Saturday 8 November 2008

Uitspraak/ Ronardo onderhanden genomen/ De Keep

Ronardo heeft zich door laten halen door Moyra.
“Zo leuk om je weer te zien, je laat me steeds weer in de steek!”
“Dit was nodig.”
“En waarom blijf je dan zo lang weg, nu moest ik echt studeren.”
“Dat ga ik ook doen.”
“Nee, we gaan eerst lol maken.”
Ronardo merkt dat er iemand contact zoekt, het wordt sterker. Het is Fiona, ze kijkt een beetje bezorgd.
“Je ziet inderdaad een beetje wit. Het is niet goed hè met jou. Toevallig sprak ik Julian die het over je had. Vind je dat ik je verwaarloos? Je moet toch maar even doorkomen.” Ze steekt een hand uit.
“Even wachten, dan troef ik je terug. Ik ben in Begma.”
Het contact wordt verbroken.
Moyra wil een voorstelling, al is dat saai hier. Geen sprake van dat hij naar Fiona gaat, je moet maar ‘nee’ zeggen tegen je moeder.
“Julian heeft met haar gepraat.”
“Waar bemoeit hij zich mee. Zo bleek zie je niet…”
“Ik ga geen ‘nee’ tegen mijn moeder zeggen, net als jouw moeder zal ze dat niet accepteren.”
“Weken, maanden ben je weg, een miljoen jaar zit ik te wachten. Maar als je dan zo nodig naar je mammie moet, ga dan. Rhexenor doet dat nooit, heeft zelfs een baby,” pruilt Moyra maar Ronardo houdt voet bij stuk en zoekt contact met Fiona.
Zijn moeder haalt hem door, eigenlijk is ze sterker dan Gérard als ze dat doet. Hij staat in een laboratorium in een ruimteschip.
“Kom maar mee, ga daar liggen.”
“Waarom?”
“Dat is een scanner. Het is niet goed met jou en ik heb allemaal geregeld. Ben je mijn zoon of niet!”
“Je moet niet de baas over me spelen en waarom bemoeit Julian zich ermee? Dat waren allemaal stomme vragen die hij stelde.”
“Hij zei dat je wit zag, ik zei hem dat het me niet was opgevallen en hij zei ‘wat ben jij voor moeder!’ Ik ben me toch boos geworden op hem! Voorlopig hoef ik hem niet te spreken.”
Ronardo moet zijn schoenen uittrekken en gaat liggen. Het apparaat gaat aan, er wordt een 3-D beeld gevormd met analyses.
“Dat is niet zo best. Helemaal niet zo best, tsjongejonge,” zegt ze, “helemaal niet zo best.”
Ze haalt er 20 doktoren bij die allemaal met elkaar gaan discussiëren. Een uur later mag hij er onderuit. Ze geeft hem een hand, heeft papieren in de andere en een troefkaartje. Ze komen uit in een grot, er komen 3 oude wijven uitlopen, oerlelijk en met een kakelende lach.
“Is dat hem? We zullen hem eens gaan onderzoeken.” Zijn shirt en schoenen moeten uit. De rest ook vinden zij, maar Fiona is daarop tegen.
Er wordt spuug en urine verzameld, en daar een drankje van gebrouwen. Ook worden er toverspreuken gedaan. Intussen vertelt Fiona dat dit de beste tovenaressen, niet zoals die lui uit Begma. Twee uur later hebben ze een lange discussie met Fiona, Dan troeven ze verder, naar Nederland.
“Wil je koffie,” zegt ze en wijst naar een luxe cappuccino automaat. Hij drukt een knopje in, apparaatje blaast stoom uit en het is gesloopt.
“Je vader repareert hem wel.” Ze zoekt in de koelkast en dan krijgt hij sinaasappelsap dat wat over de datum is.
“Je hebt een ‘curse’ opgelopen en je ent heel erg veel bloed kwijtgeraakt, je was bijna dood als ik dat zo zie. Ook heb je een parasiet opgelopen ergens, maar die is doodgemaakt. Waar heb je die curse opgelopen? Dat is erg vervelend. Heb je last van vreemde dingen de laatste tijd? Lopen er dingen anders dan anders? Gaat er iets mis?”
“Ja, zoals met dat apparaat. En ik slaap slecht.”
“En dan troef je niet meteen naar mij?” Geen wonder dat Julian denkt dat ik een slechte moeder ben.
Die curse is waarschijnlijk van Dark End, dat bloedverlies mogelijk ook, maar het kan ook afgetapt zijn. Door zo’n wezen waar je mee bezig was?”
“Je weet denk ik wel dat bloed nodig had.”
“Eric? Dan heeft hij daar een verkeerd tijdstip voor gekozen. Heeft hij dat ook met die anderen gedaan? Momentje…” Ze troeft, blijft het proberen, ze praat er zelfs tegen: “Ik weet dat je daar bent Eric.” Maar hij neemt het niet aan.
