Wednesday 1 October 2008

17. De dood van Baron Bayle en Vinnta

Ronardo gaat de herbergier en zijn vrouw ondervragen. Hij vraagt Jason: “Heeft U iets raars mee gemaakt onlangs?”
“Jaja. Ik heb jullie in mijn herberg gehad. Oh ja, vanmorgen heeft de bevolking de waterbak leeg gegooid.”
“Heeft U voor vanmorgen iets vreemds meegemaakt?”
Hij denkt een poosje na, er kan hem zo niets te binnen schieten. Dennis wil hem wel even dood maken. Dreigend zegt hij tegen de herbergier: “Of je herinnert je wat of je krijgt heel veel pijn.” Jason herinnert zich dan vele draken en aliens. En dat hij ooit een boek heeft gelezen met rare dingen erin. Of hij iets met bloed heeft gezien? Vanmorgen nog in zijn vinger. En oh ja, hij was laatst op het landgoed. Toen had hij ook in zijn vinger gesneden en de baron keek heel raar naar zijn vinger.

Dan maar weer naar Bayle. We komen aan bij landgoed en alles is in rep en roer. De bedienden roepen geschrokken dat er iets verschrikkelijks is gebeurd. We komen er snel achter wat er aan de hand is als we bij de veranda aankomen. Aan de mooie balken hangt het lijk van de baron. Dood, zijn nek is in een rare stand. En het lijkt er op dat hij zichzelf heeft verhangen.
Binnen treffen we Vinnta aan met doorgesneden keel over klein altaartje. Er ligt een enorme plas bloed over de vloer, meer dan je zou verwachten. Ronardo merkt op dat hier zich misschien hetzelfde heeft afgespeeld als bij die handelaar en zijn vrouw.
Dennis doet een spreuk. Rond het altaar verschijnt een pentagram, een oproepingspentagram. Hij vraagt Ronardo en mij hem te helpen en Rhexenor of deze de bedienden uit de weg kan laten gaan. Rhexenor dirigeert iedereen naar buiten en neemt ze mee naar het dorp.
Dennis zegt tegen ons dat hij meer wil onderzoeken, maar het pentagram niet kan houden. Ronardo en ik proberen het vast te houden, terwijl Dennis wat anders begint te doen. Dan wordt het even wat donkerder en we zien een man die achterste voren loopt. Iets van de tijd speelt zich als het ware terug. We zie een vrouw die precies doet wat hij zegt. Ze gaat liggen op het altaar en hij snijdt haar de keel af. Dan zien we uit de man een soort schaduw komen, die net niet helemaal naar de cirkel gaat. In de cirkel verschijnt er echter een tweede schaduw. De eerste schaduw gaat dan weer terug in die man, de andere wandelt door de muur en is weg. Dan stopt het en de cirkel is weg. Het bloed is gebruikt om nog zo’n figuur binnen te halen. Bloed geeft macht over werelden weet ik. Dennis zegt dat we iets over het hoofd zien. Hij zegt ook dat de baron zichzelf niet was.

Rhexenor komt terug en we vertellen hem wat er hier gebeurd is. Ronardo ziet dat het geen gewoon altaar is. Het is uit een speciale steen gemaakt en er staan tekens in. Het is niet zo verfijnd, alsof de maker niet veel tijd besteed heeft aan het maken van deze tekens. Het zijn symbolen van dood. De steen heeft iets bekends, het is een brok marmer, net als de altaren bij de poort. Rhexenor zegt dat alle tempels van marmer zijn. Daar is gemakkelijk aan te komen en het is goed te bewerken. Marmer wordt gebruikt voor grafstenen en tombes en dit altaar lijkt nog het meest op een afgebroken zerk.

We zoeken wat in en om het huis. Op de kamer van de baron liggen een hamer en een beitel in een la. Er lijkt nog wat marmergruis op te zitten. Ook heeft de baron een dagboek bijgehouden, maar twee tot drie weken geleden hield het op. Ook in de papieren is niets opvallends terug te vinden, hij leverde wijn aan iedereen, ook aan het kasteel.
Dennis snapt niet wat er aan de hand is. Bloed van gewone mensen doet niet zoveel. Maar waarom zij dood moest? En de baron ook?
We gaan naar de kelder, het voelt er een beetje eng. Dit huis is verziekt. Ronardo vindt een geheime deur. Rhexenor is meer geïnteresseerd in de vaten wijn. Hij pakt een bekertje, draait een kraantje van een vat open om te proeven. Er komt geen wijn uit, wel gaat de deur open. Met een lantaarn verkennen we de vluchtgang, compleet met valstrik. Dennis trekt de pijl uit zijn bast. We komen uit in de duinen. We gaan weer terug.
Ik zoek verder of er gegevens zijn over de vrouw van de baron en vind een stamboom. Vinta is zijn enige dochter en zijn vrouw is tien jaar geleden overleden.
Ronardo bekijkt het altaar nog eens goed en merkt op de het bloed er uit gezogen is. Erg veel bloed, waarom zoveel! Het is het altaar dat het bloed er uitgezogen heeft. Rhexenor weet zeker dat het een grafsteen is. Er zit nog magie op steen, ziet Dennis, maar hij kan niet uitvinden wat. Dat kan zijn selectie niet.
Op het moment dat Ronardo patroon voor zich haalt, ontploft de steen. Ronardo gaat bewusteloos, ik ook. Rhexenor stond iets verder weg en vliegt dwars door de muur. Dat doet zeer! Dennis zijn kleren zijn aan flarden. We zitten onder de krassen. Ik kom na niet al te lange tijd bij. Het bloeden is dan al opgehouden. Met Ronardo is het niet goed, zijn ene hand is aan flarden. Dennis gaat naar boven en trekt andere kleren aan. Ook haalt hij kleding voor Ronardo, die ook niet veel meer om het lijf heeft. Ik zag een flits van Patroon en het deed boem.
Na een uurtje komt Ronardo bij. Hij herinnert zich even een soort patroon op het altaar, donker in plaats van licht en het draaide de andere kant op. Dat is het Patroon dat je krijgt als je tussen de lijnen van Patroon kijkt. Als het ware de andere kant van het Patroon. Dit was niet de bedoeling, zegt Dennis.

