Saturday 8 November 2008

Claims op de Keep/ Amblerash

In de keep bekijk ik de fontein. Deze bestaat uit en hele grote bak en staat temidden van het gebouw met een heleboel kamers. De fontein is feitelijk een grote cirkel, daarin is een regenboogachtig effect te zien van de elementen water, aarde, vuur en lucht. Het heeft iets fascinerends en machtigs tegelijk. Ik zou er niet veel controle over kunnen hebben.
Ik ga naar boven, en kijk vanaf de kantelen naar de omgeving. Aan de noordkant zijn de kampvuren te zien. Het is nu donker en ik zoek een verstoring. Er zijn drie poorten in het noorden en twee in het zuiden. De poorten zijn waarschijnlijk magisch.
Ik pak Williams troef. Hij is druk bezig, troef gedraagt zich anders hier. William is aan het studeren, magische rijmpjes aan het opzeggen. Hij stopt en neemt de troef aan.
Ik vertel wat er aan de hand is en vraag of hij wil komen kijken. Dat is goed, hij wil eerst Ronardo vragen of deze zin heeft om mee te komen.
Hij is erg sterk, verbreekt de abrupt de verbinding.
Ronardo studeert. Magie op rijm is het beste te onthouden.
William komt eraan lopen.
“Ik moet ergens naar toe, naar de keep of 4 worlds. De plaats wordt aangevallen op het moment.” Ronardo wil wel mee, het is geen probleem om hier terug te keren, daar hij al een troef heeft gemaakt van deze plaats. Ze nemen hun spullen mee.
Ik haal Julia door en vertel over de poorten. Dan haal ik mijn neven door. Julia zegt dat dat van die poorten bekend is.

Rhex ziet dat alle necromanciers dood zijn, van achteren vermoord. Hij bekijkt zijn eigen wond die inmiddels weg is, er loopt blijkbaar iemand onzichtbaar rond, net als hij. Op deze plaats ziet hij niets, hij heeft ook niets aan die zombies gezien. Jurt en Iolanthe zijn zombies achterna aan het lopen.
Hij kan beter geen Feniks gebruiken met dit Chaos harnas. Er is hier vieze, heel gore magie. En er zijn een aantal levende wezens. Hij stemt zich op de Feniks af. Er is gras en er zijn bomen, er loopt ook iemand rond waarmee iets heel erg mis is. Deze heeft een heleboel macht, maar ook heel erg fout. En dan loopt daar de Feniks zowat zelf rond. Verderop is er iemand die aan het wegrennen is. Rhexenor volgt en komt dichterbij en de persoon stapt ergens doorheen. Iolanthe en Jurt komen erbij.
“OH, hier is de Gate,” zegt Jurt. Er staat een grote cirkel van licht, magische symbolen en een regenboogachtig vlak in het midden. Er is iemand doorheen gestapt. Dan verdwijnt de poort. Is dat niet te volgen met Patroon ofzo, vraagt Rhex aan de andere twee Chaosieten.
Dat is een poort die bestond uit de magie van deze plek en er is er nog een, zegt Jurt.
“Oh, nu niet meer, er zijn er nog drie en daarvoor moeten we door die legers heen banjeren.
Misschien dat we eerst even moeten overleggen, de andere zijn misschien nog niet dicht. Het is dankzij jou dat ik weet dat ze hier zijn en er zijn spreuken voor om ze te dispellen.”
Ze keren terug in de keep en Jurt haalt ons vieren door.
Wie weten er nog meer van deze plaats? Merlijn, Martin en Mandor en Brand. Martin is niet zo’n goede magiër, deze kan de gates niet hebben neergezet. De ondoden zijn tijdelijk uitgeschakeld nu.
Iolanthe verdwijnt en komt terug met een bewusteloze vent in uniform. Het is een bekend uniform. Grijs, met het symbool van een leeuw die een eenhoorn opeet. Dit lijken troepen van Dalt.
Rhexenor wil naar zijn vrouw. En verdwijnt, niet door middel van troef.
Jurt heeft broodjes ergens vandaan gehaald en drank.
“Ik hoop niet dat je snel terug moet,” zegt Julia tegen William.
Een week of wat geleden kwamen deze troepen in deze vorm opdagen. ’s Nachts de zombies.
Ik vertel in grote lijnen over deze plaats aan Ronardo en Iolanthe. Ook vertel ik over de terugkeer van Jasra en dat ik niet in ruil om informatie heb gevraagd
Ronardo troeft naar Dalt die bezig is om met mensen te praten in een legertent.
“Dat is lang geleden. Het is een beetje druk, het gaat wel.”
Ronardo vraagt hem naar de legers, Dalt zegt dat hij hem daarvoor zo door zal halen, dit is niet iets om over troef te bespreken, hij wacht tot Ronardo de verbinding verbreekt.