“Denk je dat Julian weet dat Eric terug is en wat er met zijn dochter is gebeurd?”
“Nee, ik denk niet dat hij dat weet.”
“Waarom weet hij dat dan niet?” mompelt ze, intussen een troef van Caine pakkend.
“Die weet het vast wel,” zegt Ronardo.
Ze concentreert zich en kijkt dan glimlachend naar de troef. Uiteindelijk verbreekt ze het contact.
“Ik heb Caine gezegd dat hij tegen Eric moet zeggen contact op te nemen met Julian en Deirdre. Belachelijk dat hij die kinderen ook heeft leeg getapt, dat is Erics verantwoordelijkheid!
Het was een magische parasiet en het is dood, dat hebben die heksen gedaan. Die parasiet staat het herstel in de weg.
“Je bent mijn zoon, ik geef om je en heb je raad opgevolgd. Ik heb je zus gesproken, wat een eigenwijs kind! We gaan vaker contact hebben, ik weet ook dat ik het vaak druk heb.
Ik heb het idee dat het erger had kunnen zijn met jou. Je was bijna dood, daar is iets gebeurd waardoor je niet dood ging. William moeten we ook helpen.”
Ze gaan terug naar dat ruimteschip, William wordt getroefd en deze ligt even later ook onder het apparaat. Ronardo wordt intussen verwend met allemaal lekkere hapjes en drankjes. Dan gaat William mee naar de heksen. Nee, hij hoeft niet alles uit te trekken.
Een halve dag later zitten ze met zijn drieën in de keuken in Utrecht. Ook William wordt uitgelegd wat er is gebeurd.
“Dat bloed kwijtraken was vrijwillig, voor de goede zaak,” zegt hij.
“Ik weet alles van Eric, ik vind het schandalig. Jullie twee moeten contact opnemen met die kinderen van Julian en Deirdre of met Eric,” zegt Fiona, nog steeds wat boos. “Of heb je Deirdre al getroefd?”
“Ik heb het druk, ik moet mijn vriendin mee uitnemen,” zegt Ronardo.
“Je was daar toch om te studeren, in Begma? Dat is veel erger nog dan Rebma, je bent toch geen beginner meer? Dus dat doe ik ook al niet goed dat je me niets vraagt?”
“Dat is omdat je het altijd druk hebt.”
“Alleen amateurs gaan naar Begma,” raast ze door.
“Jij toch ook?”
“Ik was daar een blauwe maandag om wat tests te doen, niet om te studeren…
Wat wil je weten? De basis van magie? Ik heb even tijd. Je was toch met Patroon bezig?”
“Dat gebruik ik alleen als ik het nodig heb, ik kan wel reizen. En ik gebruik het als ik geld nodig heb ergens. Ik doe veel meer met troef. Maar beheers het nog niet helemaal.”
“Troef is niet echt een power. Magie is ook leuk, ook al niet echt een power. Hoe kun je dan machtig worden? Studeer je daar omdat dat meisje daar ook studeert? Je kunt beter naar een Schaduw, Moyra leidt je alleen maar af. Er zijn echt goede scholen buiten Begma, al zijn er in Rebma ook goede magiërs.”
“Ik gebruik magie om demonen te vernietigen,” zegt William.
“Ik vind het leuk om alles te weten,” zegt Ronardo.
“Wil je me in vervolg toch troeven als je wat wilt weten? Hoeft niet in geval van duffe valken of tankslagen, maar anders… met vragen over magie en Patroon zou leuk zijn.”
“Ik ben de laatste tijd bij mijn groep geweest.”
“Wat zeg je nu?”
Dat is een groep van actieve jongelingen, we zijn samen om het Kwade te bestrijden,” legt William enthousiast uit.”
“Een beetje raar,” zegt ze. “Je kunt je beter bezig houden met magie of Patroon.”
“Morwenna heeft wel verstand van Patroon,” zegt Ronardo.
“Welnee, dan zou ze me toch gesproken hebben? Dat is toch een dochter van Julian? Ze troeft me nooit om me te vragen hoe het zit met bomen en dat begrijp ik. Maar als ze iets weet van Patroon… waar blijft ze dan?
“Volgens haar vader heeft ze het druk,” zegt Ronardo.
“Ja, vast. Het is trouwens raar, een groepje van een meisje en drie jongens.”
“Ik doe de magie,” zegt William. “Ronardo doet het troefgedeelte en is de slimmerd.”
“Die macht waar je die magie mee doet… heb je inmiddels je geheugen weer terug? Heb je iets gedaan met Patroon ofzo?”
“Niet doorvragen,” zegt Ronardo. “Niet alles gaat je aan.”
