakter, je meest favoriete Chaos persoon en wie vindt je het vervelendst?
Mijn meest favoriete Amber karakter is Julian, Chaos karakter is Mandor.
Ik heb de schurft aan Brand van Amber. Voor Chaos is dat Navrashi Xenoban.


Wie hoort er volgens jou op de troon van Amber?
Eric.

Welk artefact zou je meenemen als je mocht kiezen uit alle artefacten mogelijk?
Een soort van ‘neverending story’ boek. Altijd een interessant verhaal, dat zich mogelijk aanpast aan de wereld’ schaduw, waar ik op dat moment ben.

Als je 50 punten krijgt, waarin zou je die dan stoppen?
Logrus.

Wat is het meest embarrassing iets wat een anders niet van je mag weten?
Dat ik als kind me vreselijk heb lopen aanstellen en janken toen ik dacht Fillipien kwijt te zijn.

In de bieb van Amber vind je op een geheime plaats Het Boek. Waar gaat het over?
De complete familieannalen. Ook over degenen die geschrapt zijn uit de familiegeschiedenis.

Wat is je lievelingseten en drinken?
Koffie, thee, wijn, muffins, rijst met curry.

Wat is je favoriete vervoermiddel?
'Wie' is een betere vraag. Boudicca uiteraard.

Alles wat je karakter weet is gebaseerd op een leugen, welke leugen zou je het ergst vinden?
Dat Mandor helemaal niet om me geeft, dat dit alles inderdaad een politiek verhaal is wat hem betreft.

Je kunt een wedstrijd winnen, welke zou je winnen?
Boogschieten.

Als je een schaakstuk zou zijn, welke ben je dan? En welke zou je niet willen zijn? Eventueel het waarom van je keuze aangeven.
Een pion, zo voel ik me vaak. Ik zou trouwens geen pion willen zijn, het is helemaal niet prettig je zo te voelen.

Wednesday 26 November 2008

Kikkers in bed/ Transformers/ Atlantis

Die morgen wordt ik wakker van iets glibberigs in mijn bed. Het is een kikker en ik hoor gegiechel van mijn zoon die “lief hè!” roept. Hij vond mijn ‘eek’ wel grappig.
“Is een beest, voor mamma.” Een eind verderop zijn we buiten bezig geweest gisteren, maar ik kan me niet herinneren in de buurt van de rivier geweest te zijn.
In onze nachtkleding gaan Owen en ik met kikker naar buiten om deze terug te brengen. De werklieden die bezig zijn aan de huizen, staren, waarop ik op mijn schreden terugkeer om me aan te kleden. Ik kom er niet echt achter hoe de kikker in mijn bed komt, lijkt vers uit het water te komen en ik vind geen emmers of iets dergelijks waarin het beest gezeten kan hebben.

We brengen de kikker terug, die gaat springen met zijn vriendjes. Ook Owen springt het water in. Ik vis hem er weer uit en conjuur droge kleding voor hem. Daarna vraag ik Fillipien om Boudicca te gaan halen, ze vliegt weg.
Weer thuis wijst Owen me op een puzzel met een paard: “Beest voor mamma!”
De volgende dag wordt ik weer wakker met iets glibberigs in mijn bed, wederom een kikker. Owen zit er trots bij.
“Beest voor mamma!” Ik begin een vermoeden te krijgen, zeker als hij in de speelkamer opnieuw wijst op de puzzel met het paard. Ik kijk goed naar de kikker en weet dat deze is opgeroepen.
Ik vraag bevestiging aan het kindermeisje. Ze bekijkt Owen en de kikker eens goed, zegt dan dat hij inderdaad de kikker heeft geconjuurd en dat het een paard had moeten zijn.
Ook deze kikker gaat terug naar zijn vriendjes, wat Owen overigens heel gewoon vindt.
Ik troef Mandor met het nieuws. Hij is vreselijk trots op zijn zoon die kan conjuren. Hij vindt het tevens heel normaal dat hij dat soort dingen doet trouwens. Met hem is het goed, aangezien hij ‘nog leeft’. Als ik vraag of hij gevaarlijk bezig is geweest, zegt hij dat dat meevalt.
Ik wil een speeltuintje maken voor Owen. Het kindermeisje conjuurt de materialen en we zetten een schommel in elkaar. Owen vindt de schommel fantastisch, maar hij moet wel hard gaan. Regelmatig gaat hij staan en valt dan van de schommel af. De meeste keren kan ik hem nog net opvangen.
Owen is een tikje onbesuisd als het om klimmen en schommelen gaat. Het klimmen op het klimrek gaat moeizaam, hij gaat het als het ware te lijf. Hij vindt het geweldig om met een bal te spelen, het personeel doet graag mee.
Op een dag komt Mandor weer terug, op dezelfde dag dat Boudicca weer terug is en ik aan het rijden ben tijdens Owens middagdutje. Hij troeft me verontwaardigd.
Ik ga zo snel mogelijk terug naar het fort.
Mandor is in de zitkamer met Owen op zijn knie en leest voor. Een boek over ‘het kleine demoontje.’ Er vallen veel slachtoffers met veel bloed. Owen vind het geweldig. Het demoontje wordt opgeroepen door domme mensen, die door hem worden verscheurt en dergelijke.
Mandor is moe, lijkt wat afwezig. Als het boekje uit is en Owen gaat spelen, vraagt hij naar de conjuration van Owen en is hoogst verontwaardigd als blijkt dat ik er verder niet mee gedaan heb.
Hij is erg kribbig, verwijt me niet trots te zijn op onze zoon, talent niet aan te moedigen. Hij doet allerlei moeite om Owen uit te dagen en te prikkelen en ik doe niets. Hij baalt dat hij de eerste keer conjuration heeft gemist, dat is belangrijker dan de eerste stapjes. Hij heeft zijn best gedaan om zo snel mogelijk weer terug te zijn om te ontdekken dat ik geen moeite heb gedaan om onze zoon verder te bekwamen in conjuration. En dat terwijl hij erop vertrouwde dat zijn zoon bij mij in goede handen zou zijn.
“Mijn zoon is een natuurtalent en jij wandelt alleen maar wat met hem! Je besteed veel te weinig aandacht aan hem!”
Owen is verbaasd en onzeker over ons geruzie en kruipt bij Mandor op schoot, die dan niets meer zegt. Uiteindelijk zegt hij te moe te zijn en naar bed te gaan. Hij duwt me Owen in handen.
Als ik ’s avonds naar bed ga, vind ik Mandor in ons bed. Hij is wakker, maar reageert op niets wat ik zeg, ook niet op mijn aanwezigheid. Hij voelt erg koud aan en ik probeer hem te warmen met mijn lichaam. Uiteindelijk valt hij in slaap.
De volgende morgen is hij vroeg op, ziet er tot in de puntjes verzorgd uit. We ontbijten, hij en Owen zijn netjes, ik slordig. Mandor is vreselijk afwezig nog steeds, lijkt niet te horen wat ik zeg, geeft nauwelijks antwoord en valt uit omdat ik me teveel zou bemoeien met hem.
“Moet je niet weg?!”
“Niet zolang jij je zo gedraagt.”
“Wat je maar wilt.” Hij geeft me een groezelige brief aan met hier en daar schroeivlekje. Het betreft een uitnodiging met de aankondiging voor ons verlovingsfeest, veel blabla en ondertekend door Koningin Deirdre en Koningin Dara. Zeer binnenkort, in het kader van de wapenstilstand en dergelijke.
Mary Ann komt binnen, schrikt als ze Mandor ziet, en gaat meteen weer weg. Ik ga haar achterna om te vragen wat er is.
“Meneer heeft nogal een oproeping gedaan of is er nog mee bezig. Misschien is beter hem niet uit zijn concentratie te halen. Als ik het zo zie heeft hij een grote Sluiper opgeroepen en is dat niet lekker gegaan. Dat is een soort Pitfiend, komt uit de Abyss. Is heel slim, heel machtig, die stuur je op iemand af als je die dood wilt hebben. Het kan mis gaan, het is niet erg slim om dat te doen.”
Ik ga weer terug naar de eetkamer.

Rhexenor bevindt zich in een puinhoop. De hyperdrive en het shield zijn kapot, er is geen energie meer. Er worden wat ideeën gespuid. Het komt er op neer het schip op te geven door het op te blazen en naar huis te troeven.
“We kunnen het mee naar huis nemen en reparaties doen,” stelt Rhex voor.” Naar een plaats waar ruimte is en veilig.”
Dat gaat niet door middel van troef. Er is een energiebron nodig. Rhex stemt zich af, de zaadjes die hij bij zich heeft zouden wel eens een energiebron kunnen zijn, net als die andere hier aan boord.
De Feniks is het niet eens met het planten van een zaadje bij de energiebron. Hij merkt ook dat er iets gedaan wordt met levensenergie bij de mechs, het voelt behoorlijk fout. Bij iedere machine is er iets aan het schreeuwen, alsof het uit elkaar wordt getrokken, de energiebron heeft pijn.
“We zijn bezig met een evacuatieplan, waar ben jij? “ vraagt Anastasia.
“Die zaadjes worden gemarteld”, zegt Rhexenor, “ze moeten eruit. Ik vindt de Mechs cool, maar niet die energiebron.”
“Klaag bij je oom zeg!”
Bio-energie is juist handig, daarmee kunnen ze goed morphen. Martelen? Onzin. Hij legt uit dat de Feniks dit niet accepteert en dat ze da last kunnen gaan krijgen van Iolanthe. Anastasia is niet erg onder de indruk.
Dan legt Rhex zijn klacht neer bij Benedict. Deze loopt naar een mech, laat er een lichtgevende cilinder uitkomen en Rhex krijgt hoofdpijn. Het zaadje wordt uit elkaar getrokken. Het zijn planten.
Er moet iets anders zijn. Misschien een levende Invid.
“Zo’n zaadje is een levende Invid,” zegt Benedict, “dat zijn hun kinderen, bij wijze van.”
“Geen wonder dat we worden achterna gezeten!” Rhex bevrijdt die uit zijn mech. In de cilinder zijn twee helften vaan zaadjes die uit elkaar worden getrokken. Hij haalt ze uit het kristal, doet ze tegen elkaar aan en het stopt. Deze gaat ook in de zakdoek. Anastasia is verontwaardigd dat hij zijn mech uitzet.
“Vraag het anders eens aan die Feniks van je. Dan komen we misschien uit de shit.”
Benedict gaat weg, stelt voor dat Rhex mee gaat. Maar hij staat nog steeds onder bevel van Anastasia. Later een keer. Zowel Bleys en Benedict vertrekken en Rhex troeft Random.
Deze is blij om Rhexenor te zien en spreken. Hij weet dat het Invid baby’s zijn. Random ziet het als energiebron, er zijn er zoveel.
“Je zou een jedi kunnen aansluiten.”
“Weet je niet iets dat niet bio is?”
“Dan kunnen ze niet morphen. Maar transformer cores kunnen ook. Nee, dat is niet echt bio…. Eh..nee.”
Wat later haalt Rhexenor Random door, die grote koffer bij zich heeft. Er zit een behoorlijk grote energie in, maar deze is nét niet erg. Hij heeft gloeiende blauwe en rode kubussen in de koffer. Random vertelt dat er wezens zijn die op een planeet leven, een soort robots die tot leven komen. Deze hebben dezelfde soort energie. Deze worden niet gemarteld, maar toegepast. Hij duwt een blauwe kubus in het gat en dan doet de mech het weer.
Rhexenor praat wat met Random, hoort een schuifel achter zich, in plaats van de mech staat nu een robot. Hij heeft vleugels op zijn rug en motoren aan zijn benen.
“Nu heeft hij selfcontrol, net iets voor Amblerash,” zegt Random tevreden.
In een andere mech gaat dan een rode kubus. Ook deze verandert in een robot, die de blauwe aanvalt. Het wordt een puinhoop, ze moeten dekking zoeken, blazen alles op en uiteindelijk schieten ze elkaar overhoop. Het zijn tranformers dus.

“Neem maar weer mee,” zegt Anastasia. “Heb je niks normaals?”
“Dat transformt toch? En je wilt toch nog een SDF 2 en 3 en 4…”
“Misschien moeten we een andere energiebron zoeken,” zegt Rhexenor. Random klapt zijn koffer dicht en gaat.
“Kom je nog langs?” vraagt hij aan Rhexenor.
“Als ik hier klaar ben.”
De boel wordt opgeblazen. Rhex redt nog aan zaadjes wat er te redden valt.
Hij komt weer terug bij Amblerash, ze balen van hun SDF-1 en zijn familie vinden ze vervelend, vooral het ‘grapje’ van Random. Maar ze hebben nog een planeet waar ze aan het vechten zijn met gewone mechs, tegen een ander huis, te weten Huis Tandora. Ze strijden om een wereld. Hij heeft nog wel wat truukjes natuurlijk. Hij vertelt hoe hij het zwaard zover kreeg dat het mee morfde.
Het zijn typische namen die ze voor hun mechs gebruiken. Gladiator, Hellhound en dergelijke.
Hij krijgt een groepje mee en gaan naar ruines van een grote stad, waar ze patrouilleren. Dan komen ze andere mechs tegen en kunnen ze aanvallen. Binnen de kortste keren zijn de anderen aan stukken gehakt, Rhex’ squad is nog heel. Ze vinden het interessant dat hij vecht met een wapen. Hij heeft een soort handschoenen waarmee hij dingen beweegt en een projectiescherm. Hij heeft elektrische handschoenen.
Het is een beetje raar waarom die Amblerashes aan het knokken zijn. Na een paar dagen vraagt hij Anastasia naar het waarom.
“Het is geheim. Anders ga je het weer aan je ooms doorkleppen enzo. Hebben jullie nooit geheimen?” “Ik voorzie jullie met mijn kracht, en ik mag niet eens waarom ik dat doe?”
“Dit is een belangrijke wereld, maar geheim dus. Misschien eens, als we je kunnen vertrouwen dat ik je vertel waarom.”
“Ik ben een Amberiet, dus niet te vertrouwen toch in jullie ogen?”
“Je vecht toch graag? Nou dan! Je kunt ook bij de researchers.” Er wordt wat gepraat over upgraden van mechs. Ze gaan er meer ombouwen. Hij heeft wat ideeën en wordt de volgende dag meegenomen naar een professor Adamski. Ze komen kijken naar de nieuwe test, hij krijgt een donkere bril. Er zijn wat mannetjes met knoppen bezig en metertjes. En hoort een ploef geluid, weg is de stalen plaat.
“Dit is prototype X 504.” Er volgt een enorm ingewikkeld verhaal. ‘Black Death Ray’ gaan ze het noemen, sommigen noemen het liever desintergrator. Er wordt geruzied over labels en programma’s. uiteindelijk wordt het ‘Death Ray X-504’.
Ze vinden de test geslaagd, het bereik is 20 meter. Er wordt flink geluld over resonantie en moleculen. Maar de reversed polaraty werkte, LOL!
Dan wordt er een poos gezeurd over energiebronnen met ene professor Maximus. IP 94 is compact en draait op water. Iets goeds, geen bio en kan niet morphen.
Ze dachten erover om een stukje Logruskern te bouwen. Bij de test vaagde er echter een heel stuk gebouw weg, Logrus is niet erg stabiel. Anti materie dan? Dat heft gewoon andere materie op. En het morft niet.
Het moet voelen alsof jij de mech bent. Oh, dat kunnen we wel maken.
Ze laten een nieuw zwaard zien dat overal dwars doorheen hakt. Hij wil het meenemen, daar zijn ze niet blij mee. Heb je niet liever een schild dan? Van energie? Iets dat je aan je arm kunt zetten?
Nee, hij neemt het zwaard mee. Het is een grijs metaal, drie en een halve meter lang, erg scherp enkan er dwars mee door metalen slaan.