Hebben jullie me nog nodig? vraagt Iolanthe. Ze stelt zich voor als Iolanthe Handrake, ze is erg oud, komt uit de tijd van Benedict.
“Wie mijn ouders zijn gaat je niets aan,” zegt ze tegen Ronardo die daar naar vraagt.
“Ik heb onlangs troeven van mezelf laten maken en zal je een troefje geven, als je vragen hebt over de Feniks, stel ze. William, Ronardo en Julia krijgen een troef van zeer streng uitziende dame met Chaosuniform. Op de achtergrond is de Feniks geschilderd. Het uniform is rood met goud, er is een kasteel te zien op de achtergrond. Dan neemt ze afscheid en gaat weg.
“Chaosieten vinden het niet belangrijk wie de ouders zijn, misschien wil zij niet aan haar ouders herinnerd worden,” zegt Julia tegen Ronardo. Dat herkent hij: “Mandor wou niet over zijn broer beginnen.”
Ik vraag om uitleg.
“Ik heb een zus die niet weet wie haar vader is. Volgens mij lijkt hij nogal veel op Mandor.”
“Dus je moeder is met de broer van Mandor gegaan. Dat is niet iets waar je zomaar mee te koop loopt,” zegt Julia.
“Merlijn is de oudste, komt als eerste voor troonopvolging in aanmerking,” zegt Jurt. “En dan Despil. Mandor is serieus, maar die wil niet.”
“Sawall was in zijn zijn jongere jaren ook interessant. Misschien is dat haar vader,” suggereert Julia. Ik twijfel, volgens Mandor is er geen van zijn zussen meer in leven. (als speler: Gramble Sawall heeft grijze ogen, de man die door Sandra is beschreven had blauwe ogen).
Ronardo vertelt dat zijn zus Sandra heet en dat ze rood haar heeft en best op Fiona lijkt. Meer wil hij niet vertellen.
Er wordt over mijn aanstaande verbintenis gesproken, ze kunnen er niet over uit dat mijn vader dat zomaar goedkeurt. Met name Ronardo doet erg gepikeerd over Julian.
Als William die een zoon of een dochter krijgt die ineens met Chaosieten gaat, dan dat gaat niet. Dat gebeurt niet. Van mij begrijpt hij het echter: ik ben gefascineerd door evil, ben opofferingsgezind en kan alleen op die manier erachter komen hoe ik het beste het Kwade kan gaan bestrijden.
Julia vertelt dat ze met Jurt gaat en hij is een Chaosiet. Sommigen zeggen dat je een afgezant bent van Goden, zegt William tegen Julia.
“Door jou is Jurt wellicht toch op het goede pad te krijgen.”
Ronardo vraagt om de troef van Jasra, die geeft ze liever niet.
Dalt troeft terug om Ronardo door te halen. Hij ziet er netjes uit, zit met een nette broek en jasje in een kantoortje. Ronardo krijgt koffie die door ene Edith wordt gebracht. Ook krijgt Ronardo het visitekaartje van Dalt: Dalt du Lion, mercenary en wapenleverancier.
Het is een net opgericht bedrijf, zegt Dalt trots.
Ronardo begint over het probleem, Dalt typt wat op een laptopje, maakt speciaal hiervoor een nieuwe entry.
“Ik probeer uit te vinden of je erachter zit of niet,” zegt Ronardo.
“Het is handig als ze er al zitten,” zegt Dalt. “Ik volg het nieuwe cursusboekje ‘zaken doen met legers’. Ik heb het gekregen van Rinaldo en je kunt er schatrijk mee worden, ik sla twee vliegen in een klap.” Ronardo vertelt over de wereld die ze nu aan het belegeren zijn. Dalt vraagt bijzonderheden over Julia en Jurt. Hij rangschikt ze beiden onder Chaosieten, hij legt nu een database aan en onthoudt zo alles beter.
“Waar komen die troepen vandaan?”
“Zit Benedict daar? Een vleugel van paleis Amber? Bleys met een leger? De Eenhoorn of een kerk van de Eenhoorn?”
“Nee.”
“Dan stel ik daar geen belang in. Wil je troepen hebben of wapens. Ik lever je 1200 bazookas voor de prijs van 1000, of 5000 zwaarden voor 4000 inclusief magisch zwaard.”
“Als je die troepen hebt geleverd aan iemand, wie is dat dan?”
“Ik kan niet de namen van mijn cliënten bekend maken.”
“Erg vervelend, ik wil eigenlijk uitsluiten dat het met Jasra te maken heeft, die is niet langer verbannen.”
“Welke idioot heeft dat gedaan!”
“Morwenna.”
