Wednesday 8 October 2008

Bal in Chaos/ Zoektocht naar Yss/ Arden

Rhexenor is bij Random en zegt dat hij een afspraakje heeft. Oh, met dat meisje van het personeel? Ben je niet bang dat ze risico’s loopt? Hij maakt zich een beetje zorgen. Wat doet hij er dan aan?
Random wordt serieus. Wie is verantwoordelijk voor dat wicht? Rhexenor dus. En wat is hij van plan met haar? Trouwen? Wat vindt je moeder er van? Vindt ze dat goed??? Over 50 jaar is ze oud en jij niet. Wat dan? Dat zie ik dan wel. Zij ziet er dan uit als 70 en jij nog steeds als nu? Hou je zoveel van haar dat je dat er voor over hebt? Zij gaat dood. Ze weet nog niet dat Rhexenor een demon is. Hij weet niet precies wat nu wijsheid is.
Zij denkt dat ze met een leuke prins gaat en als jij ’s nachts een nachtmerrie hebt, gaat zij misschien aan flarden. Of iemand vertelt het haar om jou te pesten. In Rebma wonen er een heleboel van dat soort zeikerds.
Wie past er op haar als je er niet bent? Zijn leger, denkt hij. Kun je doen. Je hebt je landgoed nog niet opgeëist, wanneer ga je dat doen. En weet ze al dat ze haar ouders niet meer zal zien? En als ze toch wordt vermoord in de tussentijd?
Jij moet gaan praten met Mandor, zegt hij. Je kunt toch geen hele club van mensen op haar gaan laten letten. Of leg het probleem voor aan Dara en nu moet je dat maar even gaan doen. Hij wil eerst zijn date nakomen. Random geeft haar extra dienst zodat ze laat is.
Rhexenor troeft naar Despil. Kan ik even met je moeder praten?
Even later wordt hij door Dara getroefd. Hij merkt dat ze heel sterk is door die troef heen. Ze is enthousiast hem te zien en haalt hem door. Hij staat in een boudoir en ziet nog net dat Despil weg rent in de gang.
Wat kan ik voor je doen? Dan kun je me meteen helpen met het uitzoeken van een japon. Er is vanavond een bal en als koningin moet je toch schitteren. Er liggen een twaalftal japonnen. Hij wijst een aantal kleuren, maar op alles heeft ze iets aan te merken.
Hij krijgt een hele leuke troef van haar. Hij vertelt over zijn vriendinnetje en de moorden. Ze vraagt hoe hij denkt over dat meisje. Hij vindt haar aardig, leuk en zijn droomvrouw. Wat vindt je moeder ervan…. Eh ja, ze vindt het wel okay.
Ze begrijpt het, het meisje moet dus ook nog opgevoed worden. Neem haar straks mee naar het bal. Er is niemand die als demon naar het bal toekomt. Degenen die teveel drinken, worden er uit gegooid. Ze zal niet merken dat hier Chaosieten zijn. Dus je hoeft haar niet te vertellen dat je een halve demon bent. Misschien schrikt ze heel erg. Ze kan er voor zorgen dat Dyenne een beschermer krijgt. Ze moet niet te veel af gaan dwalen.
Met Rhex’ hulp kiest ze voor rood met paars, dan heb ik een andere japon dan de vorige keer. En laat je vriendin wat leuks aandoen. Dus kom wat eerder, dan regelen we dat. We hebben hapjes, maar daar zitten geen rare dingen tussen.
Hij zegt iets over William en ze schrikt heel erg als ze hoort dat het een kleinzoon van Osric is. Ze dacht dat die hele familietak dood was, iemand heeft zijn werk niet gedaan.
Gaat hij Random troeven? Ze pakt een roze slipje uit een la en dat moet Rhexenor maar op zijn bureau leggen. Leuk als Vialle het vindt.
Random wordt weer getroefd en deze haalt hem door. Hij vertelt wat er is afgesproken en gaat zich opfrissen.
Hij geeft het slipje aan Random, die het mooi vindt. Hij begint er meteen spreuken op te doen en er blijkt niets op te zitten. Hij zal het aan Vialle geven.

