Saturday 8 November 2008

Friso/ Uitleg van Fiona/ Gedonder in Ergenor/ Zoektocht naar Owen

We hebben allemaal 1 punt ‘bad stuff’. Wat houdt dat in: je voelt je niet lekker, slaapt niet goed en droomt naar. Je bent wat nerveuzer en hebt meer rust nodig.

Llewella komt na een dag naar Ronardo toe om hem te vertellen dat hij met Xavier kan praten. De jongeman klopt op de deur en wordt binnen geroepen. Hij is 1m80, licht rossig haar, is vrij bleek, heeft blauwe ogen, een stevig postuur en een licht baardje en snorretje. Hij draagt nette donker- en lichtgroene kleding, en heeft een degen aan de zijde.
Ronardo biedt hem een stoel en te drinken aan. Hij gaat zitten, hoeft niets te drinken.
“Leuk je te ontmoeten.”
“Ik moet je dringend spreken, je weet dat je een zoon bent van Eric?”
“Dat weet ik ja.”
“Weet je ook dat hij ons heeft geholpen met iets?”
“Ik weet niet waar je het over hebt, kun je overnieuw beginnen? Jij bent geen Rebmaan. Kom nu maar op met je verhaal.”
“Ik en een paar vrienden, Morwenna, Rhex en William zijn er op uitgestuurd om iets te onderzoeken.” Hij vertelt iets over de Dwalers. Dat vrouwen en vriendinnen die werden vermoord om te vermeerderen.
“Je wilt me waarschuwen?”
“Heb je ooit van Dark End hebben gehoord?”
“Nee. Zou dat moeten? Zoek ik wel eens op.”
Ronardo vertelt over de vier objecten die nodig waren om naar Dark End te kunnen gaan.
“We zijn met Caine naar de tombes van Amber gegaan en hebben je vader als gids meegenomen.”
“Caine heeft hier mee te maken? Weet hij dat je nu met mij praat?”
“Nee, alleen Llewella en Moyra en Eric. We hadden Eric nodig. Hij heeft ons geholpen om weg te komen van Dark End. Hij heeft daar gevraagd hoe weer levend te worden. Een onmogelijke vraag.
We zijn naar het midden van Patroon gevallen.”
Xavier is wat in de war. “Jullie hebben de geest van mijn vader opgeroepen zonder mijn toestemming? Hadden jullie die wel van de koningin?”
“Eh, nee, maar we zijn terug, dus dat stukje is voorbij.”
“En ben je hier om alsnog toestemming te vragen om zijn geest op te roepen? Schandalig, er zijn mensen die voor minder zijn uitgedaagd. Ik wordt hier beledigd, het graf van mijn vader is geschonden. Als je wilt dat ik hier blijf, moet je excuses aanbieden.”
Ronardo biedt excuses aan. Hij vertelt over Eric die nog bleek ziet. Dat hij bloed heeft afgetapt.
“Dus hij is vampier geworden?”
“Nee, hij wil levend worden. Hij had bloed nodig van zijn familie.”
“Ben je zelf vampier?”
“Nee, ik kom je om hulp vragen.”
“Ze hebben hier wel hout en zilver. En knoflook.”
“Je vader vroeg aan mij of ik jou wil vragen wat bloed te lenen?”
Xavier denkt even na. “Dus je wordt wat gek van die wereld? Geloof jij je eigen verhaal wel?
Jij bent toch een zoon van Fiona? Dat is toch een zus van Brand? En je hebt mijn vader nog gesproken…” Xavier praat heel rustig en gedraagt zich zo kalm mogelijk. “Ja natuurlijk wil ik hem wat bloed lenen.” Intussen pakt hij een stapeltje kaarten en bladert daar doorheen.
Ronardo troeft Eric, pakt op diens advies Xavier bij de schouder, die net Caine te pakken heeft in zijn troevendeck. Ze worden door Eric door getrokken en ook Caine blijkt erbij te zijn.
“Hij is een vampier!” gilt Xavier, wijst naar Eric, probeert hem aan te vallen.
Caine maakt wat gebaren, de jongen staat verlamd. Caine vraagt wat er aan de hand is. Eric kan het uitleggen, maar laat de jongen niet vrij.
Ronardo stelt Eric voor.
“Die is dood,” zegt Caine.
“Zie ik er dood uit?”
Eric heeft geen tijd om het verhaal helemaal uit te leggen.
“Dus het ligt aan jou of ik wel of niet levend wordt,” zegt hij kortaf tegen Caine.
“Ik was levend in Dark End, ik heb gevraagd hoe ik helemaal levend kon worden. Van Ronardo heb ik ook bloed genomen, maar om het definitief te maken heb ik bloed van mijn zoon nodig.”
“Dus toch een vampier?” vraagt Caine. “Heb je niets aan het bloed van Corwin en Deirdre?”
“Dat is niet hetzelfde.”
“Dus in plaats daarvan ga je je zoon leeg tappen? Hij denkt dat jij een vampier bent en hij…” hij wijst naar Ronardo, “een idioot.”
“Het gaat om een beetje bloed, hij zal er niet dood aan gaan.”
“Ik wil dat hij daar zelf toestemming voor geeft.”
Eric ziet er echt slecht uit, er is geen tijd meer. Op een van de kamers worden Xavier en Eric op wat slangetjes en instrumenten aangesloten, Caine gaat het vanaf hier regelen. Eric wordt af en toe doorzichtig. Xavier wordt bij gebracht uit zijn verlamming en Caine spreekt hem streng toe.
“Je vader heeft je bloed nodig om levend te zijn. Wil je dat geven ja of nee!?”
“Wat is er aan de hand?!”
“Geef antwoord!”
“Natuurlijk wil ik dat hij leeft, maar…” Caine gaat meteen aan het werk. Ronardo voelt zich moe en gaat wat liggen op een bed.

Ronardo wordt weer wakker. Hij heeft lekker geslapen, maar is nog steeds wat moe. Hij staat op en gaat naar de eetzaal. Xavier zit daar ook te eten, wat bleekjes en bibberend.
“Kun je me uitleggen wat er aan de hand is?” Ronardo vertelt en Caine kan Ronardo’s verhaal bevestigen. Eric is op weg gegaan naar het Oerpatroon en dat moet hij gaan lopen.
“Noem ‘Brand’ niet te vaak, ik heb liever nog niet dat hij mogelijk weet dat Eric er is. Het zijn niet de beste vrienden. Hoe is het in Rebma?”
Mooi, zegt Ronardo. Xavier is het daar wel zat.
“Moet ik er nog lang blijven?” vraagt hij aan Caine.
“Hopelijk niet.”
