Thursday 6 November 2008

Dark End/ Eric/ Cathrynn/ Schaduwstorm

Dark End is troosteloos, stoffig, grijs en grauw, maar door de enorme bloedrode zon wordt alles rood gekleurd. Het is niet ontzettend heet. Af en toe gaan er trillingen door de grond, het voelt niet goed. De zon staat stil, de planeet staat altijd met 1 kant naar de zon toe. Hier en daar zijn wat heuvels, rotsen, geisers, gaten, lavastromen en vulkanen. Een planeet die voortdurend met 1 kant naar de zon staat, wordt uit elkaar getrokken. Soms zijn er moederpoelen met van die struiken. Misschien zijn de planten later gekomen. De vruchten zijn zeldzaam, misschien zijn ze in gewoon licht geel, nu oranjig. Er lig overal rommel, bijvoorbeeld een gieter, een halve brug, een piano. De altaren staan ietsje hoger, sommigen zijn kapot. Er zijn duizenden van die altaren, ze zien er aangetast uit, of ze hier al heel lang staan.
Ik vraag Eric of hij wil weten waar we mee bezig zijn. Later, zegt hij en kijkt weer naar de symbolen.

Ronardo kijkt naar hoe de symbolen zitten. Het bloed kan ook niet langs die andere symbolen komen, ziet hij, er zitten twee patronen in. Het andere baantje is erg moeilijk te volgen en hij raakt ergens het spoor kwijt, er is iets geks mee. Hij gooit water in de andere baan, maar het komt terecht in de centrale baan. Als hij voelt blijkt het een opstaande rand te zijn… voelt weer, het komt uit bij een bolvormig hart waardoor het vocht er altijd afloopt.

Het extra patroon zijn andere symbolen, het is geen evocation. Ze lijken zelfs ouder. Het lijkt op patroon, je kunt het lopen ook, het is een ander patroon dat in het altaar zit.
Dat andere patroon is zo ingewikkeld niet. Het is net geen cirkel, iets met zeven hoeken, het lijkt wat op een pentagram. De lijnen lopen vanuit het hart. Rhex tekent het na.
Er zijn zes symbolen, duistere symbolen en heel oud. Op de andere altaren is hetzelfde idee, maar ze zijn niet allemaal precies hetzelfde. Ronardo kan zich de symbolen goed voorstellen, maar niet genoeg. Hij stelt zich voor er op te staan, de richel is niet helemaal bol. Er loop toch nog ergens in het midden een klein lijntje. Er zit een klein groefje in.
Rhex plant een zaadje van de Feniks bij een modderpoel.
Er zit een heel klein deukje in het hart, van daaruit lopen de lijnen weg, er loopt een heel dun groefje langs.