Ronardo en Moyra zijn in een wereld waar ze een mengsel hebben van technologie en magie. Ze hebben apparaten die voor een deel magisch zijn en voor een deel technisch.
“Ik zal je naar zo’n wereld brengen,” zegt Ronardo. “Je kunt niet mee.”
“Dus ik moet een baby krijgen.”
“Je kunt hem snel krijgen. En wat als je moeder erachter komt? Het lijkt me leuk om een kind te krijgen, hij moet wel slim zijn, geen visboer of rijstfarmer worden.”
“Waarom haal je er Rebma bij? Ik wil het nu over mij hebben. Wat wil je zelf? Vertel wat je wilt!” Ze schreeuwt en is nogal overstuur.
“Het lijkt me een handig idee dat je het kind krijgt, ik kom af en toe langs, jij krijgt het kind. Als hij er is, praten we verder.”
“Je moet me tot steun zijn!”
“Moyra, ik wil zo’n wereld zoeken zodat ik verder kan met mijn onderzoek en je kunt niet mee.”
“Nee. Dan ga jij ook maar niet. Het wordt het dus niets tussen ons, fijn is dat. Je laat me in de steek.”
“Ik wil vaak langskomen.”
“Af en toe een weekendje zeker.”
“Ik wil het beste voor jou en wat jij het fijnst zou vinden.”
“Zoek een mooie wereld, met een mooi landhuis, veel personeel. En je moet bij me blijven, mijn handje vasthouden. Voor mijn part richt je daar een lab in. Je kunt me niet op een Death Star zetten.
Ik wil dat mensen voor me zorgen.”
“Dat kan ook ergens anders. Ik wil niets in de buurt hebben dat me afleidt. En hoe snel moet de tijd gaan?”
“Als je bij me bent, snel, als je niet bij me bent, langzaam. Of we kunnen zo’n sprookjeswereld doen. Je hebt toch een tante in zo’n wereld?”
“Nou ja, als je dat wilt. Ik heb liever iets technisch.” Zij denkt dat het alleen schieten is, hij zegt dat hij dat kan regelen.
Zij denkt meer aan een wereld met Feniks, dan wordt het een droomwereld. Ze ruziën over wie de amateur is in werelden verzinnen.
“Wat ben ik dan van je?”
“Mijn vriendin met baby.”
“We kunnen ook naar mijn moeder gaan en alles bekennen. Als het een meisje is en dat is het, is ze troonopvolgster.”
“Hoe gaan we haar dan opvoeden? Als een spoilt bratt of een intelligent kind?”
“Je bent net als je moeder!”
“Helemaal niet, mijn moeder liet mijn zus in de steek, dat zou ik nooit doen.”
“Ik wil geen technologische wereld.”
“Ik wil geen onderwaterwereld. Of het zou iets als Atlantis moeten zijn.”
“Dat is ver weg. Dat lijkt me wel wat, de Feniks zeg dat er zo’n wereld is. Gaan we?” Ze pakt haar spullen.
“Hoeveel bedienden wil je?”
“We gaan er wonen, je neemt er een baan.”
Hij doet zijn ogen dicht op haar verzoek. Ze omhelst hem, hij wordt slaperig en staat in een witte ruimte met Moyra. Zover hij kan kijken is er niets. Hij geeft haar een hand, de wereld flitst voorbij en dan staan ze in een metalen wereld voor een groot raam waar vissen voorbij zwemmen. In de verte komt een grote metalen vis aan die aandokt. Hier wonen Atlantians. Het is een waterplaneet.
“Wat wil je nog meer zien?”
“ Ik moet met Patroon zoeken.”
“Deze moet het zijn,” zegt ze.
Hij wordt wakker en ligt op bed met een triomfantelijk kijkende Moyra.
Ronardo besluit om zich aan haar wil te conformeren. Via de auto reizen ze naar zee, gaan met de boot en dan in onderzeer op de goede wereld. Dit alles kost heel veel tijd.
Dan komen ze in de stad, dat is net zoiets als in een ruimteschip, maar dan onder water. Waarschijnlijk kan het ook als ruimteschip dienen. Natuurlijk hebben ze een ID bij zich, net als geld en kleding en koffers. Ze nemen hun intrek in een deftig appartement. Met een taxi gaan ze daar naar toe. Het is echt luxe, met ramen waar de vissen voorbij zwemmen.

Ronardo heeft de wereld wat versneld. (?)
Het is high tech, de stad draait op fusiegenerators en ze halen stoffen uit zeewater. Goud en zilver en mineralen. Het water dat overblijft gebruiken ze daarvoor.
Ronardo gaat aan het werk bij de scientists. Hij werkt vooral aan movement en vehicles. Hij helpt ze andere soorten uit te vinden. Ze hebben een soort van warp drives, een groot zwaar schip doet een jaar over naar een ander zonnestelsel. Ze vinden iets uit dat wat met massa doet.
Moyra is bezig met vissenkwekerijen. In het begin is ze enthousiast, ze is een keer opgepakt door de politie, ze blijkt in een groepje Greenpeacers ze zitten en wordt dan regelmatig opgepakt. Ze vindt het zo zielig voor die vissen. Ze begin een dikkere buik te krijgen en hij heeft haar al een paar keer uit de bak moeten halen.
“De vissen kijken zo zielig, terwijl ze slim zijn. Ik wil vanaf nu alleen nog maar zeewier eten!”
“Planten hebben ook gevoel. En je moet toch eten?”
“Okay, de Feniks vindt dat je moet eten wanneer je honger hebt. Maar hier buiten ze vissen uit! Ze moeten ze het anders doen, meer als in Rebma! De politie is corrupt, ik heb de agent een klap voor zijn kop gegeven. Heb je die William nog eens getroefd?”
“Nee, en je kunt beter geen politie slaan!”
“Heeft niemand je getroefd? Ze kunnen je gaan missen, weet je?”
“Ze missen me nog niet.”
Niet veel later wordt er toch getroefd door Fiona. Hij zit onderwater, hij vertelt wat hij daar doet.
“Wel interessante projecten?”
“Ik ben massaverkleining aan het doen.”
“Kun je hulp gebruiken?”
“Nee, dank je.”
“Dus ik hoef niet te helpen?”
“Hoe is het met jou?”
“Alles goed, ik ben bezig met een paar projecten, ze staan nog een beetje aan het begin. Zit je daar met Moyra? En hoe gaat dat?”
“Het gaat,” zegt hij.
“Heb je al gehoord dat dat nichtje van jou zich gaat verloven? Met Mandor notabene en nog officieel ook! Dat is toch geen combinatie! Hoe komt ze aan hem? Weet jij dat?”
“Geen idee.”
“Het is een dochter van Julian… dat schijnt dan. Wat weet je hiervan?”
“Ze gaat een verstandhuwelijk aan met Mandor.”
“Waarom vertel je me dan niets?”
“Ik weet het nog maar sinds kort.”
“Mandor is een Sawall! Dat soort dingen hoor ik als laatste. Ik heb net een uitnodiging gehad voor dat feest. Je komt toch wel op het verlovingsfeest, de ceremonie dan?”
“Ik was niet van plan om te gaan.”
“Die Morwenna is toch een vriendin? Er komt niemand als ik het zo hoor, je hebt dus nog geen brief gehad? Mandor Sawall met die Morwenna, wat een onzalige combinatie. Dat zijn monsterlijke kinderen als ze die krijgen!”
“Rhexenor is ook een combinatie. Toch niet zo monsterlijk?”
“Dat bedoel ik niet. Je moet het zelf weten of je er wel of niet heengaat, maar in haar ambitieuze plannen is het belangrijk dat je komt. Het is een raar zaakje, het lijkt wel politiek.
Ik snap niet dat Julian dit goedkeurt, hij is raar bezig de laatste tijd. Ik vind het zielig voor hem zo’n dochter heeft. Ze ziet eruit als een heel gewoon meisje, ik zou dat niet gedacht hebben van haar.
Heb je trouwens plannen met Moyra?”
“Misschien als ze ooit een keertje opgroeit,” zegt hij zuchtend.
“Ze zal nooit veranderen. Hoop maar dat ze niet zwanger wordt, ze kan niets.”
“Ze heeft Feniks.”
“Oh ja? Nog nooit gemerkt. Is ze er goed in?”
“Weet ik niet zo.”
“Wordt het dan niet tijd dat je dat uitzoekt?”
“Ik vind hem vervelend.”
“Je zou wel eens heel erg onder invloed kunnen staan van die Feniks. Dat merk je niet.”
“Ik droom niet raar.”
“Zodra je gekke dingen gaat dromen, meldt het dan. Hij is sterker dan Eenhoorn.”
Hij vertelt dat hij informatie wil over biotechnologie.
“Dat is gaaf, dat is leuk, daar weet ik best veel van. Als je hulp nodig hebt kom ik je meteen helpen!” Hij legt zijn plan uit.
“Dat lijkt mee een leuk projectje. Ik heb nog wel een mapje ergens dat je kunt lenen, dat is allemaal al uitgezocht. Ze rommelt wat in papieren en hij krijgt een mapje. Het betreffende project is afgesloten. Ze hoort het wel als er iets is.
Hij bekijkt de map, hoe je planten manipuleert lijkt niet erg moeilijk te zijn. Jammer dat alles al uitgewerkt is.

Tuesday 25 November 2008

Moyra heeft nieuws/ de Zentradi/ Huiselijke zaken

Ronardo en Eric zijn in gesprek.
Prettig dat we even kunnen praten. Hij vraagt of zijn troef nog eens mag zien, verscheurt deze en geeft Ronardo een nieuwe. De afbeelding van Eric is nu iets anders, een wat andere achtergrond. Net even anders. Deze is veiliger. Er wordt tegenwoordig heel wat afgeluisterd, er zijn zelfs mensen mee bezig, niet alleen Amberieten en Chaosieten.
Ronardo gaat weer, wil terug naar waar hij was, in de school van Begma. Eric doet iets en Ronardo is weer terug. Zelfs op dezelfde plek op dezelfde tijd. Alsof de tijd hier heeft stilgestaan. Moyra heeft hem niet gemist.
Ronardo probeert wat uit te leggen, dat erg lastig is, aangezien ze hem niet gemist heeft.
“Eric is er weer… die is toch dood?”
“Laten we naar een technologie wereld gaan.” stelt Ronardo voor. Moyra blijft echter een beetje hangen in het feit dat hij weg zou gaan. Toch?
“Je wilde technologie studeren en ik wilde niet naar Rebma!”
Hij wil aan de slag gaan met biotechnologie.
Ze blijft zeuren over dat hij weg zou gaan en toch niet, uiteindelijk beticht ze hem van leugens. Hij legt uit wat biotechnologie is.
“Waarom wil je wapens maken?”
“Ik wil een soort van wereld beschermen.” Nee, niet op eenzelfde manier als Feniks power, die is niet bedoeld om dood te maken.
“Wat wil je, misschien kan ik je helpen.”
“Ik wil erachter zien te komen hoe je organisch een schip of tank kan bouwen die een vorm van kracht heeft waardoor deze… laten we gaan, ik kan het hier niet goed uitleggen.”
Hij troeft naar zijn huis op zijn thuiswereld, hij zet de computer aan, start Starcraft op en laat haar de defences zien.
“Oh, dat zijn planten die je met Feniks power bestuurd, dat is heel gemakkelijk.”
“Ik wil dat ontwerpen om een wereld te beschermen, waar niet zoveel technologie werkt. En ik wil het zelf doen, niet door middel van Feniks power.”
“Maar het werkt toch niet meer als je het meeneemt naar een andere wereld?”
“Ik wil het zelf bestuderen en ontwerpen, dat ga ik daar planten uit kweken die op die wereld wel werken. Ik ben hier om dat allemaal te onderzoeken.”
“Maar we leven allemaal op Feniks energie. Als je dit gaat doen, moet ik het op die andere wereld in leven houden.”
Hij legt uit wat hij wil: er moet een angel onder de grond en veel pijn doen, het moet iets kunnen raken.
“Waarom geen kanonnetjes? Je kunt met bio-energie ook schieten.”
“Dan moet ik dat soort zaken eerst vinden”
“Ik weet geen biotechnologische wereld. Behalve Rebma, waar ik niet heen wil.”
Dan gaan ze reizen met behulp van Patroon. Hij probeert bij een technische wereld uit te komen waar ze met biotechnologie werken. Het kost hem weken en het is erg moeilijk om met Patroon dicht bij zo’n soort wereld te komen. Hij zet echter door. Zo zijn ze een aantal weken op reis, dat is best gezellig. Moyra lokt ruzie uit met ventjes en met vrouwen, ze hebben seks en bezoeken herbergen. Hij realiseert zich dat hij niet komt bij die werelden waar hij moet wezen met Moyra erbij.
Als hij haar daarop aanspreekt, reageert ze verontwaardigd. Zij zegt niets te doen. Ze vond het hartstikke gezellig onderweg. Nu zegt hij dat ze liegt en ze is verontwaardigd.
“Wat moet ik doen om het niet te doen dan?”
“Weet ik veel… maar het komt door jou!”
“Ik kan geen Patroon… Dat zou sterker zijn dan Feniks toch? Ik kan wel eens vragen.”
Ze gaat mediteren, er verschijnen vlammetjes in ogen
“Wat wil je?” zegt ze tegen Ronardo.
“Ik zoek naar een wereld om daar te leren hoe mijn eigen wereld te beschermen. De Keep of Ffour Worlds.”
De vlammetjes verdwijnen, Moyra herademt.
“De Feniks is niet blij met jou, je hebt haar boos gemaakt. Je bemoeit jezelf met zaken waar ze niet blij mee is. Je bent zo’n troefmannetje en werkt met Patroon, zij heeft een hekel aan de Eenhoorn.
Als je Rhexenor troeft, kun je die om raad vragen, denkt de Feniks. Zij is de baas over dat soort werelden, de Eenhoorn niet, die moet maar oprotten.”
“Ik ben anders van de eenhoorn.”
“Ik ben trouwens ook zwanger.”
“Van mij?”
“Ja natuurlijk!”
“Wil je hem houden?”
“Wat vindt jij?”
“Ik vind het leuk om hem te houden.”
Dan krijgen ze een beetje ruzie. Ze wil geen abortus, want dat kan niet als je van de Feniks bent, maar eigenlijk zit ze ook niet te wachten op een kind. Op zijn wereld is abortus heel normaal, maar hij wil het kind wel hebben. Ze had al een tijdje niet meer gemediteerd, nu weet ze het van de Feniks. “Mijn moeder zal wel boos zijn. En ik kan niet mee als je met die biotechnologie aan de gang gaat. Ik mag er niet mee klooien. En ik krijg dus last met mijn ouders. Ik wil geen koningin worden.”
“Je moeder hoeft dat niet te weten. Ik breng je naar een wereld waar de tijd heel snel gaat, ik zoek je af en toe op.”
“Ik ben geen goede moeder, ik ben veel te jong. Zo’n kind is meer iets voor mijn broer, die is ook saai.”
“Kinderen zijn niet saai.”
“Wel, ze zijn vervelend, ze plassen en poepen, kotsen en kwijlen…”
“Wat dacht je van een kindermeisje?”
“Kom nou, ik denk eigenlijk aan adoptie.”
“Dat kan. Maar dan geef je hem maar aan mij. Je laat hem net door iemand anders adopteren.”
“En wij dan? Dan kom het uit! Mijn moeder zal woedend zijn!”
“Die hoeft het niet te weten. Gebeurt dat toch, dan kunnen we zeggen dat we gaan trouwen”
“Je moet me vragen en misschien zeg ik ‘nee’.”
“Maakt niet uit. We trouwen als je moeder erachter komt.”
“Misschien krijgen we nog veel meer baby’s, dan hebben we een hele familie. Heb je al aan namen gedacht? Ik wil geen stomme Italiaanse naam. Ronardo gaat dan wel, Rinaldo is stom. En ook niet naar iemand in mijn familie. Een Griekse naam lijkt me leuk, Atlas of Odysseus.”
Hij vindt dat minder. Er worden een aantal namen besproken, Alex is stom, Joop, Bob en Laura en Dafne ook, net als Jan, Eva en Anna.
Dan is ze het zat.
“Jij gaat nu naar je wereld op zoek, intussen dump ik die baby.”
“Dan moet je hem aan mij geven.”
“Belachelijk. Ga je hem ook erkennen soms?”
“Misschien niet meteen.”
“Ik als Rebmaan krijg een kind van een Amberiet, nu moet ik zelfmoord plegen. Ik zeg gewoon tegen mijn moeder dat we het maar één keer gedaan hebben, dat je me hebt ontmaagd en alles.”
“Onzin. Als ze daarin trapt…”
“Ze gelooft al mijn leugens. En wat zeg je tegen jouw moeder? Die wil zeker er mee experimenteren met plug inns. En nu ben ik zwanger, waarom deed jij niet voorzichtiger!”
Hij haalt zijn schouders op.
“Shit happens.”