“Mijn vader heeft me anders wel in de steek gelaten.”
“Hij was dood, hij heeft mij gevraagd op jou te passen. Er is een oogje in het zeil gehouden en je had zelf toch ook naar Amber kunnen gaan? Je hoeft niet altijd te luisteren,” zegt Caine. Ronardo vertelt waar ze zijn.
Eric verschijnt uitgeput in de eetzaal, maar hij ziet niet meer zo wit. Het heeft hem bijna de kop gekost, zegt hij en hij heeft er geen Dworkin of beest gezien.
Ja, Xavier wil wel een uitleg horen.
Toen Eric koning was hadden ze oorlog met Chaos. Rebma was de beste plek om te verblijven toen.
“Je bent uit de Schaduw gehaald waar je bent opgegroeid. Ik ben koning geworden omdat mijn broers en zussen vonden dat er eentje moest zijn. Er verschenen allerlei zwarte wegen door een aantal Schaduwen. De legers van Chaos werden voorafgegaan door verkenners. Ik heb mezelf op het juweel afgestemd, dat heeft me helemaal uitgeput. Het is tevens de reden dat ik er nog kan zijn, het is een soort patroon in 3 dimensies. Er is een soort opname in een dimensie. Te vergelijken met een spook. Dat is blijven bestaan. Ik ben niet op een normale manier dood gegaan, bijvoorbeeld niet overhoop gestoken. Ik heb het juweel te lang en te zwaar moeten belasten om te overleven. Corwin kwam op net tijd om alles goed te zetten. Hij was daar oorspronkelijk niet om te helpen trouwens. Uiteindelijk liep het uit op een wapenstilstand met Chaos.”
Caine vertelt wat er gebeurde vlak na zijn dood. Hoe het met Brand gegaan en dergelijke. Vrij veel van de jongeren zijn daarna opgedoken, waarschijnlijk omdat Oberon weg is. Deze heeft altijd een ziekelijke interesse gehad in de jongeren.
Eric wil Caine en zijn broers en zussen nog spreken. Ook onder vier ogen.

Ronardo troeft Fiona nadat hij zijn excuses aan Xavier heeft aangeboden vanwege het feit dat hij nogal kordaat moet optreden. Xavier zegt het te begrijpen.
“Kun je me doorhalen?”
Hij komt in een hele grote koepel met rare planten. Interessant, vindt hij en begint haar uit te horen over die planten. Iets wat ze helemaal niet interessant vindt, hij begint er zelfs een aantal te tekenen. Het zijn allemaal dezelfde planten, hij heeft dit ooit eerder gezien. Ze hebben een witte stengel en groene bladeren, het zijn kleine boompjes.
“Je vader is bezig met een nieuw tijdproject, met zwarte gaten enzo. Ik kan die man soms niet volgen,” verteld Fiona. Zelf is ze met een nieuw project bezig, daar hebben die bomen mee te maken. “Je weet wel daar, waar Oerpatroon is? Daar is de Levensboom en die hebben we een klein beetje gekloond. Dat is een enorme powersorce. Een Levensboomspikard. Het kan bijna niet fout gaan, het is een energievorm die heel positief is, waar je engerds mee aan kan pakken. De omgeving hier is niet helemaal goed, ik ben die nog aan het tunen. Nee, er ging niets mis met het andere project, maar we hebben het opgeruimd. Het werkte en was saai. Dat was hoe door alle schaduwen heen tegelijk iets te veranderen.”
Ze hebben getest of je ook Logrus kunt laten werken in Amber. Het werkt. Een stuk van het paleis is toen opgeblazen, het had de vorm van een kistje aangenomen op de kamer van Rhexenor…
Hun beam zal hebben aangelockt op waar meeste chaos was in paleis…
“Tja, het is een beetje lullig afgelopen,de koningin was gewond en er waren een aantal doden.”
Tijdreizen is volgens haar niet mogelijk, dan moet je de Wetten van Patroon en Logrus veranderen.
Ze is niet in Overschaduw geweest, dat hele stuk kan ze zich niet meer herinneren. Het is heel erg moeilijk om in Overschaduw te komen. Daar moet je precies de juiste power voor hebben en dat is heel veel. En om er te komen heb je bijvoorbeeld het Juweel nodig en dat zit in de oogkas van Coral.
Hij vertelt dat je dan alle patronen te lopen, kortom, wat de Ctulhu daarover heeft gezegd. Als je in Overschaduw bent, moet je daar komen. ze vindt het onzin en dat kan ze niet.
“Misschien moet je het Patroon lopen, dat herstelt je geheugen.”
Was er niet iets met de koningin. Moest die niet van de troon af? Ze moet maar op de troon gaan, Coral vermoorden en dan heeft ze het juweel. Dworkin heeft dat niet voor niets in haar oogkas gezet. Dworkin heeft een bijzondere band met Patroon. Het is of Dworkin het Patroon in zijn hoofd heeft zitten. Beter dan wat Brand heeft gedaan met die fontein. Dworkin is het Patroon. En Corwin heeft er ook een gebouwd, hij zal er vast ook een in zijn hoofd hebben. Natuurlijk heeft het Serpent een tweede Oog. Misschien zijn er meerdere Juwelen.
Ze heeft nog gesproken met Sandra, ze kreeg een bericht en toen maar getroefd. Maar daar wil ze het nu niet over hebben.
“Heb je de info waar je op zoek naar was?” Hij vertelt over de Deep Ones en dat we daar contact mee kunnen hebben. Niet veel zinnigs, zegt hij. Tja, die ene Deep One was een beetje los gebroken.
“Dus je had het al op kunnen lossen?” Hij heeft wat gepraat met de Deep One, maar deze was niet echt te volgen. Hij vertelt wat over die tempel en over de leuke dames. En nee, hij heeft die wereld niet opgeblazen.
“Je blaast dus niet zo een hele wereld op?”
“Ik ben mijn ome Brand niet.”
Misschien weet Gérard meer van de Deep Ones. Vraag het die Rebmanen maar niet, tenzij het niet anders kan. Llewella weet misschien iets, ze moet toch iets doen daar beneden….
Sean is toch haar zoon. Een beetje een raar ventje, vindt ze. Fiona wordt alleen getroefd als ze iets van haar willen. Gérard deed dat eens om haar uit te nodigen voor een piratenschietpartij. Als kind sloopte hij alles al. Kristallen bollen enzovoort.
Hij vertelt alles over Dark End.
“Interessant,” zegt ze. En denkt na.
“Wie is de vader van Sandra? De beschrijving klonk als broer van Mandor.” Ze kijkt verbaasd.
“Daar hebben we het toch helemaal niet over nu?”
