Saturday 26 March 2011

2. Tiran. Remus, Lucas, Lilias

Lilias
Ze blijft honger hebben en gaat na de maaltijd naar haar kamer. Dina de meid staat even later aan de deur met eten, zoals vaker. Lilias verveelt zich kapot en ligt een poos wakker in bed. Ze voelt dat ze bekeken wordt voor ze in slaap valt.
De volgende dag luistert ze met een half oor naar het gezeur van haar moeder over haar haar en over het borduurwerkje waaraan ze niet aan begonnen is. Janno komt gelukkig zeggen dat er een veulen is. Ze wisselt van kleding om te kijken. Prachtig beest.
Daarna moet ze weer bij haar moeder zitten en luisteren naar hoe zich te gedragen bij de Larami’s. Geen vlekken maken op haar jurk, glimlachen en praten over niets.

Lucas George
George Lucas is zijn alias. Hij stelt Sandra voor aan James, de eigenaar. James vraagt of hij iets moet weten van vampieren. Alles wat je weet moet je vertellen, vindt Lucas. Ze krijgen whisky aangeboden. Vampieren overheersen in een bepaalde wijk, zegt James. Hij wil weten wat hij er beter van wordt. Hij is op zoek naar een wapen dat ‘zij’ zouden hebben. Een soort elektrisch wapen waar een bliksem uitkomt en verlamming en verdoving als effect heeft. Hij weet niet hoe het eruit ziet, alleen dat ze het hebben. Lucas zegt toe het te kunnen regelen, Sandra beaamt dat.
De vampiers zitten wat verspreidt, maar hebben een oud huis waar ze regelmatig bij elkaar komen om bloedfeesten te houden. Partijtjes met als diner bepaalde mensen.
Interessant om dat nader te onderzoeken. James wil het wapen zo snel mogelijk hebben en zal dan vertellen waar en wanneer het volgende feest is. Prima, het wapen zal gehaald gaan worden. Een paar zware jongens doen uitgeleide en ze staan weer buiten.
Ligt het wapen bij armoury of artefacts? Ze gaan terug naar Stein. Nee, ze hebben nu geen lijk om te onderzoeken, maar willen een elektrisch wapen. Ah, het Tesla geweer! Dat is geheim, hoe weet je dat ze dat hebben? Het gaat geruild worden, zegt Lucas. Mogelijk inderdaad dat het nooit meer terug komt. Ze hebben er één, een uniek wapen dat soms gebruikt wordt. Om iemand uit te schakelen terwijl hij in leven blijft. Uitvinding van Stein, genoemd naar iemand die veel met magneetvelden deed. Lucas maakt grapjes over ein… zweistein.
Stein loopt naar een kast en haalt er een koffertje uit. Dat is het wapen, er moet getekend worden dat Lucas het ding leent. Ook door Sandra, of ze nu wel of niet leent. In het koffertje ligt een handvat met een bol en een loop en een ding met handel en draden. Er wordt gewezen hoe het werkt, de draden erin, een uurtje draaien en dan kun je schieten. Lucas vraagt naar een placebo aangezien hun informateur niet weet hoe het eruit ziet. Neem het mee, doe ermee wat je wilt. Als het niet terug komt, heb jij een probleem.
Terug naar James en ze gaan weer aan de whisky. Het wapen wordt getoond en Lucas geeft uitleg over hoe te assembleren. Eén van de jongens begint te draaien, het opladen duurt een uur.
Morgenavond om tien uur is het eerstvolgende feest op die en die locatie. Het wapen zal getest worden en als het niet werkt, weet James hem te vinden. Hij is een machtig iemand met veel mensen die voor hem werken. Hij weet veel, zoals over dit wapen. Lucas zegt dat hij van dingen weet waar James niets van weet.
Willen ze nog wat in het casino spelen met hun fiche? Nee, Lucas was al eens verslaafd.