“Weet Rinaldo dat al?” Deze wordt meteen getroefd met het nieuws en even later worden ze doorgehaald.
“Zeg dat het niet waar is! Ik ben me rotgeschrokken! Had je dat niet eerder kunnen vertellen?”
“Ik weet het net pas.”
Ronardo krijgt dure champagne geschonken.
“Hoe is het met mijn troepen?” vraagt Rinaldo aan Dalt.
“Ik zou toch aan niemand vertellen wie de cliënt was…”
“Rinaldo, waarom beleger jij de keep of the four worlds?” vraagt Ronardo.
“Die keep is van mij, dat is een hoop geld waard. Er zitten een paar eieren uit Chaos, die moeten maar oprotten.”
“Morwenna en William zitten er ook.”
“Waarom heb je die er neer gezet?” Er ontstaat wat verwarring over wie wat gedaan heeft. Uiteindelijk komen ze er een beetje uit, maar Rinaldo is niet blij.
“Hoezo hebben ook Amberieten macht in mijn wereld gestopt? Ik heb deze gevonden, mijn moeder heeft dat wel ingepikt, maar het was van mij!”
Uiteindelijk troeft Ronardo naar Morwenna, die ze doorhaalt naar de keep.

Rhexenor staat bij het bed van zijn vrouw, die daar ligt met de baby. Ze ziet er wat ziekjes uit en slaapt. Hij maakt haar wakker en ze vertelt hem dat ze zich heel erg beroerd voelt.
“Ik ben niet ter dood veroordeeld,” vertelt hij blij.
“Hoezo ter dood veroordeeld?” vraagt ze zwakjes. “Ik voel me erg naar, ik kan je niet volgen.”
“In plaats daarvan krijg ik werkstraf,” en hij legt dat uit.
Ze is ziek. Ze is misselijk, heeft hoofdpijn en koorts. Er is een boodschap om een dokter onderweg, maar die moet van ver komen. Eergisteren hebben ze een boodschapper laten sturen. Hij gaat naast haar liggen en valt in slaap. Na een poosje wordt hij wakker en probeert erachter te komen wat er aan de hand is met behulp van Feniks. Ze heeft een griep opgelopen en heeft medicijnen nodig. Die kan hij misschien zelf gaan halen, eigenlijk heeft hij weer les nodig.
Hij valt opnieuw in slaap en gaat de droomwereld binnen. Als hij daar net is, wordt hij ergens heengetrokken, wakker worden lukt niet. Hij komt bij een toren waar de Feniks is. Een vogel die in de brand staat.
In het begin gilt de Feniks nogal hard om uiteindelijk over te gaan tot fluisterende vlammetjes.
“Wat doe je hier!”
“Medicijnen halen, maar ik weet niet hoe.”
“Misschien groeit het dan ergens, kruiden groeien niet in een droomwereld. Maak dat je wegkomt, ga je plicht doen!”
Hij wordt wakker. Hij gaat naar de kruidentuin, er is een groen plantje waar iets mee is. Denkt aan zijn vrouw, dan aan de Feniks, dan aan de plant. Dit kan helpen, weet hij. Vervolgens zet hij de Feniks uit, dan ziet de wereld er normaal uit en roept de tuinman.
“Weet U hoe ik deze plant moet snijden?”
“Dat nieuwe mens weet dat wel, dat mens dat iedereen afsnauwt. Ik kan dat mens wel even halen.”
Even later hernieuwd Rhex de kennismaking met Aildith.
“Uw vrouw heeft de griep,” weet ze hem te vertellen. “Al bijna een week. Inmiddels hebben we een dokter laten roepen, maar die moet nog komen.”
“Ik weet niet wat ik met deze plant moet doen, misschien dat het haar kan helpen.”
“Als U dat denkt… Het kan zijn dat een gedeelte van zo’n plant giftig is, terwijl een ander gedeelte heilzaam kan zijn. En dan is het de vraag of U de bladeren of de wortelen nodig heeft.”
Hij denkt weer aan de Feniks en weet dat het om de wortel gaat. Hij trekt de plant uit.
“En nu?” zegt Aildith.
“Weet ik niet.”
Ze legt hem uit dat de wortel te verdrogen is, dan kun je er thee van zetten. Of misschien moe het verwerkt worden in een zalf. Of misschien moet het opgegeten worden. Rhex probeert er weer met Feniks achter te komen, maar heeft eigenlijk alleen maar honger. Dan maar een kruidendokter. Als hij zijn troefkaarten tevoorschijn haalt, vraagt Aildith hem of hij de groeten wil doen aan Morwenna?
“Die heb ik al een poos niet gezien…”
in plaats daarvan troef hij naar Julian, die pas het contact aanneemt na wat aandringen. Hij kijkt Rhex nors aan.