“Oh. Dan vraag ik dat over Kashfa en Begma wel aan Rinaldo.”
“Doe dat,” zegt ze afwezig. “Vertel nu nog eens van Dark End?”
Hij vertelt weer en zij informeert naar Eric. Het einde van het verhaal houdt hij vaag, merkt ze.
“En als jullie allemaal een vraag hebben gesteld, wat heeft Eric dan gevraagd?” Hij blijft ontwijken. Hij verteld wat Eric heeft gevraagd, maar weet het antwoord niet. Ook niet van de anderen.
“Je had toch telepathisch contact,” zegt ze geïrriteerd. Ze pakt een troef van Eric, deze voelt anders aan dan anders. Die Eric…
Met overschaduw is ze nog even bezig. En nee, daar is ze echt niet geweest..
Ze heeft Macht van de Feniks, Logrus, Shapeshift, spiegels – die zijn gemakkelijk om te reizen. Ze heeft niet alles advanced. Een Schaduwstorm is interessant om te zien, vooral leuk als het met Logrus wordt gedaan.

“Heb je het opgeschreven wat die Ctulhu zei?” Hij begint het in te typen op de laptop.
“Is dat alles? Het ziet er warrig uit.” Ze begint het stukje voor stukje te bekijken en levert haar commentaar.
Wat waren het voor wezens. Dan komt er ooit een einde aan alles. Wat gebeurt er dan met ons? Misschien worden wij Amberieten zo oud, dat we nog leven als alles ten onder gaan. Dus misschien waren die wezen ook een vorm van Amberieten. Dat zou veel verklaren. Of een oerwezen, zoiets als een serpent.
Nieuwe wezens, zij weet niets van zo’n oorlog, dat moet voor haar tijd zijn. Ronardo vertelt van de reus die het ook had over zo’n oorlog. Amber is ooit gemaakt. Wat realiteit betreft kan dat de wereld waar Oerpatroon ligt. Er kan iets zijn gebeurt in andere realiteit waardoor Schaduw is ontstaan. Er zijn er ook die zeggen dat het is ontstaan door Logrus en Patroon. Volgens Benedict en Dworkin ontstond Schaduw eerder. Het Oerpatroon is pas een jaar of 4 tot 5000 jaar oud. Misschien is dat oud, misschien valt het mee. De nieuwe wezens zijn mogelijk geen Amberieten, misschien Chaosieten. Misschien die Dworkin wezens, denkt hij. Is het je nu opgevallen dat er niemand in familie lijkt op Dworkin? Ze zijn geweest, verdwenen of doodgemaakt wordt gezegd. Misschien is Dworkin niet de vader van Oberon. In Chaos doen demonen het met demonen. Er zijn ook Amberieten die het met demonen doen en denken zelf dat ze geen demoon zijn. Er is een reden waarom dat is vastgelegd (?). Misschien is dat oude volk er inderdaad één van dwergjes. En wat dacht je van die clown? Natuurlijk is dat allemaal theorie.
3. Deel 3 beschrijft de wezens. Ze hadden ruzie onderling, ze zijn machtig, maar ‘out of sink’ met ons heelal, ze zijn in staat om zichzelf te laten overleven. De regels zijn veranderd. Ze horen hier niet en hebben ruzie met zichzelf en met de lui van vroeger. Misschien zijn sommige wezens in elkaar verstrikt geraakt. Ze hebben collectieve breinen, ruzie hebben met jezelf is erg lastig. Je krijgt die lui niet weg. Misschien is verbannen de enige mogelijkheid. Er zijn wezens die informatie hebben over hoe te verbannen. Als het inderdaad die dwerg wezens zijn die bedoeld werden met die nieuwe macht, misschien Suhuy of Dworkin
Er zijn ook neutrale wezens, dat zijn de Deep Ones.
De demonen die niet gezien willen worden en zijn in contact gekomen met de Old Ones. Daarom doen ze dat veel omzichtiger, daarom via de vrouwen enzo.
Hoe gedragen die wezens zich? Meer realiteit is zoals Amberieten hebben en Chaosieten. Een persoon met hersens. Dan wil je dingen zoals contact maken en meedoen. Ze hebben bloed verzameld en hebben een hele persoon met eigen realiteit. Die net kan doen of hij een van ons is. Iemand die denkt dat hij Amberiet of Chaosiet is. Deze weet niet beter zelfs… maar is nog steeds een knechtje van de Old Ones. En heeft opdracht iets te doen. Ze kunnen het heelal opblazen, dan gaan we allemaal ten onder. Ze hebben een oorlog gehad, zijn verbannen, willen terug komen, dat gaat niet goed, dan maar de boel opblazen. Door te infiltreren en dat lijkt gelukt te zijn. Die onder water hebben blijkbaar de macht om dat te voorkomen. Iemand heeft al eens contact gemaakt dus. De sleutel… interessant.
Je kunt nog altijd eens contact met de verader opnemen.
Ik hoop dat het niet over Overschaduw gaat, want dat zou kunnen betekenen dat de Old Ones daar zitten. En daar wil je dan niet heen.
Je kunt dingen maken om die Dwalers te zien. Mooi, het contact is dan verstoord. Misschien geldt dat dus ook het contact met wezen dat ze hebben gemaakt. Ctulhu is een Old One, die Ctulhu is ook verbannen.
Er moet worden voorkomen dat die ene al die Patronen en Logrussen loopt. Oerpatroon ook. En dan moet dat allemaal bewaakt gaan worden.

Hij heeft hier wel iets aan. Hij zal met Gérard praten en met Heiron proberen contact te leggen.
“Toch mis ik iets in je verhaal. Wat is er met Eric gebeurd?” Hij wil het niet vertellen, hij heeft geen toestemming.
“Oh, Eric heeft je dat laten beloven? Mooi is dat.
Ik vraag me af, dat wezen met wie jullie spraken, hoe hij aan die informatie komt. Weet hij dat met dat dood gaan misschien omdat iemand dat eerder heeft gevraagd? Ik denk richting Oberon. Want hoe weet hij zoveel over Amberieten? Misschien omdat er mensen worden geofferd. Misschien iedere keer als er een Amberiet komt, zuigt hij jullie hoofden leeg. Weet hij wat jullie weten. Niet alleen dat van jou, maar ook Eric, Brand en Caine. Dat zijn mensen met veel geheimen.”
Hij heeft iets opgevangen van de geheimen van de anderen. Hij vertelt wat Eric zei over zijn geest en het juweel.