Lucas roept een meeting bijeen en vertelt over wat ze nu weten. Sandra zegt dat zilver helpt tegen die wezens, zoals de kruisboogpijlen. Lucas zegt toe er meer te regelen voor iedereen. Is er trouwens iets groters? Ja, die flesjes zonlicht.
Verder wordt het een schietpartij, er zullen kettingen geregeld worden enzovoorts. Sandra loopt met hem mee naar Stein. Deze heeft twee buizen met zonlicht voor hen. Het is heel erg spul, eentje moet genoeg zijn. Zo’n bijeenkomst is ideaal om dat te gebruiken. Ook zijn er nog veertig bolts. Er is nog iets, maar onbekend of het helpt. Hij geeft ze een spuitbusje, een mixje van geperste knoflook met zivernitraat en wolvesbane. Schudden en spuiten. Het is een test. Het is giftig en geeft licht in het donker.

Remus
Het weer wordt slechter. Het is bewolkt en regenachtig. Hij kruist een pad, het is wat kaal en er groeien nauwelijks planten. Ooit is hier iets geweest. Hier en daar zijn grote gaten in de grond. Remus volgt het pad omhoog en komt ergens waar stukken metaal in de grond zitten. Twee ijzeren staven naast elkaar met er tussen verrotte houten balken. Er staat ergens een karretje op, een bak op wieltjes.
Het pad wordt verder gevolgd, nu zijn er vier metalen stangen en een omgevallen karretje waarin stenen zitten. Geen gewone steen, doch zwarte steen. Helaas weet Remus maar weinig van dit soort zaken. Had vast iets te doen met mijnbouw.
Hij gaat verder en ziet een mijningang in de berg. Er zijn metalen bouwsels, een soort bergliften. Hij gaat er niet naar binnen, er leeft vast van alles. En het zou er ook nog eens spoken. Hij voelt zich wel een beetje bekeken.
Er is een pad langs de berg, komt bij de resten van een stenen toren. Mogelijk een uitkijkpost.
Verderop ziet hij een metalen standbeeld staan en sluipt er naar toe. Een metalen vent met armen en zonder benen. Een brede onderkant en een soort bollen daaronder. Hij heeft geen nek en een afgebroken arm. Een oog is een afgebroken edelsteen, er steekt een pijl uit en er is met botte voorwerpen gesmashd.
De arm is hol en er hangen touwen uit. Misschien was de edelsteen de powersource. Remus zoekt verder en krijgt het hoofd los dat ook hol blijkt. Er zitten allemaal losse draden in. Het heeft een groot oog van een ingewikkeld metaal met glas. Het is geen gewoon wezen. De meeste draden gaan richting buik. Remus wrikt verder en ziet dan dat er een soort schorpioenen zijn kant opkomen. Hij begint te schieten, een paar sneuvelen en de rest gaat weg. Remus haalt zijn pijlen eruit, best grote schorpioenen.
Hij komt erachter dat dat metaal met glas in zijn zwaard past en doet het erin. Het gloeit op en wordt warm. Mooi, hij loopt nu met een gloeiend zwaard.
Hij volgt de weg die een beetje rond de berg loopt. Dan een bocht en de weg slingert naar een dal. Hij shapeshift zijn ogen om verder te kunnen zien en ziet een groot zwart gebouw in het dal. Dat is mooi, hij gaat verder. Natuurlijk let hij goed op.

Lilias
Ze gaat naar beneden. Moeder staat klaar met een parasolletje en de witte jurk wordt goedgekeurd. Gezanik over handschoentjes en tasje. Zelfs de koetsier is nerveus. Moeder legt onderweg uit dat wanneer zij kucht, Lilias moet stoppen met praten. Ben je verkouden dan, vraagt Richard. Larami is lager, ze moeten goed voor de dag komen.