“Wat wil je?”
Rhex heft de plant omhoog.
“Zie je deze?”
“Ruw uit de grond getrokken bedoel je?”
“Nee, ik wil weten hoe ik deze plant kan gebruiken.”
Julian zucht diep, snauwt wat bevelen naar de honden en zegt tegen Rhex hem dan maar door te halen. Dat doet deze prompt, zonder nadenken. Julian schrikt even als hij Aildith ziet, maakt een buiging naar haar en groet.
“Je had niet verteld dat je gezelschap had,” zegt hij boos tegen Rhex.
“Ik laat jullie maar even alleen,” zegt Aildith verlegen en maakt dat ze wegkomt. Rhexenor voelt aan de sfeer dat er iets niet klopt tussen die twee.
“Ik heb eigenlijk geen tijd,” zegt Julian. “Wat is dat met die heelwortel?” Rhex vertelt over zijn zieke vrouw, Julian doet geërgerd.
“Waarom zeg je niet dat je vrouw griep heeft? Waar is ze?” Rhex wijst hem de slaapkamer, Julian voelt aan het voorhoofd van Dyenne.
“Koorts,” zegt hij. Zonder verdere uitleg loopt hij met de wortel naar de keuken en komt wat later terug met schijfjes die Dyenne moet opeten.
“Niet alles tegelijk. Ik ben weer weg.” Zonder enige vorm van afscheid verdwijnt hij door middel van een troef.
Dyenne is in de war.
“Was dat je oom? Die is zo vreselijk nors!” Hij voert haar wat schijfjes, heeft geen idee hoe snel ze gaan werken. Ze vallen dan met zijn tweeën in slaap.
Na een tijdje wordt hij wakker door Dara. Hij is bij zichzelf thuis, Dyenne is een beetje ziek. Ik wilde je doorhalen om te beginnen met opleiding. Binnenkort dan, ik zeg dat je even verhinderd bent nog, troef me als je daar klaar bent.
Het is ergens in de namiddag, hij voelt zich fitter dan sinds lange tijd. Uiteindelijk wordt ook Dyenne wakker, de baby moet verzorgd worden. Dat doet hij, het is een lieve baby, helemaal niet harig.
Dyenne voelt zich ietsje beter, ze lust wel iets. Hij ook en rent meteen naar de keuken!!
Ze zijn bezig met Dyenne’s eten. Ze doen beleefd en zijn echt bezig, valt hem toch wel op. En nee, het eten brengen zij, daar zijn ze personeel voor, hij mag niet zelf dragen.
“Anders zijn we onze baan kwijt en dan moeten we weer terug naar Amber, eigenlijk is het hier best leuk.”
“Is Dyenne wel aardig voor jullie?”
“Altijd geweest.”
Er wordt eten geregeld voor de Heer des Huizes intussen, er komt al iemand aangelopen met eten.
Ze lopen inderdaad harder nu. Tijdens het eten praten ze wat, ze is flink ziek geweest.
Hij vertelt weer over de rechtszaak, ze wist niet dat het zo ernstig was, eerder had hij geen doodstraf genoemd. Hoe moet het dan met onze dochter, gaan we dan ook dat soort dingen meemaken met haar? Hij vertelt enthousiast over zijn werkstraf.
“Hoe is het hier?”
“Ja eh, die moeder van Morwenna heeft de wind er wel onder. Toen ben ik echter ziek geworden. Ineens voelde ik me beroerd worden.”
“Ik ben nooit ziek, dus hoe komt dat?” vraagt Rhex achterdochtig.
“Aildith zegt dat ik misschien wat verzwakt ben door de bevalling en meer vatbaar ben. Aildith is ook haast nooit ziek, nog best jong eigenlijk. Die vader is een beetje krakkemikkig, hij vindt het heel fijn hier. Het klimaat, de omgeving. En hij is gek op druiven, ik denk dat je die daar niet kan krijgen.”
Hij vertelt misschien een psychische klap op te hebben gelopen in Dark End.
“Jij een psychische klap, daar moet je toch hersens voor hebben?”
Ze eet nog een schijfje wortel.
Afgezien van die ziekte heeft zij zich wel vermaakt. Of hij mooie vrouwen heeft gezien? Hij vertelt van Ultima.
“Hoe trouw ben je? Vast niet zo erg als de echte vader van Morwenna die met jan en alleman aanpapt…”

Ik kan niet zien waar Mandor mee bezig is, goed afgeschermd. Ik troef Julian, die vertelt over neef Rhex die een kruidendokter nodig had, een druïde, een treehugger.
“Ik heb extra stug gedaan, ik hoop dat hij de volgende keer iemand anders lastig valt.” Voor mij heeft hij wel tijd en haalt me door, ik sta ergens in Arden, bij een heuvel met een ruïne erop.