Het gevoel van gekte was heel erg voor Rhex, maar hij voelt zich beter als hij het zaadje plant. In de buurt van William is het nog minder erg, waarschijnlijk vanwege het schild. Dus Rhex gaat maar bij hem staan. Inmiddels groeit er een plantje uit de grond.
Ronardo prikt in zijn vinger en begint met zijn vinger het lijntje te volgen en dat doen we allemaal. We druppen bloed bij het hart, lopen het patroon met vinger en we kunnen niet meer los. Het bloed wordt ondertussen uit de vinger getrokken.
Het put ons uit, we merken niet wat de anderen doen. Op het moment dat we weer bij het begin zijn worden we ons bewust van gefluister in ons hoofd.
De rode brandweerwagen arriveerde bij de brand en bij maanlicht was er een gele trein een passgier heeft een sinaasappel aan de zee. Er steekt een storm op en er rijden mensen op een paard door het woud. In de vissenkom zwemt een goudvis.
Het is één grote stroom aan onzin dat helemaal geen verband houdt met elkaar. Inmiddels merken we vaag de aanwezigheid van de anderen op, Rhexenor is aan het proberen de halve zinnen aan te vullen, Ronardo kletst mee met de onzin. Ik gooi er een vraag in, iets dat heel moeilijk is omdat ik het gevoel had dat ik door iemand heen aan het praten ga. Dit alles speelt zich op geestelijk niveau af.
“Wij Amberieten worden geïnfiltreerd door een mogelijke vijand of bekende van U, kunt U vertellen hoe we deze kunnen vinden?”
Een Amberiet kan wel degelijk dood, dat is al een aantal keer bewezen. De heuvel naar de poort was vol met water, als je duikt, dat je ze niet tegen komt. Op het bord staat soms het antwoord zonlicht en dan ben je kwetsbaar door de vochtigheid vanwege de archeologie.
“Waar kunnen we onze vijand vinden?”
Er is een bepaald ras, bepaalde types. Allebei mensen. Als je niet ontdekt wilt worden, verstop je jezelf. Daar zijn technieken voor. In de juiste manual kun je vinden welke webpage het is. Er zijn diverse breipatronen en het is op te zoeken hoe deze twee verschillende soorten met elkaar hebben kunnen leven. Het ene continent is losgeslagen en een andere tak ingeslagen. Nu drijft alles weer in een losse zee en de stuurman aapt de man op de kant na. Daar ziet hij een auto…
“Denk allemaal dezelfde vraag!” Deze dwingende gedachte kwam van Eric..
“Hoe zijn de Dwalers te vinden?” Ik merkte dat deze vraag inderdaad versterkt werd doordat er steun kwam van de anderen.
Heel lang geleden waren er wezens van één ras die toen al ontzettend oud waren. Er waren er die er in geslaagd waren te overleven. Hun realiteit ging ten onder, er kwam een einde aan. Dat accepteerden ze niet. Heel veel dingen hebben een cyclus die gaat van het begin tot het eind. Het heelal kan beginnen en eindigen met een Big Bang. Het ontstond met een Big Bang, of was dat het einde? Deze wezens waren er in geslaagd het einde te overleven en waren toen al erg oud. Dat was tegen de Orde der Dingen, dat hoort niet, jezelf een extra leven geven.
Toen de nieuwe wezens daarachter kwamen, waren ze daar niet zo blij mee. Ze konden ze niet terug sturen naar waar ze vandaan kwamen, dat was een realiteit die geweest was. Er kwam een oorlog. Vanwege hun aard was er conflict tussen hen, ze waren het niet met elkaar eens. Sommigen hadden ruzie met zichzelf. Ze waren zo groot, zo complex en vreemd en natuurlijk gek geworden, ze hoorden er niet. Waarom moeten wij ten onder gaan, wijken voor anderen? Als we ten onder gaan, waarom dan niet alles. Misschien is het leuk om opnieuw te beginnen.
Ze waren erg machtig, ze kenden alle geheimen van het vorige heelal, maar hadden er niet veel aan. Onder de nieuwe wezens waren ook een aantal hele machtige. Eén van de oudere wezens was bereid zijn maatjes te verraden. In meerdere of mindere mate. De ene helft was daartoe bereid, de andere kon het niet schelen. Hij was toch gek. Ooit was hij een andere weg in geslagen, voor het einde der tijden al. En dat was moeilijk te begrijpen voor wezens die in het Hier en Nu waren. Misschien was het wat anders…

De hoofdpijn begon steeds heftiger te worden…
Een deel van dat wezen kon zijn gedachten koppelen aan de nieuwe wezens die machtig waren en informatie geven om zijn soortgenoten te verbannen. Ze konden buiten de nieuwe realiteit worden geplaatst. Vandaar zochten ze naar mogelijkheden, op de rand. Daar woonden wezens die niet het niet verdiend hadden te ontstaan. Alles en iedereen vermoordden omdat niemand ze mocht aankijken. Ze hebben er lang over gedaan om macht te krijgen, ze wisten de zwakke plek al, ze herkenden dat ze verwant waren. Soms ontstaat er een zelfde soort leven, ook al ziet het er anders uit. Ze kunnen alleen maar afbreken. Andere wezens hebben zich er buiten gehouden. Ze waren wel machtiger, dat hadden ze over van daarvoor. Ze hebben vele cycli overleefd en zich anders gedragen. Ze hebben zich afgezonderd onder water. Die hebben wel de macht, maar hielden zich er buiten. Ze hebben wel de macht over wat er gebeurt.
De wezens die zijn overgenomen zijn op zoek naar een nieuwe macht, hebben geprobeerd zich dat eigen te maken. Ergens over de realiteit blijkt er een soort machtscentrum te zijn en daarover proberen ze macht te krijgen langs de rand. Als je niet gezien wilt worden, dan hou je dat zo, je verzamelt kleine beetjes tot je genoeg hebt tot een hele. Dan heb je meer realiteit. Dan hoor je er meer thuis. Misschien wil je dan ook wel dingen. Bijvoorbeeld contact maken en meedoen, net of je één van hun bent. Als je denkt dat je één van hun bent en je raakt er in verstrikt, daarachter staan zij en die wachten. Ze hebben veel geduld. Misschien om de cyclus definitief te doen beëindigen. Zij onder water staan er toch buiten, het kan ze niets schelen. Zij zijn de sleutel om dit te voorkomen. Ze zullen niet willen. Iemand heeft er ooit contact mee gemaakt, hulp gevraagd om de ander te verbannen.