Ze worden ontvangen door alleraardigst personeel. Ze maken kennis met de familie, een opgeprikte jongeman met plakhoofd en snorretje en twee meisjes van 12 en 14. Mortimer is nerveus, niet echt knap en ruikt naar dennen en tabak. Hij is zeer vereerd en dergelijke. Ze zitten in de salon en moeder heeft het hoogste woord. Ze doen beleefd en respectvol naar Lilias’ vader toe. Dan moet er gewandeld worden in de tuin, de zusjes gaan mee op een afstand, Sharon en Daisy. Lilias gaat aan de arm van Mortimer. Hij is 1.77 meter lang en getraind. Heeft zweet op bovenlip en plakkende pommade. Hij vertelt dat zij van tuinen houdt en borduren. Klopt, zegt Lilias en ze bespreekt ook graag de laatste mode. Daar heeft hij geen verstand van, maar wil zich graag verdiepen.
Hij zit bij de marine, zijn diensttijd zit er bijna op. Hij studeert voor opvolgen van zijn vader. Hij heeft hobby’s, onder andere het spelen van cricket. Hij heeft veel runs geslagen.
Weer terug naar het gezelschap. moeder kijkt triomfantelijk. Ze gaan naar huis. Daisy komt naar Lilias toe en heeft een cadeautje voor haar, een kistje. Goedkeurende blik van moeder. Huis eten ze wildbraad. Janno vraagt of ze het geschenk open gemaakt heeft. Nee dus. Zelfs vader vond Mortimer een plakkertje. Dat gaat dus niet gebeuren. Diens vader en moeder vond hij ook vreselijk, ze hebben getracht om hen in hun politiek te betrekken. Vader gaat het geschenk terug sturen met een afwijzing en Lilias moet serieus nadenken over mogelijke kandidaten.
In een privé gesprek met vader zegt Lilias dat ze de witte boom wil bezoeken. Goed, dan moet ze morgen vertrekken voordat moeder met een ander plan komt.

Lucas
De spullen zijn er, er worden kettingen gehaald. Zilver hebben ze zo niet op voorraad. Dat wat ze hadden is naar ene Stein gegaan.
Dan die boeien maar, 20 stuks en een tang. De spullen worden aan de collega’s gegeven en er worden afspraken gemaakt. Zo Sandra, we hebben nog een hele dag, zegt hij. Ze zouden naar huis kunnen gaan om te slapen. Goed. Uit eten is misschien leuker. Hij betaalt, hij heeft geld. Ze gaan naar de Blue Oyster Bar. Ze denkt dat hij rijke ouders heeft en anders mafioso. Hij weet niets van zijn moeder en zijn vader is een eikel, een chief. Ja, inderdaad het hoofd van de politie. Die in dat landhuis woont buiten de stad in de Wayne residence waar vroeger de Wayne family woonde. Waarom doen de criminelen waarom hij een bekende is van hen? Ze weten vast niet wie je vader is, anders werd je vast ontvoerd. Dankzij zijn vader heeft hij dus die dure kruisboog. Goed mogelijk dat deze uit het ijzeren fort komt.
Ze nemen afscheid, Sandra en Lucas gaan morgenmiddag nog wat trainen. Zij gaat en Lucas rekent af en gaat alvast trainen. Hij woont ergens in een groezelig kamertje en doet daar wat push ups. Dan oefent hij om samen met zijn kruisboog een target te zien vanuit zijn raam. Valt mogelijk te veel op en hij gaat dan ergens op het dak zitten. Natuurlijk begint het te regenen. Dan maar trainen in het politiebureau. Saai!!
Tegen de middag komt Sandra binnen en kunnen ze samen Martial Arts trainen. Deze geeft namelijk nog wat tegenwicht. Dan eten en wordt het later. Net voordat hij in slaap viel, had hij het gevoel dat hij bekeken werd.
Ze verzamelen zich in de meest creepy achterbuurt waar de meeste criminelen zitten. Het huis op zich is behoorlijk posh. Er wordt wat gepraat over ‘wat nu.’ Ze zijn met zeven. Hij gaat een team naar ground level leiden en Sandra en consorten gaan via de balkons. Ze krijgt een buis. Als iemand gewond raakt van ons, terug trekken. Er wordt een plaats aangewezen… er is eigenlijk geen ontsnappingsplan.