Ik maak contact met Fiona en vertel hoe het nu met Ronardo is. Dan maakt zij contact met Ronardo en haalt hem door. Hij komt in het kasteel en wordt goed verzorgd. Fiona kijkt bezorgd, maar is niet in paniek. Net als die keer toen hij uit dat raam op de tweede verdieping was gevallen.

Rhexenor troeft zijn mammie. Ze vraagt hem om haar te komen helpen. Hij haalt zijn paard en dan haalt ze hem door naar het legerkamp. Er staan een stel lui voor hem klaar, dat zijn Romeinen. Gekleed zoals het hoort, sandalen aan hun voeten en bewapend met korte zwaarden en speren. Ze gaan op één knie zitten en noemen hem “Commandant!”
“Dat zijn jouw troepen,” zegt Dierdre. Die heeft ze al gehaald voor hem. Hij wil meteen met ze gaan trainen. Dierdre heeft een opdracht voor hem. Hij hoeft zijn mannen alleen maar te zeggen wat ze moeten doen, ze zijn al getraind.
In die bergen zitten vervelende bandieten en die moeten dood. Er zijn er al best veel gedood en er is ook al een paar keer een leider verslagen. Vroeger was dat een leger van iemand die ze niet meer wou betalen en toen zijn ze bandiet geworden. Rhexenor moet zijn mensen in leven houden, anders krijgt hij straf…
Hij heeft 25 eigen mannen. Dat zijn 24 mannen en een leider. Die wil graag Centurio worden, dus er zijn nog 75 man nodig.
De leider heet Julius. Rhexenor vraagt naar hun tactiek. Die is erg eenvoudig: we vallen aan en steken ze overhoop. Een goed plan heer! De mannen stellen zich aan Rhexenor voor: Bambino, Mario, Luigo, Anatoli, Marcello, Dido, Caligula, Brutus, Umberto.

Dennis vraagt wat ik ga doen? Naar het paleis rijden en het paard van Ronardo mee nemen. Eerst zal ik de wacht waarschuwen. Ook ga ik uitzoeken of ik aan meer informatie kan komen rond deze moorden. Als ik Dennis nodig heb moet ik hem roepen. Hij haalt een fluitje uit zijn zak. Als ik daar op blaas, zal hij meteen komen. Of één van zijn broers. Hij heeft er twee broers, anders dan hij, met andere talenten.
Ik troef Random, die in de ziekenzaal is en vertel hem wat er aan de hand is. Hij vraagt me hem opnieuw te troeven over vijf minuten, wat ik ook doe. In die korte tijd heeft hij een aantal wachter en een tovenaar verzamelt. Ik haal ze allemaal door, inclusief Random.

Hij kent Dennis. Van een auto ongeluk van Corwin. Dennis zegt dat hij inderdaad in een buurt was en Random kijkt een beetje kwaad. Hij zegt dat het altijd een zootje is als hij hem tegen komt. Dennis neemt dan afscheid en gaat weg. Tegen mij zegt Random dat hij niet weet niet waar Bleys mee bezig is, een soort van Bleyswereld stichten misschien? Jasses!
Ik doe verslag van wat we hier hebben aangetroffen. Dan ga ik terug naar het kasteel, een wachter rijdt met me mee. Random blijft daar.

Ronardo wordt vertroeteld. Er komt een dokter die komt melden dat het een maand of wat gaat duren eer het genezen is. Dat wordt saai, zegt Ronardo. De dokter denkt het ook. Fiona vindt het niet zo mooi. Dan moet hij maar met haar meegaan morgen. Tot die tijd blijft hij onder de goede zorgen van dr Jameson. In haar wereld zijn er ook wel doktoren. Ze vindt dat hij er slecht uitziet en raadt hem aan om voortaan een helm op te zetten als hij iets onderzoekt. Gelukkig heeft hij zijn ogen nog. Je kunt er een paar jaar over doen eer je ze terug hebt. Dan gaat ze weer weg. Een zuster geeft hem soep door een rietje. Hij herinnert zich een zwart patroon dat tegen het zijne knalde. Misschien dat het Patroon hem beschermd heeft.

Weer terug in het paleis ga ik naar de bibliotheek. Ik zoek er naar boeken van Ctulhu. Ene HP Lofcraft heeft een serie van ctulhu boeken geschreven. Het gaat over een detective en de verhalen spelen zich af in mijn soort wereld. Meestal is er een moord op de landsheer in een landhuis en vinden ze een slijmspoor in kelder. De dader is een vies wezen, slijmerig en met tentakels. Die wezen zitten opgesloten ver in het heelal. Je wordt er gek door hun aanwezigheid. Het tast de geest aan om er dingen van te weten. Call of the Ctulhu heet de serie. In ieder boek weten ze de komst van die wezens naar Aarde net te voorkomen.
Dan ga ik op zoek naar een boek over hoe je ze moet oproepen. Het Arcanum of Necronomicum staan beschreven. De bibliothecaresse vertelt dat je de boeken met speciale woorden kunt opendoen. Het Necronomicum is er niet, het Arcanum is geleend door Heer Bleys. Dat heeft hij al vier jaar. Wel zijn er boeken van Dracula. En boeken van ene Maria Schelley over het monster van Frankenstein. Informatieve boeken zijn er eigenlijk niet over dit onderwerp, vertelt de dame. Koning Random laat dergelijke boeken altijd verwijderen. Ze raadt me Claudia aan om te lezen, een vreselijk boek over een meisje met een paard.