Fiona gaat meteen regelen dat Ronardo contact krijgt met Mandor. Ze haalt een troef, daar staart ze een minuut of wat in en ze zegt dat het geregeld gaat worden. Hij mag zijn andere handschoen niet onderzoeken of aantrekken. Ze gaat deze eerst zelf onderzoeken. Als de handschoen gevaarlijk is voor hem, zal ze dat aan hem vertellen. Ze gaat er niet de Logrus op loslaten. Dan ontploft de boel met haar er bij.
Hij vertelt dat Morwenna alleen maar heeft gebladerd in het Necronomicum en het weg gelegd.
Fiona denkt dat ze de toegang tot Overschaduw heeft gevonden. Je moet je goed voorbereiden, dingen mee nemen. Ze moeten zodanig veranderd worden dat ze daar bruikbaar zijn. Het is zoiets als de kogels van Corwin. Deze had een poeder gevonden, maar als je het mee naar Amber neemt, kan het ontploffen. En dat soort spullen zoekt ze. Een beetje als Amberieten voorwerpen, maar ze moeten in alle Schaduwen werken. Geen Macht, maar wel werkend in elke Schaduw. Het moet Speciaal zijn. Oberon heeft dat soort dingen verzameld.
Een boog die gemaakt is van de haren van de Eenhoorn en hout van de Levensboom. Deze boog zou in Overschaduw misschien werken als een gewone boog. Ze weet zeker dat het Juweel daar zou werken.
Of het bloed van Amberieten, is ook Speciaal. Steen der Wijzen, stelt Ronardo voor. Welke steen? Of de Ene Ring? Een Spikard zou kunnen. Probleem is dat Overschaduw zijn Macht waarschijnlijk niet uit Schaduw haalt. Iets uit tussenschaduw, bedenkt Ronardo.
Als je Advanced Pattern hebt, kun je een Schaduw pakken, de buitenkant wordt kleiner dan de binnenkant en dan kun je het meenemen. De grootte doet er dan niet toe. Je zult wel wat moeten oefenen. Maar als je een tussenschaduw weg haalt, botsen er twee schaduwen op elkaar en dan heb je een storm. Verwoesting heb je dan, een schaduwstorm.

Dan staat er een strenge jongeman in de kamer. Hij ziet er keurig uit, jaar of 25, heeft blauwe ogen, een scherp gezicht, spierwit haar. Draagt een zwart jasje, een donkerpaars overhemd, zwarte stropdas met blinkende dingetjes. Zwarte broek en zwarte schoenen. Hij maakt een keurige buiging naar Fiona en stelt zich voor aan Ronardo als Mandor Sawall.
“Een zoon van Fiona dus, je lijkt wel op haar.” Fiona bloost en giechelt. Ronardo zegt dat hij niet echt op zijn moeder lijkt, misschien meer op zijn vader. Mandor is de zoon van Gramble Sawall, dat is de koning van Chaos.
Fiona zegt niets als Ronardo zegt dat hij haar oudste zoon is. Oudste erkende zoon dan, verbetert Ronardo zichzelf.
Ronardo vertelt dat hij naar Yss wil zoeken. Mandor doet iets, waardoor hij handschoenen heeft en pakt het boek aan. Een gevaarlijk boek. Ben je wel eens bij de Abyss geweest? Toen gingen we vissen. Hij vertelt wat er gevangen werd. Dus de Phoenix gevangen, die schijnt heel gevaarlijk te zijn, zegt Mandor. En ook de handschoen die dingen ergens vandaan kan halen, maar niet hetzelfde als Logrus. En Deirdre dus.

Hij legt een hand op de schouder van Ronardo en pakt een kaartje. Dan staan ze ergens in de buurt van de Abyss. Ze hebben beiden zwarte kleren aan en allebei zetten ze een zonnebril op.
We kunnen een demoon oproepen en kijken wat hij zegt. Of een paar dagen reizen langs de rand. Hij wijst naar de gebouwen die erboven hangen, dat zijn de Hoven. Dat van Chaos horen ze liever niet.
Mandor is erg serieus, vindt Ronardo.
“Hoe moet ik jullie dan noemen in plaats van Chaosieten,” vraagt hij.
“We zijn geen mensen, maar demonen. Je kunt ons naar de familie noemen. Maar liever geen Chaosieten,” legt Mandor uit.
Waar Dworkin vandaan komt is meer een huis van dwergen, niet een heel belangrijk huis. Jullie schijnen er vanaf te stammen, maar jullie zien er niet uit als dwergen.
Jullie worden ook wel vereerd als Heiligen. De familie waar ik vandaan kom, zijn geen demonen zoals jij ze kent, mijn familie staat daarboven, een enkele terugval kom je tegen bij Helgram en Hendrake. Maar er zijn er ook bij die helemaal niet op ons lijken en die kan ik oproepen. Je moet sterker zijn dan de demon, maar je moet Jurt er alleen niet bij hebben. Hij is aardig, maar moet veel leren. Despil is ook een stiefbroer van hem. Hij is een Hendrake, maar lijkt wel een echte Sawall. Mandor hoeft niet op de troon. Hij weet niet precies wie zijn moeder is, maar alle mogelijkheden zijn dood. Hij heeft haar nooit gekend. Hij had meer broers en zussen, maar die zijn ook allemaal dood. Je loopt wat minder risico als je zegt dat je de Troon niet wilt en dat heeft hij ze héél duidelijk gemaakt.
Ronardo zou ook niet graag op de troon van Amber zitten. Wat wil jij dan? Ontdekken. Hij heeft Patroon en troeven. Hij kan leren demonen op te roepen, zegt Mandor. Kost je bijna niets, je moet alleen sterker zijn dan de demon. En goed opletten wat je aan het doen bent. Neem Jurt niet mee en Random ook niet. Ze hebben een beetje de eigenschappen van ene Puk in zich, een Oerwezen dat die eigenschappen ook had.
Dan horen ze de muziek van een fluit. Mandor verstijft even en op een heuvel in de verte staat een sater. Die zwaait en verdwijnt. Dat is niet goed, zegt Mandor.
Er verschijnt een jongeman in een paars pak met paarse das en een rode zakdoek en rode schoenen. Heeft wat weg van Merlijn.
“Oh daar ben je!” roept Jurt enthousiast. Geeft de handschoen van Ronardo enthousiast een hand. Geweldig, de zoon van Fiona, met die tieten… ik kom net van het bal, we moeten gaan dansen en toen dacht ik, ik ga op zoek naar jou. Welke idioot heeft Dara paarse kleding aangeraden!
Laten we gaan bungee jumpen in de Abyss, stelt Ronardo voor. Jurt ziet veel mogelijkheden, met een touw aan het balkon. Doe maar niet Jurt, bij jou breekt het touw en dan val je weer in de Abyss, zegt Mandor.