Rhexenor bevindt zich op het geheime schip, de SDF 1 en krijgt een rondleiding. SDF is de afkorting van Super Dimension Fortress.
Ze zijn bezig met voorbereidingen het schip te laten vertrekken. Met een soort van treintje gaan ze door het schip heen. Er blijkt een hele stad in te zitten. Hij is de aanvoerder van squadron 13.
Op een scherm krijgt hij te zien hoe die SDF1 kan transformen. Dan moeten ze in de buurt van een planeet hangen, de energie van de planeet wordt gebruikt om te schieten. Daarna valt alles uit.
Hij vertelt wat Benedict zei over de Zentradi.
Het schip jumpt in een baan om een planeet, voor het eerst zullen ze de hyperdrive gaan gebruiken. Rhex wordt getroefd door Nicolas, die heeft wat uitgezocht.
“De Zentradi zijn een volk van reuzen. Ze zijn niet al te slim, te vergelijken met kinderen van een lagere school. Het enige dat ze hebben geleerd is vechten. De technologie hebben ze niet van zichzelf. Er zit een ras achter dat hen gebruikt om vuile zaakjes op te knappen. Dat ras, de Invid, zit ook achter die energiebron. Het is een hyve ras. Ieder ander die gebruik maakt van de energiebron, krijgen ruzie met de Invid. Van de Zentradi is al niet te winnen, van de Invid zeker niet.
De Zentradi hebben een zwakke plek: zijn geshockeerd van seks, ze zijn zo gekweekt dat ze zelf geen kinderen kunnen krijgen.
De Invid zijn ook niet te verslaan. Van de Zentradi heb ik gehoord dat ze gek werden toen ze een baby zagen. En bang. Ze komen af op die planeten met die energiebronnen. Mijn advies: brandt betreffende werelden af en zorg weg te wezen. Misschien dat de Invid zelf komen als de Zentradi het niet doen. Dit zijn allemaal verhalen, ik heb het in boeken gelezen en er zijn lui die ze kennen. De Invid hebben een hyve mind en telepathie. Ik weet niet of ze een thuisplaneet hebben.”
“Kan ik iets voor je doen?” vraagt Rhex.
“Dat hoeft niet, je bent mijn zoon en me niets schuldig. Ik ben meer van magie en vechten, maar vind technologie wel interessant.”
Daarna wordt Benedict weer getroefd. Intussen zijn ze bijna klaar voor hyperjump, alle dekken schuiven in elkaar. De centrale waar de hyperdrive staat is enorm.
“Nog steeds bezig met de Zentradi?”
Rhex vertelt wat hij van Nicolas heeft gehoord over de Invid.
“Wat weet jij?”
“Dat is geen oorlogszuchtig ras. Ik ben ze nergens tegen gekomen. Het is een soort van insectenmind. Collectief dus. Ze hebben wel wapens, maar leven op hun eigen werelden en komen er nooit vanaf.
Dat van die babies en voortplanting is onzin. Ik denk niet dat de Zentradi naar transmissies luisteren. En het is een ras dat alleen maar kan vechten. Als ze banden hebben met de Invid, staan ze onder controle van de Invid. Zoek uit of dat schild werkt en zet het aan. Ze hebben de SDF-2 nog niet? Oh ja, dat komt pas als de SDF1 wordt opgeblazen. Zal ik komen helpen? Van wie is het schip?”
“Het schip is van Huis Amblerash.”
Hij laat zich dan doorhalen en staat op de brug. De Chaosieten worden allemaal wit en schieten in de stress….

Intussen is de hyperdrive gestart, iedereen wordt binnenste buiten gekeerd en het duurt uren. Iedereen, op de Amberieten na, is kotsmisselijk. Alles is goor en het stinkt verschrikkelijk.
Rhexenor en Benedict lopen naar de kapitein. Dat is Hank Amblarash, heeft Hitler snorretje, een raar accent en een ‘geknepen’ stem.
“Waar zijn jullie nu heen gejumpt?”
“Dat weet ik niet., dat zoeken we nu uit.”
Het blijkt dat ze naar de enig overgebleven oogstplaneet zijn gejumpt, zoals ze hadden gepland.
“Dat is niet handig, ik weet niet of jullie een nieuwe willen bouwen? Hoever staat het met SDF-2?”
“Maar dat is groot geheim!”
Op het moment werkt het schild werkt niet, en hebben ze geen power meer.
“Stop dan je mensen in de fighters,” adviseert Benedict.
“Maar we worden niet aangevallen.”
“De sensors staan toch uit?”
“Ja, precies.”
Toch wordt er alarm geslagen, ook Rhex rent naar een fighter. Benedict gaat mee, hij moppert over de monorail.
“Ach, jullie hebben het oude type griffioen nog, met oude turbolasers,” ziet hij meteen in de fighterbay. “Er is echt geen tijd nu om ze op te voeren. Zet op de mijne maar raketten en pods. En ook op die van Rhex.”
Benedict heeft dit vaker gedaan, hij is de aanvoerder van squadron 14. Rhex is de aanvoerder van 5 anderen. Volgens Benedict zou een squad uit 12 fighters moeten bestaan, maar ze hebben te weinig fighters. Dit vullen ze aan met soort robot, Phalanx genoemd.
Door de deuren vliegen ze naar buiten, er zijn robots met missile pods te zien. Buiten zien ze meteen stipjes op hun scherm, nogal veel stipjes. Ze beginnen rechts, Benedict pakt een andere koers.
Zo’n stipje blijkt een groene grote cylinder te zijn, die vol zit met Zentradi.
Hij beveelt dan ze via rechts gaan schieten, ‘probeer hen te ontwijken.’ Zij schieten zodra ze binnen bereik komen. Hun vliegtuigjes zijn gelukkig snel, dat werkt in hun voordeel. De missile pods blijken zeer nuttig te zijn. Hij schiet er zo 60 weg, er zijn nog 940 over. Dan transformeert hij in zijn mech met zwaard en zo kan hij om de paar seconden er eentje slopen. Op een gegeven moment zijn ze nog maar met drie, de anderen zijn terug gegaan. Hij komt nu dicht bij de ingang van het schip. In de hangar staan ze in een rijtje te wachten. Erg handig, het wordt een grote slachtpartij. Het zijn er honderden, alles begint te ontploffen. Ook van binnen is het een enorm schip. Als de hangar begint te exploderen, vliegen ze eruit en het schip ontploft. Het worden gloeiende stipjes op de planeet, ze landen er gewoon en de planeet wordt gebrast. Ze gaan ammo bijladen, weer vechten, missiles worden getakeld door middel van een hijskraan. En ze kunnen Phalanx meekrijgen met nog meer misseles. Ze proberen het shield aan de gang te krijgen, dat lukt niet. Ze moeten iemand hebben met verstand daarvan.
“Troef Bleys,” zegt Benedict.
Deze kijkt vreemd naar Rhexenor als hij wordt getroefd, is dat een oude Griffin? Rhex legt uit dat ze het schild niet aan de gang krijgen. Bleys laat zich doorhalen, gekleed in een uniform met een SDF-3 label. Hij ergert zich aan de oude toestellen en geeft advies.
“Het shield wordt geblokkeerd vanwege de jump, die jullie hebben gemaakt.” Hij begint adviezen te geven, intussen stapt Rhex weer in een fighter. Via de comlink krijg hij nog wat informatie van zijn oom. Dit is een Zentradi schip geweest, maar omgebouwd.
Er komt een hele zwerm Zentradi aan. Paar 100 Zentradi later is met zware lasers de SDF flink geraakt, een hele zooi Zentradi zijn echter weg te vagen. Er wordt flink gevochten met de verouderde zooi. Er beginnen onderdelen van de SDF los te raken, er wandelen robots naar binnen en weer is een groot Zentradi-schip ontploft.
“Het nieuwe model is beter, de Walkirie2 is eigenlijk al te oud. Wat een opschepper is die Bleys met zijn nieuwe uniform. En waarom schiet het schip niet?” moppert Benedict over de comlink.
“We zijn bezig met alles online te brengen.”
Dan wordt er eindelijk geschoten met wapens van de SDF, de Zentradi blijven zo op afstand. Alle oogstvelden zijn inmiddels verbrand. Intussen komen er hele vloten van Mechs. Dan vertelt Bleys de shield generator aan te hebben, ze kunnen nu niets meer doen… al die Zentradi gaan weg, de moederschepen beginnen nu te schieten.
“Dat is niet slim,” zegt Benedict. “Ze leren echt nooit…”
Op de brug ontmoeten ze elkaar, Bleys is keurig netjes en wordt omringd een aantal zwarte monteurs.
Er wordt wat over en weer gepraat over modernere spullen tussen Bleys en Benedict. Anastasia is blij dat Rhex nog heel is, minder blij met de aanwezigheid van zijn ooms. De oplossing van Rhexenor zijn zwaard vinden ze wel goed,
De Zentradi zijn aan het beuken, heel stom, ze blijven als idioten schieten, het wordt kleiner, het schild explodeert, alles valt uit en alle Zentradi schepen ontploffen. En dat waren er een paar duizend. “Het schild deed het goed,” zegt Bleys, “en nu is het kapot.”
“Ook de hyperdrive doet het niet,” zegt Hank met zijn rare accent en stemmetje.
Het shield heeft ook de atmosfeer vernietigd nu, het is één grote, brandende puinhoop.

Ik zeg tegen Mandor dat hij voor een poosje moet gaan om zijn zaken te regelen.
“Pappa niet weg,” zegt Owen en klemt zich vast aan zijn vaders nek.
Mandor heeft een paar speciale troeven gemaakt. Speciale die via de bron hier werken, uitgaande naar hem of mij. Uiterst veilig. En hij geeft me een troef van zichzelf met het fort als achtergrond. Die is voor als ik weg ben, dan kan ik hem bereiken. Ook een heel veilige, voor zichzelf heeft hij er zo’n zelfde gemaakt, maar dan van mij.
Van Owen heeft hij geen troeven gemaakt. Er zijn ouders die het doen om hun kinderen in de gaten te houden.
Ik vertel hem dat mijn ouders hem graag willen ontmoeten.
“Ik kan ze gaan opzoeken, maar dan zijn we niet samen,” zegt hij.
“Misschien hierheen halen?”
“Hoe schandalig vinden je ouders het dat je hokt, denk je? Ook is het is niet veilig iedereen kan hun gedachten aftappen en beïnvloeden.”
“Is Owen beïnvloed door Brand?”
“Ik denk het wel. Hij heeft iets gedaan. Het lijkt op een soort blokkade in zijn geheugen. Daar moet ik iemand anders naar laten kijken. Weghalen kan gevaarlijk te zijn. Het is alsof hij een suggestie heeft geplaatst die op een bepaalde tijd en in een bepaalde situatie wordt getriggerd.”
Ik vertel hoe Brand een zoon van ons is tegengekomen die de Sawall Spikard droeg en dat Brand daar niet blij mee was. Ook vertel ik hem dat ik twijfel of Owen wel dezelfde zoon is die ik op Oerpatroon tegenkwam en ook dat Brand die zoon is tegengekomen. Dus misschien zit de blokkade op het verkeerde kind.
“Dus Owen is niet de goeie? En dat vertel je me nu pas, na al die moeite die we gedaan hebben om hem te maken? Er moeten dus nog een paar zonen komen? En wil je nog een paar dochters misschien?”
“Lijkt me leuk.”
“Dan moeten we maar flink gaan oefenen,” grijnst hij.
Ik stel voor om eventueel Fiona naar de blokkade te laten kijken. Hij denkt dat het niet zo’n haast heeft.
“Mijn vader zou er iets aan kunnen doen, als kind zat ik vol met dat soort dingen. Dara zal er ook een hele zooi hebben, misschien jij. Maar dat heb je niet hoor, dat heb ik al onderzocht.”
Ik merk dat Mandor goed kwaad is op Brand.
Owen laat nog eens weten dat Pappa niet weg mag, hij besluit om nog wat dagen te blijven.
Eindelijk doet Owen op een middag weer eens een middagslaapje en nemen we uitgebreid afscheid. Owen is vreselijk aan het huilen als hij merkt dat pappa weg is. Hij is een half uur later pas er een beetje overheen. Dan gaat hij in een hoekje twee puzzels zitten maken, tegelijkertijd, 400 stukje door elkaar. Het gaat niet hard.

Een bediende vertelt dat de voorraden op zijn. Mijn echtgenoot vraagt altijd om lijstjes, maar dat hebben ze niet gegeven omdat hij moeilijk benaderbaar is en als we samen zijn, is dat nog erger. Nou ja! Er is nog een maaltijd voor Owen en mij straks, zij eten al een poosje nauwelijks meer. Daarna is het helemaal op. Ook klaagt ze over het salaris wat ze nog steeds niet hebben gezien. Niet dat ze het hier kunnen uitgeven, maar het gaat om de gedachte.
Ik troef Mandor daarover. Hij zal wat gaan regelen. Na een poosje troeft hij terug, ik krijg een touw aangereikt waar ik flink aan moet trekken.
Daarmee komt er een hele berg zooi de speelkamer in gedonderd, Owen gilt over zijn puzzel, maar is enthousiast over de dieren. Er lopen kippen door de gang en varkens. Het personeel is blij over de nieuw aangeleverde voorraden.
Vanaf dan vind ik overal briefjes. Er is een varkenshoeder nodig, een kippenmeisje, dekens en wat al niet meer. En ze blijven doorzeuren over dat salaris.
Mandor zorgt voor de meeste voorraden en ook nog voor meer personeel.
Ik leer eindelijk mijn zoon beter kennen. Anderhalf jaar, rustig en kalm, gaat zijn eigen gang. Hij is erg intelligent. Hij slaapt zelden nog in de middag en als hij vervelend wordt, gaat hij zeuren, dan wil hij pappa. Als ik streng doe tegen hem, gilt hij nog harder om pappa.
Ik probeer zelf voor dat salaris te zorgen waar zo om wordt gezeurd. Uiteindelijk ligt er een chocoladecent op tafel. In de kelder blijkt er een hele zak van te leggen, ook heeft Mandor nog een aantal andere snoeperijen verzorgd.
Als ik hem spreek, vertelt hij het druk te hebben en dat het allemaal wat langer zal gaan duren.
“Ik ben bezig met wat politieke zaakjes, ik ben wat te lang weg gebleven, mensen denken nu dat ze me bepaalde zaken niet meer schuldig zijn. En lees dat boek eens over conjuration!”
Dat advies volg ik dan maar op. Ik kan dingen naar me toe halen, ook wezens. Die kunnen weer weggaan. Met conjuration zou ik ook dingen van vorm kunnen laten veranderen.
In een ander boek zoek ik op hoe een goudklomp eruit ziet. En op een avond, Owen ligt op bed, is het zover, ik ga een goudklomp conjuren.
Het duurt heel lang, maar dan gebeurd er iets. Er komt een brok iets door het dak heen gebrand, dwars door de tafel heen, en een paar vloeren. Gelukkig raakt er niemand gewond bij deze actie.
In de kelder ligt een enorme bonk gloeiend hete erts.
Ik geef opdracht de gaten in het dak en de vloeren te repareren en met Owen ga ik de volgende dag weer in de kelder kijken. Ik denk een bonk meteorietijzer te hebben opgeroepen, nu is het afgekoeld naar warm. Owen vindt het uitermate interessant, keer op keer vraagt hij hoe het heet. ‘Meteorietijzer’ blijkt wat moeilijk uit te spreken voor hem, hij houdt het bij ‘bonk’ en strekt zijn handen uit naar het erts om de warmte te voelen.
Mandor zegt dat goud normaal gesproken ergens in de grond zit en niet in een baan rond een planeet zweeft. Dus of ik me misschien daarop kan concentreren een volgende keer?
Goed, dan ga ik daar maar van uit. Wijzer geworden besluit ik om de poging goud te conjuren buiten te ondernemen. Owen neem ik uiteraard mee, hij vermaakt zich met achter de kippen en varkens aan te rennen.
Eindelijk lukt het me om een brok goud ergens vandaan te toveren. Owen komt er meteen bij staan en kijkt met grote ogen waar dat mogelijk vandaan kan komen. Ik leg hem uit dat het goud is, dat kan hij ook zeggen, en dat ik het vanuit de grond naar me toe heb gehaald. Hij luistert belangstellend, al begrijpt hij misschien niet helemaal wat ik bedoel.
Het vormen in munten lukt ook. Al die tijd staat Owen er belangstellend bij te kijken. Aan de ene kant van de munt komt de afbeelding van een fort, op de andere een valk. Hiermee zijn de eerste munten van Gormenghast een feit.
Ik geef de personeelsleden hun goud, ze zijn verschrikkelijk blij. Alleen Mary Ann heeft niet veel interesse. Als ik met Owen naar de eetkamer loop, komt ze me achterna.
“Kan ik u even spreken?”
“Natuurlijk.”
“Er is sinds de laatste keer dat u hier was wat veranderd, heel erg bedankt dat u met Mandor heeft gepraat. Ik ben er al wel achter dat jullie liever zelf met Owen bezig zijn en dat kan ik accepteren. Zoals u heeft gemerkt, heb ik hier een interessante rol als hoofd van de huishouding.
Maar als ik het zo mag zeggen, ik erger me hier al heel lang aan. De munten zijn mooi hoor. U en uw… aanstaande hebben wat magische talenten en machten, maar het stuit me vreselijk tegen de borst dat zowel u als hij er vreselijk mee aan het klooien zijn. Echt, jullie zijn vreselijk aan het stuntelen met magie.”
We spraken af dat ze zou gaan helpen met conjuration en de algemene kennis van magie. Het boek is geschreven door ene Tarkov, volgens haar een amateur, een slecht boek ook.
’s Avonds, als Owen slaapt, krijg ik lessen en informatie. Ik krijg kleine opdrachtjes zoals inkt conjuren, een letter op papier en ik moet het gat in de tafel dicht conjuren. Met conjuration kun je iets mogelijk maken. Het tovert niet, het maakt mogelijk dat je iets kunt gebruiken. Er zijn een aantal methoden voor, je moet herkennen in wat voor wereld je zit. Zo kun je iets mogelijk maken wat er niet is. Je probeert een paard naar je te summonen. Naar je toeroepen lukt niet.
Op een wereld waar geen paarden zijn, zou je een paard hebben dat niet zolang bestaat. Maar het krijgt substantie en het blijft een poos bestaan. Het moet niet helemaal tegen de wereld ingaan. Het gekke is dat het paard dan min of meer hol is. Jij bepaalt wat de vorm wordt van dingen die geconjured worden.
Met conjuration kun je ook energie naar je toehalen. Ook licht. Het is niet anders dan materie. Er moet energie in en dan doet hij het gewoon. Oproeping gaat over schaduwen heen, het soort magie is verwant. Sommige conjurations werken niet in technologie werelden waar magie niet kan. Dan moet je een studie hebben die meer op techniek is gericht. En je moet je gedachten richten om precies te krijgen wat je wilt.
Ze laat me lichtbolletje conjuren met echt fel licht. En ik leer hoe ik de lichtsterkte kan regelen. Ze legt me ook uit wat sterker is, ze heeft een spreuk om het donkerder te maken, maar een comjuration is beter, het lichtbolletje verbreekt de duisternis.
Van het erts zou ik een zwaard kunnen conjuren. Dat is een magisch zwaard in deze wereld, of ik moet er macht inleggen die wereldoverstijgend is, zoals Patroon, Logrus of Troef. Er zijn wel meer van dat soort Machten. Abyss, Feniks, Heironn, Black Road en tussenvormen. Zoals een combinatie van Logrus en Troef of Patroon en Troef, dat een soort Dragon power blijkt te zijn.