Hij grijnst of hij iets weet dat ik niet weet.
Morwenna vraagt aan Julian hoe het met hem is, het gaat goed, maar hij wil over die parasiet weten, dat heeft Morwenna gehoord van Iolanthe, die heeft ze opgelopen in Dark End.
Julian weet dat Morwenna meer bloed kwijt is dan alleen aan een altaar, Morwenna legt uit dat dat aan Eric ligt.
Eric had aan de Ctulhu gevraagd hoe hij weer levend kon worden en kan dan niets meer zeggen.
Julian vermoed dat Caine erachter zit.
Caine word bedankt, Julian is blij dat hij niet de geest van Oberon mee heeft gestuurd, Julian vertelt aan Morwenna over dat 2e beeld en die bom.
Julian kent Caine wel goed, Morwenna weet dit, ze wil hem niet ongerust maken maar nou weet Julian wat erachter zit.
Morwenna heeft met Mandors vader gesproken, Julian vraagt af wat er zich afspeelde.
Het komt erop neer dat hij veel weet en er wat over heeft verteld, hij heeft over haar moeder verteld dat ze afstamt van Lorrayne.
Lorrayne is omgekomen bij een experiment van Oberon, zegt Morwenna. Er zijn meer Amberieten die niet zo dood zijn, zegt Julian.
Morwenna geeft toe aan Julian dat ze belangrijke informatie heeft losgelaten.
Niet aan Jurt doorvertellen dus.
Morwenna zal de informatie niet verder vertellen, maar ze moeten het er wel nog over hebben met Morwenna haar moeder.
De kring om de ruïne is van steen. Toren lijkt van metaal. Er straalt geen macht vanaf.
Julian zegt dat het veel verklaart over de tijd toen hij Morwenna’s moeder ontmoette, hij kan het niet meer goed herinneren, het was net alsof hij haar eerder had ontmoet dan dat hij op weg was naar zijn broers.
De tijd was vaag, Morwenna’s moeder was waarschijnlijk gemanipuleerd, hij mogelijk ook.
Morwenna zal vragen aan haar moeder of ze een keer zin heeft om te praten.
Julian vraagt zich af wie Julian en Morwenna’s moeder zou willen koppelen.
Of ik wel eens het gevoel heb dat ik gemakkelijk op plaatsten kon die anders moeilijk te bereiken zijn. Hij heeft zich wel eens afgevraagd of het aan hem lag of aan Arden, maar toch typisch als je kunt bepalen waar je moet zijn, op welk tijdstip en ook die volgorde kan bepalen.
Zo zou je terug moeten kunnen naar de oorsprong van dingen.

Weer terug in de keep haal ik Ronardo, Dalt en Rinaldo door.
Dalt kijkt een beetje verlegen en zegt hallo tegen Dalt en Julia. Jurt komt met een dienblad wijn en glazen.
Wat is dat met die legers.
Het zijn Dalts legers, ingehuurd door Rinaldo. Het gedoe met Eregnor is een beetje opgelost.
Rinaldo zou deze plaats willen gebruiken voor macht. Hij heeft het ontdekt, zijn moeder had hem gevraagd om uit te zoeken waar de tovenaar zijn macht vandaan haalde.
“Mijn vader heeft je op zijn manier gedwongen om haar te bevrijden. Niets wat je daaraan kunt doen, typisch mijn vader. Altijd bezig met een plan in een plan in een plan. Alles gratis, het levert nooit iets op. Als hij nu nog een beetje idealen had…”Als hij nu een beetje idealen had.
We willen ook niet dat Jasra hier komt, hij ook niet. We kunnen het lenen tegen betaling, ik ben de kwaadste niet…
We zorgen dat hier de boel netjes blijft, mogen het een beetje bewaken, er blijft een afdeling van het leger gestationeerd.
Er waren ineens twee legers. Kan er een tegenstander zijn van Rinaldo? Er was er eentje laatst: Kalkin, paarse mantel, paarse ogen. Een tovenaar die moeilijk deed. Hij wilde iets verkopen, familiegeheimen. Had een baardje en een snorretje.
Ook Dalt heeft iemand ontmoet, ene Xander. Ronardo heeft het paarse figuur nooit ontmoet. Jurt herinnert zich hem van de jongerenclub, Radius.
Ronardo suggereert dat Merlijn meer weet van het andere leger. Ik pak de kaart van Merlijn die rustig een boek zit te lezen. Wat ik hem vertelt, heeft hij niet zo’n verstand van. Ik haal hem wel door, ook al zegt hij het druk te hebben.
Hij zegt netjes gedag tegen iedereen en gedraagt zich relaxed.