Rond tien uur is iedereen gearriveerd. Sandra en twee collega’s klimmen op het balkon. Het loopt helemaal rond, dus de rest gaat dan ook via het balkon. Ze komen uit op een overloop en kijken uit op een zaal waar iedereen aan het dansen is. Lucas gooit meteen het glas, er komt een blauwe walm af, iedereen kijken, ook Lucas. Niemand ziet meer iets, er is geschreeuw te horen, de geur van verbrand vlees… er gaan kruisbogen af. Er is iets aan de hand met zijn ogen, dus hij gebruikt zijn ervaring om blind te vechten. Het geschreeuw wordt minder, het gebouw staat in de brand… er schijnt nog een kamer vol te zijn en Sandra gooit haar glas. Hij voelt klauwen in nek, puncht en iemand slaat het dood. Ze willen weg, Lucas wil een gevangene. Het wordt alleen zo warm. Er moet er nog eentje leven, zegt Lucas. Ze schieten alles dood, Lucas wil er eentje ondervragen. Hij hoort roepen om hulp en gaat er naar toe. Hij wordt tegen gehouden, slaat wat lui weg en gaat naar het geschreeuw toe. Hij ziet nu wat vlekken. Het is een vrouw die gilt.
Er is een trap naar beneden die uitkomt in de kelder. Het zicht is terug, daar zijn buffetkarretjes waar blote meisjes van een jaar of 16 op liggen. Daarnaast apparaatjes die gaten in hun nek draaien met tap. De meeste zijn bewusteloos, behalve die ene.
Ze hebben nu 8 blote meisjes, rukken wat gordijnen van de muur en zoeken kleding. Het zijn knappe meisjes. Ze zijn allemaal gruwelijk verbrand.
Hij neemt lijken mee voor Stein. Ze hebben lange tanden en zijn deerlijk verbrand. Buiten blijkt het hele gebouw in de hens te staan. De brandweer is inmiddels aangerukt. Sandra is tevreden. Er was een vergaderkamer met allemaal ouwe vampiers waar ze meteen de bom naar binnen heeft gegooid.

Remus
Remus let goed op en staat oog in oog met een man in zwarte kleding, met een zwarte baard, blank, streng en groene ogen. Ongeveer 1.80 meter lang en de man kijkt hem schattend aan.
Nieuwsgierig? Nu wel. Hij is Oberon, hij is Remus. Aparte naam. Oberon ook. Dat is een koninklijke naam. Heb ik niet zoveel mee te maken. Ben je op zoek naar iets? Dat zwarte gebouw. Dat wordt het ijzeren fort genoemd. Oberon is op zoek naar iemand. Remus biedt hulp. Vindt je mensen die zich kunnen veranderen menselijk? Hij wel. Oberon ook. Hij wordt wel eens de koning van de elfen genoemd. Hij is niet hier de koning. Ben je wel eens overzee geweest? Hij weet dat er monsters wonen. Oberon is koning heel ver weg. Hij is op zoek naar een persoon die zich niet bewust is van zijn ware achtergrond. Sterker, slimmer en beter dan gewone mensen. Die dingen kan die anderen niet kunnen. Met een potentieel die hij niet weet en mogelijk andere ouders heeft dan dat je denkt. Het kunnen er meer zijn. Die personen zijn sterk en eten veel. Dat herkent Remus. Hij vraagt ook meer en rent harder en langer en vecht langer. Interessant. Jahaa… maar of hij meer dingen kan? Hij kan ook leren toveren. Zijn vader houdt er heel erg van.
Wat zoek je hier? Het zwarte water. Giftig ja. Hij is ook een druïde. Waar hij vandaan komt is er ook een soort druïde die een heel groot woud bewaakt. Je wilt dus geen zwarte paden en zwarte stromen hebben in je rijk, dat heeft Oberon nu ook. Hij denkt dat er in dat fort iets aanstaat of openstaat wat nog dicht moet. Er is niets aan gedaan omdat je vrij diep het fort in moet. De mensen die dat deden, kwamen niet meer terug, de meeste gaan zo ver niet eens. Het is de vraag of je het haalt, Oberon denkt niet dat hij het haalt in zijn eentje.