We praten over anti Logrus en Anti Patroon. Ik vertel wat ik ervan gehoord heb. Dat lijkt haar gevaarlijk. Misschien moet je dan eerst worden ingewijd in iets anders. Misschien moet je iets anders hebben om die overstap te maken. Ze kent Abyss power, dat is een rare en machtig. Onbetrouwbaar en lijkt op advanced conjuration waarmee je wezens hun geest kan vormen. Als ik energie kan oproepen, waarom zou dat dan niet kunnen. Je kunt iemand dingen laten herinneren die hij niet heeft en laten denken. Abyss power komt daar heel dicht bij. Een van de dingen die je daarmee kunt is overal waar de Abyss aan verbonden is, om daarheen te gaan. Je komt dan altijd op dezelfde plek uit, dat is wel vervelend. Dat kan naar elke Schaduw waar deze aan grenst. Onbetrouwbaar is dat je af en toe ergens anders uitkomt, waar de Abyss wilde. Patroon doet dat ook, zeg ik, Logrus ook, zegt ze. Ze heeft gehoord over wezens die ook Abyss power hadden, die zich verplaatsten en niet meer wisten wie ze waren en rond zwierven en dat doet iets met de geest. Het is een vrij natuurlijke plaats voor wezens zonder lichaam. Je kunt er niet van los komen, want je lichaam blijft er. Het is ook tijdloos. Jurt is iemand die onbetrouwbaar is, het is op de een of andere manier versterkt door iets, een verkeerde combinatie. Pechvogel.
Wezens zoals zij wonen in de Abyss, het is een niveau van de Abyss. Doordat ze geen lichaam hebben, maakt de Abyss uit wat ze denken. Magie werkt er dus uitstekend, alles bestaat uit wilskracht en gedachten.
Ze vraagt naar Patroon en bloed en Amberieten. Ze concludeert dat Patroon een gevaarlijke macht is. Waar je iets aan mist. Waarom is Patroon plat, je mist er een hele dimensie aan. Of het hoort niet, of je mist iets. Ik denk aan het oog van het Serpent, het komt haar bekend voor uit legenden. Een 2 dimensionaal voorwerp. Misschien dat er een ander is, dat wel driedimensionaal is. Het klinkt als een uittreksel, dat Patroon. Ik weet dat Logrus inderdaad 3-dimensionaal is, komt het Patroon dan inderdaad voort uit Logrus?
Ik leer veel van deze avonden en wordt weer wijzer.
Ik doe ook landschapsvorming. Ik kan wel degelijk dingen mogelijk maken die er niet zijn. Zo bestonden er geen schapen. Nu wel. En er ontstaat een geitensoort.
Zo komt er door mijn geklooi dat er op een dag een kudde koeien voorbij dendert.

Saturday 8 November 2008

Megs en Centradi/ Xerxes/ Huisvredebreuk

Rhexenor vraagt Anastasia of ze kinderen heeft. Nee, is ze veel te jong. En ze is niet als Ultima. Ze is de jongste dochter, haar zussen zijn allemaal getrouwd, oud en lelijk.
“Niet jouw smaak. Jij houdt toch van blonde dames?”
“Ja, dat vind ik wel leuk, maar het maakt me niet echt helemaal uit. Ze moeten ook aardig zijn.”
“Oh, dat zijn niet mijn zussen. Ze moeten natuurlijk niet saai zijn en niet klagen.”
“Soms klaagt mijn vrouw en ze kan geen mech besturen.”
Hij was in een tank, een bolo, herkent ze. Mark 4 of 5. Hij dacht 4, zij is enthousiast. Bleys had een kloon.
“Weet je zeker dat hij niet heeft zitten klooien? Hij heeft meegeholpen met de mechs, Hij heeft een tijd hier gewoond. Random hielp ook, ze hadden geen goede krachtbron, hij zorgde voor deze goede krachtbron.
Laten we naar de kazerne gaan? Wil je bij de vechters of studiebollen?”
Zijn vrouw doet zeker administratie? Nee en ze loopt ook niet met zwaard rond. Hier in Chaos hebben sommige mannen meerdere vrouwen, één voor de administratie, één voor het vechten… het is belangrijk dat ze allemaal goed zijn in bed. Zij heeft er geen moeite mee een man met meerdere vrouwen te delen.
In de kazerne zijn een aantal mechs te zien. Ze heeft wel een beetje verstand van mechs, kan zelf repareren in geval van kapot zijn. Hij krijgt een bed in een slaapzaal toegewezen, moet eigenlijk een Amblerash uniform aan. Ze hebben ook newb uniformen, wit. Hij doet toch maar dat zwarte met het paars serpent op mouwen en schouders, gouden knopen met slangetje. Bij de kwartiermeester Augustus, lange man met smal gezicht si dat te verkrijgen. Rhex krijgt een stevige hand. Hij moet ergens gaan staan, er komt een veld om hem heen en even later heeft hij een passend uniform.
Naamplaatje soldaat 3e klas Rhexenor. Lager kunnen ze niet. Zij is luitenant kolonel Anastasia Amblerash. Ze zijn niet heel formeel, maar hij moet wel doen wat mensen zeggen die boven hem staan.
Hij is nu wel de baas over de recruten, de witten mag hij afsnauwen. Andere zijn burgers, die moeten beschermd worden. Hij zegt dat Ronardo ook slim is en niet bang. Ze is op slag geïnteresseerd, helaas heeft deze geen mooi rood haar. Hij laat de troef zien, ze vindt hem een knappe jongen, ze zou het liefst de troef gehouden hebben.
Bleys komt hier niet meer sinds de oorlog, Fiona ook niet. Troeven zijn wel handig in geval je snel ergens weg moet. Er zijn helaas troefjammers, personen die dat kunnen.
De kwartiermeester geeft Rhex een koffertje met blaster, riem, rantsoenen… de standaard uitrusting. Ook een klein koffertje dat uitgeklapt gereedschap blijkt te bevatten, om de mech te repareren.
Hij vertelt wapens te kunnen upgraden. Hij installeert zich op zijn kamer, er hangen wat lui rond, Johnny en Sander. Of hij ook komt voor de opleiding. Sander moet drie jaar, hij is een Amblerash. Het zijn geen newbs, die zitten in de kamer hiernaast om onze schoenen te poetsen. Johnny demonstreert hoe je die lui moet behandelen. De schone laarzen van Rhex poetsen, bedden opmaken… Johnnys’ vader betaalde meer voor de opleiding en kwam meteen hoger terecht. Hij vertelt origineel van Griekenland te zijn, hij heet Rhexenor van Amber van Hendrake. Ze pakken beiden een blaster, of hij komt spioneren? Je bent de vijand. Ik ken de regels van Chaos niet zo. Als je geen Amblerash bent, ben je minder. Dat is een regel. En je mag ook geen vrouwen kussen.
Hij heeft honger, zij hebben al gegeten. Eet smakelijk. Ben je daar al eens geweest in de mess hall? Vraag maar ergens onderweg waar je moet zijn. Kunnen jullie me rondleiden? Iedereen krijgt een begeleider. Anastasia is de jouwe? Wow…
Hij gaat lopen, vindt geen bewegwijzering. Maar wel een plattegrond. Slaapvertrekken, wasgelegenheden, aparte ruimte van monteurs, naar de liften. Maar geen mess hall of kantine.
Er komt een korporaal aangelopen. Hij begint te lachen bij Rhex’ vraag, zeker nieuw hier! Hij wil zich afstemmen met Feniks, het valt hem op dat er zomaar mensen verschijnen en verdwijnen. Er is een cirkel op de vloer, een ringtransporter. Hij doet dat ook en staat ineens ergens anders, iedereen loopt haastig weg, er hangt een etenslucht. Anastasia wacht hem op, hij mag kleurtjes prak kiezen.
“Je leert ook theorie over hoe om te gaan met mechs, dan verhuizen we naar een trainingswereld.” Vader en zij hebben overlegd, dit past het beste bij hem. Af en toe komt er iemand langs om over regels te vertellen. Over het omgaan met andere huizen, met kinderen, met vrouwen. Met uniform van Amblerash moet hij anderen beschermen en bevelen opvolgen. Hij vertelt hoe hij vals heeft gespeeld om hier te komen. Echt een Amberiet…
“Wat een rotjeugd moet je hebben gehad.”
“Ik had wel eens een zwaard in mijn zij of borst.”
“Hoe gaan die Amberieten met hun kinderen om?!”
“Dat deed ik zelf.”
“Heb je er nu meer om leren gaan?”
“Nee, ik ben hopeloos.”
Drie dagen theorie en af en toe wat sport. Sander en Johnny blijken aardig en pesten newbs, daar doet Rhex niet aan mee.
Dag vier gaan ze in een ruimteschip met jump naar planeet, daar worden ze naar beneden gebeamd. Er is een ondergrondse bunker waar toestellen staan. Hij krijgt een uniform met pak aangemeten, waar hij helemaal in zit. Alles wordt aangesloten, hij drijft in een soort vloeistof, dat helpt tegen schokken. Hij ziet elektronisch. Net of hij heel groot en sterk is, alsof hij zelf die mech is. Hij mist wel het zwaard een beetje. Er zijn geen mechs met een soort van zwaard. Rhex denkt aan het zwaard dat immers kan morphen. Hij hangt het bij zich in zijn mouw, geen probleem.
Ze leren hoe ze kunnen lopen en rennen en hoe ze kunnen schieten, hij is de enige mech met een zwaard. Het kan ook vliegen, als een (straal)jager. Dit staan ze allemaal na een week of twee uit te leggen, leggen ze uit als het alarm gaat.
Ze horen eerst een dikke dreun eerst, dan pas gaat het alarm. Rhex holt naar mech room, er is een explosie in de kantine. Ze klimmen snel in de mech, hij doet zijn zwaard aan. De hele basis beeft, er is een inslag van iets groots. De deur zit wat verwrongen dicht. De deur ontploft van binnenuit. Een rokende puinhoop was het gebouw. Het voelt aan of hij vleugels heeft, hij vliegt wat stuntelig. De maatjes zijn ook mee.
Boven hen hangt een cylindervormig ruimteschip, heel groot, met allemaal kleine stipjes die naar beneden vallen, ook een soort mechs. Hij landt in de buurt van een mech. Die van Rhexenor is 3 meter, de aanvaller 8 meter.
Hij kan net opzij springen, dit zijn sterke mechs. Zij, de Amblerashes, zijn met zes, de vijand met een paar 1000. De kleine mechs zijn sneller. De bunker wordt weg geknald en Rhex gaat op de leider af. Achter springt er een kerel uit van een meter of drie uit de mech, die wordt opgeblazen. Achtervolging van de man door Rhex wordt geblokkeerd.
Over de radio wordt geadviseerd om te troeven en weg te vluchten. Er is geen schuilplaats. Hij gaat recht omhoog en troeft Anastasia, die hem doorhaalt, met mech en al. Hij is zwaar beschadigd, er zijn er nog maar een paar over, ze weten niet waar die lui vandaan komen.
Per 100 mechs heb je een leider. Er kwamen 5000 mechs uit een ruimteschip, ter grootte van een maan. Deze vijand kennen ze niet.
Er komt bericht binnen, er zijn nog twee bases overvallen op dezelfde manier. Ook Rhex heeft ze nooit gezien. Hij troeft naar Nicolas. Deze vindt het leven momenteel maar saai, er is nergens ruzie. Hij krijgt een enthousiaste reactie van Rhex over de familie Amblerash.
De vijand had gekke tekens (zie tekeningen Dorrit), Nicolas heeft wel gehoord van reuzen. Er is een expert in de Amber familie natuurlijk. Benedict meer dan Deirdre.
Daarna wordt Deirdre getroefd.
“Kom je eindelijk de troon overnemen?” Ze is bezig met een verdrag met 3 Cirkellanden die handel willen drijven. Rhexenor legt haar de situatie uit.
“Het klinkt als iets met techniek, maar daar doe ik niet veel mee. Ik vind magie interessanter. Je kunt dit beter aan de scifi lui vragen. Dalt en Benedict, misschien Bleys of Corwin. Wil je dat ik Benedict voor je troef?”
“Ik vraag het hem zelf wel. Hoe is het daar?”
“Het is saai, dan gaat het goed. Ik heb nieuwe mensen die dingen voor me doen.”
Benedict is na een poosje te bereiken. Hij is in uniform.
“Je zit in Chaos? Geef ze flink klop, ze zijn vervelend die gasten van Ambkerash. Die vijand? Centradi? En was er maar één schip? Dat kan bijna niet, deze pakken alles in het groot aan. Je hebt dus met iemand anders oorlog, anders komen die Centradi niet, die zijn in te huren. Het is een keer gelukt ze op te blazen met een shield dat energie absorbeerde en al die schepen schoten daarop. Dat vaagde een hele Schaduw weg. Dalt? Dalt weet beter dan ze in te huren, ze zijn duur en die tech werkt niet overal. Bovendien komt zo’n schip niet binnen in de Gouden Cirkel.”
“Waar halen ze het materiaal vandaan?”
“Ze zullen een leverancier hebben voor dat spul. Misschien hebben jullie daar oorlog mee? Wat voor krachtbron gebruiken jullie? Daar zit je probleem…” Benedict verbreekt de verbinding
“Misschien dat die energiebron aantrekt? Onze oogstplaneten zijn in gevaar,” schrikt Anastasia en er wordt een schip naar zo’n planeet gestuurd. Deze blijkt te zijn weggevaagd. Op de scanners grote velden met een soort plant die er niet meer groeit. Het groeit alleen maar op technische werelden. Random heeft ze ooit een zaadje gegeven, dat hebben zij geoogst. Ze hebben geprobeerd hem te troeven, maar hij neemt niet aan. Er zijn vier oogstplaneten helemaal gebrast.
Rhexenor troeft naar Random, nu komt er wel contact. Ja, die opdracht herinnert Rhex zich nog, maar hij is nu zijn straf aan het uitdienen bij die geweldige familie Amblerash.
“Wat leuk” roept Random. “Persoonlijk ben ik zeer goed te spreken over die familie!”
Rhex vertelt overde problemen met bio energy.
“Centradi zijn huurlingen, die gebruiken ook die energiebron, daar heb ik het ook vandaan,” zegt Random. Rhex vertelt wat er nu speelt.
“Je moet dat shield hebben. Het schip dat het schild heeft, overleeft het niet. Misschien is er te praten met die Centradi. Toen ze even niet keken, heb ik zo’n plantje achterover gedrukt. Maar dat probleem van jullie is daardoor toch niet het mijne? Wel gaaf, je kunt schieten met zo’n mech. Weet je wat: vraag ze naar de ZDF.”
Dat doet hij. De reactie is er één van verbazing: hoe weet jij dat. Via Random? Maar dat is hartstikke geheim! We hebben nog een planeet over met planten en je loopt nu in de ZDF. Dat is een commandocentrum. Al die dekken met mechs en dat grote schip.
Het plan is voorlopg om misschien toch te gaan onderhandelen met de Centradi. Zou Random tot hulp kunnen zijn? Bleys heeft indertijd een shield device geïnstalleerd.