Oh, jullie zijn op zoek naar Yss, is dat niet die grote ijsreus die daarginds ergens woont? Die kale, lelijke, met dat ene oog? Die woont hier ergens.
Er woont hier geen reus, zegt Mandor. Jawel, een heel eind die kant op. Ik wil graag met jullie mee reizen, jij vindt dat ook leuk, Ronardo, met twee broers optrekken. Wat zal Dara zeggen als je weg blijft, zegt Mandor. Jurt slikt even en verdwijnt. Hij is een soort levende troef, zegt Mandor en hoe komt hij op een ijsreus. Die heeft hij nog nooit hier gezien. Ik roep zo wel even een vliegding op en dan kunnen we wat sneller reizen.

Op een gegeven moment ben ik niet meer in Amber. Ik krijg troefcontact met Julia en ik haal haar door om even bij te praten. Ze draagt een blauw pak. Ze vraagt me of Rhexenor het heeft gehad over Dara. Hij en Despil hebben een contract lopen met een belangrijk iemand in Chaos en zijn hun afspraak niet nagekomen.
Ze zochten informatie over de verblijfplaats van Corwin, daar heeft Dara ook iets mee te maken. Ze zouden iets gaan halen in ruil voor die informatie. Corwin zit toch ergens gevangen.
Ik vertel haar wat Rhexenor heeft verteld over Iolanthe. Oh, zit het zo zegt Julia, door de herrijzenis van die dame ligt heel Chaos overhoop. Ook vertelt ze dat er inmiddels allerlei lui zijn opgevist uit de Abyss, zoals de oerwezens Puck en Myra.
Ze pakt een blauw masker en houdt dat voor haar gezicht. Ze zegt dat ze zichzelf Blauw Masker noemt en met deze vermomming verkoopt ze informatie. Zij vertelt aan iemand iets wat deze wil weten in ruil daarvoor vertellen ze andere dingen.
Jurt en zij hebben achterhaald dat Random en Rhexenor er mee te maken hebben dat de oerwezens uit de Abyss zijn gevist. De Abyss demon zou Jurt herkennen. Hij heeft die demon er een keer uitgehaald.
In Chaos is er een paladijnenorde van Fiona. Ze verven hun haar rood en dragen het in een hanenkam.
Ik vertel haar dat ik me zorgen maak over het welzijn van mijn moeder. Ze kan wel wat regelen, ze kan er wat spreuken neer hangen. Of ze kan Mandor vragen om er demoon neer zetten. Nieuw personeel. Dat laatste lijkt me een goed plan.
Mocht je Puk tegen komen, dat is een oud figuur en nog erger dan die nar en de koning. Er kunnen dingen mis gaan.
Ze houdt al die dingen geheim ze loopt rond als het Masker op het bal. Een bal georganiseerd door Dara. Er vallen geen doden, deze keer zijn de regels extra streng, niemand mag demon zijn. Ze vindt dat prima, want er gebeuren wel eens ongelukjes. Zo hoeft ze de helft van de spreuken niet te doen. Als je zin hebt mee te gaan, je kunt nog interessante mensen ontmoeten, zoals Despil en misschien Mandor. Ik sla de uitnodiging af, een bal is niets voor mij. Dat dacht ze al. Ze pakt een kaartje en is weg.

Ik reis terug naar Amber, tijd om mijn eigen paard te gaan vangen.