Mooi zwaard trouwens, kun je het uit krijgen? Laat eens kijken? Hij prutst er wat aan. Als je aan de achterkant draait, gaat het uit. Hij krijgt het weer terug. Heb jij zin om mee te gaan? Eigenlijk niet, maar we kunnen eerst op zoek gaan naar mensen die mee willen. Dat duurt zo lang als dat het nodig is. Dan ben je niet alleen en ga je niet in je eentje dood.
Oberon helpt alleen als hij hem helpt. Weet hij waar er gezocht moet worden? Er zijn drie landen en Remus komt bij de elfen vandaan. Mogelijk dat er mensen in de andere twee landen wonen. Het kan zijn dat Remus er eentje van is. Hij is al zolang bezig, is al heel erg oud en al heel lang op zoek naar van alles en nog wat. Hij heeft een probleem en als hij Remus helpt met zijn probleem, kan hij geholpen worden met zijn probleem. Als hij daar iets wil bereiken of vinden, dan heb je hulp nodig. Hij kan deze niet geven. Omdat hij niet kan vechten? Oberon kan alles aan wat hij maar wil. Maar als hij dat doet, valt het op. Hij kan de macht die hij heeft niet gebruiken. Hij kan alleen zijn kennis, verstand en ervaring gebruiken. Remus vraagt zich af of hij vijanden krijgt door hem te helpen, Oberon denkt het niet. Hij weet wie zijn ouders zijn… misschien niet of wel. Het kan zijn dat ze zijn pleegouders zijn en zelf niet weten dat ze dat zijn. Hij kan niet alles vertellen, want het zou mis kunnen gaan als hij dat doet. Misschien wordt het later duidelijk. Vindt Remus zichzelf bijzonder? Nee, maar hij is niet hetzelfde als andere mensen.
Hij weet niet welke mensen hij zoekt. Welk land het eerst? Avalon is groen, Metropolis niet. De naam Avalon bevalt Oberon wel. Degene die dat Avalon heeft genoemd had iets in gedachten wat hem aanspreekt. Oberon lacht en Remus herkent het als een neplach. Laten we maar gaan.
Ze lopen samen de weg af en Oberon volgt een weg. binnen de kortste keren staan er ineens een aantal lui rondom hun neus. Lelijk, haakneuzen, gele lichtgevende ogen, klauwen. Ze vallen aan, Remus in de pantervorm begint te bijten. Ze smaken vies. Oberon heeft een zilverwit zwaard waar een soort licht vandaan komt en danst er mee in het rond. Oberon kilt er negen, koppen eraf en Remus vier. Ook ontkopt. Het is beter als de hoofden eraf zijn, denkt Oberon. Dan staan ze niet meer op. Dit zijn een soort demonen. Ze hebben geen hoeven, zegt Remus. Je bent bekend met demonen? Ja, dat van die hoeven weet ik. Ze gaan verder.

Lilias
Die avond krijgt ze wat spullen. Een rusting, metalen ringen over leer. Een kort zwaard. Best aardig van sir Richard. Voedsel en paard wordt geregeld. In haar kamer vindt ze resten magie, scrying spreuk. Iemand die globaal zocht van ver weg, mogelijk uit één van de andere landen. Ze studeert een afscherming, doet deze voor het slapen gaan en wordt ze weer bekeken.
De volgende dag helpt het dienstmeisje haar in de rusting. Lilias vindt het lastig lopen, ze draagt haar mantel er overheen. De rugzak is best zwaar. Janno gaat mee, tot aan de grenzen dan, zegt Lilias. Hij gaat uiteindelijk terug, vindt haar stom en zegt geen gedag.
Ze gaat richting Arcenor. Tegen de avond eet en overnacht ze in een herberg.