Ronardo zit met Jurt, Julia, William en Rinaldo in de keep.
“Zal ik Morwenna troeven? Merlijn en Despil zijn weg.”
Julia zegt haar met rust te laten, ze zal later nog met haar spreken.
“Jij wilt gaan investeren in deze keep?”
“Het lijkt me leuk.”
“Die jongen vindt dingen met troef interessant,” zegt Rinaldo.
“Ik vroeg jou niets!” zegt Julia.
“Je mag hem niet uithoren,” waarschuwt Rinaldo.
“Ik kan hier met troef klooien, het is een plaat met macht,” legt Ronardo uit.
“Je moet oppassen, er is een randje bij die bak, voor je het in de gaten hebt, flikker je daarin,” zegt Jurt.
“Je kunt er niet zomaar meer in vallen. Er zit een wachter in. Oh shit, we moeten je voorstellen aan de wachter, anders wordt je hier afgeknald.”
“Ik heb je de legers toegezegd,” zegt Rinaldo.
“Waar zijn de contracten?”
“We kunnen ook mondeling afspreken… Ik hou me aan mijn afspraken, vraag maar aan Ronardo.”
In het bassin bubbelt en stoomt het, er is een regenboog met de vier elementen. Vier bogen wisselen elkaar af en gaan door elkaar heen.
Ronardo ziet even het gezicht van een oude man in die regenboog verschijnen dat knikt. Dat hoofd is van de Gardian, een geest die hier zit opgesloten. Die tovenaar van voor Jasra? Denk het. Sharul Gull. Wat is de verdediging? Als je macht hebt over de fontein, kun je de elementen gebruiken om de keep te beschermen. Je kunt het laten waaien, bliksemen en vuur uit de grond laten komen. er zijn geen automatische defences, dat kunnen ze wel gebruiken. Magie werkt goed, geweren net, geen high tech. Elektriciteit kunnen ze uit de fontein halen. Maar geen chips en dergelijke.
Met die mechs gaat niet gebeuren. Mijn troepen zijn wel goed, zegt Rinaldo. Jurt denkt aan omringen door struiken met stekels waar alleen zij doorheen kunnen. Er was een meid die haar vinger prikte, een spin met wiel… Julia legt het echte sprookje uit, met 13 heksen. Jij hebt het over die appel met die reuzenworm… Ronardo begint over Dune. Jurt is wel eens op een zandplaneet geweest. Harvesters kent hij niet. Wel spionnen van een dikke baron. Jager zoekers… was vorig jaar gebeurd, toen jij met Morwenna in dat gat viel, van dat wezen met die grote kont, het was er vies en ongezond… Dark End, gats! Een kont zo groot als een planeet.
“Jurt je overdrijft, niemand denkt dat je zo dom bent….”
“Hoezo? William had het over vallen,” zegt Jurt verontwaardigd.
“Het was alsof we heel lang vielen,” zegt deze met een zucht. “We kunnen wat defences bedenken, we zitten op zo’n school, kunnen we wat theorie uitzoeken over die doornhagen.”
Jurt wil een demoon oproepen….
“Jullie zijn Amber demonen,” zegt hij tegen Rinaldo, Ronardo en William.
“Helemaal niet!” zegt William boos.
“Wat doet dat Patroon dan?”
“Dat is om het goede te bewaren.”
“Zoals wat. De mest van de eenhoorn?”
“Is dat nodig?” vraagt Julia.
“Hoezo? Iedereen kakt, zelfs Oberon. Vraag aan de eenhoorn wat hij eet als je hem tegen komt, zo’n heilig boontje als William komt hem iedere dag tegen.””Helemaal niet. Hij verschijnt gewoon en dan gaat het weer goed met de mensen.”
Despil, Iolanthe en Rhexenor hebben de Eenhoorn ontmoet toch. En dat overleefd?
“Was Despil daarbij! Wat een zeikerd, dat krijgt hij nog van me!” roept Jurt.
Er worden troeven uitgewisseld met Julia en Jurt en een schets van de plaats gemaakt. Dan gaan Ronardo en William weer terug naar school.
Hij krijgt na een poosje bezoek van iemand die vraagt of hij Ronardo heet. De man is 1 meter 80, heeft zwart haar, een sympathiek gezicht, paarsige ogen, een zwarte broek en schoenen en een paarse mantel. En hij heeft een staf.
“Misschien,” zegt Ronardo terughoudend.
De man noemt zich Xerxes, maar heeft inderdaad meer namen.
“Als je niet Ronardo bent, kan ik beter weg gaan.”
“Ik ben Ronardo en van Amber.”
“Ik ook. Mijn vader is Finndo, waarvan men denkt dat hij al dood is. Deze is Amber niet erg goed gezind.”
“Mijn vader heeft bijna niets met Amber te maken. Fiona, mijn moeder wel.”
“Mijn moeder is dood. Mijn vader heeft plannen alle Amberieten te doden en daar wilde ik je voor waarschuwen. Ik heb er al een aantal gesproken, niemand die om me gaf of wist dat ik bestond. Ik ben gaan praten, ze geloven niet dat mijn vader nog leeft, dat ik een zoon ben van Finndo en dat ik ze waarschuw, ze zijn wantrouwig. Ik weet niet wat ik anders kan doen dan waarschuwen. Sommigen vertellen over wat over zichzelf, maar ik heb geen vrienden kunnen maken.”
“Je kunt geen vrienden maken met Julian als je iedereen tegen hem opzet.”
“Wie? Nou ja, Flora en Gérard waren het gemakkelijkst te benaderen en ik hoor niets meer van ze. Daarna zonen en dochters van, misschien hebben deze dezelfde problemen als ik met hun ouders. Ik heb Dalt gesproken en deze is geïnteresseerd in wraak nemen op Amber. Ook hoor ik rare verhalen over Brand, dat je zijn naam niet moet noemen. Verder heb ik Martin gesproken, deze interesseerde het geen bal en ik was een week ziek van zijn pillen. Jij kijkt me ook achterdochtig aan.”
“Er is veel aan de hand,” zegt Ronardo, “en dan kom jij ook nog eens opdagen.”
“Die Gérard en Flora zeiden dat ik geïntroduceerd moest worden door mijn vader en anders moest ik naar de koning gaan. Ik ga niet naar Deirdre, die gelooft me ook niet.”
“Praat hier niet teveel over, totdat we een probleem hebben opgelost.”
“Ik kan helpen met het probleem, ik heb powers. Daar kan ik mee klooien en helpen.”
“Dat hebben we liever niet. Daar heb ik niets aan.”
“Amber wordt altijd aangevallen, zei Gérard.”
“We zijn ergens mee bezig en dit brengt alles in gevaar.”
“Hoezo? Er zijn meer mensen toch komen opdagen?”
“Misschien heb je er iets mee te maken, met ons probleem, misschien niet. En wat heb jij te maken met die Chaosietenclub?”
“Chaosieten zijn gevaarlijk, ik heb gehoord dat het demonen zijn.”
Ronardo roept Jurt erbij, die niet komt.
“Niemand heeft paarse ogen in de familie,” zegt hij.
“Ik kan het niet helpen, dat had mijn moeder ook.”
Radius noemt hij zich wel eens, maar weet niets af van de jeugdbende.
“Misschien ben je dubbelzijdig? Ik ken iemand die er meer over kan vertellen.”
“Ik heb een power waar je iets mee kan. Hij kijkt hem heel strak aan en Ronardo zit buiten in een weiland. Xerxes heeft nu rood haar, een blauwe mantel en een witte mantel. En Ronardo is in zwembroek. Hij krijgt het koud. Het is geen illusie.
“Het is een vlak dat ik heb ontdekt, met mijn power kan ik je daarheen brengen.”
Ronardo weet alleen Oberon die dat kan. Dan zijn ze weer terug.
“Mijn vader kan het niet. Wie is Oberon? Heb je hem gesproken?”
“Misschien, het kan. Misschien was het een boodschap van Oberon. Ik kan Bleys naar je laten kijken.”
“Dat is toch een oudere Amberiet? Ik heb begrepen dat meerdere mensen in de familie dood waren en toch niet.”
“Heb je Benedict gesproken? Dat is de volle broer van Finndo.”
“Nee, dat was Osric. Die is omgekomen, aldus mijn vader de schuld van familie. Hij is heel gevaarlijk.
Ik zou jullie hulp willen hebben om mijn vader gevangen te nemen. Ik wil geen contact met Bleys.”
“Die is te vertrouwen.”
“Kan ik jou wel vertrouwen?”
“Er is niemand te vertrouwen,” zegt Ronardo.
“Ik kom erop terug,” zegt Xerxes en verdwijnt alsof hij oplost.
De studies gaan goed. Hij krijgt basismagie zonder te casten. Met praktijk is de Begma school interessanter. Die doen veel, maar niet veel theorie.
Als je in eenzelfde wereld bent waar ook magie is en niet teveel techniek. In de buurt van de Hoven heb je dat allebei wel. Met alles wat onder Patroon valt, is dat niet zo. Je kunt een spreuk maken, je doet hem en hij hangt er. Je gebruikt energie van jezelf, je kunt er maar één vast houden, met magische voorwerpen kun je meer spreuken opslaan. Als je de Logrus zou hebben, kun je ze daar in hangen.
Dat wat Ronardo leert, werkt door alle werelden heen. in de loop van weken wordt hem uitgelegd dat spreuken de sterkte hebben van zijn geest. Als je een bron hebt waar een heleboel magie zit, zijn je spreuken heel veel sterker, het hebben van een Spikard is interessant. Een plaats met machtsbron is ook interessant, maar niet meeneembaar. Ook kun je zo’n bron uitzetten. Theoretisch is het mogelijk dat je daardoor zo’n wereld uitzet.
Hij heeft geen vragen, er zijn richtingen om in te specialiseren. William en Ronardo zijn goede leerlingen. William zit permanent aangesloten op een soort machtsbron, maar hoe? Hij weet het ook niet.
Voor gevorderden is magie te gebruiken met Troef, Logrus of Patroon. Patroon is bedreigend voor magie, magie wil dingen veranderen, Patroon niet. Ze vermoeden dat je wel herstelmagie kunt versterken. Met Logrus kun je geen schild maken. Afbreken wel. Er zijn mensen die dingen doen met troef en magie, maar die willen dat niet uitleggen.
Hij kan het altijd uit laten leggen door Fiona, Brand of Merlijn.
Dan wil hij naar de plek onder Rebma. William wil naar de keep, Ronardo gaat ook mee. Morwenna is niet te bereiken, Rhex ook niet, zegt William.
“Misschien hoeven ze er niet bij te zijn,” vindt Ronardo. “Ze laten mij ook alles in mijn eentje uitzoeken over de Old Ones enzo.”
“Misschien heeft Morwenna het druk,” denkt William. “Heb je geprobeerd met haar te praten?”
“Nee.”
“Ruzie kunnen we niet hebben binnen het team,” meent William.
“We hebben ook nooit overlegd. Als ze het halverwege laten liggen… ik wacht ook tot iemand me troeft en verder praat ik met mijn moeder.”
“Ik heb niemand. Coral? Laat me niet lachen, die zwamt!”
“Je zou met Benedict kunnen praten.”
Na wat aarzeling troeft William deze en verdwijnt.
Ronardo troeft Moyra.
“Waar zit je? Ik heb je al een paar weken niet gezien.” Ze haalt hem door, ze heeft niet veel om het lijf en ze hebben eerst seks. Dan gaan ze praten.
Zij moet van haar moeder eerst leren. Hij wil naar onder Rebma, daar heeft ze geen zin in. Dan komt ze niet meer weg. Hij wil dan naar een andere wereld om wat technologie te bestuderen. Iets bio- dinges- achtig. Hij heeft het over een remote die eruit zag als kwal onder water. Heel diep in een kloof. Het gesprek eindigt nergens, want hij krijgt een troefcontact, heel dringend en sterk. Het is Eric.
“Ik wil je even spreken, ik haal je door.”
“Even wachten, ik moet hier eerst wat verklaren dan.”
Eric verbreekt het troefcontact. Ronardo neemt afscheid van een gedesillusioneerde Moyra, wordt meteen opnieuw getroefd door Oom Eric die hem ook gelijk doorhaalt.
Hij wordt ontvangen in een soort van huiskamer.
“Ik moet je mijn excuses aanbieden, ik dacht dat ik dat al gedaan heb, maar begrijp nu dat dat niet zo is. Ik kan alleen als verontschuldiging aanvoeren dat ik er niet al te best aan toe was, vlak na Dark End. Wat ik gedaan heb, was echter nodig. Wil je iets drinken?”
Ronardo kiest voor wijn en gaat zitten.
“Ik krijg je nicht en die ene neef zo niet te pakken, ik krijg ze niet daar vandaan waar ze zitten. Is er iets dat ik voor je kan doen?”
Ronardo vertelt van de zoon van Finndo.
“Dat zou de verborgen insluiper kunnen zijn. Je denkt dat hij misschien schizofreen is? Toch past met de info die we hebben. Ook als de Chaosietenopstoker.
Binnenkort ga ik contact opnemen met broers en zussen om te zeggen dat ik nog leef, Deirdre is nu op de troon. Dat is wel mijn zus. Heb je enig idee hoe ze gaat reageren als ze dit hoort? Ik krijg Rhex niet echt bereikt, deze moet een straf doen. Ik kreeg het idee dat ik hem beter niet kon storen, hij is in een zaakje met Random verwikkeld en daar blijf ik beter buiten. Het is erger dat hij van de troon af is. Als koning had ik de meeste problemen met Random, hij denkt dat practical jokes leuk zijn. Hij doet die maar lekker in Chaos. Corwin vindt hem geweldig, ik niet. Corwin vindt zelfs Oberon leuk, hij denkt dat hij het lievelingetje is van Oberon, maar deze speelde iedereen tegen elkaar uit. We kunnen allemaal iets, maar het versplintert zo. Er zitten eenlingen bij die niets voor Amber over hebben. De kern is Julian, Benedict en Caine, misschien Flora. En dat was het. Jouw moeder en Bleys zijn met andere dingen bezig. Bleys staat erom bekend verkeerde keuzes te maken. Corwin is heel ambitieus. Daarom dacht ik dat Morwenna zijn dochter was, die is ook zo ambitieus. Ik hoorde hoe dat zat op Dark End, nu heb ik mijn twijfels.”
“Hoe bedoel je?”
“Dat doet er niet toe… daar komen we op terug. Jij hebt goede banden met Caine, wist je dat? Er zijn er niet veel die dat hebben. Hij nam het echt voor jullie op, dat is één van de redenen dat ik je spreek en vraag ik of ik iets voor je kan doen. Als het verhaal van die Xerxes klopt, kan hij best heel oud zijn. klopt het niet, dan is hij jong. We moeten een test verzinnen waar we dat uit kunnen halen. Alleen iets van hem zien te krijgen of hemzelf. Vrijwillig of gevangen nemen. Toch is het verdacht dat hij niet naar de ouderen wil stappen.”
“Hij klonk normaal en zielig, hij weet niet hoe hij binnen kwam. En hij heeft een rare power.” Ronardo vertelt daarover en ook over de reus die iets dergelijks deed op de wereld waar de Ygg staat.
“Dat klinkt als Fenks power, in slaap vallen, dromen…. Als hij advanced Feniks heeft, is hij echt. Iemand die dat heeft, kan het weten als iemand anders met Feniks tegenkomt. Maar misschien heeft hij het niet of is het iets anders…. Er is misschien achter te komen of die Finndo leeft. Die is ouder dan Benedict, heeft duizenden jaren de tijd gehad om aan macht te komen. Dat is dan echt een probleem. We zijn zo verspreid en versplinterd, misschien dat we de groep bij elkaar kunnen krijgen. Maar als ik zoiets vraag, doet Corwin alvast niet mee. Hoe denk je dat je moeder zal reageren?”
“Ze weet het, deed normaal. Nee, ik heb het haar niet verteld, ze heeft het uit me gevist.”
“Je moeder is te slim. Soms is ze te slim, ze zou beter met beide benen op de grond blijven staan. Ze is nog jong.”
“Hoe is het met je zoon?”
“Weet ik niet, ik denk wel goed. Dat heeft tijd nodig. Hij is boos omdat hij in de steek gelaten is. Dat ik hem liet adopteren had te maken met het gedoe met Corwin, ik wil niet dat hij mijn zoon tegen me gebruikt. Aan de ene kant is hij blij dat ik leef, aan de andere kant kan hij nu boos zijn.
Ik heb ook nog een dochter, dat is er één die niets met Amber te maken wil hebben. Toen dacht ik: dat is prima. Nu denk ik: het zou prettig zijn als ze binnen bereik is. Ze verwijt mij de dood van haar moeder, maar dat was niet mijn schuld.”
“Weet je van Dalt?”
“Het probleem Dalt heb ik toen naast me neer gelegd, maar hij heeft een punt. Ik moet een keer uitgezocht hebben of zijn moeder is verkracht of niet. Zijn moeder heeft hem zo opgevoed dat hij Amber haat. Misschien trekt hij over een paar 100 jaar bij. Hij is machtig en is een Amberiet.
We hebben als taak gewone mensen te beschermen. Niet veel van ons houden zich daaraan, ik denk niet dat we god moeten spelen. We hebben verantwoordelijkheden.
Technische werelden zijn heel boeiend, er zijn planeten vol met gelovigen.”