Rhexenor gaat uitgebreid in bad, verzorgt zichzelf goed, scheert zich, kamt zijn haar, twijfelt of de kleur wel klopt. Hij maakt het bruin…. Maar er is toch wat mee. Trekt een zwart pak aan met stropdas. Hij doet een bloemetje in zijn borstzak en scheurt daarmee zijn jasje. Nette zwarte puntschoenen maken het af. Hij lijkt goed op zichzelf, denkt hij. Lijkt wat gespierder.
Op de gang loopt Johannes, een bediende. Rhexenor vraagt hem naar bloemen. Een boeket met witte en roze rozen, zonder poespas, zonder doorns en vers gesnoeid. Tien minuten later komt hij met roze, roze-rode en rode rozen aanzetten. Hij krijgt ook nog een zilverstuk. Ik kan ook nog anderen dingen voor U vinden, zoals laarzen.
In de hal gaat hij wachten op Dyenne. Daar komt ze haastig aan, met haar haar netjes en een aardige jurk aan. Die rozen zijn precies haar smaak. En nu gaan ze naar een bal. Dat vindt ze wel leuk, maar ze heeft niet de goede jurk.
Dara haalt hen door. Ze staan nu in dat enorm dure boudoir. Dara is gekleed in een paars met rode jurk, draagt veel juwelen en een kroontje. Ook heeft ze een geheel gouden scepter, geheel voorzien van edelstenen en gemene punt. Rhex weet dat dit een heel smerig wapen is,
Dara neemt Dyenne mee en laat haar over aan een zestal dames.
Rhexenor wacht. Jurt komt er aan in een vreselijk paars pak. Hij stelt zich voor, een heel stevige hand. Auw! Breekt dan een krukje in plaats van zijn nek, repareert het krukje verkeerd om… Natuurlijk komt Dara dan net binnen.
Rhexenor krijgt dan ook een donkerpaars jasje en rode schoenen. Zwart kan echt niet, aldus Dara.
Jurt moet zich gedragen vandaag, het wordt vast een leuk bal. En blijf nu uit de orkestbak!
Daar komt Despil aan. In donkerpaars gekleed en paarse schoenen. Hij zou liever aan een galg bungelen. Dara belooft hem heel veel sjans vanavond en anders slaat ze ze allemaal af. Nou mam, laat dat nu eens een keer. Jurt vertelt dat zijn verloofde er vanavond niet bij kan zijn. Dara denkt dat het toch een stomme hittepetit is.
Kunnen we niet wat monsters verslaan of in de Abyss gaan zwemmen? Dara zegt haar zonen dat ze maar eens een voorbeeld aan Rhexenor moeten nemen.
Ze verheugen zich wel op de hapjes. Dara dreigt dat ze deze keer niet tien keer zoveel mogen eten als de gasten.
Dyenne komt binnen in een lichtpaarse jurk, rode dingetjes in haar haar en een rood tasje. Had ze zulke grote borsten?
Wie mag deze prinses dan wezen. Despil is uiterst beleefd, net als Jurt.
Ze gaan, Dyenne vraagt Rhex wie deze mensen toch zijn. Hij stelt ze voor als Jurt, Despil en Dara. Ze heeft die naam meer gehoord. Ik hoop het, zegt Dara. Dat is net als de koningin van Chaos! Ja, leuk, ik ben ook koningin. De naam Sawall komt haar ook bekend voor. Zoekt ze wel eens uit. In de verte worden ze aangekondigd als koningin Dara, prins Rhexenor, prinses Dyenne, prins Despil en Jurt.

Een orkest is instrumenten aan het stemmen en er zijn heel veel mensen. Sommigen zien er vreselijk uit, te bloot, te geblokt en een afschuwelijke keus voor kleurcombinaties. Een hoek met mensen in uniform, de familie Helgram. En een kleine familie met allemaal zwarte haren, bleke huid en iets te lange tanden. Er zijn zeker 600 mensen aanwezig.
Er zijn ook kinderen vanaf een jaar of twaalf.
Overal zijn en grote tafels met drank en eten. In het midden van de zaal is er een grote dansvloer vrij gehouden.
Dara vindt het een goed idee dat hij vanavond Dyenne gaat vragen. Ze haalt een doosje uit haar tas, het blijkt dat daar Rhex’ ringen in zitten.
Dyenne luistert naar wat Despil te vertellen heeft over alle families hier aanwezig. Hij raadt haar aan om het vanavond niet te veel over Amber te hebben, in dit land ‘kennen ze dat niet zo’.
Dara vraagt Rhexenor om met haar het dansen te openen. Zij kan heel goed dansen. Hij denkt dat ze een heel goede danser is. Ze daagt hem een beetje uit, ze is best sexy. Er komen steeds meer mensen op de dansvloer.
Dan gaat hij met Dyenne dansen. De enige die niet danst is Jurt. Hij is zo onhandig, heeft al een kan sinaasappelsap over zich heen gekregen, een spies door zijn hand, zijn jas vat vlam en zo blijft het maar doorgaan.
Dan wordt de intrede van het Masker gedaan. Een slanke gedaante in het blauw met een blauw masker. Het wordt even stil. Despil wordt een beetje bleek. Veel mensen praten met het Masker en dan zijn zij aan de beurt.
“We hadden een afspraak.”
“De Eenhoorn heeft het afgepakt,” zegt Rhex.
De witte lok in zijn haar is niet hetzelfde. Ze wil dan iets anders. Zij houdt zich we aan de afspraak. Ze zal een briefje sturen, aan beiden.
Dyenne danst met een Helgram intussen. Ook de koning, een heel oude man, laat zich even zien op het bal. Die man lijkt wel seniel. Wat moet Dara toch met hem.
Rhexenor gaat hem gedag zeggen. Dyenne wordt terug gebracht en vertelt enthousiast dat ze al met zoveel mensen gedanst heeft.
Dara besluit dan dat ze maar eens moet gaan eten. Ze kiest twee plakjes vlees uit en wat olijfjes. Dan gaat Jurt als tweede. Hij laat een schaal vol laden. Rhex pakt een bordje en Dyenne kiest uit wat ze wil hebben. Ze kiest op de Dara manier. Eindelijk mag Rhex voor zichzelf kiezen. Hij kiest een hele schaal met kippenboutjes. Sommige mensen vreten alles met bot en al en zelfs hun bord op! Af en toe kijkt Dara streng naar de mensen die iets met een lange arm pakken.