“Ik wil weten welk Patroon die jongen heeft gelopen en wat weet hij bijvoorbeeld over Osric? Jij vertelt me nooit wat.”
“Ik ga je niet alle geheimpjes vertellen, maar jij vertelt me ook niet alles. Het is irritant, dat uithoren.”
“Wees blij dat je een moeder hebt,” zegt William.
“Je vader wil ook zo graag een project met je doen,” zegt Fiona tegen haar zoon. “Ik heb wel eens gehoord dat er nog een vijfde Patroon is. Het zou goed zijn voor William om dat ook te lopen. Ik denk dat het ergens op een eiland is, Caine wil niet zeggen waar. Ik hou er niet van dat familieleden alles voor me achterhouden dat met macht en power te maken heeft. Random doet dat ook, troeven afluisteren, met een techniek die ik niet begrijp. Gérard is de enige leuke broer die ik heb. Julian… wat een boer is dat, wat is die bot. Verder zit je vaker bij Bleys dan bij mij. Ik kan niet goed op twee plaatsen tegelijk zijn. Hoe Benedict dat doet… Die heeft een geheim, net als Julian. En Caine, Brand, Bleys en zelfs Corwin houden dingen achter. Het eiland is niet ver van Amber, schat ik zo.
Waar ik het met William over wilde hebben. Als me wat dingen te binnen schieten van vroeger, dan praat er met mij over.”
“Kun je doen,” zegt Ronardo, “maar laat je niet uithoren.” Ook zijn moeder wordt nog eens gewaarschuwd.
“De magie die je hebt lijkt op Dark power, van voor mijn tijd,” zegt Fiona tegen William.
“In de tijd dat ik magie leerde, van mijn moeder, kwam ineens mijn grootvader aanzetten die het nodig vond dat ik iets anders leerde. Hij nam me mee naar een soort van monnikenorde op een bepaalde wereld, het was een school waar studie werd gemaakt van kwalijke zaken. Mijn opa vond het nodig omdat je anders het Kwade niet kon bestrijden, soms werd er ook iemand kwaadaardig vanwege die studie en die moest dat bestreden worden. De orde was door Opa opgericht, hij hield toezicht en er waren niet alleen maar mensen. Ze verzamelden diverse dingen uit werelden over Kwaad, over de slechte kant van van alles en nog wat en welke rituelen je kunt doen om daar macht vandaan te halen. Ik heb er meerdere dingen opgelopen waarbij anderen me moesten helpen, zoals een curse, demonen, wegrotten… altijd wel iets. Er zit een of andere fout in schaduw, aldus mijn Opa en die fout kun je ook zien als energie. Hoe verder je komt van het oorspronkelijk Patroon, hoe groter de fout. De patronen worden gemakkelijker, de fouten groter. Die fouten zijn manifestaties van de fouten in schaduw, daar kun je je op afstemmen. Je kunt Gebroken Patronen aflopen, er zijn minder gebroken Logrussen. Je loopt de fout in plaats van het lopen. Dat heb ik geleerd en ben er gewoon ingelopen.
Ergens had ik een steenhoop gevonden, daar zat een soort zwart gat in, een put, en ik er ingesprongen. Binnenin was een zwarte steen, de manifestatie van de fout. Daar heb ik me op afgestemd. Magisch dan, daar haal ik het vandaan. Een soort magie dus en is daardoor sterker.”
“Volgens mij lijkt het op de zwarte weg,” zegt Fiona.
“Dat zou kunnen.”
“In de Hoven is deze gebruikt om tot aan Amber te komen, normaal kan dat niet. Brand heeft de fout groter gemaakt. Misschien haal je je magie daarvandaan. Zwarte weg is niet gezellig, gaat langs de schaduwranden.”
“Ik kan niet met mijn magie reizen,” zegt William.
“De Logrus is zoiets, maar dan anders. Waarom heeft je Opa je dat geleerd?”
“Hij dacht dat het me zou helpen in de strijd tegen demonen. Dat deed het ook. Op een goede dag werd ik wakker met om me heen een bloedbad van de mensen die ik kende van die tempel. Allemaal afgeslacht, dat had ik gedaan. Niet ik dus, er zat een demoon in me, een ding, en die had me gebruikt iedereen daar af te maken. Dag na dag werd ik sterker en heb ik hem verslagen met behulp van die magie.
Maar toen ben ik bewusteloos gegaan en wakker geworden in het ziekenhuis. Ook op psychisch niveau heb ik met hem gevochten, dan brandt hij je hersens door. Ik leef nog. Dankzij waarschijnlijk Osric die me daar bracht en Delwin die me daar vond.”

“Wat ga je nu doen? Ik neem aan dat je je beter voelt?”
“Hetzelfde, zegt Ronardo. “En ik blijf ik een poosje. Nu wil ik snel gaan leren.”