Tegen de avond van de 3e dag komt ze bij de hoofdstad Arcenor. Deze heeft de vorm van een hoefijzer, twee ringen rondom een berg en daar is de witte boom met een 200 meter dikke stam en honderden meters hoog.
Onderweg heeft ze dorpjes gezien met dwergen, meer dan bij hen thuis. Korte brede mensen. Ze heeft wel dat mannen die rare dingen naar haar roepen.
De boom heeft macht en ze heeft er wat training mee gehad. Er hangt een macht die te maken heeft met tekenen. Buiten de stad een grote toren van roze marmer op een heuvel, instituut der magiërs.
Lilias verzorgt en stalt haar paard en trekt zelf in een herberg.

Lucas
Stein krijgt het lijk. Hij krijgt ook iets te horen over het verloop van de overval. Waren er interessante artefacten? Zoals dit karretje? De 8 naakte meisjes moeten volgens Stein onderzocht worden. Dat wordt gedaan, in een ziekenhuis.
De spray is nog niet uitgeprobeerd, ze komen vast achter hem aan. Hij kan geen nieuwe staven meer maken, er zat een bestanddeel in dat uit Mordaver kwam.
Om te testen dat hij geen vampier is nu, ruikt Lucas aan zijn knoflookflesje. Gewoon knoflook, geen allergische reactie. Ze mogen op het bureau komen bij de baas. Vampieren bestaan toch niet. Wel dus. Een heleboel zelfs, maar nu niet meer.
De baas is de sergeant, commissaris is een stapje hoger, daarboven de echte baas, dan de burgemeester en dan de minister en dan de president.
Wat nu? Een dagje rust, morgen op patrouille gaan en daarna beginnen aan het opsporen van die andere wezens. We kunnen naar Mordaver, zegt Lucas, daar zijn interessante artefacten. Normaal lopen expedities die kant op in de soep en hebben we nu problemen in de stad.
Hij koopt een ander appartement vanwege het bekeken worden. Een kamertje met een krakkemikkig bed. Hij wordt niet bekeken, is zijn conclusie. Luistert zelfs naar de muren. Dan gaat hij naar bed. Er is hier meer lawaai dan op het vorige adres. En vlak voor het in slaap vallen heeft hij toch het gevoel van bekeken te worden.
Hij wordt fris wakker met flinke honger. Aankleden en een ontbijt kopen. Een meisje schenkt koffie en hij bestelt 3 porties wafels met stroop. Honing is er niet, dat moet uit het buitenland komen. De koffie is wat waterig, de kaas smaakt naar niets en dat geldt voor de hele maaltijd. Gelukkig is de stroop goed dus Lucas maakt de pot helemaal leeg. Dan afrekenen.
Op zijn vrije dag gaat hij naar het politiebureau waar net een schurk naar binnen wordt gebracht die zegt zijn rechten te kennen.
Hij vraagt om een opdracht. Die is er: een oud dametje zit in een kantoortje. Lucas mag haar zaak behandelen. Het dametje heet Annie, Lucas noemt zich Bro. Haar dochter is verdwenen. 21 jaar, heel knap, rossig bruin haar, sproeten, 1 meter 67 en draagt een bloemetjesjurk en heeft grijze ogen. Ze heet Katinka. Ze is bij de baas gaan vragen, Katinka werkt bij een bakkerij. Ze hadden haar niet gezien en ze is ontslagen. Ze is nog nooit eerder verdwenen. Gisteren is ze verdwenen om 7 uur ‘s ochtends.
Hij zegt toe de zaak te onderzoeken. Waarom gaat u weg? Katinka neuriet altijd als ze kookt. Hij gaat naar het ziekenhuis met het naggende wijf. Ze hijgt en puft. De kapitein is het er niet mee eens, neem het mens mee. Er ontstaat een discussie. Kapitein mag de rest van de zaak aanhoren. Het mens zit de hele dag op het bureau. Stuur haar naar huis of sluit haar op. Ze zit in de weg, zegt de kapitein. Bro zegt naar de wc te moeten, ze weet zelfs waar de wc is. Volg me niet! Ze loopt achter hem aan. Hij sloopt het raam van de wc om te ontsnappen aan een oud dametje en gaat naar het ziekenhuis.