Rhexenor reist met zijn manschappen door het landschap. Als ze gaan overnachten, hakken de Romeinen boompjes en dergelijke om en maken er een waar fort van. Rhexenor tovert eten uit de hoorn, waar ze heel blij mee zijn.
Hij krijgt te horen dat China is veroverd door Grieken 100 jaar geleden en dat daar de vuurpijlen en dergelijke vandaan komen. En over die lui die op die ene berg leven met dat ene schip, daar hebben de Grieken toch een verdrag mee? Zij komen uit Rome en omstreken.

Vlak bij de berg slaan ze kamp op. Rhexenor wil meteen gaan aanvallen, maar zijn centurio-to-be raadt hem aan tot morgenochtend te wachten. Acht van hen gaan dan met speren gooien, de anderen gaan hakken. Normaal vechten ze vanachter een schild, maar in de bergen werkt het helaas niet zo.

Natuurlijk worden ze ’s nachts overvallen. De bandieten lopen zich echter vast op die kuilen en speren. Dat is knokken!
Af en toe moet Rhexenor eens eentje van zijn mannen redden. De bandieten dragen huiden en steken tenten in de fik. Het mannetje in de toren moet worden gered. Zij zijn met bijna 200 man. Rhexenor en zijn groep maar met 26 en tot hun enkels staan ze in het bloed. Maar ze winnen. Er wordt er eentje in leven gelaten. Julius vraagt hem waar zijn kamp is. Hij draait aan een speer in de voet van de bandiet en deze vertelt snel waar het kamp is. Dan wordt hij overhoop gestoken.

Ronardo wordt de volgende ochtend opgehaald door mammie. Ze rijden in een koets, die verandert van wereld naar wereld. Van auto naar trein naar vliegtuig. Dan merkt Ronardo dat hij weer thuis is in Nederland en in een auto zit. Bij het landhuis staan er een aantal kerels klaar die hem op de bank in de kamer leggen. Zijn vader komt binnen: “Wat zie je er weer uit. Toen die keer dat je uit het raam in de glasbak viel, was het ook heel erg.”
Ze hebben een zustertje Ingrid ingehuurd, die hem gaat verwennen. Ze is heeeeeeel knap.
Het huis is weer netjes gerepareerd. Vader vertelt dat hij experimenten doet met teleporteren.

Als Ronardo zich wat beter voelt, gaat hij bij zijn vader kijken. In de kelder heeft hij nu twee apparaten staan. En een konijntje is guinea pig. Zijn vader vertelt dat hij de apparaten nog kleiner wil hebben. Zoals een ketting of armband, stelt Ronardo voor. Of een riem. Zijn vader vindt het allemaal een fantastisch idee, het zal even duren eer het ontwerp af is. Ronardo helpt. Henry zegt dat het nu beter werkt dan eerst, toen waren de proefkonijnen steeds binnenste buiten gekeerd. Hij heeft het nog niet op mensen geprobeerd.

Aan tafel leest zijn moeder boeken met vreemde tekens. Het gaat over Overschaduw. Een deel van schaduw valt onder Patroon. Dan is er een Superschaduw die over alle schaduwen valt. Daar kun je komen, ze is op zoek naar aanwijzingen hoe er te komen. Misschien is Oberon daar wel. In Overschaduw creëer je misschien wel je eigen schaduw. Alleen iemand die het snapt kan het lezen. Ze moet het stukje voor stukje kunnen vertalen, en dan nog begrijpen. Ronardo kan het volgen, maar er staat wat hem betreft allemaal onzin in het boek.
‘Geraaskal van een ouwe lul’, zegt Henry. Zij vraagt hem of hij al het statische probleem heeft opgelost? Er is hier iets met magie, zegt ze, dus techniek komt dan niet zo ver, het blijft onder patroon vallen. Er is iets raars met deze wereld.

Met een paar boeken onder mijn arm ga ik naar mijn slaapkamer. Ik loop door de gang met portretten en kijk naar die van Oberon. Een strenge koning. En een rare achtergrond. Heel donker, met vormeloze donkere dingen en een donkere lucht. Donker op donker. Geen normaal landschap. Het is de enige met een niet-normale achtergrond. Zelf Brand heeft een normale doolhof.

De volgende ochtend word ik wakker naast mijn boek, dat natuurlijk open ligt op bladzijde 66.
Bij het ontbijt zie ik Random en Vialle. Ze wenken me en ik ga bij hen zitten. Random vertelt dat hij het heeft laten reinigen en het personeel zal vernieuwen. Het stuk steen kwam van een begraafplaats vlakbij, waar ze inderdaad de rest van de zerk hebben gevonden. Geen zerk waar iets bijzonders mee was, of van een bekend iemand. Gewoon de dichtst bijzijnde vanaf het pad.

Ik vraag hem naar de verboden boeken. De meeste daarvan gaan naar Flora, Fiona en Bleys, vertelt hij. Zijn vader liet dergelijk werk als verwijderen en hij heeft de traditie voortgezet.
Vialle denkt dat er al heel lang heel oude dingen los zijn. Maar er is iets veranderd, waardoor ze zich niet lekker meer voelen.
Random vertelt van een boek dat bijt uit Army of Darkness. Hij ziet overeenkomsten tussen wat hier gebeurd is en daar. Het duurt even voordat ik doorheb dat hij het over een film heeft. De film gaat over een hutje in het bos met een wezen dat mensen uit elkaar haalt. Eigenlijk houdt hij daar niet van, meer van schietfilms. “Ik kan je wel eens mee meenemen naar mijn Aarde” Maar niet vandaag, want vanmiddag komt de Begma delegatie. Hij kan Fiona ook niet bereiken. Hij vertelt iets over een film Star Wars, waar ze de held geen Luke hadden moeten noemen. Dat schijnt de naam te zijn die Rinaldo vaak gebruikt. Dan gaat hij weg. Staatszaken…

Vialle vraagt of er druk op me is uitgeoefend met betrekking tot jongemannen. Nee, gelukkig niet. Ze heeft tegen Flora gezegd zich er niet mee te bemoeien. Ze heeft haar laten geloven dat ze al wat huwelijkskandidaten op het oog had.