Ik ga naar huis. Ik moet me heel goed afstemmen op de troefkaart. Het laat in de morgen in de keep, om me heen zijn walmende vetvlekken. De hele binnenplaats is schoon. Verder is het wel heel stil. Ik ren het woongedeelte binnen, ha de kamers door. Het kindermeisje staat in de gang, ze kijkt ergens achter me en is zo stijf als een plank. Ik kom bij de speelkamer. Daar is Mandor die stokstijf staat met zijn blik gericht op het tweetal dat op de grond met een treintje aan het spelen is. Mijn zoon met Brand.
Wat is het kind groot geworden, wat gaat dat hard. Owen stapt naar me toe en omhelst me stevig.
Brand staat op en kijkt geïnteresseerd naar het tafereeltje. Ik ben boos en vraag om een verklaring.
“Dat is een interessant kereltje. Ik wilde weten of het deze jongen was en daarom ben ik hier om een kijkje te nemen.”
“Ik wil dat je Mandor vrijlaat, daarna kunnen we wat drinken en praten.”
Hij heeft geen zin om Mandor vrij te laten, deze zou wel eens boos kunnen zijn. Ik zeg dat ik zal proberen Mandor tegen te houden en ga voor hem staan.
Brand maakt hem vrij, meteen haalt deze zijn metalen ballen tevoorschijn.
“Niet doen,” zeg ik. Dan pas ziet hij mij en stopt de kogels weer weg. Owen wil nu bij pappa en omklemt hem stevig.
“Brand is hier om te praten,” zegt ik tegen Mandor.
“Goed. Ik laat jullie alleen,” hij kijkt Brand strak aan. “Als haar iets overkomt, ben je dood.” Hij loopt met kind de kamer uit.
Ik haal wijn en schenk in.
“Vertel over de jongen,” zeg ik
“Ik ben hem tegengekomen toen hij ouder was. Die ring had hij om. Ik had er veel last van, hij kon toen ook geen magie. Ik dacht dat ik toch eens moest kijken. Een plaats die zo enorm afgeschermd is tegen Chaosieten en Amberieten… het viel op. Ook al tegen Jurt en troef. Je moet je op de bron afstemmen en naar binnen troeven. Intelligent jochie ook, ik denk wel dat hij het is. Hoe heet hij?”
“Owen,” zeg ik.
“Waar ben je mee bezig?”
“Ik ga de familielijn van mijn moeder uitzoeken.”
“Die is intrigerend.”
“En dan hou ik me bezig met het mogelijk verder weg verbannen van de Old Ones.”
“Grappig, iemand met jouw afkomst die archeoloog is. Met jouw vader en moeder… echt humor. Je vader is echter erg vervelend, hij zegt dat ik je iets niet moet vertellen. Hij heeft me gewaarschuwd.”
“Ik weet dat jullie hebben gepraat. Vertel het me toch maar.”
“Er is een goede reden de hele wereld te vernietigen.” Er lijkt iets kapot te springen in zijn buurt, een betovering.
“Dat was de eed die ik heb gezworen aan je vader om jou niets te vertellen. Ik vermoed door veel te reizen dat we allemaal afkomstig zijn van een bronwereld, die ik Abadon heb genoemd. Oorsprong, Bron of Focus. Je vindt daar stukken van in allerlei schaduwen, deze worden zeldzamer als je verder weg komt. Ik vermoed dat je via Arden dichterbij kunt komen, maar je vader wil niet meewerken. De oorspronkelijke wereld is uit elkaar geknald. Het zijn allemaal versplinterde stukjes, ook Amber en Chaos en van onszelf. Zekere lieden hebben Patroon en Logrus gebouwd om te zorgen dat oorspronkelijke wereld niet terug gebouwd kan worden. Ik heb wel eens met mijn broer en zus gepraat. ze hebben niet lef om te doen wat nodig is, het vernietigen van Patroon, Logrus en Schaduw. Ze zullen macht moeten opgeven om Abadon te herbouwen.
Ik denk dat jij bezig bent met oorzaak van de explosie. Daarover is vrijwel niets te vinden. Ik heb het Juweel in handen gehad, dat heeft ermee te maken. Er is een poging geweest van Old Ones om vaste voet te zetten op Abadon. Ze zijn tegen gehouden, maar te laat. Er is iets mis gegaan waardoor de hele boel uit elkaar geklapt is.
Men vindt stukjes verspreid door Schaduw, daar zijn ze terecht gekomen. Er is Patroon overheen gelegd om alles te laten zoals het is. Dat is een slechte zaak dus, het is niet het ware Amber, wij zijn een Schaduw van onszelf.
Er zijn gaten geslagen in de realiteit, wezens in Abadon zijn versplinterd geraakt, degenen die het dichtste bij zijn hebben meer stevigheid. Ik wil de wereld herstellen. Bepaalde lieden willen niet hun Macht opgeven. Door de gaten kun je reizen, er zijn vlakken boven en onder Amber waar je niet zomaar kunt komen. Je kunt er figuren tegen komen met stukjes Macht van vroeger. Sleutelfiguren, zoals jullie zoon.
Ik heb een fascinatie voor oude gebouwen. Oberon was niet bezig met het herstel van de originele wereld. De anderen zijn alleen maar bezig met Machtspelletjes.
Misschien kunnen we samen aan het project werken. Je moet Patroon en Logrus wissen en de brokstukken bij elkaar passen. Je kunt tegenwerking van iedereen verwachten, ze zullen je voor gek verslijten en je in de Abyss schieten.
Ik heb er over zitten denken om met Ronardo hierover te praten. Je zou kunnen gaan kijken in Arden, dat lukt me niet goed. Julian is niet echt voor rede vatbaar. Hij heeft me laten zweren dat ik het jou niet zou vertellen, belachelijk dat hij dat bepaald.
Ik zal erbij zeggen dat er enige tijdsdruk is. Er komen steeds meer patronen, hoe groter de kans wordt om het niet te kunnen herstellen.”
“Ik zal erover denken. Ik denk echter niet dat ik hier aan ga meewerken, al is het een interessante geschiedenis. Het Patroon is niet voor niets overal overheen gelegd, misschien ter bescherming. Verder denk ik dat dit gesprek lang genoeg heeft geduurd.”
“Goed, ik zal gaan. We spreken elkaar nog.”
Hij concentreert zich op de bron en verdwijnt. Meteen komt Mandor komt binnen met onze zoon en kunnen we elkaar op een fatsoenlijke manier begroeten.

We gaan eten aan de keukentafel. Het kindermeisje is iets meer betrokken, vertelt Mandor. Ook loopt er wat ander personeel rond, geen demonen meer.
“We wonen wat meer landelijk nu, ik heb wat mensen uit een Schaduw gevist. Ze worden goed betaald en zullen schatrijk zijn als ze terugkeren. We hebben alleen nog een fatsoenlijke kok nodig, Owen moet goed eten.”
Ik vertel in de Hoven te zijn geweest, met zijn vader te hebben gepraat en vraag hem waarom hij afstand heeft gedaan.
“Ik ga geen koning worden en in de schijnwerpers staan, dat moet je niet doen in Chaos. Als zo’n figuur als Merlijn op de troon zit, kan ik hem sturen met mijn vaardigheden. Het is niet handig als iedereen op je let, altijd en overal. Je hebt geen privé-leven meer. Ik houd me bezig met zaken die niemand iets aangaan. Die ouwe noemt het hobbyen en laat hem lekker denken. Ik wil de macht zijn achter de troon, hij denkt dat het mij niet interesseert. Koning zijn is niet meer dan een symbool. Ook mijn vader wil de macht achter de troon zijn. Hij probeert me in de rol van koning te manipuleren.”
“Hij wacht nu op één van onze kinderen.”
“Dan kan hij lang wachten. Ik sta dat niet toe.
Mijn vader is een rokkenjager. Heeft hij je het nog lastig gemaakt?”
“Nee, alleen een opmerking gemaakt tegen het einde van het gesprek.”
Daar is hij boos over.
“Die smeerlap. Hij blijft van mijn vriendin, van mijn aanstaande af! Hij is niet handtastelijk geworden toch? Hij droeg een speciale bril vroeger, zo’n doorkijkding.”
Ik vertel over Lorrayne. Volgens Mandor verzint hij dit verhaal gewoon. Dat doet hij om me van mijn stuk te brengen. Ik trek dan conclusies die in zijn straatje passen. Die ouwe klooit en manipuleert.
“Ik ben ook zo. Als het in mijn straatje past, doe dat ook. Maar niet tegen jou. Verder zijn er grenzen, mijn vader heeft die niet. Dir verhaal over je overgrootmoeder past misschien in zijn straatje. Alles is mogelijk. Zijn er nog mensen met je komen praten die van alles van je wilden?”
“Nee.”
“Vreemd, zeer eigenaardig.”
Ik vraag naar de Morlog. Kent hij niet. Demonen hebben geen schaduwoverstijgende macht. Het kan een Chaosiet zijn, maar die eten geen werelden. En ons kind kan helemaal niet netjes eten. In Chaos eten ze netjes, dat zijn vast zijn Ambergenen.
Ik vertel over de uitspraak van William over ons voorgenomen huwelijk. Daar moet hij hard om lachen.
“Ik ben heel erg evil, ik heb nu trek in baby’tjes,” gromt hij naar Owen die het uitgiert van het lachen en mee gaat doen.
Ik vraag Mandor of hij op te roepen is? Hier moet hij ook om grijnzen.
“Als je mijn echte naam weet, kun je me oproepen. We kunnen zelf kiezen of we komen of niet, echt lachen als zo’n sukkel je dan oproept en niet weet dat je je kunt voorbereiden voordat je naar hem toekomt.”
Ook vertel ik over de zus van Ronardo. Het kan beiden, zijn vader of zijn broer, zelf heeft hij nooit wat met Fiona gehad.
Het kan heel goed zijn dat zijn broer Ernest iets heeft gehad met haar. Dan moet zij vrij jong zijn geweest. Echt jong, zijn broer is al heel lang dood. Dat was een wat duister figuur. Zijn broer had veel vijanden en geen moeite er nog meer te maken. Hij hield zich bezig met magie en Logrus in combinatie. Iemand als Fiona zou dat kunnen fascineren.
Hij lijkt wel een beetje op Ernest. Hij is vermoord door iemand van zijn tegenstanders, voor zover hij weet. Ze hebben hem een keer te pakken gehad in een Schaduw, hij was daar niet bij.
“Toen ik opgroeide was mijn broer allang volwassen, was altijd bezig en ik zag hem nooit. immer bezig met duistere zaakjes. Hij had moeilijkheden met iemand heeft met hem gevochten, maar ik weet niet of deze vijand ook achter Ernests dood zat. Mijn vader had vaker ruzie met hem nog dan met mij. Mijn broer had een eigen Schaduw waar hij mensen behoorlijk heeft geterroriseerd. Hij was heel serieus met zijn vak, hij was in de eerste plaats magiër. Jullie William zou hem behoorlijk evil genoemd hebben en dan heeft hij nog gelijk ook. Ernest was altijd bezig met Macht te verzamelen, ten koste van anderen. Het maakte niet uit hoeveel vijanden hij had, hij kon ze allemaal aan.”
Ook spreken we nog een poosje over het al dan niet erkennen of adopteren van Owen. Mijn vader en mijn ooms zijn als de dood dat uitlekt dat we voor ons huwelijk al iets met elkaar hadden, dus vandaar het adoptieplan. Maar misschien dat er toch mogelijkheden zijn hem zelf te erkennen, Mandor moet daar even goed over nadenken nog en we gaan uitzoeken wat de aspecten zullen zijn van de verschillende mogelijkheden.
Dan brengen we Owen voor zijn middagslaapje naar bed en gaan we zelf ook, maar niet om te slapen…

Claims op de Keep/ Amblerash

In de keep bekijk ik de fontein. Deze bestaat uit en hele grote bak en staat temidden van het gebouw met een heleboel kamers. De fontein is feitelijk een grote cirkel, daarin is een regenboogachtig effect te zien van de elementen water, aarde, vuur en lucht. Het heeft iets fascinerends en machtigs tegelijk. Ik zou er niet veel controle over kunnen hebben.
Ik ga naar boven, en kijk vanaf de kantelen naar de omgeving. Aan de noordkant zijn de kampvuren te zien. Het is nu donker en ik zoek een verstoring. Er zijn drie poorten in het noorden en twee in het zuiden. De poorten zijn waarschijnlijk magisch.
Ik pak Williams troef. Hij is druk bezig, troef gedraagt zich anders hier. William is aan het studeren, magische rijmpjes aan het opzeggen. Hij stopt en neemt de troef aan.
Ik vertel wat er aan de hand is en vraag of hij wil komen kijken. Dat is goed, hij wil eerst Ronardo vragen of deze zin heeft om mee te komen.
Hij is erg sterk, verbreekt de abrupt de verbinding.
Ronardo studeert. Magie op rijm is het beste te onthouden.
William komt eraan lopen.
“Ik moet ergens naar toe, naar de keep of 4 worlds. De plaats wordt aangevallen op het moment.” Ronardo wil wel mee, het is geen probleem om hier terug te keren, daar hij al een troef heeft gemaakt van deze plaats. Ze nemen hun spullen mee.
Ik haal Julia door en vertel over de poorten. Dan haal ik mijn neven door. Julia zegt dat dat van die poorten bekend is.