“Wie heeft er contact gemaakt?” vroeg ik.
Eén van de eersten is er in geslaagd de wezens te vinden onder water. Er is een plaats waar je contact met ze op kan nemen. Het is een oude plaats, zo oud. Het oorspronkelijke plan is alles over te nemen. Of dat er iemand orde op zaken stelt ergens.
De verrader is altijd bereid te helpen.

“Waar zit het centrum van Macht?”
Dat weet je allemaal al. Overschaduw is ook zo’n naam. Je kunt degene opzoeken die achter alles zit. Op dit moment zijn er een aantal zaken die spelen. Je moet weten wie het is, maar je weet niet beter, het is één van ons. Het is zaak dat hen die niet gezien willen worden, moeten worden uitgeroeid, dat ze straf krijgen. Ze moeten gezien worden en uitgeroeid, dan is het contact verstoord. En dan moeten ze iets verder verbannen nog. Anders blijven ze aan de gang. Je weet waar ze wonen, daar komen ze niet graag vandaan, daar leeft ook niets. Een paar van de eersten hebben samen gewerkt, er was er maar eentje die contact had. Namen zijn soms tot hulp. Goed dan. Old Ones. De Elder zijn niet de Old Ones of Deep Ones. Van de Elder is er maar één over en die heeft ze verraden. De Old Ones zijn verbannen.
“Waar is de oeroude plaats waarmee we contact kunnen leggen?”
Er is een ritueel waarmee de Old Ones geroepen kunnen worden, daarmee komt er een stukje van hen naar een bepaalde wereld toe. Of die doet iets. Er waren Shadow Demons en toen waren ze slaaf. De Deep Ones kennen het ritueel veel beter.
Er is het Patroon en er is de Logrus. Je loopt het en je bent het. Je moet het voorkomen, maar er zijn overal afspiegelingen van. Als je er genoeg loopt, kun je Patroon of Logrus lopen. En als je die loopt kun je ook het origineel lopen en dan heb je het.
Iemand ontdekte dat als je dat verwoest, je iets nieuws kunt beginnen. Op die manier is een Schaduw zo te vormen om de Deep Ones te verbannen. Het kan ook zijn dat die persoon de verkeerde was, wezens die oud zijn, zijn ook gek. Hij had al eens gesproken met de verrader. Misschien was hij van plan alles over te nemen.

Inmiddels is de hoofdpijn ondraaglijk geworden. We moeten hier weg maar we zitten vast.
De Verrader is de fluisteraar van onmogelijke geheimen.

Ook ons lichaam begint te trillen. We zitten vast met onze vinger aan dat midden, willen terug met de munten, maar het lukt niet. Volgens Eric hebben we het ritueel niet af.

Het trillen wordt erger. Het lukt niet aan de munt te denken, Rhexenor denkt aan de deep one, hoe los te komen en stelt dan de vraag:
“Hoe begin je iets opnieuw?”
Eric vraagt ook iets, William wat hij moet doen met het schild, Ronardo hoe hij in Overschaduw komt zonder er over na te denken, ik vraag wie mijn vader is.

Dan is iedereen los. Eric roept: “Denk aan het midden van het patroon van Amber!”. De munten raken elkaar en dan vallen we allemaal bewusteloos in het Patroon in Amber.

We krijgen huiswerk: we moeten iets uitwerken in de richting van een tik, iets waar je gek van wordt, een plan of wat dan ook. We krijgen 5 punten voor het uitwerken plus 1 bad stuff. Dankzij het zaadje dat Rhex heeft geplant en het schild van William hebben we maar één effect in plaats van drie.

Ronardo wordt wakker in een kamer in een bed vastgebonden. De kamer is vrij groot en luxe, hij ligt in een hemelbed, met de armen en benen aan de beddenpost vastgebonden. Naast het bed een tafeltje met spullen als injectienaalden en dergelijke, een stoel met een boek er naast dat open ligt en een ouderwetse stijl meubelen. De kamer is voorzien van een stevige deur.
Ronardo hoort voetstappen die dichterbij komen, het slot gaat open en er komt iemand binnen met vrij donkere kleding, een mantel en baard, dat is Eric. Hij schuift de gordijnen open, begint hem los te maken.
“Goedemorgen, dat heeft even geduurd. Je zult vragen hebben, maar wacht daar even mee.”
Ronardo krijgt slippers, een pyjama en een kamerjas. Eric spreekt de hoop uit dat er geen permanente schade is, maar je weet maar nooit. Een andere deur leidt naar een badkamer. Als hij er klaar voor is, zal iemand hem naar de eetzaal brengen.
Hij wordt opgehaald door een dienstmeisje, ze is blij dat hij weer op is.
“Heer Prins, ik maakte me ongerust, U lag hier een paar weken of maanden. In ieder geval erg lang.”
In de eetzaal krijgt hij te eten, hij is de enige aanwezig. Eric komt hem halverwege de maaltijd gezelschap houden. Ja, hij is de enige die bij is, van de anderen is het nog even afwachten of en hoe ze bijkomen. Hij gaat meer uitleggen als de anderen bij zijn.
Ronardo voelt zich wat duizelig en moet ijzerhoudende jam eten. Zijn troevendeck is weg.