Het is ochtend voor Rhexenor. Ze gaan nu naar het kamp van de vijand. Rhex gaat er als stormtrooper op af met zijn zwaard getrokken. Er ketsen pijlen af op zijn rusting, ze blijven schieten over de rotsblokken heen. Geen probleem voor Rhexenor; hij springt over de rotsen heen en maakt korte metten met hen. Over het pad winnen Rhexenor en zijn Romeinen steeds meer terrein. Bij een pallisade komen de bandieten met zwaarden op hem af, hij hakt ze tot pap. Er is niemand in het kamp. In een onderkomen vindt Rhex een kleedje dat niet helemaal goed ligt. Daar blijkt een luik onder verborgen te zijn. Als hij het opent ziet hij bange gezichten van groezelige vrouwen. Ze willen naar huis als ze horen en zien dat de mannen dood zijn.
“Uw moeder heeft beloofd dat we een keer andere wapens zouden krijgen,” merkt Julius op tegen Rhexenor. Een heel moderne kruisboog, heel modern, willen ze hebben. Of hij dat niet kan regelen. En zoiets als blasters en bazooka’s lijkt ze ook wel wat. Daarvan willen ze er allemaal wel eentje.
De vrouwen mogen weer terug naar hun eigen dorpen. Een paar zijn verliefd op Rhexenor en zijn mannen en willen bij hen lijven. Ene Saskia wil bij Rhexenor blijven. Haar vader en broer zijn vermoord, ze heeft geen huis om terug te keren. Dan wordt Julius streng en de vrouwen druipen af.
Julius blijkt grote plannen te hebben: eerst zal hij centurio worden en uiteindelijk Ceasar. Rhexenor weet van een rivier die geel is van de urine en die ook gele rivier heet. Daar wonen Indiërs. Die hebben Heilige koeien die ze niet mogen ze eten. De Egyptenaren zijn vies, zeggen Romeinen. Zij hebben het bad en badhuis uitgevonden


Ronardo helpt zijn vader met het project. Hij vraagt zijn moeder naar het boek. Het genezen gaat voorspoedig, zuster Ingrid is daar verbaasd over. Ze vertelt dat ze normaal in Utrecht woont. Ronardo ook. Wat vreemd, hij heeft helemaal geen Utrechts accent. Hij vertelt dat hij ook in Spanje gewoond heeft, in Barcelona bij zijn neef. Dat is een tuigstad eerste klas. Ze vraagt of hij wel eens bij het voetballen is geweest? Er zijn allemaal Nederlandse spelers in Barcelona. Hij zegt dat hij wel in andere provincies ook komt. Of hij al in Nieuw Amsterdam is geweest? In de nieuwe wereld? Daar heb je ook nog Nieuw Utrecht; Nieuw Brabant en Nieuw Lutjebroek. Is leuk, dan kun je tijdens je vakantie kijken naar hoe de Indianen vroeger woonden in hun eigen parken.

In Ronardo’s wereld is Nederland groter dan Groot Brittanië. Ze hebben gewonnen van de Spanjaarden, Britten en al die andere landen. Bij Nederland hoort Venezuela, een stuk van Japan, Indonesië, Australië en Nieuw Zeeland. Nederland is nu een wereldmacht. Alles is opgedeeld in provincies met eigen macht. Spanje is een provincie van Nederland. België bestaat niet. Ze zijn vooral groot geworden door de handel, ze zijn de beste slavendrijvers geweest van allemaal, maar hebben de slavernij ook als eerste afgeschaft. Er is een stuk van Amerika Engels en Frans (Canada). Mexico heeft zelfbestuur gewild en gekregen.
Frankrijk bestaat wel, niet zo groot.
The British Empire is verslagen door Nederland. Er zijn Nederlandse koningen geweest in Engeland. In de tweede Wereldoorlog is Oud Nederland wel onder voet gelopen, maar bevrijdt door de Nieuwe Wereld. Er is wel een president Balkenende geweest en een Pim Fortuyn die vermoord is. Er is geen EG. De Gulden is het standaard betaalmiddel, er bestaat geen dollar.

Japan heeft een sterke positie op de wereldmarkt. Ze hebben wel oorlog gehad, maar met Azië en China. Oostenrijk is een heel groot land, een heel gebied van allerlei volkeren.Tsjechen, Roemenen, het is allemaal Oostenrijk.
Ronardo weet dat het anders is bij Rhexenor en Morwenna thuis.