Rhex ziet dat alle necromanciers dood zijn, van achteren vermoord. Hij bekijkt zijn eigen wond die inmiddels weg is, er loopt blijkbaar iemand onzichtbaar rond, net als hij. Op deze plaats ziet hij niets, hij heeft ook niets aan die zombies gezien. Jurt en Iolanthe zijn zombies achterna aan het lopen.
Hij kan beter geen Feniks gebruiken met dit Chaos harnas. Er is hier vieze, heel gore magie. En er zijn een aantal levende wezens. Hij stemt zich op de Feniks af. Er is gras en er zijn bomen, er loopt ook iemand rond waarmee iets heel erg mis is. Deze heeft een heleboel macht, maar ook heel erg fout. En dan loopt daar de Feniks zowat zelf rond. Verderop is er iemand die aan het wegrennen is. Rhexenor volgt en komt dichterbij en de persoon stapt ergens doorheen. Iolanthe en Jurt komen erbij.
“OH, hier is de Gate,” zegt Jurt. Er staat een grote cirkel van licht, magische symbolen en een regenboogachtig vlak in het midden. Er is iemand doorheen gestapt. Dan verdwijnt de poort. Is dat niet te volgen met Patroon ofzo, vraagt Rhex aan de andere twee Chaosieten.
Dat is een poort die bestond uit de magie van deze plek en er is er nog een, zegt Jurt.
“Oh, nu niet meer, er zijn er nog drie en daarvoor moeten we door die legers heen banjeren.
Misschien dat we eerst even moeten overleggen, de andere zijn misschien nog niet dicht. Het is dankzij jou dat ik weet dat ze hier zijn en er zijn spreuken voor om ze te dispellen.”
Ze keren terug in de keep en Jurt haalt ons vieren door.
Wie weten er nog meer van deze plaats? Merlijn, Martin en Mandor en Brand. Martin is niet zo’n goede magiër, deze kan de gates niet hebben neergezet. De ondoden zijn tijdelijk uitgeschakeld nu.
Iolanthe verdwijnt en komt terug met een bewusteloze vent in uniform. Het is een bekend uniform. Grijs, met het symbool van een leeuw die een eenhoorn opeet. Dit lijken troepen van Dalt.
Rhexenor wil naar zijn vrouw. En verdwijnt, niet door middel van troef.
Jurt heeft broodjes ergens vandaan gehaald en drank.
“Ik hoop niet dat je snel terug moet,” zegt Julia tegen William.
Een week of wat geleden kwamen deze troepen in deze vorm opdagen. ’s Nachts de zombies.
Ik vertel in grote lijnen over deze plaats aan Ronardo en Iolanthe. Ook vertel ik over de terugkeer van Jasra en dat ik niet in ruil om informatie heb gevraagd
Ronardo troeft naar Dalt die bezig is om met mensen te praten in een legertent.
“Dat is lang geleden. Het is een beetje druk, het gaat wel.”
Ronardo vraagt hem naar de legers, Dalt zegt dat hij hem daarvoor zo door zal halen, dit is niet iets om over troef te bespreken, hij wacht tot Ronardo de verbinding verbreekt.
Hebben jullie me nog nodig? vraagt Iolanthe. Ze stelt zich voor als Iolanthe Handrake, ze is erg oud, komt uit de tijd van Benedict.
“Wie mijn ouders zijn gaat je niets aan,” zegt ze tegen Ronardo die daar naar vraagt.
“Ik heb onlangs troeven van mezelf laten maken en zal je een troefje geven, als je vragen hebt over de Feniks, stel ze. William, Ronardo en Julia krijgen een troef van zeer streng uitziende dame met Chaosuniform. Op de achtergrond is de Feniks geschilderd. Het uniform is rood met goud, er is een kasteel te zien op de achtergrond. Dan neemt ze afscheid en gaat weg.
“Chaosieten vinden het niet belangrijk wie de ouders zijn, misschien wil zij niet aan haar ouders herinnerd worden,” zegt Julia tegen Ronardo. Dat herkent hij: “Mandor wou niet over zijn broer beginnen.”
Ik vraag om uitleg.
“Ik heb een zus die niet weet wie haar vader is. Volgens mij lijkt hij nogal veel op Mandor.”
“Dus je moeder is met de broer van Mandor gegaan. Dat is niet iets waar je zomaar mee te koop loopt,” zegt Julia.
“Merlijn is de oudste, komt als eerste voor troonopvolging in aanmerking,” zegt Jurt. “En dan Despil. Mandor is serieus, maar die wil niet.”
“Sawall was in zijn zijn jongere jaren ook interessant. Misschien is dat haar vader,” suggereert Julia. Ik twijfel, volgens Mandor is er geen van zijn zussen meer in leven. (als speler: Gramble Sawall heeft grijze ogen, de man die door Sandra is beschreven had blauwe ogen).
Ronardo vertelt dat zijn zus Sandra heet en dat ze rood haar heeft en best op Fiona lijkt. Meer wil hij niet vertellen.
Er wordt over mijn aanstaande verbintenis gesproken, ze kunnen er niet over uit dat mijn vader dat zomaar goedkeurt. Met name Ronardo doet erg gepikeerd over Julian.
Als William die een zoon of een dochter krijgt die ineens met Chaosieten gaat, dan dat gaat niet. Dat gebeurt niet. Van mij begrijpt hij het echter: ik ben gefascineerd door evil, ben opofferingsgezind en kan alleen op die manier erachter komen hoe ik het beste het Kwade kan gaan bestrijden.
Julia vertelt dat ze met Jurt gaat en hij is een Chaosiet. Sommigen zeggen dat je een afgezant bent van Goden, zegt William tegen Julia.
“Door jou is Jurt wellicht toch op het goede pad te krijgen.”
Ronardo vraagt om de troef van Jasra, die geeft ze liever niet.
Dalt troeft terug om Ronardo door te halen. Hij ziet er netjes uit, zit met een nette broek en jasje in een kantoortje. Ronardo krijgt koffie die door ene Edith wordt gebracht. Ook krijgt Ronardo het visitekaartje van Dalt: Dalt du Lion, mercenary en wapenleverancier.
Het is een net opgericht bedrijf, zegt Dalt trots.
Ronardo begint over het probleem, Dalt typt wat op een laptopje, maakt speciaal hiervoor een nieuwe entry.
“Ik probeer uit te vinden of je erachter zit of niet,” zegt Ronardo.
“Het is handig als ze er al zitten,” zegt Dalt. “Ik volg het nieuwe cursusboekje ‘zaken doen met legers’. Ik heb het gekregen van Rinaldo en je kunt er schatrijk mee worden, ik sla twee vliegen in een klap.” Ronardo vertelt over de wereld die ze nu aan het belegeren zijn. Dalt vraagt bijzonderheden over Julia en Jurt. Hij rangschikt ze beiden onder Chaosieten, hij legt nu een database aan en onthoudt zo alles beter.
“Waar komen die troepen vandaan?”
“Zit Benedict daar? Een vleugel van paleis Amber? Bleys met een leger? De Eenhoorn of een kerk van de Eenhoorn?”
“Nee.”
“Dan stel ik daar geen belang in. Wil je troepen hebben of wapens. Ik lever je 1200 bazookas voor de prijs van 1000, of 5000 zwaarden voor 4000 inclusief magisch zwaard.”
“Als je die troepen hebt geleverd aan iemand, wie is dat dan?”
“Ik kan niet de namen van mijn cliënten bekend maken.”
“Erg vervelend, ik wil eigenlijk uitsluiten dat het met Jasra te maken heeft, die is niet langer verbannen.”
“Welke idioot heeft dat gedaan!”
“Morwenna.”
“Weet Rinaldo dat al?” Deze wordt meteen getroefd met het nieuws en even later worden ze doorgehaald.
“Zeg dat het niet waar is! Ik ben me rotgeschrokken! Had je dat niet eerder kunnen vertellen?”
“Ik weet het net pas.”
Ronardo krijgt dure champagne geschonken.
“Hoe is het met mijn troepen?” vraagt Rinaldo aan Dalt.
“Ik zou toch aan niemand vertellen wie de cliënt was…”
“Rinaldo, waarom beleger jij de keep of the four worlds?” vraagt Ronardo.
“Die keep is van mij, dat is een hoop geld waard. Er zitten een paar eieren uit Chaos, die moeten maar oprotten.”
“Morwenna en William zitten er ook.”
“Waarom heb je die er neer gezet?” Er ontstaat wat verwarring over wie wat gedaan heeft. Uiteindelijk komen ze er een beetje uit, maar Rinaldo is niet blij.
“Hoezo hebben ook Amberieten macht in mijn wereld gestopt? Ik heb deze gevonden, mijn moeder heeft dat wel ingepikt, maar het was van mij!”
Uiteindelijk troeft Ronardo naar Morwenna, die ze doorhaalt naar de keep.

Rhexenor staat bij het bed van zijn vrouw, die daar ligt met de baby. Ze ziet er wat ziekjes uit en slaapt. Hij maakt haar wakker en ze vertelt hem dat ze zich heel erg beroerd voelt.
“Ik ben niet ter dood veroordeeld,” vertelt hij blij.
“Hoezo ter dood veroordeeld?” vraagt ze zwakjes. “Ik voel me erg naar, ik kan je niet volgen.”
“In plaats daarvan krijg ik werkstraf,” en hij legt dat uit.
Ze is ziek. Ze is misselijk, heeft hoofdpijn en koorts. Er is een boodschap om een dokter onderweg, maar die moet van ver komen. Eergisteren hebben ze een boodschapper laten sturen. Hij gaat naast haar liggen en valt in slaap. Na een poosje wordt hij wakker en probeert erachter te komen wat er aan de hand is met behulp van Feniks. Ze heeft een griep opgelopen en heeft medicijnen nodig. Die kan hij misschien zelf gaan halen, eigenlijk heeft hij weer les nodig.
Hij valt opnieuw in slaap en gaat de droomwereld binnen. Als hij daar net is, wordt hij ergens heengetrokken, wakker worden lukt niet. Hij komt bij een toren waar de Feniks is. Een vogel die in de brand staat.
In het begin gilt de Feniks nogal hard om uiteindelijk over te gaan tot fluisterende vlammetjes.
“Wat doe je hier!”
“Medicijnen halen, maar ik weet niet hoe.”
“Misschien groeit het dan ergens, kruiden groeien niet in een droomwereld. Maak dat je wegkomt, ga je plicht doen!”
Hij wordt wakker. Hij gaat naar de kruidentuin, er is een groen plantje waar iets mee is. Denkt aan zijn vrouw, dan aan de Feniks, dan aan de plant. Dit kan helpen, weet hij. Vervolgens zet hij de Feniks uit, dan ziet de wereld er normaal uit en roept de tuinman.
“Weet U hoe ik deze plant moet snijden?”
“Dat nieuwe mens weet dat wel, dat mens dat iedereen afsnauwt. Ik kan dat mens wel even halen.”
Even later hernieuwd Rhex de kennismaking met Aildith.
“Uw vrouw heeft de griep,” weet ze hem te vertellen. “Al bijna een week. Inmiddels hebben we een dokter laten roepen, maar die moet nog komen.”
“Ik weet niet wat ik met deze plant moet doen, misschien dat het haar kan helpen.”
“Als U dat denkt… Het kan zijn dat een gedeelte van zo’n plant giftig is, terwijl een ander gedeelte heilzaam kan zijn. En dan is het de vraag of U de bladeren of de wortelen nodig heeft.”
Hij denkt weer aan de Feniks en weet dat het om de wortel gaat. Hij trekt de plant uit.
“En nu?” zegt Aildith.
“Weet ik niet.”
Ze legt hem uit dat de wortel te verdrogen is, dan kun je er thee van zetten. Of misschien moe het verwerkt worden in een zalf. Of misschien moet het opgegeten worden. Rhex probeert er weer met Feniks achter te komen, maar heeft eigenlijk alleen maar honger. Dan maar een kruidendokter. Als hij zijn troefkaarten tevoorschijn haalt, vraagt Aildith hem of hij de groeten wil doen aan Morwenna?
“Die heb ik al een poos niet gezien…”
in plaats daarvan troef hij naar Julian, die pas het contact aanneemt na wat aandringen. Hij kijkt Rhex nors aan.
“Wat wil je?”
Rhex heft de plant omhoog.
“Zie je deze?”
“Ruw uit de grond getrokken bedoel je?”
“Nee, ik wil weten hoe ik deze plant kan gebruiken.”
Julian zucht diep, snauwt wat bevelen naar de honden en zegt tegen Rhex hem dan maar door te halen. Dat doet deze prompt, zonder nadenken. Julian schrikt even als hij Aildith ziet, maakt een buiging naar haar en groet.
“Je had niet verteld dat je gezelschap had,” zegt hij boos tegen Rhex.
“Ik laat jullie maar even alleen,” zegt Aildith verlegen en maakt dat ze wegkomt. Rhexenor voelt aan de sfeer dat er iets niet klopt tussen die twee.
“Ik heb eigenlijk geen tijd,” zegt Julian. “Wat is dat met die heelwortel?” Rhex vertelt over zijn zieke vrouw, Julian doet geërgerd.
“Waarom zeg je niet dat je vrouw griep heeft? Waar is ze?” Rhex wijst hem de slaapkamer, Julian voelt aan het voorhoofd van Dyenne.
“Koorts,” zegt hij. Zonder verdere uitleg loopt hij met de wortel naar de keuken en komt wat later terug met schijfjes die Dyenne moet opeten.
“Niet alles tegelijk. Ik ben weer weg.” Zonder enige vorm van afscheid verdwijnt hij door middel van een troef.
Dyenne is in de war.
“Was dat je oom? Die is zo vreselijk nors!” Hij voert haar wat schijfjes, heeft geen idee hoe snel ze gaan werken. Ze vallen dan met zijn tweeën in slaap.
Na een tijdje wordt hij wakker door Dara. Hij is bij zichzelf thuis, Dyenne is een beetje ziek. Ik wilde je doorhalen om te beginnen met opleiding. Binnenkort dan, ik zeg dat je even verhinderd bent nog, troef me als je daar klaar bent.
Het is ergens in de namiddag, hij voelt zich fitter dan sinds lange tijd. Uiteindelijk wordt ook Dyenne wakker, de baby moet verzorgd worden. Dat doet hij, het is een lieve baby, helemaal niet harig.
Dyenne voelt zich ietsje beter, ze lust wel iets. Hij ook en rent meteen naar de keuken!!
Ze zijn bezig met Dyenne’s eten. Ze doen beleefd en zijn echt bezig, valt hem toch wel op. En nee, het eten brengen zij, daar zijn ze personeel voor, hij mag niet zelf dragen.
“Anders zijn we onze baan kwijt en dan moeten we weer terug naar Amber, eigenlijk is het hier best leuk.”
“Is Dyenne wel aardig voor jullie?”
“Altijd geweest.”
Er wordt eten geregeld voor de Heer des Huizes intussen, er komt al iemand aangelopen met eten.
Ze lopen inderdaad harder nu. Tijdens het eten praten ze wat, ze is flink ziek geweest.
Hij vertelt weer over de rechtszaak, ze wist niet dat het zo ernstig was, eerder had hij geen doodstraf genoemd. Hoe moet het dan met onze dochter, gaan we dan ook dat soort dingen meemaken met haar? Hij vertelt enthousiast over zijn werkstraf.
“Hoe is het hier?”
“Ja eh, die moeder van Morwenna heeft de wind er wel onder. Toen ben ik echter ziek geworden. Ineens voelde ik me beroerd worden.”
“Ik ben nooit ziek, dus hoe komt dat?” vraagt Rhex achterdochtig.
“Aildith zegt dat ik misschien wat verzwakt ben door de bevalling en meer vatbaar ben. Aildith is ook haast nooit ziek, nog best jong eigenlijk. Die vader is een beetje krakkemikkig, hij vindt het heel fijn hier. Het klimaat, de omgeving. En hij is gek op druiven, ik denk dat je die daar niet kan krijgen.”
Hij vertelt misschien een psychische klap op te hebben gelopen in Dark End.
“Jij een psychische klap, daar moet je toch hersens voor hebben?”
Ze eet nog een schijfje wortel.
Afgezien van die ziekte heeft zij zich wel vermaakt. Of hij mooie vrouwen heeft gezien? Hij vertelt van Ultima.
“Hoe trouw ben je? Vast niet zo erg als de echte vader van Morwenna die met jan en alleman aanpapt…”

Ik kan niet zien waar Mandor mee bezig is, goed afgeschermd. Ik troef Julian, die vertelt over neef Rhex die een kruidendokter nodig had, een druïde, een treehugger.
“Ik heb extra stug gedaan, ik hoop dat hij de volgende keer iemand anders lastig valt.” Voor mij heeft hij wel tijd en haalt me door, ik sta ergens in Arden, bij een heuvel met een ruïne erop.
Hij grijnst of hij iets weet dat ik niet weet.
Morwenna vraagt aan Julian hoe het met hem is, het gaat goed, maar hij wil over die parasiet weten, dat heeft Morwenna gehoord van Iolanthe, die heeft ze opgelopen in Dark End.
Julian weet dat Morwenna meer bloed kwijt is dan alleen aan een altaar, Morwenna legt uit dat dat aan Eric ligt.
Eric had aan de Ctulhu gevraagd hoe hij weer levend kon worden en kan dan niets meer zeggen.
Julian vermoed dat Caine erachter zit.
Caine word bedankt, Julian is blij dat hij niet de geest van Oberon mee heeft gestuurd, Julian vertelt aan Morwenna over dat 2e beeld en die bom.
Julian kent Caine wel goed, Morwenna weet dit, ze wil hem niet ongerust maken maar nou weet Julian wat erachter zit.
Morwenna heeft met Mandors vader gesproken, Julian vraagt af wat er zich afspeelde.
Het komt erop neer dat hij veel weet en er wat over heeft verteld, hij heeft over haar moeder verteld dat ze afstamt van Lorrayne.
Lorrayne is omgekomen bij een experiment van Oberon, zegt Morwenna. Er zijn meer Amberieten die niet zo dood zijn, zegt Julian.
Morwenna geeft toe aan Julian dat ze belangrijke informatie heeft losgelaten.
Niet aan Jurt doorvertellen dus.
Morwenna zal de informatie niet verder vertellen, maar ze moeten het er wel nog over hebben met Morwenna haar moeder.
De kring om de ruïne is van steen. Toren lijkt van metaal. Er straalt geen macht vanaf.
Julian zegt dat het veel verklaart over de tijd toen hij Morwenna’s moeder ontmoette, hij kan het niet meer goed herinneren, het was net alsof hij haar eerder had ontmoet dan dat hij op weg was naar zijn broers.
De tijd was vaag, Morwenna’s moeder was waarschijnlijk gemanipuleerd, hij mogelijk ook.
Morwenna zal vragen aan haar moeder of ze een keer zin heeft om te praten.
Julian vraagt zich af wie Julian en Morwenna’s moeder zou willen koppelen.
Of ik wel eens het gevoel heb dat ik gemakkelijk op plaatsten kon die anders moeilijk te bereiken zijn. Hij heeft zich wel eens afgevraagd of het aan hem lag of aan Arden, maar toch typisch als je kunt bepalen waar je moet zijn, op welk tijdstip en ook die volgorde kan bepalen.
Zo zou je terug moeten kunnen naar de oorsprong van dingen.