Jurt brengt hem iets te drinken, dat over Merlijn heen gaat, deze tovert zich schoon. Rinaldo vraagt zich af wat zin zombielegers hier doen.
“Weet je wel wat dit allemaal kost!”
Ik leg de situatie aan Merlijn uit.
“Deze plek was verlaten, Mandor, Martin en ik hebben het leeggeruimd. Als niemand mij iets vertelt, kan ik niet weten dat dit naderhand geclaimd is. En ik zit niet achter dat andere leger.”
Ronardo zegt dat het zeker weet. Hij houdt van macht, interessante plaatsen, zich met andermans zaken bemoeien, van gates, toveren en undead.
“Iemand kan me iets gevraagd hebben, nu kan ik beter Despil erbij halen.” Dus ook deze wordt doorgehaald.
Merlijn begint over de zombies die hij hierheen hebt gestuurd, door middel van die gates die hij heeft helpen bouwen.
“Ik wist niet dat deze plaats bezet was, je hebt zelf verteld dat deze verlaten was.”
“Ik heb Despil verteld van deze plaats. Weten jullie dat dit een hele gevaarlijke plaats is? Kijk naar Jurt, hij is in deze fontein gevallen, de machten hier zijn erg gevaarlijk. Hoe ver ben je met afstemmen op deze plaats, Julia? Dit soort power is niet om mee te spotten en Despil wilde dat onderzoeken.
Je had toch zelf even kunnen kijken, waarom heb je die zombies gestuurd. Je hebt dus je eigen tovenaars lopen afmaken? En de poorten zijn afgebroken? Het is hier gevaarlijk, jouw huid voelt toch anders aan nu, Jurt?”
Ronardo meldt dat er dingen met troef kunnen hier. Merlijn vind dat er gestemd moet worden over de belangen in deze plaats en wil niet dat Martin of Mandor hierbij betrokken wordt.
William, Jurt en Julia zeggen al een belang te hebben, dus ze blijven. Merlijn vindt het vanzelfsprekend dat hij ook belang heeft, net als Rinaldo. Ronardo wil ook gaan investeren, Despil ook. Er moet een koelkast komen en een mech-army. Merlijn deelt mee dat hij de boel gaat coördineren en dat we allemaal moeten afspreken het bestaan van deze plaats onder ons te houden. Ik zeg dat ik afhaak, iets te veel mensen wat mij betreft. Merlijn verzoekt me ogenblikkelijk het overleg te verlaten en tevens mijn macht uit deze plaats te halen. Dat eerste doe ik, maar dat laatste nog niet.
Door middel van troef ga ik naar huis.
Dalt wordt dan ook weg gestuurd en er wordt overlegd. Ieder zet zijn eigen defence neer. Merlijn zal er nog iets over schrijven en inventariseren wat nodig is. Brand kunnen ze niets aandoen, Merlijn wil iedereen een voorstel gaan sturen. Wat gaan we nu doen? Ik heb het druk met andere dingen. Rinaldo zegt de leiding toe aan Julia en Jurt.
Julia baalt van al die mannen.
“Het is nu niet meer zo leuk, Morwenna vindt het niet leuk dat je, zoals gewoonlijk, de boel over komt nemen.”
“Als je me er niet bij willen hebben, ga ik. Het enige interessante is de effecten op troef, jullie zouden daar het een en ander kunnen leren, maar als jullie me er niet bij willen hebben…”
Julia, Ronardo, Jurt en Despil hoeven Merlijn er niet bij. Hij vertrekt.
William zegt dat Morwenna hier niet veel tijd heeft ingestopt.
“Ik heb Ronardo gevraagd om mee te helpen, maar hij heeft eigenlijk geen belang in deze plaats.”
“Maar ik vind het wel erg interessant,” zegt Ronardo. “Vooral het effect met troef. Ik wil er best in investeren.”
“Ik eigenlijk niet,” zegt Despil. “Als Merlijn niet meer mee doet, hoef ik ook niet meer.” Hij verdwijnt door middel van troef.
“Merlijn stookt hem altijd op,” zegt Jurt.
Rinaldo stelt voor dat er iemand met Morwenna gaat praten nog.

Terwijl Rhex vertelt over de rechtszaak, valt ze in slaap. Hij schrijft een briefje dat hij aan zijn plichten gaat voldoen, zijn dochter speelt met iets dat in de wieg hangt, ze is erg lief. Ze weegt niets, is heel klein.
Dara haalt hem door, wees voorzichtig, de Amblerashes kun je niet vertrouwen. Waarschijnlijk gaan ze je niet vermoorden. Bances Amberash wacht op hem in een kamer.
“Fijn dat je tijd had, we gaan maar.”
Met behulp van troef gaan ze naar een bos met paarse bomen met oranje bladeren.