De mensen met de zwarte haren en lange tanden zijn van de Familie Tandora, vertelt Despil. Zijn dat vampieren? Dat was Despil nog nooit opgevallen.

Dyenne vertelt dat iedereen hier zo aardig is, ze vertellen haar van alles.

Dan komt er een dame naar Rhex toe, die wel even wil dansen. Ze heeft keurige kleding aan, een beetje kort. Ze is eigenlijk de baas van zijn huis, dit is Belissa. Hij is dus een zoon van Nicolas. En wie is dat meisje? Nee, ze is geen vechtster. Ze had al begrepen dat het iemand is die hij kent uit Amber. Dyenne loopt aan iedereen te vertellen dat ze uit Amber komt. Ze nodigt hem uit om een keer bij haar op bezoek te komen.

Dyenne laat zien dat ze ijs heeft gekregen van een aardige man. Rhex gaat snel achter de ijs uitdeler aan en krijgt, net als Jurt, ook een hele bak ijs.
Rhex waarschuwt Dyenne dat ze niet tegen iedereen moet zeggen dat ze uit Amber komt Dara zegt dat ze maar moet zeggen dat ze uit Kashfa komt. Of uit de buurt van.
Dyenne vraagt zich toch af waar Rhexenor al die mensen van kent, ze zijn allemaal zeer geïnteresseerd in hem. Tegenwoordig krijgt ze dansles van mevrouw Marianne. Een hofdame van Vialle.
Nicolas is er niet. Rhexenor denkt dat hij niet van bals houdt. Het wordt steeds vrolijker en ineens wordt het doodstil. In het midden van de zaal staat Iolanthe met zwaard. De oude Sawall mompelt “Oh nee toch!”
“Ik ben weer terug en jullie zullen het weten ook!”. Iolanthe verdwijnt en er komt een demon uit de muur kruipen, Aahh een Abyss demon! wordt er gegild.
Dara roept om Mandor, die schittert door afwezigheid. Laat mij maar, roept Despil, laat mij maar, roept Jurt en hij valt en rolt tot vlak voor de demon. Rhexenor krijgt een smerige Chaos dolk van een Helgram, gooit die in de demon. Dat was tenminste de bedoeling, maar de dolk valt voor hem neer.
Jurt trekt een enorm zwaard, dat brandt en koud tegelijk is. het vonkt, er hangt een waas over en rent daarmee naar die demon en slaat hem doormidden. Er blijft een vieze vetvlek over. Inmiddels is Dyenne is allang de zaal uitgewerkt. Rhexenor gaat haar zoeken en vindt haar in gezelschap van Dara.
Iolanthe kent ze niet. De oude Sawall kent haar wel, van lang geleden. Is dat een Hendrake, zegt Dara verbaasd, waarom komt ze niet gezellig even dag zeggen?
Waarom weet ik dit niet, waarom heeft Despil me niets verteld? Per ongeluk bevrijdt zonder dat Jurt er bij was? Dara zal haar wel op de thee nodigen.
Jurt komt aan lopen, moffelt snel even iets weg. Laten we verder gaan met het feest. Wat, iedereen naar huis! Dat is fijn! Al het eten staat er nog. Rhexenor en Jurt rennen haastig naar de eetzaal en laden zich vol.
Dyenne vond de demoon wel mee vallen. Ze had het erger verwacht. Ze bedankt Dara. De jurk en de juwelen mag ze houden. Despil gaat, Jurt ook.
Ze nemen afscheid. Het zal even duren voor er weer een bal komt.
Rhexenor troeft terug naar Random die ze doorhaalt. Random is een beetje verbaasd dat Jurt niet dood ging terwijl hij de demoon versloeg. Was er ook bier?
Dyenne vond het een leuk feest! Dara ziet er niet uit als koningin. Is ze echt getrouwd met die ouwe man? Wat zielig voor hem!
Dan belanden ze in de tuin. Ze gaan op een bankje zitten. Ze hoopt koning Random ooit een bal geeft. Dat zou wel goed zijn. En dan moet hij die aardige Dara ook uitnodigen. Deze schijnt te denken dat Rhexenor de nieuwe koning wordt van Amber.
Dan gaat Rhexenor op zijn knie. Er is iets dat hij wil vertellen. “Wil je met me trouwen,” en hij pakt de ringen. Hij overvalt haar wel een beetje. JA! Hij krijgt een zoen. Wat een mooie ringen, hebben vast veel gekost. Er is iets mee, merkt ze als ze die ompast. Op het moment dat hij hem omdoet merkt hij dat alles in orde is met Dyenne. Nu zijn ze verloofd.