Weer terug in de keep haal ik Ronardo, Dalt en Rinaldo door.
Dalt kijkt een beetje verlegen en zegt hallo tegen Dalt en Julia. Jurt komt met een dienblad wijn en glazen.
Wat is dat met die legers.
Het zijn Dalts legers, ingehuurd door Rinaldo. Het gedoe met Eregnor is een beetje opgelost.
Rinaldo zou deze plaats willen gebruiken voor macht. Hij heeft het ontdekt, zijn moeder had hem gevraagd om uit te zoeken waar de tovenaar zijn macht vandaan haalde.
“Mijn vader heeft je op zijn manier gedwongen om haar te bevrijden. Niets wat je daaraan kunt doen, typisch mijn vader. Altijd bezig met een plan in een plan in een plan. Alles gratis, het levert nooit iets op. Als hij nu nog een beetje idealen had…”Als hij nu een beetje idealen had.
We willen ook niet dat Jasra hier komt, hij ook niet. We kunnen het lenen tegen betaling, ik ben de kwaadste niet…
We zorgen dat hier de boel netjes blijft, mogen het een beetje bewaken, er blijft een afdeling van het leger gestationeerd.
Er waren ineens twee legers. Kan er een tegenstander zijn van Rinaldo? Er was er eentje laatst: Kalkin, paarse mantel, paarse ogen. Een tovenaar die moeilijk deed. Hij wilde iets verkopen, familiegeheimen. Had een baardje en een snorretje.
Ook Dalt heeft iemand ontmoet, ene Xander. Ronardo heeft het paarse figuur nooit ontmoet. Jurt herinnert zich hem van de jongerenclub, Radius.
Ronardo suggereert dat Merlijn meer weet van het andere leger. Ik pak de kaart van Merlijn die rustig een boek zit te lezen. Wat ik hem vertelt, heeft hij niet zo’n verstand van. Ik haal hem wel door, ook al zegt hij het druk te hebben.
Hij zegt netjes gedag tegen iedereen en gedraagt zich relaxed.
Jurt brengt hem iets te drinken, dat over Merlijn heen gaat, deze tovert zich schoon. Rinaldo vraagt zich af wat zin zombielegers hier doen.
“Weet je wel wat dit allemaal kost!”
Ik leg de situatie aan Merlijn uit.
“Deze plek was verlaten, Mandor, Martin en ik hebben het leeggeruimd. Als niemand mij iets vertelt, kan ik niet weten dat dit naderhand geclaimd is. En ik zit niet achter dat andere leger.”
Ronardo zegt dat het zeker weet. Hij houdt van macht, interessante plaatsen, zich met andermans zaken bemoeien, van gates, toveren en undead.
“Iemand kan me iets gevraagd hebben, nu kan ik beter Despil erbij halen.” Dus ook deze wordt doorgehaald.
Merlijn begint over de zombies die hij hierheen hebt gestuurd, door middel van die gates die hij heeft helpen bouwen.
“Ik wist niet dat deze plaats bezet was, je hebt zelf verteld dat deze verlaten was.”
“Ik heb Despil verteld van deze plaats. Weten jullie dat dit een hele gevaarlijke plaats is? Kijk naar Jurt, hij is in deze fontein gevallen, de machten hier zijn erg gevaarlijk. Hoe ver ben je met afstemmen op deze plaats, Julia? Dit soort power is niet om mee te spotten en Despil wilde dat onderzoeken.
Je had toch zelf even kunnen kijken, waarom heb je die zombies gestuurd. Je hebt dus je eigen tovenaars lopen afmaken? En de poorten zijn afgebroken? Het is hier gevaarlijk, jouw huid voelt toch anders aan nu, Jurt?”
Ronardo meldt dat er dingen met troef kunnen hier. Merlijn vind dat er gestemd moet worden over de belangen in deze plaats en wil niet dat Martin of Mandor hierbij betrokken wordt.
William, Jurt en Julia zeggen al een belang te hebben, dus ze blijven. Merlijn vindt het vanzelfsprekend dat hij ook belang heeft, net als Rinaldo. Ronardo wil ook gaan investeren, Despil ook. Er moet een koelkast komen en een mech-army. Merlijn deelt mee dat hij de boel gaat coördineren en dat we allemaal moeten afspreken het bestaan van deze plaats onder ons te houden. Ik zeg dat ik afhaak, iets te veel mensen wat mij betreft. Merlijn verzoekt me ogenblikkelijk het overleg te verlaten en tevens mijn macht uit deze plaats te halen. Dat eerste doe ik, maar dat laatste nog niet.
Door middel van troef ga ik naar huis.
Dalt wordt dan ook weg gestuurd en er wordt overlegd. Ieder zet zijn eigen defence neer. Merlijn zal er nog iets over schrijven en inventariseren wat nodig is. Brand kunnen ze niets aandoen, Merlijn wil iedereen een voorstel gaan sturen. Wat gaan we nu doen? Ik heb het druk met andere dingen. Rinaldo zegt de leiding toe aan Julia en Jurt.
Julia baalt van al die mannen.
“Het is nu niet meer zo leuk, Morwenna vindt het niet leuk dat je, zoals gewoonlijk, de boel over komt nemen.”
“Als je me er niet bij willen hebben, ga ik. Het enige interessante is de effecten op troef, jullie zouden daar het een en ander kunnen leren, maar als jullie me er niet bij willen hebben…”
Julia, Ronardo, Jurt en Despil hoeven Merlijn er niet bij. Hij vertrekt.
William zegt dat Morwenna hier niet veel tijd heeft ingestopt.
“Ik heb Ronardo gevraagd om mee te helpen, maar hij heeft eigenlijk geen belang in deze plaats.”
“Maar ik vind het wel erg interessant,” zegt Ronardo. “Vooral het effect met troef. Ik wil er best in investeren.”
“Ik eigenlijk niet,” zegt Despil. “Als Merlijn niet meer mee doet, hoef ik ook niet meer.” Hij verdwijnt door middel van troef.
“Merlijn stookt hem altijd op,” zegt Jurt.
Rinaldo stelt voor dat er iemand met Morwenna gaat praten nog.

Terwijl Rhex vertelt over de rechtszaak, valt ze in slaap. Hij schrijft een briefje dat hij aan zijn plichten gaat voldoen, zijn dochter speelt met iets dat in de wieg hangt, ze is erg lief. Ze weegt niets, is heel klein.
Dara haalt hem door, wees voorzichtig, de Amblerashes kun je niet vertrouwen. Waarschijnlijk gaan ze je niet vermoorden. Bances Amberash wacht op hem in een kamer.
“Fijn dat je tijd had, we gaan maar.”
Met behulp van troef gaan ze naar een bos met paarse bomen met oranje bladeren.
Dit is het stukje van Chaos van Huis Amblerash, het woud Ambler. Bances is een vrij jonge man, niet zo heel groot. Hij heeft een baard en donker haar.
“We lopen dit paadje af naar het landhuis.”
Ze komen een koets tegen met zwarte Hellepaarden ervoor, een paarse slang als wapen. De koets gaat hard, paarden met rode ogen en vuur uit hun neusgaten.
Hun familie was het koninklijk huis. Er is een coup geweest, er is een smerig spel gespeeld. De vroegere koning was oom Swaywill, de koning daarvoor ook van dit Huis. Swaywill is overleden, waarschijnlijk aan een soort van curse. Hij is gewond geraakt tijdens een slag om de Kolvir. De wond wilde niet herstellen, hij is naar een schaduw gebracht waar tijd sneller ging, niets hielp. Hij is weg gekwijnd en dood gegaan.
Hij weet van Feniks power, maar lange tijd was er niemand die daar iets mee deed. Chaosieten leven niet zo lang als Amberieten. Er is alleen Suhuy die uit die tijd komt. En dan Iolanthe Hendrake.
“Ik zou niet de term ‘wel aardig’ gebruiken voor haar. Ze is ook niet aardig. Je hebt zelf ook iets met de Feniks? Typisch voor een Amberiet en Chaosiet, je bent het buitenbeentje in beide Huizen.
We waren altijd bezig met politiek, wilden de Huizen van Chaos in vrede met elkaar laten leven. Swaywill ging op slecht moment dood. We stonden op winnen, maar zijn onze adviseur Brand kwijtgeraakt en Corwin kwam plotseling aanzetten met wapens die normaal niet hoorde te werken. Het was een reeks van gebeurtenissen. Er is niet gewonnen en verloren. Tegelijkertijd greep Sawall de Macht en dwong een bestand af voor zowel Amber als Chaos, we zijn nu nog aan het herstellen van de oorlog. Ik denk niet dat Dworkin zich bemoeit heeft, hij en Oberon waren effectief uitgeschakeld.
Omdat we de koning niet meer konden leveren, hebben we ons terug getrokken van de strijd om de troon. We hebben geen opvolger meer. Er waren wel kandidaten, waaronder ik. Ons Huis heeft aan prestige ingeleverd.
Sawall vermoorden was niet verstandig, sinds deze koning is, is hij nog moeilijker te bereiken vanwege dat huwelijk met Hendrake en Helgram, die nu achter hem staan. We zijn nu uitgeschakeld qua verzet. Dara heeft veel macht, ze wordt gevreesd in de Hoven en heeft die twee Huizen ook nog achter zich. Merlijn is een kandidaat voor de troon en ik hoop liever eerder dan later dat die ouwe overlijdt. Hij is bijzonder taai, ik denk dat Dara hem in leven houdt. Het is in haar belang dat hij blijft leven. Ik denk dat zij hoopt dat hij Merlijn als opvolger aanwijst. Ik denk dat hij hoopt dat Mandor terug komt op de afstand die hij heeft gedaan. Dan wordt die opvolger. Iolanthe is niet het hoofd van Huis Hendrake, ze hangt er een beetje bij.
Ik wil je graag wat laten zien van de familie Amberash. We houden ook de regels in de gaten. Ik zie je een beetje als Amberiet, in je jeugd heb je onder invloed van je moeder gestaan, ik vraag me af hoeveel invloed Nicolas Hendrake op je had, verstandig dat ze je op een eigen wereld hebben laten opgroeien. Je vader is een beetje een buitenbeentje bij de Hendrakes.
Gilva is onder de slechte invloed van Merlijn gekomen. Dat hij zo power hungry is, is juist goed. Als hij wordt voorgedragen als koning zouden we daarachter staan, liever hij dan Mandor.
Prettig dat je een poos bij ons komt wonen, daar kan nog een verbintenis uit voorkomen.”
“Ik ben al getrouwd.”
“Het gaat om een politiek huwelijk met de familie Amblerash. Geen probleem als je al getrouwd bent, dat kan er best naast bestaan.”
“Daar moet ik over denken…”
“Wie weet kom je nog een leuke dame tegen.”
“Zoals Ultima?”
“Zij is van Jesby, is opgegroeid in een Schaduw en woont pas in Chaos. Je kunt altijd dingen vragen, we zullen samen eten.”
“Er komt een huwelijk tussen Amber en Chaos…”
“Ik heb mijn vraagtekens bij dat huwelijk, welke vieze plannen heeft Sawall daarmee? Een dochter van Julian op de troon… ik vraag me af of Julian op de trouwerij durft te verschijnen. Met een paar duizend pijlen door zijn bast zal hij daar niet lang zijn.”
“Dat is op mijn trouwerij ook niet gebeurd.”
“We waren niet uitgenodigd. Misschien leer je wel een hekel te krijgen aan Julian als je wat langer bij ons bent.
Dat voorgenomen huwelijk is een zoveelste smerige truc van Sawall en Dara. Die dochter van Julian is heel ambitieus. Misschien hoopt ze dat zijzelf of een van haar kinderen op de troon komt. Ik kan me van Julian niet voorstellen dat hij zo’n smerig plan zou goedkeuren. Zoiets is meer te verwachten van Corwin, Bleys, Dara of Sawall. Ze hebben een geschiedenis van smeerlapperij en achterbaks gedrag bij Sawall. Dara is oneervol, ze stamt af van Amber. En jij staat onder invloed van moeder, die je hoogstwaarschijnlijk afraad om in Chaos rond te dwalen. En je luistert niet, heel slechte zaak.
Als mijn vader iets zou zeggen, zou ik luisteren. Niet dat ik het zou doen… meenemen en nadenken en dan mijn eigen gang gaan.
Misschien is dat huwelijk een Jesby idee, ik ben niet zo’n Jesby fan. Net als Sawall, beetje stiekem…” “Als Deirdre me iets verbiedt luister ik wel. Maar niet als ze me zegt niet met mijn vader te praten…”
“Daar is wat aan te doen. Wat klooien met magie ofzo…”
Ze naderen een enorm landhuis dat eruit ziet als een bewoond fort. Ruitvormig, in een groot park van paarse bomen, een wapperende vlag, zwart met paars. Er lopen wachters rond, de wachters zijn een soort machines. Het zijn mensen van een meter of 5, achter een luikje open en er komt iemand uit megs. Ze hebben allerlei soorten bewapening.
Ze hebben flamethrowers enzovoort. Hij mag er ook een keer in rondlopen, en oefenen op de schietbaan. Hij vertelt over computerspelletjes. Er wordt hem iets vertelt van evenwichtsystemen. Huis Archens levert ze, Amberash kan ze laten bouwen. Ze hebben wel megs die werken met magie en techniek. Iemand heeft bij Jesby de defences uitgeschakeld, Mandor of Despil. Bances denkt Despil, want de kluis ook heeft hij ook nog open gekregen. Despil is erg goed, een talent met magie. Mandor had de boel niet zonder gaten open kunnen krijgen.
“Vertel straks maar eens aan Jesby dat hun defence niet echt goed is,” zegt Bances met een grijns.
Op de binnenplaats staat een kleinere meg, iemand krijgt een order, deze persoon gaat in de cockpit zitten en de meg verandert in straaljager.
Deze heeft twee vormen. Waarom hebben de Hendrakes dat niet? Die vechten graag met blote handen of een zwaard. Dit vind hij wel wat, cool.
“Mooi,” zegt Bances tevreden.
De meg landt en de persoon stapt eruit. Een hele mooie dame met blonde lokken.
“Dit is Anastasia Amblerash, het is mijn dochter.”
Ze lacht blij naar Rhex.
“Ik hoorde dat je een poosje hier komt wonen, leuk!”
Bances laat hem even alleen met zijn dochter, zij gaat Rhex wat rondleiden. Heb je al eens zo’n machine bestuurd? Deze schieten heel hard. Deze is kleiner dan de andere, ze hebben geen ZPM, maar iets dergelijks. Een bio-organische krachtbron. Het zaadje van een plant, de twee helften uit elkaar laat een heleboel energie vrijkomen. Magische biokracht.
“Dit is geheim, als je dit verder vertelt moeten we je dood maken,” lacht ze. “Er groeit een plant uit zo’n zaadje. We hebben het bij een universum vandaan waar dat soort krachtbronnen werken. De buizen heten desintergratoren.
Heb je bij die overval nu samengewerkt met Despil of met Mandor?”
“Zeg ik niet.”
“Jammer. Mandor is een knappe jongen, hij doet alleen altijd zo koeltjes. Weet jij of hij misschien interesse heeft in blonde vrouwen?”
“Geen idee.”
“Misschien is hij homofiel. Dat komt vaker voor in Chaos. Spijtig…”
“Hij gaat anders trouwen met een nichtje van me.”
“Dat is een verstandshuwelijk, hij zal er nog een maîtresse op na willen houden en ik wil die wel zijn. Kan gemakkelijk, een vrouw hebben in Chaos en in Amber,” ze kijkt hem verleidelijk aan.
“Ik ben mijn ene vrouw trouw.”
“Maar als ze dood is, dan wil je een ander. En ook voor de afwisseling. Amberieten kunnen niet zo goed kinderen maken, hoor ik wel eens.”
“Ik heb er eentje, ze is pas geboren.”
“Lijkt me ook zo leuk, zo’n kleintje.”