Dit is het stukje van Chaos van Huis Amblerash, het woud Ambler. Bances is een vrij jonge man, niet zo heel groot. Hij heeft een baard en donker haar.
“We lopen dit paadje af naar het landhuis.”
Ze komen een koets tegen met zwarte Hellepaarden ervoor, een paarse slang als wapen. De koets gaat hard, paarden met rode ogen en vuur uit hun neusgaten.
Hun familie was het koninklijk huis. Er is een coup geweest, er is een smerig spel gespeeld. De vroegere koning was oom Swaywill, de koning daarvoor ook van dit Huis. Swaywill is overleden, waarschijnlijk aan een soort van curse. Hij is gewond geraakt tijdens een slag om de Kolvir. De wond wilde niet herstellen, hij is naar een schaduw gebracht waar tijd sneller ging, niets hielp. Hij is weg gekwijnd en dood gegaan.
Hij weet van Feniks power, maar lange tijd was er niemand die daar iets mee deed. Chaosieten leven niet zo lang als Amberieten. Er is alleen Suhuy die uit die tijd komt. En dan Iolanthe Hendrake.
“Ik zou niet de term ‘wel aardig’ gebruiken voor haar. Ze is ook niet aardig. Je hebt zelf ook iets met de Feniks? Typisch voor een Amberiet en Chaosiet, je bent het buitenbeentje in beide Huizen.
We waren altijd bezig met politiek, wilden de Huizen van Chaos in vrede met elkaar laten leven. Swaywill ging op slecht moment dood. We stonden op winnen, maar zijn onze adviseur Brand kwijtgeraakt en Corwin kwam plotseling aanzetten met wapens die normaal niet hoorde te werken. Het was een reeks van gebeurtenissen. Er is niet gewonnen en verloren. Tegelijkertijd greep Sawall de Macht en dwong een bestand af voor zowel Amber als Chaos, we zijn nu nog aan het herstellen van de oorlog. Ik denk niet dat Dworkin zich bemoeit heeft, hij en Oberon waren effectief uitgeschakeld.
Omdat we de koning niet meer konden leveren, hebben we ons terug getrokken van de strijd om de troon. We hebben geen opvolger meer. Er waren wel kandidaten, waaronder ik. Ons Huis heeft aan prestige ingeleverd.
Sawall vermoorden was niet verstandig, sinds deze koning is, is hij nog moeilijker te bereiken vanwege dat huwelijk met Hendrake en Helgram, die nu achter hem staan. We zijn nu uitgeschakeld qua verzet. Dara heeft veel macht, ze wordt gevreesd in de Hoven en heeft die twee Huizen ook nog achter zich. Merlijn is een kandidaat voor de troon en ik hoop liever eerder dan later dat die ouwe overlijdt. Hij is bijzonder taai, ik denk dat Dara hem in leven houdt. Het is in haar belang dat hij blijft leven. Ik denk dat zij hoopt dat hij Merlijn als opvolger aanwijst. Ik denk dat hij hoopt dat Mandor terug komt op de afstand die hij heeft gedaan. Dan wordt die opvolger. Iolanthe is niet het hoofd van Huis Hendrake, ze hangt er een beetje bij.
Ik wil je graag wat laten zien van de familie Amberash. We houden ook de regels in de gaten. Ik zie je een beetje als Amberiet, in je jeugd heb je onder invloed van je moeder gestaan, ik vraag me af hoeveel invloed Nicolas Hendrake op je had, verstandig dat ze je op een eigen wereld hebben laten opgroeien. Je vader is een beetje een buitenbeentje bij de Hendrakes.
Gilva is onder de slechte invloed van Merlijn gekomen. Dat hij zo power hungry is, is juist goed. Als hij wordt voorgedragen als koning zouden we daarachter staan, liever hij dan Mandor.
Prettig dat je een poos bij ons komt wonen, daar kan nog een verbintenis uit voorkomen.”
“Ik ben al getrouwd.”
“Het gaat om een politiek huwelijk met de familie Amblerash. Geen probleem als je al getrouwd bent, dat kan er best naast bestaan.”
“Daar moet ik over denken…”
“Wie weet kom je nog een leuke dame tegen.”
“Zoals Ultima?”
“Zij is van Jesby, is opgegroeid in een Schaduw en woont pas in Chaos. Je kunt altijd dingen vragen, we zullen samen eten.”
“Er komt een huwelijk tussen Amber en Chaos…”
“Ik heb mijn vraagtekens bij dat huwelijk, welke vieze plannen heeft Sawall daarmee? Een dochter van Julian op de troon… ik vraag me af of Julian op de trouwerij durft te verschijnen. Met een paar duizend pijlen door zijn bast zal hij daar niet lang zijn.”
“Dat is op mijn trouwerij ook niet gebeurd.”