“Met het Juweel kun je om leren gaan, maar dan moet je wel hebben. Alleen Oberon, Corwin, Random en Brand kunnen er mee omgaan. Brand heeft het dus in handen gehad, maar wat heeft hij ermee gedaan? Dat is onbekend. Er is een tijd tussen dat Brand het juweel de eerste keer in handen had, het is van hem afgepakt en daarna had hij het nog een poos. Random heeft het ook een tijd gehad. Oberon heeft het aan Corwin laten bezorgen, dus vandaar de aanname dat er iets was gebeurd. Toen heeft Corwin eigen patroon gemaakt omdat hij bang was dat het Oerpatroon niet af was. Maar het blijft raar dat hij er twee maakt in dezelfde tijd? En Eric is er ook aan dood gegaan aan een poosje juweelgebruik.
Er zijn niet zoveel mensen die Logrus en Patroon kunnen lopen. Dus ik kan dat knechtje niet zijn. Te laat. Misschien ben jij het wel.
Bleys moet je hebben voor die shadow demons. Praktisch is Bleys erg goed. Hij is goed in opsporen, opjagen en doodmaken.”
“Ik wil praten met Julian,” zegt hij. “Tenslotte zijn een paar lijken en altaren in zijn bos gevonden. Die waker staat daar ook.”
Ze betwijfelt of hij iets waardevols kan toevoegen. Maar Ronardo is vastbesloten.
Dan brainstormen ze over wie die ene kan zijn, iemand met een wat wazige achtergrond waarschijnlijk. William, Caine, Morwenna of Julian worden genoemd. Maar Julian doet niet bepaald pogingen om ‘mee te doen en erbij te horen’ en wat Morwenna betreft is het toch heel eigenaardig dat die valk geen problemen heeft met haar en andersom ook niet.
Maar niemand weet van wie en van wanneer Caine is. Ronardo vertelt wat Llewella over hem zei, Fiona is verrast dat Llewella zich blijkbaar toch ergens mee bezig houdt. Ze vertelt dat Corwin de schurft heeft aan Chaosieten. En verder is het interessant dat alles hier gevaar loopt.
“Je zou dus overal hulp kunnen krijgen hierbij.”
“Julian,” zegt hij.
“Waarom begin je nu weer over Julian? Nou ja, dan moet je het zelf maar weten, praat er met hem over. Alle hulp is welkom.”


Rhexenor wordt wakker van de huilende baby. Het zonnetje komt op, maar het is nog erg vroeg. Cathrynn is eigenlijk steeds wakker als andere mensen slapen en wil dan spelen. Rhexenor is uitgeput en probeert toch wat te slapen. Hij zorgt voor oorpluggen, maar wordt het bed en de kamer uitgeschreeuwd.
Het personeel is met hun eigen ontbijt bezig, waar Rhex nu aanschuift. Hij eet her en der wat en schudt ook wat uit de hoorn. Deze levert flessen wijn en dat in de morgen? Daarna valt er een dooie hond uit. Zelfs de draak hoeft hem niet, het lijk wordt opgefikt. Dan klinkt er een soort hondengejank. Van de draak krijgt hij zo’n halve koe aangeboden.
Rhex’ maag knort, hij hoort babygehuil boven. In de keuken wordt er gepoetst en gevloekt, waarom is de landsheer weer terug? Bij de slaapkamer wordt hij terug gestuurd, ze zijn bezig met de baby en Dyenne. Hij wordt in bad gestuurd, ‘het is zo al erg genoeg voor mevrouw met die rare baby.’
In bad is het wel lekker zitten. En er komt een meisje binnen met een schaal met veel kaas en worst. Dat is toch een leuk begin van de morgen.
Een andere jongedame legt schone kleding klaar. Hij wordt gekleed en gekapt en geschoren. Er worden beestjes gedood die in zijn haar zaten en een sneetje in zijn wang gemaakt.
Hij wordt nu aan vrouw en dochter gestuurd, zijn kleding wordt verbrand.
Dyenne heeft ontbijt op bed, baby ligt in de wieg en slaapt.
“Vertel wat je vindt van je dochter.” Hij is enthousiast, ze zegt dat ze geschrokken was.
“Ze lijkt wel op je.”
“Ze is behoorlijk kaal, ze lijkt dus op jou,” zegt hij. Ze moppert op haar broer die hem dat heeft verteld. Ze vond die verhalen over hem ook leuk, wat hij als kind deed.
“Dat wordt een puinhoop als Cathrynn op jou lijkt.
Je ziet trouwens witjes.”
“Ach, wat bloed kwijt en wat moe.”
“Was het erg?”
“Viel wel mee…”
“Hoe is het met die anderen? Was Caine niet mee?”
“Nee, maar we hadden de geest van Eric.”
“Oh. Misschien heb je alles alleen gedroomd?”
“Nee, dat niet.”
“Fijn dat je hier bent, kun je wat met je draak rijden. Deze heeft zich redelijk netjes gedragen en is nog gevoerd.”
Hij vertelt dat iedereen volgende week komt. Haar familie kan hier morgen zijn, de zijne pas volgende week. Het was niet gemakkelijk die zwangerschap… Hij weet nog niet wat zijn plannen zijn en bietst de restjes van Dyennes ontbijt. Dan regelt ze meer eten voor Rhex.
Er komt een karretje voedsel voor Rhex. Zeker voor 6 personen, hij laadt alles in. De ergste honger is gestild. Voor even. Dan gaat ze wat slapen, natuurlijk wordt de baby wakker. Rhex krijgt uitleg over babyverzorging en probeert dan zelf te slapen. Dat gaat pas beter als hij naar een andere kamer gaat.
Tegen de avond wordt hij getroefd door zijn moeder, ze vraagt hoe het is en laat zich even door halen. Ze loopt wat rond in de kamer en vraagt hoe het is om vader te zijn. Hij vertelt enthousiast.
“Hoeveel tijd denk je nodig te hebben om koning te worden?”
“Niet aan gedacht. Tijd ging anders in Dark End.”
“Ben je er wijzer geworden?”
“Allemaal onzin.”
“Ik heb van de anderen ook niets gehoord, die negeren me. Random klaagde ook altijd dat hij als koning pas als laatste iets hoorde. Ben je door Caine mee genomen naar de graven? Hadden jullie geen toestemming van mij nodig?”
“Ik ging alleen mee als vechter.”
“Je bent niet dom, net zoals je vader niet is.”
Hij vertelt iets over Overschaduw en anit-Logrus.