Fiona zegt s’morgens aan het ontbijt: “Heb je eigenlijk al eens zelf door schaduw gereisd?”
Nog niet helemaal alleen. Ze vertelt dat er wel mensen zijn die door Schaduw reizen op zoek naar een wereld die goed bij ze past. Dat is heel uniek, kun je alleen met Patroon. Toen ze studie maakte van andere krachten, zoals Logrus en Troef, merkte ze dat ze daarmee geen andere wereld kon vinden. Je kunt naar een wereld gaan die je op dat moment nodig hebt en dan vind je die ook. Dan kun je je eigen macht daarin zetten en dan is die wereld van jou. Door er te zijn, bind je die wereld. Het kan zo sterk dat er echt gebeurd wat je wilt, je bent dan eigenlijk de God van die wereld. Je kunt de wereld ook zo beveiligen dat er niemand anders kan komen dan jijzelf. Je kunt de tijd stilzetten, langzaam laten gaan of sneller. Dat is allemaal te doen met patroon. Iedereen kan zo’n wereld beïnvloeden als Amberiet of Chaosiet, maar niet vinden als het jouw wereld is. “Deze wereld is al veel steviger omdat jij en ik hier zijn, en er zijn andere Amberieten geweest.”
“Dus eigenlijk zijn we Goden,” zegt Ronardo. Fiona kijkt naar buiten en er komt een blauwe vlinder aan. Ze vraagt hem : “Ben ik een God omdat ik een blauwe vlinder hier wil zien? Als er een idioot binnen komt met een pistool, ben ik dood. Nou ja, ik kan er wel iets tegen doen, maar ik kan dood.”
Ze is wel eens een god tegen gekomen, deze zijn alleen plaatselijk sterk. En als ze vervelend worden, loop je die wereld uit. Hij kan je niet achterna. Het was Poseidon, van de Zee. Er zijn ook enge werelden, die worden ook bedacht. Schaduwen waren er eigenlijk altijd al, voor er Patroon of Logrus was. “Ik weet niet waar ze vandaan komen. Misschien vind ik een antwoord als ik eens in Oeverschaduw kom.”
“Waarom maakt Oberon zo’n boek?” vraagt Ronardo. Ze zegt dat hij een moeilijk, ondoorgrondelijk figuur is/was. Hij heeft nooit iemand verteld waarom hij dingen deed. Hij legde nooit iets uit, alleen af en toe aan Corwin, ze weet niet waarom. Ze weet niet wat Corwins band is met zijn vader, ze weet niet of Oberon in staat was iemand te mogen. De vrouwen mochten hem wel, misschien had hij hen betoverd? Want als ze van hem af wilden, was de liefde ook meteen over…een beetje vreemd. En waarom hij zoveel vrouwen had? En waarom hij zijn oudste zonen de dood instuurde? Je weet toch van tevoren dat je kinderen het niet altijd met je eens zijn.
Oberon is Fiona nooit komen opzoeken. Hij schijnt een poos met Corwin te zijn opgetrokken, hij noemde zich toen Gadelon. De beste vriend van Corwin. Hij heeft hem nooit verteld dat hij Oberon was. Hij vond dat wat zijn zonen of dochters deden en konden nooit genoeg. Ze denkt dat hij ook kinderen van zichzelf heeft dood gemaakt. Iedereen dacht dat hij zijn vrouwen zelf had vermoord, maar het lijkt erop dat hij dat toch niet heeft gedaan.

Mijn paard wordt voor me gezadeld. Mijn jurk ziet er uit of bij elkaar gehouden wordt, vanmorgen had ik al het idee dat er iets mee was. Nu is de jurk helemaal in rafels, wordt nog een beetje bij elkaar gehouden door de hanger. Ik kleed me even om en dan neem ik Desert Storm mee naar buiten. Ik rijd van de berg af, richting de rand van Arden. Daar stop ik en troef naar Flora.
Ze zit op een veranda thee te drinken en lijkt blij verrast als ze me ziet. Vanwege het onderwerp dat ik aanroer: boeken over Demonen, haalt ze mij en het paard door. Ik kom bij een grote witte villa. Bij de stallen staat haar paard. En eindelijk maak ik kennis met haar honden, grote Ierse wolfshonden. Ze grijnst, pakt een blik, gooit het naar zo’n hond en deze bijt alles dwars door midden. De beesten hebben namen als Scheurder, Rijter en Bijter. Ze lijken erg op de beschrijving die Rhexenor heeft gegeven, dus ik vraag haar of zij achter die aanvallen zat? Heeft Rhex haar beledigd? Nee, ze heeft niets te maken met die aanvallen, het was geen van haar honden. Rhex vindt ze gewoon een ‘jochie’ die maar zegt wat in hem opkomt. Door zo iemand kan ze niet beledigd worden. Wat wil je ook met zo’n moeder als hij heeft. Ze vindt Dierdre echt zo’n zeikwijf, niet te vertrouwen. Wat haar betreft had ze in de Abyss kunnen blijven liggen, hoewel ze weet dat haar broers er anders over denken. Dierdre had destijds iets met Brand. Dat moet wel. Ze stond stiekem aan zijn kant, ze had een verdrag met hem. Waarom zou ze anders zo dicht bij Brand hebben gestaan? Zeker niet om hem neer te sabelen. Flora denkt dat Dierdre op jonge leeftijd al haar broers heeft betoverd, de één wat erger dan de ander. Corwin kijkt naar haar of hij in tranen wil uitbarsten. Dat is toch idioot!
Ik zeg dat ik het idee heb dat Dierdre me niet mag. Dat is logisch, zegt Flora, want ik ben een vrouw, dus mag ze me niet. Ze heeft ze behoorlijk achter haar ellebogen, wie heeft er nu midden in de oorlog een kind van een Chaosiet. De drie roodharigen waren toen bij Chaos en Dierdre ook. Ik krijg thee met een koekje. Ik doe mijn best zo netjes mogelijk te drinken en te eten en ze maakt de opmerking dat het moeilijk zal zijn voor een dochter van Julian om zich te gedragen in gezelschap. Phillipien vindt ze echt een ‘Julian’ naam.
Ze vertelt dat het personeel in Amber zich niet weet te gedragen. Heb ik wel eens gelet op de stalknechten, hoe ze doen? Niet echt, alleen dat ze altijd lopen te rennen en te grijzen als ik Desert Storm kom halen. Ze vertelt dat ze er eens één een oorvijg heeft gegeven die ongegeneerd naar haar stond te staren.
Ze vraagt of ik al een eigen wereld heb gevonden? Nee, nog niet naar op zoek geweest. Ze zegt dat je er een eind voor moet reizen. Heel veel kinderen van Amberieten doen dat en komen niet meer terug.
Of ik al weet hoe ‘het spel’ wordt gespeeld? Dus informatie voor informatie uit te wisselen. Ik zeg dat ik weet dat het er is, maar dat het niets voor mij lijkt te zijn. Ze vertelt dat Corwin een heel goede speler van het spel is. En het is een goede manier om info uit te wisselen. Feitelijk is dat het enige betaalmiddel in Amber dat schaars is. maar ja, met Julian weet je ook nooit wat hij weet. Hij kan niet zo goed met mensen om gaan. Corwin wel, maar zijn beoordeling is bagger. Ook Random kan goed met mensen omgaan, maar het kan hem niets schelen. Ik vind dat Flora ook goed met mensen om kan gaan.
Vialle is blind en daarom nemen ze met haar een loopje. Ze is veel te aardig. Op zich is Random van hun allemaal misschien wel het meest geschikt als koning, maar ze vindt het niet normaal hoe hij zijn kinderen behandeld. Martin is de enige zoon die wel iets van Amber wil weten. Tegen al zijn kinderen loopt Random te vertellen wat ze moeten doen en wat ze moeten laten. Intussen vindt hij dat ze niet naar hem luisteren (logisch) en dat allemaal terwijl hij de grootste klojo van de hele familie is/was.
Bleys moet je aan de goede kant hebben. Als je hem aan de foute kant hebt, ben je dood. Dat nare trekje heeft hij van Oberon. Maar ja, ieder familielid heeft dergelijke trekjes, ik toch ook? Als ik boos wordt, stuur ik de valk op iemand af. Ik zie een flits van Phillipien die mensen uit elkaar rukt met veel plezier.