Hij vraagt naar de meisjes. Hij laat zijn badge zien. De dame haalt een dokter die zich voorstelt als Uriah. Ze bestudeert de badge zorgvuldig. Hij vertelt van de 8 meisjes en de moeder. Ze wil meteen even naar zijn ogen kijken vanwege die flash van de vorige dag. Hij komt in een kamer met lenzen, ze denkt dat het om een tijdelijke overbelasting van de oogzenuwen gaat. Hij heeft zelfs zeer goed zicht. Ja, hij is er zeker niet op achteruit gegaan!
Ze neemt hem dan mee naar de zaal waar de meisjes zijn, ze zin wat bangig. Een van de meisjes voldoet aan de beschrijving. Hij laat de badge zien en stelt zich voor. Het jongste kind begint te huilen. Het meisje dat voldoet aan de beschrijving heet Katinka. Ze weet niet hoe moeder heet en waar ze woont. Ze weet wat er gisteren is gebeurd, ze lag ineens bloot op een karretje.
Ze weten hun voornamen, weten verder niets meer. Het snikkende meisje wil met hem mee om te trouwen en bij hem te blijven. Ze is zo dankbaar en heet Marylin. Ze wil niet langer in dat ziekenhuis blijven. Er was een dokter met allemaal bloed, dat is zeker een vampier.

Remus
Ze gaan dus naar Iternia. Oberon komt hem niet bekend voor overigens. Oberon loopt flink door, maar heeft niet zo’n haast. Hij weet niet hoeveel tijd ze hebben. Remus wil van alles weten, zegt hij dan. Er zijn dingen die Oberon hem wel kan vertellen. Je bent mogelijk een persoon die hij zoekt. Dan is hij op zoek naar mensen als hij, probeert ze bij elkaar te brengen omdat hij die mensen nodig heeft voor iets. Hij gaat dus eerst die mensen helpen en zal dan vragen of ze hem willen helpen met iets. Hij vertelt nog niet wat. Ten zijner tijd zal hij beginnen over zijn problemen en hen om hulp vragen. Hij is wantrouwig opgegroeid en vertelt nooit iets zomaar. Remus vraagt dan naar zijn hobby’s, die heeft hij niet. Houdt zich bezig met serieuze zaken, oorsprong, ontstaan en vergaan. Wat voor zaken? Hij houdt zich meer bezig met mensen dan met dingen.
Er is een continent waar meer steden staan dan op de andere twee samen. Metropolis heeft er meer. Ze zijn soms nuttig. Je zult het er niet prettig vinden met je druïdische achtergrond. Iternia komt dichter bij prettig.
Het is hier niet pluis, we zullen snel weg wezen. In die grotten zijn inderdaad spoken, niet dat hij er geweest is… Soms weet hij gewoon dingen. Vandaag is hij niet door de grot geweest, misschien is hij hier eerder geweest.
Remus vertelt hoe hij aan de boog komt. Getraind door een elf, niet in magie dan. Dus je bent een vechter en boogschutter. Zelf is hij heel slecht in magie.
Die beelden van eerder worden door Oberon ‘robot’ genoemd. Hij is nog geen werkende tegen gekomen. Er zijn er nog wel, maar ze gaan er omheen. Er komt een lichtstraal uit het oog dat lelijk kan verwonden. Dus met je druïdische achtergrond heb je een powercrystal uit een robot gehaald.