“Waarom ga je niet naar de algemene vergadering van de Hoven en vertel je daar alles,” zegt Deirdre geïrriteerd. “Dit alles gaat Suhuy niets aan. Dat is de vijand. Dit doe je voor Amber. Ga niet met de vijand praten. Hij is een oude sul en gevaarlijk. Je leeft nog en daar heb ik veel moeite voor gedaan. Als ik geen problemen had met vijand, dan was het je vader wel die gevaarlijk was. Nee Rhex, je vader is niet cool, hij is een uitslover. Vroeger was hij leuk, nu is hij een zeikerd geworden. Als ik hem zie, schiet ik hem overhoop. Hij heeft ooit met vals spelen een keer gewonnen. In de oorlog ja, het was een soort van prijs. Voor een demoon zag hij er leuk uit, maar het is en blijft een Chaosiet. De enige demoon die ik echt leuk vindt, ben jij. Maar je bent mijn zoon, dus je bent meer Amberiet. Je kunt zelfs Patroon lopen, maar er ook iets van oplopen. Het Patroon in Tir Na Nog’ht is wel leuk voor jou denk ik.”
Hij is klaar voor het koningschap.
“Mooi zo. Volgende week dan maar?”
Dan moet hij de status van alles weten. Ze vindt dat hij zich er zelf in moet verdiepen.
“Geef me een maand,” zegt hij.
“Mijn broers en zussen vinden dat ik het niet goed doe,” moppert ze, “terwijl ik de kwestie Eregnor goed heb opgelost. En zowel Kashfa en Begma betalen nu. De mensen in Eregnor waren slaven. Alleen Corwin steunt me. Benedict zeurt een beetje over de verspreiding van de troepen. In ieder geval hebben we hebben vrede met Chaos, maar Benedict zeurt dat we problemen hebben als er een aanval van die kant komt.”
“Gezeur,” is hij het met haar eens.
“We gaan een huwelijk regelen tussen Amber en Chaos,” vertelt ze. “Met iemand van Sawall. De oude koning ligt al heel lang op sterven. Dara is met hem getrouwd, haar kinderen zijn ook Sawalls. Jurt schijnt een zoon van Corwin te zijn. En dan die Despil … dat is echt een tovenaartje. Merlijn is echt een zoon van Corwin. Maar het gaat om de oudste zoon van Sawall, Mandor. Die gaat gekoppeld worden aan Morwenna. Dat paardenmeisje ja. Ze gaan zich eerst verloven en hij kan haar nog demonen op leren roepen. Helaas is haar vader is een beetje tegen. Maar kinderen zetten zich vaak tegen hun ouders af. Morwenna is erg koppig en ziet een verstandshuwelijk wel zitten. Of ze is meer ambitieus dan we dachten. En die Mandor is dat ook. Hij wil niet op de troon, ik denk dat hij probeert er door dat huwelijk onderuit te komen. Voor Amber is het heel goed.”
Ja, ze wil de baby wel even zien. Dyenne is aan het lezen, Deirdre is aardig tegen haar. Het kind is wakker.
“Ik ben niet zo’n type met baby’s, maar het hebben van een kleinkind is wel leuk. Je hebt meerdere broers en zussen, ergens in een Schaduw. Zijn niet erkend nee, ze komen niet naar Amber en zijn ver weg. Je zus wilde niet en je broer heb ik er wel over verteld maar stond er niet open voor. Je zus heeft wel eens met Flora gepraat. Je broer is heel eigenwijs.”
“Ik kan ze eens opzoeken,” stelt Rhex voor.
“Als je denkt dat het helpt… Ik zal er over denken. Als ze niet willen, moet je ze met rust laten. Enne, heb je het er met Dyenne over gehad?”
“Waarover?” vraagt Dyenne.
“Over koning en koningin worden.”
“Wat!!!”
“Ik laat jullie even alleen…”

“De reden dat mijn moeder koningin werd was omdat ik dan koning zou worden. Dus ja…”
“Dan kun je nooit meer weg, dat is een serieuze baan, zeker als je het net als Oberon en Eric gaat doen. Je bent net vader, je hebt dan geen tijd meer om weg te gaan, of om met je dochter te spelen.”
Hij vindt het te laat om er nu nog iets aan te doen.
“Als je 80 bent kan dat toch ook nog?” vindt ze. “Je ooms en tantes willen het niet worden dus schepen ze jou er mee op?”
Hij gaat dat anders aanpakken, meer delegeren.
“En dan moet ik dus koningin zijn? Dat is niets voor mij. Ik begin pas te leren hoe het is als landsvrouwe en dat is moeilijk genoeg.”
“Ik kan misschien zeggen dat het wat later kan…” zegt hij weifelend.
“Misschien eens met Benedict praten? Hij zou eigenlijk koning moeten zijn.”
Benedict wordt getroefd en hij heeft onmiddellijk contact.
“Kan ik je even doorhalen?”
Hij is in een legerkamp. “Mooi dat je er bent,” zegt Benedict. Er lopen hier mensen rond in een middeleeuwse stijl kleding.
“Ik zit een beetje met een probleem. Ik zit met dat troongedoe,” vertelt Rhexenor.
“Ik weet niet waarom ze koningin wil zijn.”
“Ze nam een opmerking van me iets te serieus.”
“Oh, is dat het. Ik dacht dat ze het voor Corwin deed. Ziet ze zelf niet in dat je veel te jong bent? Ik zal met haar praten.
We zitten hier in Eregnor, de troepen moeten de mijnen bewaken, er worden steeds pogingen tot overval gedaan door Kashfa en Begma. We zin bezig hun eigen troepen te trainen, maar het zijn stoethaspels. Eigenlijk zijn dit jouw troepen, jij bent oorspronkelijk hun legeraanvoerder. En ik heb meer te doen, binnenkort verwacht ik een aanval van Dalt ergens anders. Op twee plaatsen tegelijk zijn kan ik niet goed. Als jij hier de boel bewaakt voor een paar dagen? Dan hou ik me met Dalt bezig. Er komt zeker een serie overvallen, het is jouw taak ervoor te zorgen dat ze er niet met de spullen vandoor gaan. Wat later kunnen we mogelijk samen de legers trainen.”
“Is goed,” zegt Rhex, “ik zal het mijn vrouw vertellen.”
“Ik kom wel kijken naar de baby als het gedoe met Dalt klaar is.”
Rhex informeert Dyenne.
“Leuk, neem je draak mee!” Er wordt gezoend en dan gaat Rhex naar de draak. Hij gaat op de draak zitten en troeft Benedict. Deze kijkt naar de draak en zegt dat hij zo even terug troeft. Dat gebeurt na een half uurtje, Benedict is dan ver buiten het kamp, in de bergen. Rhex en de draak worden doorgehaald. De draak doet wat agressief, ook naar Benedict toe die hem waarschuwt.
“Kom van beest af en laat hem ook niet in de buurt van wat ik je laat zien.”