Ik wordt wakker, onderga zowat hetzelfde ritueel als Ronardo eerder, behalve dat ik wat meer last van duizeligheid lijk te hebben. In de eetzaal ontmoet ik William en Ronardo.

Rhexenor weet los te komen, Eric komt dan binnen, het ritueel van losmaken hoeft dus niet meer. De oorspronkelijke kleren zijn verbrand en kom eten. Rhex vraagt naar Dyenne, maar die kent hij niet.

Na een paar dagen is mijn duizeligheid langzaam weg aan het gaan. Als Rhex erbij komt is er geen ontbijt meer. Eric ziet wat bleek, ingevallen ogen alsof hij lang ziek is geweest. Zo zien we er allemaal wel uit.

Ronardo vraagt wat er gebeurd is. Eric heeft gevraagd hoe hij weer levend kan worden. De enige plaats was in het midden van een patroon, hij had ook wat bloed nodig. Vandaar de duizeligheid. Het was nodig dat we ook geestelijk herstelden. Hij mist bloed van zichzelf nog, maar hij heeft een zoon.
“Oh, is hij in Rebma? Ik weet niet of hij bereid is bloed af te staan. Als ik dat bloed heb, kan ik daarmee het Oerpatroon lopen en dan ben ik terug.”
Rhex vraagt of hij het niet vervelend vindt nu ook Chaosbloed te hebben?
“We zijn allemaal een beetje Chaos,” zegt Eric, maar echt leuk lijkt hij dat niet te vinden.

Ronardo zegt dat hij met Moyra gaat, Eric weet niet hoe zijn zoon zich noemt. Zijn oorspronkelijke naam is Friso. Het was toen niet veilig. Hij had een broer die erg gevaarlijk was toen, vandaar dat hij de jongen heeft afgestaan en laten adopteren door onbekende ouders.
We zijn in kasteel Avalon, dat is gebouwd in de wolken en erg indrukwekkend. Het is een soort magisch kasteel, het zijne. Eric heeft wat Corwin trekken, op Deirdre lijkt hij nauwelijks, wel veel op Oberon. Eigenlijk heeft hij iets koninklijks.

Hij wordt een beetje bijgepraat. Hm, er zijn dus een heleboel verloren Amberieten opgedoken.
“Hoe reageren mijn broers en zussen op het feit dat jij een zoon bent van Deirdre en een Chaosiet?” vraagt hij aan Rhex.
“Wel okay, ze kijken mij er niet op aan.”
“Ze zullen het erg vinden dat ze dat in de oorlog heeft gedaan. En doe kom je aan die macht die je hebt?”
Rhex vertelt dat hij is opgegroeid op een Griekse aarde.
“Dus je bent toch normaal opgegroeid. Heb je ook iets geleerd over magie en troef?”
Niet echt dus.
“Ben je wel stabiel?”
Rhex vindt van wel. Ik vraag hem wanneer hij zichzelf onder controle kreeg, maar krijg daarop geen antwoord.
“Amberieten zijn maar één familie tegen al die Chaosieten,” zegt Eric. Hij is niet zo blij met het huidige beleid meer met Chaos samen te werken. Daar is William het mee eens, al valt Rhex wel mee. Ronardo vertelt over Jurt die altijd ongelukken heeft, dat is interessant, vindt Eric.
Dan gaat hij een lijst aanleggen van allemaal namen.

Oberon: verdwenen na repareren van patroon, weg, dood.
Dworkin: bewaakt patroon, niet meer helemaal gek.
We vullen hem wat gaten aan, zoals Dalt, Coral, Merlijn, Rinaldo, Sean, Heather, Boromir.
Ook komt er een lijst van Chaos. Daar zijn flink veel doden, en daar is hij blij om. Hij noemt ook namen van gewone mensen, dat hebben we nog niet mee gemaakt van een enkele Amberiet. Zoals Torvald de huismeester en James de bibliothecaris.
Als hij hoort dat Rhex met 1 van de dochters van de kapitein van de wacht getrouwd, complimenteert hij hem.