“We waren niet uitgenodigd. Misschien leer je wel een hekel te krijgen aan Julian als je wat langer bij ons bent.
Dat voorgenomen huwelijk is een zoveelste smerige truc van Sawall en Dara. Die dochter van Julian is heel ambitieus. Misschien hoopt ze dat zijzelf of een van haar kinderen op de troon komt. Ik kan me van Julian niet voorstellen dat hij zo’n smerig plan zou goedkeuren. Zoiets is meer te verwachten van Corwin, Bleys, Dara of Sawall. Ze hebben een geschiedenis van smeerlapperij en achterbaks gedrag bij Sawall. Dara is oneervol, ze stamt af van Amber. En jij staat onder invloed van moeder, die je hoogstwaarschijnlijk afraad om in Chaos rond te dwalen. En je luistert niet, heel slechte zaak.
Als mijn vader iets zou zeggen, zou ik luisteren. Niet dat ik het zou doen… meenemen en nadenken en dan mijn eigen gang gaan.
Misschien is dat huwelijk een Jesby idee, ik ben niet zo’n Jesby fan. Net als Sawall, beetje stiekem…” “Als Deirdre me iets verbiedt luister ik wel. Maar niet als ze me zegt niet met mijn vader te praten…”
“Daar is wat aan te doen. Wat klooien met magie ofzo…”
Ze naderen een enorm landhuis dat eruit ziet als een bewoond fort. Ruitvormig, in een groot park van paarse bomen, een wapperende vlag, zwart met paars. Er lopen wachters rond, de wachters zijn een soort machines. Het zijn mensen van een meter of 5, achter een luikje open en er komt iemand uit megs. Ze hebben allerlei soorten bewapening.
Ze hebben flamethrowers enzovoort. Hij mag er ook een keer in rondlopen, en oefenen op de schietbaan. Hij vertelt over computerspelletjes. Er wordt hem iets vertelt van evenwichtsystemen. Huis Archens levert ze, Amberash kan ze laten bouwen. Ze hebben wel megs die werken met magie en techniek. Iemand heeft bij Jesby de defences uitgeschakeld, Mandor of Despil. Bances denkt Despil, want de kluis ook heeft hij ook nog open gekregen. Despil is erg goed, een talent met magie. Mandor had de boel niet zonder gaten open kunnen krijgen.
“Vertel straks maar eens aan Jesby dat hun defence niet echt goed is,” zegt Bances met een grijns.
Op de binnenplaats staat een kleinere meg, iemand krijgt een order, deze persoon gaat in de cockpit zitten en de meg verandert in straaljager.
Deze heeft twee vormen. Waarom hebben de Hendrakes dat niet? Die vechten graag met blote handen of een zwaard. Dit vind hij wel wat, cool.
“Mooi,” zegt Bances tevreden.
De meg landt en de persoon stapt eruit. Een hele mooie dame met blonde lokken.
“Dit is Anastasia Amblerash, het is mijn dochter.”
Ze lacht blij naar Rhex.
“Ik hoorde dat je een poosje hier komt wonen, leuk!”
Bances laat hem even alleen met zijn dochter, zij gaat Rhex wat rondleiden. Heb je al eens zo’n machine bestuurd? Deze schieten heel hard. Deze is kleiner dan de andere, ze hebben geen ZPM, maar iets dergelijks. Een bio-organische krachtbron. Het zaadje van een plant, de twee helften uit elkaar laat een heleboel energie vrijkomen. Magische biokracht.
“Dit is geheim, als je dit verder vertelt moeten we je dood maken,” lacht ze. “Er groeit een plant uit zo’n zaadje. We hebben het bij een universum vandaan waar dat soort krachtbronnen werken. De buizen heten desintergratoren.
Heb je bij die overval nu samengewerkt met Despil of met Mandor?”
“Zeg ik niet.”
“Jammer. Mandor is een knappe jongen, hij doet alleen altijd zo koeltjes. Weet jij of hij misschien interesse heeft in blonde vrouwen?”
“Geen idee.”
“Misschien is hij homofiel. Dat komt vaker voor in Chaos. Spijtig…”
“Hij gaat anders trouwen met een nichtje van me.”
“Dat is een verstandshuwelijk, hij zal er nog een maîtresse op na willen houden en ik wil die wel zijn. Kan gemakkelijk, een vrouw hebben in Chaos en in Amber,” ze kijkt hem verleidelijk aan.
“Ik ben mijn ene vrouw trouw.”
“Maar als ze dood is, dan wil je een ander. En ook voor de afwisseling. Amberieten kunnen niet zo goed kinderen maken, hoor ik wel eens.”
“Ik heb er eentje, ze is pas geboren.”
“Lijkt me ook zo leuk, zo’n kleintje.”

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!