Dus dat is een magische boog. Elfen zouden mooie vrouwen hebben en mooie vrouwen valt onder Oberon’s hobby’s. Heb je ergens een vriendin? Ja en ze is best mooi. Remus heeft een aantal vriendinnen. Ah, Oberon ook. Remus heeft geen kinderen, dat is zoveel moeite. Je moet op ze letten. Dat ziet Oberon anders. Pas als ze ouder zijn ga je je ermee bemoeien en neem ze pas mee als ze 12 zijn. Dan kunnen ze dingen doen voor je en zijn ze beter beïnvloedbaar. Dan kun je ze beter dingen vertellen over hoe jij wilt dat ze dingen zien. Niet langer bij hun moeder laten die ze tegen hun vader opzet en ze hersenspoelt. Zo zijn vrouwen, ze zijn niet te vertrouwen. Oberon is gedeeltelijk door zijn vader en eerder door zijn moeder opgevoed. Zijn moeder was een heks, vele van zijn vriendinnen zijn dat ook. Ze zijn goed in bed. Ze betoveren hem niet, want hij is daar alert op. Schaduwheksen zijn niet zo krachtig. Wat is Schaduw? Ach, daar komt hij eens op terug als de anderen gevonden zijn en we toch moeten reizen. Zijn er mensen bij hem aardig?
Zijn kinderen zijn onbetrouwbaar, hij probeert ze wel in een bepaalde richting te krijgen. Oberon heeft er tientallen. Hij heeft ze niet allemaal opgevoed en hooguit pas na hun 12e. Hij heeft ze gewezen op verantwoordelijkheden en sommige konden dat niet aan. Die zijn niet allemaal dood en ze zijn niet jong. Hij is meer dan 1000 jaar oud. Zijn kinderen zijn 100den jaren oud. Hij is voor niets en niemand bang.
Remus heeft dus belangstelling voor het zwarte kasteel met de artefacten. Je zoekt dus het gevoel van glorie? Wil graag de beste zijn? Dan moet je kunnen omgaan met dat zwaard. Kan hij. Je verandert je anders in een panter. Hij kan wat zwaardtraining krijgen onderweg. Oberon was heel verbaasd over het feit dat Remus niet zijn zwaard gebruikte. Hij zou het hebben aangezet om te kijken wat het deed. Ah, je bent een verzamelaar. Dat is leuk, want daar is Oberon ook in geïnteresseerd. Hij verzameld en herverdeeld. Hij neemt dingen af die iemand niet verdient en geeft het aan iemand die dat wel verdient. Verzamelen is als je iets in de kast zet voor altijd. Hij heeft een zoon die zo is. Die gaat op archeologische expeditie, graaft het op en dan gaat het in de kast. Hij zoekt uit wat het doet en het gaat achter glas. Dat is een slimme zoon en hij geeft nooit iets weg. Hij is niet greedy, wil alleen dat hebben wat hij niet kan krijgen. Dat is zijn favoriete zoon. Hij heeft een aantal favoriete dochters, ze zijn allemaal even mooi. De oudste zoon is een mislukkeling, een achterbakse zeikerd. Jammer. Een lafaard. Ze zijn gehoorzaam en doen wat hij zegt. Een goede eigenschap, verder zijn dochters alleen maar interessant om uit te huwelijken. Remus heeft zussen, maar ze vechten niet. En één toverende broer. De broers veranderen zich niet, de druïden wel. Remus kan zich ook in andere mensen veranderen. Interessant om te doen, zegt Oberon. Als je het heel goed doet, krijg je iets van die persoon zijn herinneringen mee. Vermoord ze als ze vervelend worden. Oberon zou dat gewoon doen, ook Remus als deze zich in hem verandert. Remus vermoedt dat Oberon het altijd in de gaten heeft als hij zich in hem verandert. Het is te testen, dat doe je maar één keer.
We beginnen met een zwaardles, zegt Oberon na drie uur lopen. Het zwaard van Remus moet uitblijven, hij leert een aantal zwaardmanoeuvres die hij niet kent. Oberon is nauwkeurig met dat zwaard. In boog is hij niet goed. Stokvechten kan Remus wel en dat wordt getest. Oberon haalt ergens een stok vandaan. Hij is zeker twintig keer beter met de stok dan Remus en wordt er niet moe van, hij begint zelfs niet te zweten.
Oberon zegt dat hij het redelijk doet. Hij probeert mensen positief te motiveren.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!