“Ik ken al magie,” zegt William. “maar heb toch niets te doen. Ik ben met Gérard mee geweest en met Random mee.”
“Ik kan je meenemen op jacht naar die shadowwezens,” stelt Ronardo voor en hij vertelt iets over Rebma. Dat lijkt William wel wat. Nee, hij hoeft niet naar zijn peet. Coral woont heel saai, in Kashfa en het gaat er de hele dag over wijn en de kosten. Nee, zo praat Coral zelf niet, maar toch...
“Wel heb ik er een leuk meisje gezien, met rood haar!”
“Dat is mijn zus, ze is heel slim en ook knap.”
“De meisjes in de familie zijn niet echt dom,” zegt William.
“Je vindt zelfs Flora niet dom?” zegt Fiona verbaasd.
“Nee.”
“Heb je dan tijd gehad dat op te merken?” William wordt wat rood en zegt niets.
Fiona wil wel regelen dat ze voorlopig samen lessen in magie gaan krijgen.
“Troef dat meisje, zeg dat je even weg blijft. Zeg maar dat je moet van je moeder.”
Moyra wordt getroefd, hij zegt dat hij daar een paar weken moet blijven van zijn moeder.
“Wat moet dat moet. Heb je straf?”
“Dat bleek zien gaat niet zo vanzelf over, ik moet echt even wat anders doen.” Ze maakt zich bezorgd dat het eventueel besmettelijk is. Dan gaat ze haar moeder troeven.

Fiona regelt een schaduw waar tijd veel sneller gaat.
“Er is ook nog een andere wereld, een toren en er is daar een heel strenge leermeester. Helaas kan ik die niet bereiken. De Toren van 12 werelden. Ja, dat is inmiddels een magiërschool. Er gaan meerdere Amberieten heen, zoals de dochter van Martin. Of die heeft daar in ieder geval gezeten.”
Ze troeft met ze naar een bergrijke omgeving met een toren in het land Tararan. Dit is een school voor tovenaars. Meer theorie dan puur praktijk, sluit beter aan op het kunnen van Ronardo.
“Die toren van twaalf werelden is beter, er geven ook Chaosieten les. Theorie en praktijk is er meer gemengd, alleen de boeken zijn er nog niet goed geregeld.”
In Tararan leren ze dat in principe alle magie hetzelfde is. Het lijkt vaak niet zo, omdat niet in alle werelden hetzelfde zijn en ook manier waarop er mee wordt omgegaan is belangrijk. Er wordt theoretisch uitgelegd hoe dat gedaan moet worden. Ronardo leert er mee om te gaan, het gaat om wilskracht.
Wat je wilt dat maak je. Het gaat dan om een aantal triggermomenten, dat zijn plaatsen die je openlaat (bijvoorbeeld op wie je de spreuk doet). Dat is puur technisch. In je hoofd kan er maar een ding tegelijk. Hoe ver weg gaat de spreuk, op wat voor wezens. Hoe meer je dat specificeert, hoe lastiger de spreuk los te trekken is. De allerbeste energiebron: stem je af op een speciale plek op die wereld waar je op dat moment bent. Als je dat kunt, kun je energie daar vandaan halen. Ook speciale voorwerpen gebruiken, die aan je gebonden zijn. Hoe unieker, hoe beter. In de Logrus kun je heel veel spreuken ophangen. Ga je naar een andere wereld, dan is je magie weg.
De Spikard is een voorwerp dat is afgestemd op al die bijzondere plaatsen in verschillende werelden. Patroon beschermt tegen spreuken, de Logrus is ook sterker, de meeste machten zijn sterker dan magie omdat het over meerdere werelden werkt.
William heeft dus een soort booster voor zijn magie. Had ook Logrus kunnen leren.
Ronardo heeft flink wat maanden training, heeft geen vragen na afloop. Het zijn hier allemaal nerds, Ronardo en William zijn de buitenbeentjes.
Ze hebben onderling meerdere gesprekken. Zo vertelt William dat Osric en zijn moeder altijd bang dat zijn grootvader hem zou vinden.
Chaosieten zijn allemaal evil, het zijn smeerlappen, en niet alle Amberieten zijn aan de goede kant gebleven. De Eenhoorn is puur good. Je komt op een schaduw die duister is, de Eenhoorn komt en het wordt weer licht.
“Julian is ook wit, maar niet good,” zegt Ronardo.
“Juist wel. Om te laten zien dat hij good is.”
“Om zich uit te sloven,” zegt Ronardo.
Julian wordt alweer zwart gemaakt. Het gaat over een kant kiezen, dan ben je niet evil. Er zit niets tussenin, van niet erg evil en niet voor zichzelf zorgen. Oberon is good, William heeft uitgezocht waar hij mee bezig was en het was een plan voor good. Hij deed wat het beste was voor alle mensen. Hij was bijvoorbeeld heel erg tegen Chaos.