Rhexenor komt met zijn troepen bij een verlaten kamp. Dierdre is weg. Er is niets te zien. Ze zijn verdwenen en de sporen netjes gewist.
“Houd elkaar vast,” zegt Rhex.
“Hoe wil je dat de mannen elkaar vast houden?” vraagt Julius.
“Gewoon, met de handen op iemand zijn schouder en één iemand moet mijn schouder vasthouden. Zodat we als het ware een ketting vormen.”
Ze doen dat en Rhexenor probeert Dierdre te troeven. Blijkbaar is ze bezig, want hij komt er niet door. Julius vraagt hem of hij niet hetzelfde kan doen als zijn moeder. Zij lopen dan achter hem aan, gaan door gebieden en dan zijn ze er. Dat kan Rhexenor niet. Julius is verbaasd, dat kan toch de hele Amber familie? Nee dus. Boromir ook niet, denkt Rhexenor.
De Romeinen gaan kamp opmaken. Rhex maakt eten met de hoorn, lekker van alles wat. Dat deed Dierdre nu weer niet. Rhex denkt dat ze naar een andere wereld is gereisd. Eigenlijk zou hij dat ook moeten kunnen.
“Ik moet even plassen, “ zegt hij. Hij wordt gewezen op de net gegraven latrine. Daarna zegt hij dat hij even gaat verkennen. Als hij buiten gezichtsveld van de Romeinen is, pakt hij de Merlijn troef en concentreert zich erop. Het kaartje veranderd en wordt heet. Er komt rook uit, heel geheimzinnig allemaal. Er ontstaat een grote zwarte rookwolk en daaruit een demon met zwarte klauwen, vleermuisvleugels en een wolvengezicht. Hij heeft een lange staart en kijkt gemeen uit zijn gele ogen. Zijn tanden blikkeren vervaarlijk. En hij kijkt hem aan.
“Merlijn?” vraagt Rhexenor.
“Ja,” zegt de demon. Deze vorm is dus geschikt om mee door werelden te reizen.
Het veranderen in die vorm is niet erg gemakkelijk. Alles moet stukje bij beetje. Het is vermoeiend en pijnlijk en Rhex uren bezig om maar een beetje te veranderen Daarbij komt dat Merlijn een echte zeikerd is om als leraar te hebben. Als Rhexenor denkt dat hij nu de goede vorm te pakken heeft, krijgt hij een oplawaai met de staart, “Sukkel!” en kan hij opnieuw beginnen. Dat maakt hem best kwaad en zo wordt hij bijna een echte demon.
Uiteindelijk is Merlijn tevreden over de vorm en gaat Rhexenor leren om al vliegend een spoor te volgen. Hij ruikt een spoor, volgt dat en het spoor wordt dunner en dunner en verdwijnt. Ook dit doet hij volgens Merlijn niet goed. Na een week of twee van oefenen is Rhexenor in staat om het spoor te blijven volgen en staat hij ineens in een soort woestijn. Merlijn legt hem uit dat hij het gat kan open houden, dan kunnen anderen er doorheen lopen. Na veel oefenen zegt Merlijn uiteindelijk dat hij het nu kan en verandert in zichzelf. Hij pakt een troefje met de afbeelding van een molen en verdwijnt.

Dit alles heeft een paar weken gekost. Af en toe heeft Rhexenor zijn manschappen gevoerd. In die weken hebben zij een fort gemaakt, compleet met torens en een gracht met water.
Het is tijd om door werelden te gaan reizen. Hij zegt hen niet bang te zijn als hij die vorm aan neemt. Hij laat zien wat hij bedoeld en natuurlijk schrikken ze zich rot. Gelukkig wennen ze er aan en ze zijn danig onder de indruk. “Oh, hebt U dat voor ons gedaan? Bent U een afgezant van de Goden?”
Het fort is niet voor niets gebouwd, er willen wel dorpelingen komen wonen. Die dames die hen zo leuk vinden komen bijvoorbeeld hier wonen, die hebben ze al die weken verstopt gehouden voor Rhexenor.

Hij volgt het spoor van Dierdre in demonvorm en net als hij door het gat, houdt hij het vast. Als iemand hem nu zou aanvallen is hij dood. Het doet erg zeer. Ze komen in een woestijnwereld terecht en er zijn andere sporen van manschappen en paarden. Die worden ook gevolgd. Per dag kunnen ze één wereld verder reizen, Rhexenor wordt er erg moe van en het is zeer pijnlijk. Uiteindelijk komen ze bij een oase waar zijn moeder is.
Ze vraagt hem waarom hij haar niet getroefd heeft, ze is trots op hem dat hij nu toch door werelden kan reizen. Heeft hij dat van Merlijn geleerd, van dat ventje? Aardig van hem. Merlijn die aardig doet...
De manschappen beginnen meteen het kamp beter verdedigbaar te maken. Het waren 200 bandieten, meldt Rhexenor. Zij dacht dat er meer waren. Ze zijn hier om van die Ali Baba types af te maken. “Of je gaat even naar onze wereld meer Romeinen halen,” stelt ze voor.
“Eerst overnachten en eten,” zegt Rhexenor.