Dan verontschuldigt hij zich voor het tappen van ons bloed. Dark End heeft veel tijd gekost, een half jaar in Amber tijd. De tijd in Amber staat ten opzichte van Avalon praktisch stil, dus onze recovery heeft niet veel in Amber tijd gekost.
Ronardo belooft om met zijn zoon te gaan praten.
“Het zou fijn zijn om te weten of hij het wel of niet wil. Zonder of met zijn toestemming wil ik zijn bloed hebben. Troef me in beide gevallen. Zie hem alleen te spreken te krijgen, vraag het hem en troef me. Zo nodig zal ik hem ontvoeren. Verder mogen jullie voorlopig niets zeggen over mij tegen wie dan ook. Zeg ook niets tegen je ouder, al zal Coral het wel weten met dat juweel.”
Hij wil ons helpen waarheen we ook willen gaan, we mogen ook wat langer blijven.
Hij wil achter de schermen blijven, we kunnen hem in alle gevallen troeven. Hij heeft de troef betovert in ons dek. Ik vraag en krijg mijn troeven.

Rhex gaat weg met de steen, Eric geeft me een troef van de stallen van Amber, dat is een heel stabiele troef. Moyra wordt getroefd door Ronardo.

De antwoorden van de Fluisteraar:
Eric: met het bloed van je bloed, ga eerst naar het centrum van het Patroon om te blijven bestaan, dan kun je solide worden door bloed, door het Oerpatroon lopen met je eigen bloed.

William: het schild beschermd tegen anti leven, onnatuurlijk leven en onnatuurlijke situaties. Het is de sleutel in Overschaduw en een wapen in de anti-Logrus.

Rhexenor: In Overschaduw of anti- Logrus is de waarheid te veranderen volgens je eigen wil. Het kan helpen je eigen voorwerpen bij je te hebben.

Ronardo: met Advanced Pattern en alle Patronen tot in de derde graad gelopen te hebben, moet je de edge van alle patronen het patroon lopen in Overschaduw en overgaan in Overschaduw.

Morwenna: er zijn een aantal mogelijke vaders. Om één of andere reden is deze mogelijkheid open gehouden, Julian, Corwin en Random kunnen je vader zijn, in Overschaduw kun je dit definitief maken, Oorspronkelijk zou Julian je vader zijn.


Rhexenor arriveert temidden van een enorme Chaos in zijn landhuis, bedienden rennen zenuwachtig doelloos heen en weer en ze lijken Rhex niet eens te zien. Iemand is vreselijk aan het schelden en schreeuwen, Dyenne is boos en zo te horen op Rhex, althans, zijn naam valt nogal veel. Rhex gaat naar de kamer toe waar ze is.
Ze ligt te bevallen, ze ziet Rhex niet eens en grijpt zijn arm als ze hem wel ziet.
“Jullie kerels zijn allemaal hetzelfde!” Deze woorden wordt kracht bijgezet met wat serieuze vloeken. Rhex voelt zich schuldig, ook omdat Dyenne zegt dat hij dat is. Er zijn verse schroeiplekken op het behang.
De vroedvrouw legt uit dat alles moeizaam gaat, dit is al uren lang zo bezig. De baby had er al lang kunnen zijn, maar spartelt tegen, glipt steeds weg, wil niet geboren worden. Rhex heeft al een vermoeden wat er aan de hand is en troeft naar Dara.
Ze is opgewekt. Hij legt de situatie uit.
“Daar was ik al bang voor dat het een demoon was. Haal me maar door.”
Even later wordt iedereen door de koningin van Chaos weg gestuurd. Dyenne begint weer een tirade van scheldwoorden, Dara voegt daar een paar aan toe.
Dan wordt Rhex weg gestuurd. Niet veel later heeft Dara de baby er al uit gehaald, het kind schreeuwt zoals een baby hoort te schreeuwen, maar even later klinkt dat toch wat monsterachtig. Rhex hoort hoe er een pets wordt uitgedeeld en het gaat weer om een gewone babyschreeuw.
Rhex wordt weer binnen geroepen en gefeliciteerd met zijn demoontje. Dara vermoedt dat het een meisje is. Rhex staart naar zijn dochter, een heel lief babietje dat steeds verandert in een demoontje met slagtandjes en puntoren. Dan heeft ze weer wel haar en dan weer niet. Iedere keer als ze demoonkenmerken laat zien, wordt ze door tante Dara tot de orde gepetst.
Ook Dyenne staart naar het kind.
“Hoe gaat ze heten?” vraagt Dara.
“Het zou toch een jongetje zijn?” zegt Dyenne. “Die had ik Zorba genoemd.” Rhex slikt even en zegt dan: “Over de naam denken we nog even na.”
“Je kunt haar altijd Dara noemen,” zegt Dara met een grijns. “Jullie hebben een sterke dochter, ze heeft me gebeten.” Ze neemt Rhex even apart en zegt: “Voor de volgende keer: maak even een tentakel en trek hem eruit.” Ze legt tevens uit hoe een vrouw gebouwd is.
“Goed. Ik wist niet precies wat ik kon doen. Dyenne was alleen maar aan het schelden, dus heb ik jou er maar bij gehaald.”
“Ja, ik hoorde het. Wat een teleurstelling, ze heeft toch meer scheldwoorden geleerd in Chaos. Dit was erg eenzijdig.
Nu maar hopen dat de baby haar eerste jaar haalt, ik ga in Chaos vertellen dat er een prinses is. En als ze regelmatig wordt gepetst, gaat dat demoon-zijn van haar wel over.”
Ze vertrekt.
Dyenne en Rhex worden het eens over de naam: Cathrynn. De oogjes van de baby gloeien op, het kind lacht en haar oren worden groter.