“Ik zie of iemand evil is of niet. Rhex twijfel ik over. Alle Amberieten zijn puur good. Ja, ook Brand. Nee, hij is niet met foute dingen bezig. Fiona ook puur good.”
Van de Ouderen kent hij alleen Osric en zijn moeder Andrella. Hij heeft Benedict, Finndo en Alexander nooit ontmoet. Osric was bang dat hij meegetrokken zou worden in een strijd.
Wat volgt is een eindeloze discussie over Amber vs Chaos etc. William heeft met Corwin wel een discussie gehad, deze had zelfs Oberon als vriend. Hij denkt dat Corwin zich zwart kleedt omdat Julian wit heeft.
“Jammer dat je niets van mij wilt leren.”
“Ik roep je als ik je voor magie nodig heb,” zegt Ronardo.
Volgens William is er geen samengaan van een Chaosiet en Amberiet mogelijk. Ronardo voert Rhexenor aan als bewijs. William denkt dat Deirdre is overweldigd door de Chaosiet. En Merlijn is geen goed voorbeeld, want Dara is toch ook good, Ze is van Amber, maar zit nu undercover. Dat ben ik ook geweest, ik heb evil gestudeerd om het te kunnen begrijpen.

Je bent zo negatief, ik word er moe van. Ik ben veel ouder dan jij. De kerk is ook niet specifiek good. De Eenhoorn heb ik nog niet ontmoet, omdat ik nog niet goed genoeg ben. En Rhexenor wel. En Despil ook, maar dat zegt meer over Despil. Iolanthe was evil, maar ze heeft nu Feniks. Ik ben voorzichtig geworden met iedereen te doden die evil is, omdat andere mensen teleurgesteld zijn als ik meteen reageer. Ik kreeg Jurt niet dood. Die is verkeerd terechtgekomen. Als je zo sceptisch bent over de Eenhoorn, zal je die nooit tegenkomen. Dat is geen stom paard, dat zeg je niet over je voorouder!”


Ik wacht de uitspraak af in de buurt van Rhex. We zijn in een zaal met een aantal bekenden, er wordt nu overlegd. Rhex denkt aan de Feniks, maar merkt dat er nogal wat mensen dat niet erg prettig vinden.
“Als ik het niet haal, zorg je dan goed voor Dyenne en mijn moeder, want die heeft wat hulp nodig, er is iets met haar.”
Ik denk dat het meevalt, moet hij zelf maar voor ze zorgen.
Maar het beste ervan hopen, zeg ik, ik vind het interessant om te zien.
Er komt een dame naar ons toelopen, ze heeft lang zwart haar, ze draagt een leren pak met goud hier en daar (versierinkjes). Ze heeft gele ogen en de pupillen zitten verkeerd, zoals een kat het heeft. Ik heb haar eerder tijdens de bruiloft gezien en ze stelt zich voor als ‘Iolanthe Hendrake.’
Ze komt bij ons zitten. Ik stel me voor als Morwenna van Amber, dochter van Julian.
“Ben je niet bang hier in Chaos, als zijnde een dochter van hem?”
“Nee, niet echt.”
“En waarom niet ben je niet bang? Je bent trouwens nogal ambitieus hè, meer dan Rhexenor. Je gaat immers een verbintenis aan met de kroonprins van Chaos…”
“Dat is om de banden tussen de Hoven en Amber te verstevigen,” zeg ik. “Niet zozeer vanuit ambities.”
Ze kijkt me doordringend aan en er is iets in dat brand, beetje eng. Ik heb het wel eens eerder gezien, Feniks, maar zij heeft heel veel power.
“Ik hoop niet dat hier iedereen in de Hoven hier te weten komt dat ik in één blik weet van jou. Want dan ben je hier helemaal niet veilig.”
“Ik hoop dat het meevalt,” zeg ik.
“Waarom mag ik iets niet weten?” zegt Rhex.
“Vraag haar dat maar een keer als je niet in een eetzaal met andere mensen zit,” zegt Iolanthe.
Ze legt ook wat uit over de doomwhip, een zweep met een heleboel uiteinden waar speciale weerhaakjes tegenaan zitten. Bij iedere klap wordt er weer een reep vlees meegetrokken.
Omdat er een speciaal spul opzit, geneest het niet meer goed. 37 slagen overleef je net wel of net niet.
Vierendeling gebeurt door zware beesten aan het uiteinde van een touw dat aan iedere arm en been is vastgemaakt. Ieder beest gaat dan een andere richting uit en als het goed gaat, wordt je gelijkmatig in vieren gesplitst.
Bij onthoofding ga je met het hoofd op een blok, iemand is de beul en je hoofd wordt gescheiden van je romp.