De volgende ochtend vertrekt Rhexenor om Romeinen te gaat ronselen. Dierdre weet niet hoe hij dat moet doen, ze denkt dat hij paden moet zoeken. Goed aan thuis denken, zegt ze. Ze weet eigenlijk niet hoe Nicolas dat doet. Hij werd geen monster om door werelden te kunnen reizen, hoewel ze het daar nooit over hebben gehad. Ze hadden het over andere dingen.
Rhexenor vraagt zich af of Boromir kan Shadow Shiften? Ze denkt van niet, misschien kan hij Patroon, Gérard kan dat tenslotte ook. Ze denkt dat hij het ook kan leren, maar het zal hem veel tijd kosten.
Zijn mannen staan klaar. Er zijn 76 man nodig, zegt Julius, want dan word ik centurio. Rhex ruikt diverse sporen. Hij probeert een geur naar zijn wereld te volgen. Hij gaat er doorheen, de mannen er doorheen halen is pijnlijk. Gelukkig houden ze rekening met hem, ze rennen er doorheen. Ze komen uit in een grasland met hier en daar een boompje. Ze gaan op wacht zitten. Ze willen nog steeds schietdingen. Er zijn veel vijanden en ze willen zichzelf kunnen verdedigen. Per dag reizen ze één wereld verder. Zo komen ze door allerlei werelden heen. Van dinosauriërs naar treinen. Op die wereld trekt Rhexenor met zijn Romeinen veel bekijks. Ook komen ze door een Middeleeuws soort wereld. “Hier zijn kruisbogen,” zegt Rhex. Er zijn gouden munten genoeg om voor iedereen een kruisboog te kopen. Ook verkoopt hij wat van het eten, maar dat levert nauwelijks iets op.

Ze oefenen wat met de kruisbogen in het bos. De poorten openen nu ietsje beter. En uiteindelijk komen ze aan in hun eigen wereld. In de verte ligt een typisch Romeinse stad.
“Je moet wel geld hebben,” zegt Julius. Ze besluiten om de bergen in te gaan om reuzen te verslaan, de stad plunderen had ook gekund.

Intussen praat Flora verder met mij. Ik zeg dat de meeste familieleden best interessant lijken. Ze komen nooit bij elkaar, zegt ze, dat is echt jammer. Hun Pa heeft nooit gewild dat ze bij elkaar komen. Ze maakt zich een beetje zorgen over de familie. Er zijn zo veel vijanden. Als je macht hebt willen anderen dat hebben. De familieleden zijn hun eigen vijanden.
Pa had een spelletje om hen tegen elkaar uit te spelen, ze weet niet waarom. Misschien dacht hij dat ze dat sterker zou maken. Zelf als koning deed hij zijn best er iets van te maken als koning, het leek niet of hij van het koningsschap af wilde. Ze weet zeker dat hij niet dood is. Zeker dood is een Amberiet nooit. Ik vertel van die rare achtergrond van het portret van Oberon. Ze vraagt waarom ik mijn troeven er niet bij gepakt heb, dat zijn ook die portretten in de hal. Ik was echter niet in de hal. Ze denkt dat ik in zo’n onbekend stuk Amber ben geweest. We bekijken de troeven. Hierop hebben Benedict, Corwin, Dierdre, Eric, Dworkin, Osric, Finndo, Oberon, Sand en Delwin geen achtergrond; zit Brand op een paard en is de achtergrond een vergezicht met lucht. Caine staat met een Chaos wereld op de achtergrond. Fiona en Bleys hebben allebei het paleis. Flora zelf een zwarte achtergrond, zij zegt dat het een zwart gordijn is. Gérard en Llewella staan bij een schouw. Julian heeft ook een zwarte achtergrond. Random staat op een balkon in een soort van clownspak. Martin en Merlijn hebben het paleis als achtergrond.
Misschien is de achtergrond op Oberons portret een aanwijzing voor waar hij nu is.
Er zijn schaduwen waar je wezens hebt die nachtmerries zijn. Er zijn vampieren die dood zijn en niet ziek. Geesten en spoken komen op meerdere werelden voor.
Hoe lang heeft de Phoenix in de Abyss gelegen? Want al die tijd hebben dat soort wezen de kans gehad om dingen te doen. Misschien is het niet gelukt omdat iemand daar een beeld heeft neer gezet. Wie heeft het beeld daar neer gezet? Oberon en Bleys misschien nadat ze hadden afgerekend met die wezens? En hadden ze niet alle wezens te pakken?
Ik vertel over de dode vrouwen. De naam Leonora, de vrouw van de handelaar, komt haar bekend voor. Rinaldo had een vriendin die Leonora heette. Die heeft hij weer gedumpt. Wat levert het op om vrouwen te doden die ooit iets hadden met een Amberiet?
Dat met die schaduw lijkt wel voortplanting. Dat is vreemd, zegt ze. Misschien kunnen ze alleen een bepaald soort mensen overnemen/voortplanten. Qua magie is het bloed van gewone mensen zwak, het werkt niet door Schaduwen heen. Zouden ze zwanger zijn geweest? Ze hebben het zeker met een Amberiet gedaan, Cymnea en Faiella zijn zeker zwanger geweest. Maar of ze zwanger waren op het moment van de offering? De relatie van Leonora en Rinaldo was trouwens al langer geleden, dan had ze de baby al gehad moeten hebben.
Als een Amberiet in een wereld woont, wordt die wereld steviger en echter. Vrouwen van Oberon leven langer, werden/ worden niet ouder. Magie met bloed moet Macht op leveren. Het kan zijn dat iemand Macht wil gebruiken dat met Amber te maken heeft, maar niet opvalt. Als je een Amberiet offert, krijg je namelijk heel Amber achter je aan. Er is iemand bezig die de achterdeur gebruikt. En een praktijk die ‘normaal’ is in sommige werelden, wordt nu toegepast in Amber. Iedereen met wie Amberieten omgaan loopt misschien gevaar. Wat we hebben gezien klinkt eerder als voortplanten dan oproepen. Er verdwijnen meer helpers van Amberieten.
Wat de boeken betreft: het Necronomicum gaat over verbannen demonen. Het is niet duidelijk door wie en waarom. Ook staat er beschreven hoe ze op afstand andere engerds kunnen helpen naar een andere wereld te komen. Misschien dat ze door in Amber iets te doen dichter bij komen dan ooit. En dan lopen we allemaal gevaar. Brand weet er heel veel van, van bloed en dat soort effecten. Praten met een expert in demonen zou handig zijn. Nee, niet met Julia. Dat is een kreng, al die informatie gaat ze zelf gebruiken. Het is er niet voor niets één van Jasra. Ik noem Mandor, misschien dat ik deze via Martin kan bereiken.