Rhex krijgt de mijnen met metalen te zien. Dan zegt Benedict met de sergeant te gaan praten, hij gaat nu en salueert ten afscheid.
Hij praat met sergeant Hicks. Ze zijn een paar dagen geleden aangevallen, dat bleek een afleidingsmanoeuvre en er waren mensen van Dalt die binnen sneakten. Vuurwapens werken hier niet zo goed, anders hadden ze een probleem gehad. Hun bogen werken prima. Er zitten draken in Eregnor, het is wel een idee om een aantal van die beesten aan onze kant hebben.
En ja hoor, er duiken allemaal lui op, die beginnen troep weg te slepen, er wordt flink gevochten, anderen in pyjama duiken op.
“Geef jullie over, we hebben jullie ontdekt!” De aanval is snel voorbij, er zijn een aantal doden, een aantal gewonden en een aantal gevangenen. De Draak is boos omdat er op hem geschoten is met vuurwapens. Hij heeft ze afgebrand.
Rhex gaat verkennen met Cikorax. Er sjouwen troepen door de bergen verderop, Kashfaanse troepen. Cikorax steekt ze in de fik. Met tegenzin vliegt hij terug.
Ze stellen zich opnieuw op voor de volgende aanval en doen een nieuw verkenningsrondje. Op een berg verderop zijn ze bezig met hanggliders, die gaan het krijgen. De hanggliders branden goed. De mensen vluchten, ook die bezig waren op de andere berg.
Rhex rapporteert aan de sergeant, die verbaasd is. Hij zegt dat er een log moet worden bij gehouden. En dan gaat hij eten. Hij kan de tent gebruiken van generaal Benedict, een bord vol wortelstamp met wijn. Dat is zo op en wacht op de rest. Iemand komt het bord halen, vraagt of het gesmaakt heeft. Het was niet genoeg. Generaal Benedict wil altijd hetzelfde eten als de manschappen, alleen de wijn is extra. Hij wordt naar de mess verwezen en krijgt daar nog een bord stamp. Gaat daarna opnieuw in de rij staan. Hij doet dat een aantal keer en dan is het op. Vier borden eten slechts, wel wat weinig…
Tegen de avond is het lekker rustig, de draak is een beetje moe maar wil nog wel een ritje voor het slapen gaan. Een rustige avond, niets aan de hand. Daarna landt hij, meent iets te horen, verstopt zich, hoort een geluid van iemand die overhoop wordt gestoken. Er zijn wat lui die het magazijn inlopen, er worden vergiftigde pijltjes in hem geschoten, ze vallen hem aan. Niet veel later is er weer een overval verijdelt, het lijken lui uit Begma, maar ze willen niet praten.
Een aantal lui van Rhex zijn in slaap geschoten met de pijltjes. Ze moeten weer worden bijgebracht. Het is de vraag hoe ze hier komen. Hij ondervraagt ‘Jones nummer 386’ en dat wordt steeds herhaalt door de man. Hij mept een keer, waarop de man weet te vertellen dat de verdragen in de Gouden Cirkel het martelen van gevangenen verbieden.
“Ze zijn allemaal zo,” zegt de sergeant.
“Misschien moet ik er de leiders van Begma eens op aanspreken,” denkt Rhexenor.
“Kun U dat doen? Uw moeder heeft daar troepen, de koningin bedoel ik.”
Deirdre wordt getroefd.
“Zit je in een legertent. Wat goed van je dat je in Eregnor zit, wat fijn dat je dat wilt doen!”
Hij vertelt over de overvallen vanuit Begma, Kashfa en Dalt. En zijn plan om eens met de leiders te gaan praten.
“Je kunt ze onder druk zetten, de ambassadeur van die landen waarschuwen dat de bezetting zich kan gaan uitbreiden tot het hele land. We kunnen eventueel dreigen de hoofdstad aan te vallen,” stelt ze enthousiast voor.
“Ja, kan, of eerst een praten over een andere mogelijke oplossing…”
“Bedenk iets en vertel het me.”
“Ik vermoed dat het zo blijft doorgaan of we moeten het anders aanpakken. Het kan een idee zijn om Eregnor te verdelen tussen Kashfa en Begma.” Dat vindt ze niets.
“De mensen in Eregnor mogen ook vrij zijn, die zijn we aan het trainen. Nee, natuurlijk hebben we niet gevraagd of ze dat willen, moet dat dan? Mensen van Ergenor hebben ook een recht op leven, maar hebben ook een recht op eigen leven, moesten hard werken voor Kashfa en Begma. Deze werden gebruikt als slaven.”

Dit is een luxueuze blokhut. Julian heeft er een aantal, ook in schaduw. Als hij ergens langer blijft regelt hij iets.
Ik vertel welke vraag ik heb gesteld aan de Ctulhu. Hij begrijpt het waarom van de onmogelijk vraag, dat is wat het soort wezen nodig heeft. Ze zijn niet helemaal in onze denkwereld en het is een vorm van contact.
“Misschien heb je in Overschaduw een keus waarbij je me niet als vader moet kiezen. Ik wil het beste voor jou. Het klinkt als gerommel van Oberon. Als dat zo is heeft je moeder er iets mee te maken
Hoe kunnen we allemaal aangetrokken zijn geweest door je moeder. Ik vond haar bijzonder aantrekkelijk.”
Dit alles vindt hij vervelend en raar. Hij raad me aan zoveel mogelijk informatie te krijgen. Er is een persoon die veel meer weet van Overschaduw.
“Praat eens met Fiona. Die is wel aardig, best wel direct. Ze heeft ook Brand overhoop gesproken.”
Dan wil hij weten wat ik ga doen. Eerst op kraamvisite gaan vindt hij een slecht idee.
“Wat ga je voor je zelf doen?”
“Liefst Owen zoeken, maar ik weet niet of dat gepast is.”
“Als het mijn kind was, zou ik geen steen op de andere laten.”
Ik ga naar buiten en probeer hem te vinden met behulp van Patroon. Dat wordt een ramp. Hij is afgeschermd voor Patroon. Een heleboel geworstel weet ik eindelijk het Patroon in mijn hoofd weg te werken en heb ik knallende hoofdpijn. Ik weet een heleboel bloed te missen nog steeds. Julian maakt zich bezorgd over me. Ik vraag om advies.
“Owen is voor Troef, Patroon en Logrus afgeschermd. Je kunt hem zo niet vinden.” Hij helpt me naar binnen, ik moet ondersteund worden.
De volgende morgen is er een stevig ontbijt met bruin brood. Daarna worden de paarden gezadeld, Julian heeft het in zijn hoofd gehaald om samen een eind te gaan rijden.