Ze weet dat hij het gaat overleven, anders gaan er nog veel meer doden vallen hier. Als je veroordeeld wordt, komt er hier oorlog. Van het moeilijke soort met meerdere partijen die niet samenwerkend om hetzelfde strijden.
“Neem even afscheid van je vrouw, als het zover is.”
Aan mij vraagt ze of ik ook ga kijken in geval er toch en vorm van terechtstelling komt. Ik beaam dat, waarop ze zegt dat ze soms flauwvallen, omdat ze geen bloed kunnen zien en spieren en botten.
“Je ziet wat witjes, dat is niet gezond. Jullie hebben allebei iets opgelopen.” Rhex vertelt iets over Dark End.
“Ik denk een parasiet en bloedverlies dat nog niet echt is opgelost. Er moet gewoon iemand even een ‘dispell parasiet’ doen, er zitten hier heel veel magiërs.”
Ze roept Despil die net binnenkomt en vraagt of hij ons kent. Ja hij kent ons.
“Heb je niets aan ze gezien?”
“De één is een jongen en de ander is een meisje?”
“Zie je niets aan Morwenna, bijvoorbeeld?”
Hij grijnst.
“Ja, een heleboel. Maar bedoel je dat ze een beetje wit ziet? Ja, Rhex ook wat, maar minder.” Ze vertelt hem wat er volgens haar aan de hand is. Aan een curse kan hij niets doen.
“Dara weet veel van curses,” flapt hij eruit en kijkt dan heel benauwd.
“Vindt uit wat voor parasiet ze bij zich hebben,” zegt Iolanthe.
“Dan zal ik ze moeten onderzoeken. Een ‘dispell’ gaat tijd kosten, onderzoeken in een lab gaat sneller. Ze moeten grondig onderzocht worden. Rhex niet zo, maar Morwenna grondig.”
“Kun je gewoon die ‘dispell’ doen?” vraag ik.
Hij gaat weg, komt even later terug met een boek.
“Ik moet eerst uitzoeken wat voor parasiet het is.”
“Waar heb je dat boek vandaan?” vraagt Iolanthe.
“Uit de bieb, je weet wel, het staat achteraan.”
Hij tovert een goudvissenkom met goudvissen (hoefde alleen het water) Hij brabbelt Latijn. Hij wil weten wat de verwekker is van deze ziektes, er verschijnt in het water een larve met tentakeltjes aan zijn bek, het ziet er vies uit.
“Is het besmettelijk?” Hij zoekt in het boek naar een plaatje van dit wezen.
“Het is niet besmettelijk, maar je houd je bij je. Uiteindelijk komt het uit je gaat het dood. Het leeft van je speciaal zijn. Hebben jullie iets aparts gegeten ofzo?” Ik denk aan de vruchten op Dark End.
“Jeukt het?” vraagt hij dan. Ja, natuurlijk. Bij Rhex ook als hij daar naar vraagt.
“Dat hoort niet,” zegt Despil met een grijns. Op dat moment komt Jurt binnen.
“Jurt,” zegt Despil, “je moet nu even weg.”
“Ga je magie doen dan?”
“Ja.”
Hij gaat gewoon weg, tot verbazing van Despil. Dan wordt het een hele show, er komen allerlei mensen bij kijken.
“Rot op, of ik doe een vuurbal!” dreigt Despil. En als hij net die spreuk wil doen, komt Dara binnen, die wil weten wat hij gaat doen. Uiteindelijk voelen we een soort getintel in onze botten.
“Misschien heb ik het erger gemaakt…” zegt Despil. “Er moet nog wel getest worden, misschien op jou, Morwenna...”
Dara kwam zeggen dat die uitspraak nog even kan duren. Er is een discussie ontstaan, de stemmen staken een beetje en nu zijn ze aan het discussiëren.
“Weet je iets van curses?” vraagt Rhex.
Ze kijkt heel boos naar Despil die onschuldig terugkijkt Rhex beseft dat hij nu eigenlijk zegt dat ze een heks is.
“Ik weet er niet zoveel vanaf. Vroeger wist Eric er veel vanaf. En Oberon natuurlijk,” zegt ze. En je zou het Benedict nog kunnen vragen.”
“Ze hebben een curse op zich, waarmee ze pech hebben,” zegt Iolanthe.
“Dat krijg je als je in de Abyss bent gedonderd. Dat is wat Jurt ook heeft, dat krijg je niet weg. Ik heb als moeder dat veel uitgezocht en zodoende weet ik er iets vanaf.”
“Dus Jurt heeft een curse?” zegt Despil en bladert verder in het boek.
“Dat staat niet in dat boek, Despil. Hoe kom je eraan?”
“Uit de koninklijke bieb.”
“De Amblerash bieb bedoel je, die van het paleis?”
“Ergens achteraan gevonden...”