Ik tref William in de koffiekamer. Hij bedankt me voor mijn goede zorgen. Hij herinnert zich iets meer en weet ook meer. De spreuken in de boeken van Osric zijn anders dan in de boeken van Jasra. Die van haar zijn meer alsof ze het niet heeft hoeven uitvinden van veel later. In de boeken van Osric is magie verbonden met iets. Het past zich sneller aan in andere werelden. Als je van de ene wereld naar de andere reist, is daartussen iets. Dat heeft niets van beide werelden. Het is een krachtbron. Dat werkt goed omdat het de wereld wel omringt. Vlakbij en toch niet zo. Ook is hij in de kelder wezen kijken en er zit iets naast de lijnen van het Patroon. Het gevaarlijke stuk waar je niet moet komen, die macht. Daarmee werkt die magie en die van Jasra niet. Misschien is zijn magie meer gebroken patroon. Het is hier en daar wat ellendig en niet perfect. Random denkt dat Brand en Eric er veel van wisten. Ik vertel dat Caine misschien ook meer weet dan hij laat merken. Niemand weet precies uit welke tijd hij komt.
William kan proberen dat schild op te halen, het is aan hem verbonden (tussen ons). Hij weet alleen niet waar te beginnen. Hij denkt dat hij er bij kan als hij wat herstelt is. Hij heeft nu een setje troeven. Coral denkt dat het wel kan, troeven naar iemand dus. Het Patroon in kelder heeft iets bekends.
Ik adviseer hem om er achter te komen waar te beginnen via Benedict en Caine. Eventueel zou hij ook het Patroon van Rebma en Tir Nan Ocht kunnen bekijken. Ik vind dat hij wat minder warrig klinkt. De koning heeft hem aangeraden eens wat Chaosieten te ontmoeten. Random zei dat we vrienden hebben in Chaos hebben, zoals Rhexenor. Hij werd boos toen William iets negatiefs zei over Rhex. Ik vraag hem of hij mee wil gaan zoeken naar Dark End en zeg dat ik hem wil helpen met het vinden van het Schild. Ik kan ook regelen dat hij Julia en misschien Jurt ontmoet.

Random stuurt mensen weg als ik hem te spreken vraag. Hij zegt dat ik maanden en jaren weg geweest ben. Ik vraag toestemming om een paard te mogen vangen. Toestemming? Wat is dat voor flauwekul, wie heeft dat gezegd? Het was een Oberon regel. Hij schrijft een briefje. Morgenster, het paard van mij vader, is een soort Amber paard, maar geen echt Amber paard. Julian heeft vast een geheime paardenkudde, Random zou wel willen weten waar.

William is een beetje ontspoord. En Random moet nu Dara uitnodigen voor een bal in Amber. Ik vraag hem wanneer hij dat heeft gepland, dan zorg ik niet in de buurt te zijn. Hij klaagt dat ik hem te weinig vertel, ik lijk mijn vader wel. Die laat ook alleen iets weten als hij denkt er niet omheen te kunnen. Ik krijg een nieuw troevendek met Rinaldo, Dalt, Coral, William en Merlijn als extra toevoeging. Uit mijn oude dek haal ik de kaarten van Julian, Julia, Ronardo en Martin.

Julian is nog steeds op reis, hij roostert een varken aan het spit. Hoe het is? Gezellig, zegt hij. Af en toe belanden we in Schaduwen waar allerlei feesten aan de gang zijn. En nog steeds geen spoor van Corwin. In Chaos zelf zit hij niet, maar waar wel?
Ik vertel dat ik wat aantekeningen over Dark End in de kamer van Eric heb gevonden. Hij had wel iets geschifts, was daar vast eens geweest, zegt Julian met een grijns.
Als ik hem zeg dat ik nogal in het duister tast met wat ik nu moet gaan doen, is hij wat verbaasd. Caine heeft hem gezegd dat hij regelrecht en duidelijk advies heeft gegeven en Bleys deed ook al zo.
Ik vertel dat ik nu eerst een paard wil gaan vangen en trainen en vraag hem of hij wil vertellen waar hij Morgenster vandaan heeft. Dat is nog niet gemakkelijk, denkt hij en vraagt me of ik hem door wil halen.
We wandelen over de binnenplaats van het kasteel. Hij vertelt dat Arden niet is ontstaan door hem, maar dat hij de zorg voor het woud op zich heeft genomen. Degene van wie het is, was weg en nu niet meer. De kudde paarden was een open plek, die nu onvindbaar is. Hij kan er niet komen, maar wil het wel gaan proberen. Er is probleem, een dryade is het probleem. Ik vertel wat ik heb gehoord van Julia over de wezens die zijn opgevist uit de Abyss door de koning en zijn neef. Julian is er niet blij mee, maar het verklaart veel. Heel veel. En nu gaat hij even met de koning praten. Hij gaat naar binnen met grote passen, ik volg hem. Even later hoor ik geschreeuw uit kamer van Random.
Dan komt hij weer naar buiten, slaat de deur zo hard dicht dat deze nu uit de bevestigingen hangt.
“Dit is de laatste keer dat hij niets meer vertelt,” zegt mijn vader grimmig. Ik heb hem laten weten dat hij heeft er probleem bij heeft, de controle over Arden zijn we kwijt.
En nu kunnen mijn broers wel even zonder mij, belachelijke gasten. Ik ben niet de loopjongen van Random.
We rijden te paard naar Arden. Er is veranderd aan Arden. Of het ten goede of ten kwade is, hij merkt er niets meer van. Hij is de band met Arden gewoon kwijt.