Halverwege de ochtend komen we voorbij een ruïne, die vroeger een soort molen was. Best wel geheimzinnig inderdaad, maar ik heb niet veel interesse.
’s Middags lunchen we op een open plek. Tegen het einde van de maaltijd zegt Julian dat hier de laatste tijd regelmatig Chaosieten opduiken, waar die nu vandaan komen…
Met andere woorden: hij zet me op de juiste weg. Ik bedankt hem en neem afscheid. Dan ga ik de
Zwarte weg op. Dit is een corrupte strook, een zweer in het landschap. Ik ben niet echt meer in dat woud, het voelt niet echt prettig. Ik kan hier niets met Patroon.
Ik volg het nieuwere stuk. Al snel komt iemand me tegemoet gelopen. Als hij mij ziet, verandert hij en wordt een stuk kleiner. Het blijkt Despil te zijn die op doorreis is. Hij reist een poosje met me mee. Het is wel goed met hem, heeft een poosje in een wereld gezeten met techniek en mensen die met gedachten dingen konden.
“Wat moet jij met mijn broer?” vraagt hij. “Je lijkt niet op Corwin, ik denk niet dat hij je vader is. Wees blij, dan is Merlijn je broer niet. Dus ik denk dat Julian je vader is en dan vraag ik me af wat mijn broer met jou moet. Niet slim van hem om iets met een dochter van Julian te beginnen.
Mandor is niet handig met vrouwen, zijn vriendinnen hebben de neiging om een en ander niet te overleven. De laatste met wie hij ruzie had, heeft hij vermoord. De hele familie Sawall zit vol met tovenaars, maar Mandor is een amateur in magie. Alleen maar goed in demonen oproepen en Logrus. Zo te merken hobby jij wat in Powerwords en met dat smerige Patroon. Hij is oud, jij bent jong. Je kunt beter wat beginnen met iemand van je eigen leeftijd, met mij bijvoorbeeld. Straks dumpt hij je nog.
Ik heb hem onlangs geholpen met beveiligingen en je kunt er alleen door als je het wachtwoord weet. Er zijn meer mogelijkheden om het af te schermen, Jurt komt er niet door alles is nu ook magisch afgeschermd. Je moet eerst de wachter verslaan.”
Hij stapt van de zwarte weg af en we gaan naar een herberg. We nemen het Menu van de Dag, wild met stamppot.
Ik vraag hoe hij wist dat ik op de zwarte weg was.
“Heel simpel. Er ging een trigger af.”
Ik vertel Despil waar we mee bezig zijn. Hij heeft eens gehoord van Suhuy over een heel oud ras dat een soort van krachtbron beheerde waar iets mee mis ging. In één klap is toen een hele wereld gefragmenteerd. Daaruit is Schaduw ontstaan. Wat er van over is, is de Oerlogrus, de oorspronkelijke Logrus, die dus niet bestaat en versnipperd ligt door Schaduw.
Ik krijg een troef van Despil, een plaatje met Paarse hemel in een tuin in de Hoven. Hij lijkt totaal niet op Mandor. Hij zegt tegen de waard dat de rekening voldaan is.
We gaan de Zwarte Weg weer op, ik noem het wachtwoord: Owen. Dat is het eerste deel van het wachtwoord en even later staan we voor een schemerig gebied dat totaal geblokkeerd is.
Ik vraag hem of ik hem nu moet verslaan of dat het tweede deel van het wachtwoord ook voldoende is. Hij neemt genoegen met het tweede deel, seks zal er niet inzitten, hij voorziet dan problemen met zijn broer.
We nemen afscheid en ik noem Draco. Ik mag naar binnen.
Ik kom uit in een vrij sombere wereld, achter me wordt het meteen gesloten. Er loopt een pad richting de bergen, het voelt hier niet fijn. Het lijkt een randwereld. Na een halve dag reizen zie ik een fort in de bergen. Ik ben inmiddels doodmoe, maar ga toch verder. Pas ’s avonds laat kom ik bij de poort aan, er hangt een klopper naast dat het meest op een monster lijkt dat me aankijkt. Ik klop aan. Na een poos gaat er een luikje in de poort open.
“Hallo, ben jij het?” zegt Mary Ann en even later doet ze een poortje open waardoor we naar binnen kunnen. Fillipien vliegt weg, ze laat me weten dat er hier nog een valk zit, die ze nog bezig was te trainen. Op de binnenplaats lopen lui rond, deze zijn niet al te fris. Het zijn een soort van ridders, fel over been, halve zombies. Af en toe kan ik een helm in kijken. Dit is een plaats met power, dat heeft met de waterput te maken.
Ik volg het meisje de trappen op, de keep in en kom in een eetzaal. Mandor begroet me. Even later komt het meisje aan met een jochie op de arm, dat 100% zeker mijn zoon is. Hij herkent me onmiddellijk en klemt zijn armen om me heen.
Hij is flink gegroeid, nu maand of 9 –10 oud, donker haar, blauwe ogen.
Mandor geeft een verklaring van het waarom.
“Ik wist dat je lang weg zou kunnen zijn, dat had je gezegd. Het is niet in orde bij mij thuis, het is niet goed met mijn vader. Nee, we weten allebei dat hij niet op sterven ligt. Hij is bezig met iets en ik mag niet weten wat. Onze zoon komt echter erg veel voor in zijn plannen en ik heb daar geen zin in. Het was zaak een wereld te vinden waar mijn vader zwak uit zou komen, het beste met een eigen bron van macht. Ik heb Julian om hulp gevraagd, Benedict werd ingeschakeld en die wist deze plaats. Er is ooit gevochten, die zombies horen hier niet echt. Julian heeft jouw Macht uit die andere schaduw gehaald, ik de mijne. We hebben Owen hier naar toe gebracht, ik heb daar een Schaduwstorm veroorzaakt om de sporen te wissen.
Julian heeft deze wereld afgeschermd tegen Patroon, ik tegen Logrus en Troef. Met behulp van die Machtsbron lukte het ons deze wereld een beetje leefbaar te maken. Despil vond de wereld, toen heb ik hem ook maar hulp gevraagd. De Zwarte Weg kun je laten bewaken. Zelfs Jurt komt hier niet binnen. Het was het beste dat ik ook een poos verdween, bovendien wil ik Owen niet alleen laten hier.”
Hij zegt blij te zijn dat ik er ben en vraag me naar Dark End. Ik vertel alles, van hoe het er was, wat de Ctulhu zei en zelfs wat Suhuy tegen Despil heeft gezegd. Hij heeft dat niet eerder gehoord, vindt het interessant wat er over Patroon en Logrus verteld is. Hij hoopt alleen dat het niet zijn vader is die ‘bezeten’ is. Diens gedrag is altijd wel zo geweest, maar het is erger geworden de laatste tijd.