“Ik moet weer terug voor ze elkaar de hersens inslaan,” zegt Dara en vertrekt.
“Had je nog vragen?” vraagt ze aan Rhexenor. Ik had even tijd, ben toch in de buurt.”
“Ik ga weer eens, misschien is er eten in de keuken,” zegt Despil en gaat.
Rhex heeft geen vragen.
“Jij wel zeker,” zegt ze tegen mij en kijkt me doordringend aan.
“Niet direct,” zeg ik en kijk om me heen,
“Dat kan ook apart een keer, niet in een zaal vol,” begrijpt ze. “Over dingen van vroeger…” Ik krijg een troef van haar. Rhex krijgt er ook één, ze heeft ze laten maken.
“Je hebt toch wel een oom of tante die dat kan of je moeder,” zegt ze tegen hem.
“Morgenmiddag komt er pas een uitspraak. Daar heb ik zo’n gevoel van. Als je al zo lang mee gaat als ik, dan weet je dat. Al ben ik een poosje uit de running geweest.”
“Ik ga wat eten,” zegt Rhex. Hij vindt de keuken waar Despil aan klein tafeltje pannenkoeken weg aan het werken is.

“Heb je Oberon gekend?” vraag ik.
“Wat heb je met archeologie?” vraagt ze. “Is het hobby of serieus?”
“Beiden,” zegt ik. “Als in: iets voorbij hobby, wel serieus maar niet fanatiek.”
“Ik kende er vier. Oberon, Finndo, Osric en Benedict. En Alexander. Het jongste broertje van dat gezin.”
“Wat is er gebeurd met Alexander? Die is er niet meer en heb ook nooit iets over hem gehoord of gelezen.
“Een vechter, net als zijn broers. Ben je bezig met een familiereconstructie? Saai. Ze hadden alle vier de schurft aan ons. Maar Alexander was nog zo klein, een baby.”
“Waar kwam de haat vandaan?”
“Ze hadden een meningsverschil.”
Ik vraag haar naar de wezens die realiteiten overleefd. Ze zijn ooit verbannen, er is een gehakketak over geweest. Hoe ze het beste verbannen konden worden nadat ze de wereld hadden verziekt.
Ik vraag haar naar de Morlog en vertel over hoe ik met dat wezen te maken heb gehad.
“Iemand vertelde mij een ander soort verhaal, dan is het misschien beter dat ik daar ooit iets meer over uitzoek. Ik heb het idee dat het samenhangt. Ik zal je iets vertellen. Ik kwam een keer een familielid van jullie tegen, die nog geboren moest worden. Brand. Hij had het over Schaduwen vernietigen. Ik kwam hem tegen op een Schaduw waar hij iets aan het zoeken was, hij deed vaag, ik denk dat hij op zoek was naar iets dat er uitziet als een soort kristal, een bepaald soort sleutels waarmee je schaduwen kunt vernietigen.
De eerste personen die ik tegen kwam nadat ik weer ‘wakker’ was, vroegen me welke Amberieten ik kende. Ze vonden het raar dat ik Brand had ontmoet, dat kon niet, dus nu noem ik dat niet meer zo. Toen was hij een machtig iemand, hij wilde me alles uitleggen, maar toen ik het er niet mee eens was, ik was ook op zoek naar iets daar, heeft hij me er gewoon uit weg geveegd, uit die wereld. Jouw verhaal doet me er aan denken. De Logrus bestond toen nog niet, Patroon ook niet.”
“Typisch dat hij voor die tijd gaat zoeken. Hoe zijn ze dan ontstaan?”
De Schaduw waar ik toen was was er één van een aantal van dergelijke werelden. De wezens daar deden heel veel met licht enzo, technologie met licht, een soort elfachtige wezens. Wat ik net hoor is dat al die Schaduwen nu niet meer bestaan. Degene aan wie ik dat heb gevraagd zegt dat ze ineens zijn opgehouden met bestaan. Dat was de Feniks. Dit alles was al lang geleden. Ik blijf hier rondhangen tot morgenmiddag.” Dan is ze weg.
Ik troef even naar Julian met de ontwikkelingen tot nu toe, Rhex naar zijn moeder. Beetje ongerust lijken ze beiden te zijn.
De volgende dag worden we ’s middags opgehaald, Rhex gaat weer in de beklaagdenbank, ik zit met Despil en Iolanthe in de loge, hij voelt zich niet op zijn gemak bij haar.
Dara leest de uitspraak voor, officiële taal.
“De jury heeft besloten tot de volgende uitspraak. Op het gehele punt van een overval met voorbedachten rade en oneervolle diefstal, wordt de beklaagde niet schuldig geacht.”
Een heleboel mensen juichen. Dara maant tot orde.
“De jury vindt dat de kous hiermee niet af is en om tegemoet te komen aan de aanklagers is er een veroordeling op het punt van het niet op de hoogte zijn van protocols in Chaos.