We rijden een paar dagen. Hij maakt zich er niet zo’n zorgen over en we komen ook geen monsters tegen. Wel personeel van hem, die zitten te niksen, verdwaald zijn en de weg kwijt. De open plekken weg zijn weg, de doorgangen en ruines zijn overwoekerd.

We komen aan bij een heel grote open plek met een enorme witte boom met goudkleurige blaadjes. De boom is meters en meters dik, 100 meter hoog. Er verschijnt een groene, doorzichtige dame uit de boom. We stellen ons beleefd voor. Zij spreekt met een mooie zangerige stem. Ik ben Myra. Mij kennen jullie niet. Welkom in mijn woud, mijn werelden, mijn wouden. Ik begrijp dat jij al deze tijd als beschermer van mijn woud bent opgetreden, zegt ze tegen Julian. Er was geen beschermer, maar wel veel monsters en iemand moest Amber beschermen, zegt hij.
Dat was niet de reden, zegt ze.
Ik vind wouden mooi, het spreekt me aan, geeft hij toe.
Zou je dat werk weer willen doen? vraagt ze hem. En jij, vraagt ze aan mij.
Solliciteren naar mijn eigen baan? zegt Julian. Maar hij wil zeker dat werk weer doen. Ik zou ook graag op een manier willen bijdragen aan het welzijn van het woud.
Ze zegt dat er een band tussen ons is. Ik zeg dat dat zou kunnen, hij is mijn vader. Dat zou kunnen, zegt ze nadenkend. Het is zo moeilijk te zeggen met jullie familie. Jullie bloed is vreemd. Oh, zijn jullie Amberieten. Ik heb er eerder twee meer ontmoet. Ook familie, heel anders weer dan jullie. Je bedoeld Random en Rhexenor, zeg ik.
Dat zou kunnen, weet ik niet. De eerste is een jongeman, die mij en Puk opviste. Uit haar beschrijving maak ik op dat ze het over Rhex heeft.
De andere was een jongeman met rood haar. Hij heeft zich niet voorgesteld, reisde door de wouden, reageerde niet op haar pogingen contact te maken en haar pogingen waren nogal sterk. Brand.
Julian wil graag hetzelfde werk blijven doen, we zijn hier dan altijd welkom. Hij heeft ook mensen die voor hem werken. Die mensen dan ook. Ze maken geen dingen kapot. Er huizen meer dryaden hier, zij is niet gewoon. De soort boom die zij heeft is er één die op meerdere werelden tegelijk voorkomt, zo kan ze door schaduwen heen reizen. Julian wil er meer over weten, ik ook. Ze wil dat wel een keer vertellen.

Het terrein is wat rotsachtig, verder van de Abyss af is het wat meer begroeid. De Abyss zelf is een afgrond, maar je kunt er niet in kijken. Hier kijk je als het ware tegen een grijze wand. Daarboven lijken een soort van eilanden te zweven, dat zijn de Hoven van Chaos.
Mandor strooit wat zilverpoeder in de vorm van een pentagram. Hij zet gouden kandelaars met zwarte kaarsen er in op de hoeken, loopt er omheen en mompelt van alles. Dat is de bescherming. Dan gaat hij er op zijn gemak bij zitten. In het midden ligt er een rauwe kip. Dan begint hij een zich herhalend soort vers met een naam als Pokkievrok er in. Dan verschijnt er een tentakel uit een soort matras die de kippenpoot op eet. Dan haalt Mandor de cirkel weg en gaan ze op het matras zitten. Ze vliegen over het landschap.
Het geheim van demonen oproepen is dat je zijn naam weet. Hij denkt nu, de matrasdemon dus, dat hij zijn naam heeft terug gegeven.
“Dit is één van de dingen die je kunt leren, het omgaan met demonen is dat je goed kunt liegen. Ik kan heel goed liegen, maar dat doe ik niet tegen jou. Er is niemand die je kunt vertrouwen, ik vertrouw niemand. Maar zelf ben ik eerlijk. Van Jurt kun je niet echt op aan. Maar vorm je eigen mening en neem niet de mijne over. Besef alleen dat ik niet tegen je lieg. En ik vind het vervelend als je tegen mij liegt.”
Onderweg zit hij met drie stalen knikkers te spelen. Dat is zijn wapen, hij speelt er mee uit gewoonte. Dan showt hij hoe die ballen op een rotsblok worden afgevuurd, het blok ontploft en die ballen komen weer terug.
Ronardo demonstreert zijn ring, ook een rotsblok weg. Heeft hij van zijn moeder gekregen. Alleen de wijsten hebben afstandswapens die speciaal zijn. De truc is vijanden niet te dicht bij te laten komen. De ring is snel weer opgeladen. Er zit veel magie in de buurt van de Abyss.
Hoe kun je die demon taal leren? Er is een soort universele taal die ze wel kennen. Het is een oude demonentaal.
Je kunt bij Suhuy in de leer gaan, die kan je de taal bij brengen. Dat is de Logrusmeester. Onze Dworkin. Die geeft geen les, zegt Ronardo. Heb je het hem een keer gevraagd? Je moet een val voor hem zetten, zegt Mandor. Dat hij niet zomaar weg kan. Misschien een anti dwerg val zetten.