Dan wordt Deirdre getroefd. Ze is boos, want Dara heeft het goede nieuws al verteld. Toch laat ze zich doorhalen, ze was midden in een audiëntie. Rhex legt haar uit waarom Dara er eerder was en dan snapt Deirdre het wel, bij zijn geboorte had Nicolas het probleem opgelost.
Ze wil haar kleindochter even vasthouden. Het kind krijgt hoorntjes, mar Deirdre weigert te slaan, dat moet Rhex zelf maar doen. Toen hij klein was, liet ze dat meestal over aan Nicolas. Die hield hem dan altijd op de kop trouwens.
“Oh ja, ik zal Nicolas ook even troeven,” zegt Rhex.
“Ja, doe dat, ik moet weer gaan,” zegt Deirdre. Ze geeft het kind weer terug aan Rhex en is weg.
“Ik heb goed nieuws!” zegt Rhex tegen Nicolas.
“Wat! Is Deirdre dood?”
“Nee, je bent opa, ik heb een dochter.”
“Oh. Van wie? Oh ja, je was getrouwd.” Ook hij laat zich doorhalen en wil zijn kleindochter even vasthouden. Zodra ze verandert, houdt hij haar op de kop en schudt haar stevig door elkaar.
“Je moet haar niet tegen de muren slaan voordat ze twee jaar is,” geeft hij Rhex advies. “En zorg ervoor dat ze voorlopig niet uit glazen drinkt, glasscherven zijn dodelijk. En laat haar ook geen plastic eten.”
Dan wordt het meisje bij Dyenne gedumpt en gaan de twee mannen even wat drinken.

Met de troef van Eric kom ik aan bij de stallen van Amber. Ik haal het paard. Fillipien heeft genoeg te doen gehad daar. Ze heeft met haar vriendjes gevlogen, valken van Julian zie ik. Het paard is getraind door Arjan en heeft haar mee uit rijden genomen. In het begin wilde ze niet, maar hij heeft niet zo heel lang in het ziekenhuis gelegen. Met ene Sammi is niet goed afgelopen, die ligt nog steeds in het ziekenhuis.
Door schaduw reis ik naar huis, een half jaar in Amber is drie jaar voor Owen.
Zijn wereld is er echter niet meer, er woedt nu een Schaduwstorm. Nadat ik wat hersteld ben van de schrik, probeer ik met Patroon te zoeken naar mijn zoon. Mijn pogingen hem te vinden worden geblokkeerd. Daarna troef ik Mandor, ook afgeschermd.
Mijn vader is bereikbaar, hij is teleurgesteld dat ik niet meteen contact met hem heb gezocht toen ik in Amber was, dacht dat ik hem niet wilde zien. Hij haalt me door, ik kom uit bij een vestingboerderij in de bossen. Hij zegt dat ik er slecht uitzie en omarmt me. Boudicca wordt verzorgd in één van de stallen en Julian neemt me mee naar binnen.