De verdachte gaat opgeleidt worden door familie Amblerash voor een periode van drie maanden, er komt daarna een opleiding van een maand door Huis Jesby, plus daarna komt er een kennismaking met alle belangrijke Huizen van Chaos.”
Op een vraag van iemand, deelt ze mee dat de Doomwhip niet doorgaat. Iedereen wordt dan geacht de zaal te verlaten.
Corwin en Sean vertellen aan Rhexenor dat ze nog een argument hadden bedacht, “We hadden geprotesteerd in geval van een veroordeling tot de dood, dat je niet op de hoogte was van de protocols en dat je als compensatie een levenslange gevangenisstraf zou krijgen.
Ultima heeft nu een lange broek aan. Sean en Corwin feliciteren elkaar.
“We zien elkaar wel weer over een jaartje of wat.”
De aanklaagster komt de hand schudden
“Ik deed alleen mijn werk, het is niet persoonlijk.”
Iedereen gaat weg, wij gaan mee met Dara. Er is veel eten en Iolanthe er ook bij. Dara zegt dat het bijna oorlog was, de stemmen staakten, 50-50 omdat ze anders de boel open zouden gooien. Helgrams, Hendrakes en zelfs Clouddancer dreigden met legers.
“Mijn echtgenoot heeft ingegrepen met vraag wat wél rechtvaardig zou zijn. Die ouwe was een beetje wakker. We moesten neutraal stemmen. Had vast een pilletje genomen. Het ging er vooral over dat je geen manieren kon hebben, want je bent door Amberieten opgevoed. Dan moest je maar naar hen toekomen. Het ging ineens niet meet over de Spikard.”
“Dat denk ook niet,” zegt Iolanthe. “Die hebben ze alweer terug, maar dat willen ze niet vertellen, want dat weet iedereen dan. Het kon geruild worden, een deal gemaakt met het masker. Dat heb ik gedaan.”
Rhex zit er een beetje over in dat hij dan veel van het eerste jaar van zijn dochter gaat missen. Dara beurt hem een beetje op. Hier in het Paleis is de tijd ongeveer als in Amber, maar bij Amblerash gaat de tijd wat sneller. Natuurlijk hen je ook af en toe vrij om ergens heen te gaan. Amblerash is vrij neutraal ten opzichte van jou, maar niet naar Helgram en Hendrake. Maar waarom jij? Waarom hoeven ze Despil niet?
“Ik heb iets gegeven,” zegt Iolanthe. Dus nadat hij klaar is bij Jesby, wil ik hem.”
“Dat kan niet, dan gaat hij fijn naar huis,” zegt Dara.
“Hij moet Feniks leren.”
“Het was interessant, zo’n eerste rechtszaak in de Hoven,” zegt Despil.
“Nee, dat doen we vaker zo. Als was dit de eerste sinds de oorlog.”
Rhex is niet in gevaar geweest. Hooguit bij zijn vader met diens beestjes.
“Een man alleen moet zorgen een vrouw te krijgen. Hij blijft maar achter je moeder aanlopen,” zegt Dara.
Iolanthe merkt op dat ik een beetje kan vechten omgaan met dat zwaard. Jurt komt net binnen, had honger. Hij ziet eruit alsof hij gevochten heeft en zegt boos tegen mij dat hij maar geen hulp krijgt, Mandor is niet te bereiken en Merlijn wil niet. Ik zeg hem nu even te komen kijken, Rhex en Iolanthe willen ook mee.
Ik biedt Dara mijn excuses voor dit overhaaste vertrek, ze zegt tegen Rhex dat ze hem zal troeven zodra hij nodig is.

We komen aan bij de keep. In de verte zijn tentenkampen te zien en vuurtjes. Julia komt aanlopen. “Waardoor komen ze hier?” vraag ik. Weten ze niet.
Er is een leger van mensen en dat andere is er één met undead. Julia heeft honger en Rhex schudt rot voedsel uit zijn hoorn. Daar moet hij iets aan laten doen.
Intussen bekijk ik de fontein. Deze is gerepareerd en er is iets veranderd, ik denk door Williams toegevoegde waarde.
Ik probeer met behulp van Patroon de omgeving af te tasten, maar weet niet echt hoe. Ik wil zoeken naar waar ze vandaan komen en door wie/ wat ze hierheen zijn gekomen.
Rhexenor troeft naar Deirdre, hij moet even legers aanvallen, en vertelt haar in grote lijnen hoe de beslissing is uitgepakt. Ze wil eigenlijk officieel protest gaan aantekenen, maar voor hem hoeft dat niet zo. Dan bemoeit hij zich met het gevecht en is net op tijd om de laatste tovenaar aan te pakken en slaat hem in elkaar. De Feniks werkt hier niet.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!