Ronardo is na een week of twee genezen. Hij heeft een beetje geoefend met troeven en vlinders lokken. Ook maakt hij schetsen, van bijvoorbeeld dit huis. Dat kost een dag. En hij heeft nu een trotse moeder. dat werkt wel, zegt ze. Nee, die schets moet hij niet gaan testen, dan gaat die kapot. Ronardo heeft al troeven gemaakt van Rhexenor en Morwenna. Ook heeft hij er één van Dalt met een blauwe achtergrond. Ze raadt hem aan een eigen symbool op achterkant te zetten. In sommige troeven stopt ze wel eens wat speciaals. Als iemand die troeven gebruikt, weet ze het. Of ze luistert ze af. Of de gebruiker krijgt het idee in zijn hoofd dat ze heel aardig is. Nee, dat weet Random niet, ze hangt hem niet alles aan zijn neus. Sommige belangrijke troeven kunnen worden afgeluisterd. Wat ga je doen, vraagt ze. Hij gaat naar Rinaldo, voor hem werken. Rinaldo is een handelaar, vertelt ze hem, die zal je proberen een poot uit te draaien.
Hij gaat nog even gedag zeggen tegen Henry. Deze zegt dat hij als kind al snel weer op de been was na een ongelukje. In deze weken heeft hij zijn teleport verbeterd, het wordt een riem. In Amber heeft hij met die ene vent staan kletsen. Deze had goede ideeën over tijdmachines. Iets met spiegels. Misschien wordt het een teleport door dimensies. Net als “Sliders”, een tv serie.

Dan troeft hij Rinaldo. Deze begroet hem enthousiast en haalt hem door Ronardo zegt dat hij voor hem komt werken. Hij is nu in het paleis van Kashva aan tafel met fruit en vlees en wijn. Coral is er ook en ze geeft hem een begroetingskus. Ze praten even wat over haar zus die bezeten is, maar toch aardig. Leida heet ze. Ronardo eet wat mee en vertelt iets over hoe zijn hand ontplofte. Zoiets als anti patroon kent ze wel. Het kan zijn dat Ronardo anti patroon ontdekt heeft, dat die wezens dat hebben. In sommige werelden is dat het Patroon met een foutje. Dat heet Gebroken Patroon, Merlijn zou het hebben gelopen. Rinaldo kent Julia heel goed, ze hebben beiden op Berkeley gestudeerd. Ze heeft hem en Merlijn behoorlijk dwars gezeten. Dat met die doden levert niet veel op,, denkt Rinaldo. Ronardo vertelt over en demonstreert de handsschoen. Dat vinden ze handig. Ze wisten niet dat er Abyss power bestond.
In Begma zijn nog wat spullen die hij interessant vindt. “Weer iets tegen Begma,” zegt Coral. Straks mag hij over zaken praten. Nu wil ze weten of er nog leuke moppen verteld worden in het paleis. Coral vindt het clowntje zo grappig. Rinaldo vindt hem een zeikerd. Hij is gebonden aan het paleis, denkt Coral. Hij is zo grappig, heeft zo’n leuk bolletjes. Rinaldo kijkt met afschuw. Coral gaat verder. Het is al humor om te zien hoe hij grappig probeert te zijn! Wat zielig dat hij door elkaar wordt gerammeld. Hij heeft vrienden en die zijn allemaal even grappig. Hij heeft eens in de zoveel jaar een feestje. Droppa deed zelfs lijm op de stoel van Oberon. Als het gesprek dan op Dworkin komt, vindt ze het niet leuk en ze is weg.

De schrijver wordt er bij gehaald. Deze mag alleen opschrijven wat Rinaldo zegt. De schrijver moet schrijven dat Ronardo een landgoed krijgt met personeel, een titel en jonker. Dat levert ook nog wat op, maar dan moet hij wel zorgen voor zijn boeren. De voorwaarden zijn nader te bepalen.
Wat gaat hij daarvoor doen? Rond spioneren. Misschien is het handig eerst in Corrilane te spioneren. Hoe kwam hij daar eigenlijk de vorige keer? Oh zo. Dan wordt het wat lastig.
In Begma Hebben ze staven met vuurbollen en die wil hij hebben. Hij heeft ook gehoord over Gannesh en daarvan wil hij ook alles weten. Ronardo vertelt hem van al die poorten. Rinaldo vraagt of we nog sporen gevonden hebben van Osric en Finndo. Zij zijn verdwenen en waarschijnlijk dood. Maar ze hadden vast leuke spullen. Ronardo vertelt over de wereld van Humpty Dumpty, nachtmerrie van Finndo of Osric. Rinaldo raadt hem aan de volgende keer de ezel, de zak en het tafellaken mee te nemen. En ja, ook die kijker die terug in de tijd kon kijken. Je kunt proberen daar nog een keer te komen. Heeft hij er ook een Spyckaard gezien? Nee dus. Als hij er één vindt, moet hij hem aan Rinaldo geven. Hij legt Ronardo goed uit waarom hij dat zou moeten doen en deze is het met hem eens. Naderhand bedenkt Ronardo dat hij een beetje is omgeluld.

Morwenna.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!