Moyra is erg blij om Ronardo te zien, ze hebben meteen seks. Na een kwartiertje kunnen ze praten.
“Hoe is het met je?”
“Wel goed.”
“Fijn.” Ze heeft gestudeerd, ze is met de Feniks bezig geweest. Ze kan nu iets met dromen. Hij vertelt dat het is gelukt en we nu iets meer weten. Zij zegt dat er iets met hem is, dat kunnen ‘zij van de Feniks’ zien aan mensen. En hij ziet bleek.
Zelf heeft ze zich bezig gehouden met saaie feestjes en saaie ventjes, ze is hem trouw gebleven.
“Heb je je moeder nog getroefd?”
“Nog niet.”
“Je moet haar troeven.”
Dat doet hij en de troef wordt meteen aangenomen. Hij vertelt dat het wel goed gaat, ze kijkt hem doordringend aan.
“Heb je een tik opgelopen?” vraagt ze. “Een half jaar weg zijn is niet goed, doe maar rustig aan, ga geen wilde dingen doen.” Zelf is ze weer een nieuw project begonnen, maar daar wil ze met hem onder vier ogen over praten, zelfs haar troeven worden afgeluisterd.
“En we moeten weer eens bijpraten over powers.”
Het contact wordt verbroken, Moyra zegt zijn moeder aardig te vinden.
“Je kunt ook een bitch als moeder hebben die je opsluit.”
“Dat is niet onterecht, je moet toch wat leren.”
Ze vindt dat Ronardo als haar vader klinkt, als een saaie droogkloot.
“Ken je iemand die een zoon van Eric is?” vraagt hij.
“Ja, dat is Xavier, die woont hier in het paleis. Het is een saaierd, hij is stil, doet nooit wat, maar heeft wel een vriendin. Maar misschien dat Llewella je verder kan helpen.”
Daar gaan ze dan maar naar toe. Ze ontvangt hen.
“Hoe was het in Dark End?” vraag ze bezorgd.
“Vervelend. Maar we hebben wel de informatie gekregen.”
“Neem daarover eens contact op met Bleys en Caine,” raadt ze aan. “Zij bemoeien zich daarmee. Bleys is nog steeds met die wezens bezig. Er speelt trouwens een heleboel momenteel, er is oorlog met Kashfa en oorlog met Begma. Er is iets mis gegaan met de onderhandelingen, de helft van de Gouden Cirkel landen vallen onder Amber, dat is niet de bedoeling. Deirdre is te ambitieus. Er zijn nu zelfs troepen in Rebma.”
Hij zegt dat hij de zoon van Eric wil spreken, Xavier.
“Niet iedereen weet dat Xavier van Eric is. Ik ga het voor je regelen.”

Rhexenor en Nicolas drinken flink, de laatste raakt een beetje aangeschoten. Hij vraagt wat Cathrynns tweede naam gaat worden. Wat te denken van Darmwringer?
“Hoezo, tweede naam?” vraagt Rhex.
“Dat is gebruikelijk. Mijn zus heet voluit Gilva de Destroyer.”
“Wat is mijn tweede naam dan?”
“De Sloper. We vonden de naam heel goed bij je passen. Ze moeten die naam gebruiken als ze je oproepen, je bent en blijft een demoon.”
Flink wat drank later vertrekt Nicolas weer via een troef naar Despil. Rhex gaat kijken bij vrouw en dochter, ze liggen beiden te slapen. Hij gaat er maar naast liggen.
De volgende morgen krijgen ze ontbijt op bed. Het personeel doet wat schichtig, ze weten niet goed hoe te reageren op de steeds veranderende baby ook. Dyenne vertelt dat Dara hier een paar keer geweest is in de tijd dat Rhex weg was.
“Waar was je al die tijd! Een half jaar…” Hij vertelt iets over Dark End.
“Cathrynn moet een tweede naam hebben,” zegt hij.
“De Verschrikkelijke,” stelt Dyenne voor. Ze heeft wel eens zo’n oproepingsritueel gezien en ook zelf eens gedaan. Ze had een kleintje opgeroepen, die was maar een beetje gemeen.
“Ik vind de baby wel lief,” zegt ze. “Ons bijt ze tenminste niet. Af en toe heeft ze haartjes en kan ik ze aaien. Is de menselijke vorm natuurlijk of de andere?”
“De menselijke.”
“Weet je het zeker? Je bent alweer langer geworden en ik weet zeker dat je vroeger een andere haarkleur had.”
Tsja… hij gaat maar wat shapeshiften om korter te worden. Het kost hem een hele morgen om alles aan te passen.
Die middag wordt Corwin getroefd met het nieuws. Deze wist blijkbaar al dat het een meisje was, alleen de naam niet. Corwin heeft even geen tijd, maar zal nog langs komen met een kado.
Daarna wordt Gerard op de hoogte gesteld. Volgende week komt hij met de kinderen, kunnen ze leuk met elkaar spelen (even ter informatie: Gerards kinderen zijn iets van 18 en 20, baby is 0 J). Hij vraagt of ze stabiel is, of ze een staart heeft en wanneer ze piraten gaan jagen, hij heeft weer een plek ontdekt. Een hele stad voor zichzelf hebben ze ergens. Ook vraagt hij hoe het met de anderen is. En of Eric nog dood is. En of die gekke William nu ook dood is. Al met al wordt het een lang gesprek.
Flora is buiten bereik. Random komt de volgende week langs, Benedict is druk, maar komt zeker binnenkort kijken, van Brand, Dalt en Llewella krijgt hij soortgelijke toezeggingen. Van Bleys ook, maar dan over een poosje met superkado (anders steekt hij de anderen maar de ogen uit). Julian en Fiona feliciteren, maar doen geen verdere toezeggingen. Kortom, alle Amber ooms en tantes zijn op de hoogte gesteld van het heuglijke nieuws. (Eric ook?)
Na de maaltijd gaat het troeven verder, Ronardo informeert of het kind stabiel is (NEE!!! Sorry, die vraag wordt door een aantal mensen gesteld…), William komt binnenkort langs met kado, ik beloof op bezoek te komen. Despil komt ook volgende week ergens, Martin als hij tijd heeft, net als Merlijn.
Jurt komt meteen op bezoek, noemt het kind ‘prachtig!’ (toch weer wat anders dan iedereen die haar ‘lief’ noemt) en petst het kind tot de orde als ze enthousiast van vorm verandert.
’s Avonds laat denkt Rhexenor iedereen op de hoogte te hebben gesteld. Naar Dyenne’s ouders is er een bericht gestuurd.