“Owen doet het goed, hij is bijna niet veranderd in die tijd. Een keer toen ik er niet bij was, had het kindermeisje het klaarmaken van het badje aan de zombies overgelaten. Het water was gloeiend heet en Owen had zijn huid dusdanig veranderd dat hij er geen last van had.
Een andere keer was hij gaan klimmen uit zijn bed, door het raam (een schietgat) en is een aantal meter naar beneden gevallen. Ik vond hem op de binnenplaats waar hij rustig aan het kruipen en spelen was, hij had geen krasje. Hij moet zich dus toen ook veranderd hebben.
De laatste keer was ik er wel bij. Hij zat te spelen en schrok heel erg ergens van. Hij veranderde in een harig wezentje met slagtandjes. Ik heb hem beetgepakt en streng toegesproken. Hij werd heel snel weer zichzelf en heeft het niet meer gedaan. Hij is bijzonder stabiel.”
Hij pakt Owen op en zet hem in het midden van de zaal. Owen kruipt razendsnel naar me toe en komt bij me staan. Mandor denkt dat hij volgende maand zal lopen.
Hij kan aangeven dat hij nog steeds geïnteresseerd is een verbintenis met mij, zodat er één en ander in gang gezet kan gaan worden. Mits ik dat ook nog wil.
Ik zeg hem dat ik nog steeds wil omdat ik van hem hou. Hij zegt niet goed te weten hoe hij daarmee om moet gaan, er is nog nooit iemand geweest die van hem gehouden heeft. Hij vindt me aardig, leuk en mooi en er is niemand die hij leuker vindt of zelfs heeft gevonden. Dat was al vanaf de eerste ontmoeting en sindsdien sterker geworden. Ik maak iets in hem los en hij voelt zich anders als ik er ben. Hij weet niet of dat houden van is en vraagt of ik hem kan helpen daarbij.
“Maar nu ben je bezig met omvallen, je gaat naar bed.” Hij neemt Owen op de ene arm en ondersteunt mij met de andere. Hij brengt me naar een kamer die helemaal voor mij is ingericht, met mijn spullen uit de andere Schaduw. Zelfs het bedje voor Owen staat er. Mandor wenst ons een goedenacht. Owen wil niet in zijn eigen bed slapen, alleen bij mij.
Midden in de nacht wordt ik wakker van geschreeuw. Naast me ligt een harig wezentje met slagtandjes. Ik trek hem tegen me aan en troost hem, hij bedaart en wordt weer zichzelf. Het jochie is geschrokken van mijn dromen.

De volgende morgen mag ik zelf mijn kind verzorgen. Terwijl ik daarmee bezig ben, komt Mandor binnen, noemt dit ‘huiselijk’ en laat zien hoe het verwisselen van een luier veel sneller kan: door middel van sorcery. Speciaal geleerd en er moeten er een aantal per dag worden gedaan.
Hij heeft een bad voor me geregeld en daarna een uitgebreid gezamenlijk ontbijt.
Hij vraagt of ik, zolang ik hier ben, de tijd weer sneller kan zetten en deze langzamer kan zetten als ik hier weg ga. Hij denkt dat Owen beter snel kan opgroeien ten opzichte van Amber tijd, maar wil niet dat ik al te veel mis als ik weg ben. Zelf blijft hij voorlopig hier.
Ik vraag of hij misschien foto’s ofzo heeft gemaakt van Owen de afgelopen zes maanden. Het blijkt dat hij en Despil zelfs een mogelijkheid hebben bedacht om filmpjes te maken. Er is hier geen elektriciteit, dus er is een elektrische demoon voor dit doel opgeroepen.
Na het ontbijt gaan we naar de filmzaal, waar een blauw demonteer in een kooi zit, een projector staat en een groot filmdoek hangt. De opnames zijn van uitstekende kwaliteit, de hele ontwikkeling van Owen is vastgelegd.
Dan wordt het tijd voor Owens middagdutje en geeft Mandor me een rondleiding. Op één van de gastenkamer proberen we het bed uit. Naderhand blijkt de gescheurde kleding voor een probleem te zorgen: omdat Logrus hier niet werkt, kan hij dus niet zomaar ergens kleding vandaan halen. Hij is inmiddels begonnen met Conjuration, ik toevallig ook. Hij gaat kleding halen, zodat we de rest van de rondleiding netjes kunnen afwerken.
Als Owen wakker is, gaan we met hem in zijn enorme legerhal/ speelkamer zitten. Ik geeft hem een pluchen Husky knuffelhond waar hij blij mee is, intussen laat hij me al zijn speelgoed zien en speelt wat aan onze voeten. Intussen lees ik wat in het boek over Conjuration wat ik van Mandor heb gekregen, hij legt me wat uit. Daarna vraag hij weer naar Dark End, heb ik daar iets over opgeschreven?
Ik laat hem mijn dagboek lezen, dat ik bij Eric thuis helemaal heb bijgewerkt. Hij vindt het geheel erg interessant, van die duizenden altaren tot aan de aparte planten. Hij raadt me aan om dit aan Fiona te laten lezen, die is echt slim. Intussen maakt hij ook wat rake opmerkingen.
Wie zijn de nieuwe wezens
Ze zijn niet te vinden, zijn uit onze realiteit
Ze hebben gevochten met elkaar en zichzelf, er staat een uitleg over dat ‘zichzelf’ zijn en waarom de oorlog raar liep
Door wie zijn ze verbannen?
Ze hebben dus geprobeerd terug te komen en hebben daar een ander ras voor gebruikt dat een zwakke plek heeft door ze te benaderen
Ook lijken er meerdere partijen te zijn onder die oude wezens. Die hebben zo te zien zelfs meerdere keren het einde van een realiteit geprobeerd te overleven, maar lijken niet normaal te zijn. Ze hebben zich dus afgezonderd, wellicht omdat ze hier niet horen. Die wezens zijn wel heel machtig
Er is dus contact geweest tussen de wezens met de nieuwe macht en de onderwaterwezens
De ene overgebleven Elder is de verrader. Mogelijk heeft hij de andere Elder ook verraden en laten vermoorden. Hij is ook verbannen, misschien omdat hij geen keus had of heeft hij zich min of meer vrijwillig mee laten verbannen

Dan gaan we oefenen met conjuren, proberen thee. Na een half uur lukt het me om een natte blok klei te conjuren. Na een uur lukt het hem een theepot met twee kopjes te toveren. De pot is leeg en verdwijnt na een korte poos. We zetten uiteindelijk in een echte pot thee van bestaande thee.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!