In de verte zien ze in een heuvel een soort van een huisje. Mandor zegt dat hij niet met allemaal idioten gaat kletsen, maar wil Ronardo wel helpen en beschermen. Op een bankje voor het huis zit een klein kaal mannetje een pijpje te roken.
“Knetter,” zegt hij en jij? Hij lacht om Ronardo’s naam.
“We zoeken naar Yss.”
Misschien weet hij waar deze is, misschien niet. Hij zit nu op een bankje een pijpje te roken. Nee, dat doet hij niet de hele dag. De deal is dat Ronardo iets over zichzelf vertelt. Hij komt van Amber. Knetter roept naar boven, richting Hoven, dat er hier een Amberiet zit.
Hij graaft gangen hier beneden en misschien vindt hij het een keer op een dag, Hij zoekt iets wat daar onder de grond zou moeten liggen. Hij komt dan iets tegen en weet dan ‘hee, dit is het!’
Wie is je familie? Hij heeft een Neef Jammer, een Zus Disaster, Vader Misluk en Moeder Andersom. Geen familienaam. De familie clown is er één van dwergen. Ze zijn gewoon wezens. Gnomen.
Yss is een grote reus en een beetje een naar en kinderachtig mannetje. Echt vervelend. Hij heeft buien. Hij wordt ineens kwaad, dan wil hij iets hebben. Zoals drinken. Maar je neemt altijd het verkeerde mee, je doet het altijd fout. Soms stinkt hij heel erg. Hij woont een heel eind verder die kan op. Als sneeuw hard wordt, heet het ijs. Daar onder is een grot waar hij woont. In de bergen daarginds. Ze zeggen dat het Serpent en de Eenhoorn zichzelf hebben geboren.

Droppa is een dwerg, de onsterfelijke dwergen van.. nah ja, zo’n familie die rond hangt. Ze zijn van heel lang geleden en toen waren ze de baas. Dat veranderde, toen waren niet meer de baas. Sommigen zijn getikt. Knetter zelf is erg oud, 56 jaar. In zijn jongere jaren woonde hij bij zijn ouders en zijn zus.
Hij weet niet wat boeken zijn. Oh, je bedoeld verhaaltjes. Ja, dan kun je zelfs als gnoom een mooie prins zijn met een sluier om. Dan heet ik gnoom de Gnar, een bandiet uit de woestijn. De Abyss is een zooi.
Hij heeft het gebeuren bij de Abyss gezien. Ze hadden ruzie en ze waren boos op die ene
met dat rode haar.
Het opvissen van de Phoenix heeft hij ook gezien. Over het er in werken heeft hij gehoord. Je hebt een Eenhoorn en een Serpent en daar kun je als vogel niet tegenop. Hij heeft zich er in laten trekken door de Abyss octopus. Deze at hem op. Zijn vader of diens vader heeft het gezien. Vader Misluk of Opa Zomaar.
Oorlog kan wel eens met andere rassen, maar nu niet. Zijn soort is allemaal aan het graven. Zijn opa heeft een aantal theorieën over wat ‘het’ is. Iets heel belangrijks, het moet gevonden worden.
Yss houdt zich bezig met boeken, is ook nog zo dom om ze te maken. Ga die kant op en doe hem de groeten als je hem ziet. Als hij een goed humeur heeft, mag je met zijn treintje spelen. En als hij begint te schreeuwen is het heel erg. Waarschijnlijk is zijn familie op het idee gekomen gangen te graven omdat ze zo klein zijn.
Tot nog toe vind hij edelstenen, goud en erts onder de grond. Iets magisch is niet speciaal en andersom ook niet. Het zwaard dat hij heeft is magisch, maar niet speciaal, zegt Knetter.
Nou, heel erg bedankt voor al die informatie. Neem een luier mee, dan kan schelen in de stank, adviseert Knetter. Een grote luier voor grote billen.

Wat heb je lang staan praten, zegt Mandor. Wat is een gnoom. Iets dat graaft, zegt Ronardo. Er zit geen octopus in de Abyss, zegt Mandor. Er zitten demonen. Kan er toch uitzien als demon, zegt Ronardo. Oh ja, misschien een demon met tentakels.
Interessant dat ze zoeken naar Het. Het is maar goed dat ze het niet vinden. Het kan zijn dat dat het einde der tijden betekent.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!