Julian zet thee en vraagt naar Dark End. Ik vertel daar iets over en vraag hoe het hier is.
De regering van Deirdre is uit de hand aan het lopen, ze ziet legers sturen als de oplossing voor elk probleem. Het begon met Begma en Kashfa, Amber houdt Eregnor nu bezet met een afdeling in zowel Kashfa als Begma. Met de andere Gouden Cirkellanden hetzelfde verhaal. Als het zo door gaat staat Amber binnenkort alleen in de Gouden Cirkel, er is een groeiende onrust. Benedict, toch niet vies van oorlog, heeft inmiddels grote vraagtekens gezet bij dit beleid en intussen hebben ze ook nog te maken met het gestook van Dalt. Er gaan nu stemmen op om te kijken of Corwin mogelijk het koningschap wil aanvaarden.
Ik vraag naar Jurt. Het lijkt erop dat het goed gaat komen met hem, het was heel moeilijk om hem te pakken te krijgen en vooral om hem vast te houden. Hij heeft Bleys erbij gehaald en samen zijn ze er in geslaagd om een stuk van zijn geheugen te blokkeren. Toen is dat rare gedoe in ieder geval opgehouden. Het is onbekend hoelang die blokkade blijft, hopelijk lang genoeg.
Brand heeft wat problemen: hij kan nergens lang blijven. Iemand heeft een serie Chaos bloedhonden achter hem aangestuurd. Julian heeft geen medelijden met Brand.
Ik vertel over de schaduwstorm en het feit dat Owen en Mandor worden afgeschermd tegen contact en opsporing. Hij weet wat er aan de hand is, niet of het verstandig is om me meer te vertellen.
De schaduwstorm is veroorzaakt door Mandor, een preventieve maatregel. Julian heeft, kort nadat ik weg was, van Mandor bericht gehad dat er problemen waren, hij moest onderduiken en zou tijdelijk niet bereikbaar zijn.
Caine heeft zijn plan af, ook Benedict is hierbij betrokken.
Ik heb een uitnodiging gehad van Chaos om te komen praten met Mandor, de uitnodiging is echter verlopen. Hij vermoedt dat er binnenkort een nieuwe zal komen, Deirdre heeft nog geen ruzie met Chaos.
Aan de rand van Arden zijn wat incidenten geweest met een nieuwe generatie van Chaosieten, die zich komt bewijzen.
De oude Sawall ligt nu echt op sterven, al een poosje eigenlijk. Ik vertel dat Sawall allesbehalve oud en ziek is en dus niet zal sterven – althans niet echt.
“Dat verklaart veel.” Hij zegt niet wat.
Hij nodigt me uit om een poos hier te blijven.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!