Sunday 2 November 2008

Het Vulkaaneiland/ Op bezoek bij Gerard

Rhex is alleen thuis en wordt getroefd. Random vraagt waar hij is. En of hij heeft uitgezocht wie hem dat pakje heeft gestuurd. Rhexenor zegt dat hij geen tijd heeft om nu aan de Hoven te gaan. Random is een beetje verbaasd dat hij niets heeft uitgezocht, moet ik je dat leren soms? Je kent toch mensen die je iets kunt vragen? Dara bijvoorbeeld? Hij is echt dringend, iedereen weet dat het in de kamer van Rhex was en de hele stad Amber zegt dat hij het gedaan heeft. Wil hij dat zo laten? En wat vindt zijn vrouw er eigenlijk van? Ze weet niet wie het gedaan heeft.
De verbinding wordt verbroken en Rhex gaat op zoek naar een goed boek.
Dara troeft, ze heeft er iets op gevonden en hij haalt een beteuterd kijkende Dyenne door, die met een grijs vod aan loopt. Dara had haast, het moest snel en toen kreeg ze dat. Geen idee waarom. Rhex denkt dat er iets mee is, het ruikt bekend. Hij zet zijn helm op en ziet geen draden, het glimt een beetje gek. Hij probeert de jurk aan te raken, het kriebelt een beetje, zegt ze. Hij pakt wat beet, de jurk beweegt een beetje. Hij weet zeker dat ze een demoon om zich heen heeft hangen. Ze begint te gillen, het demoontje maakt dat hij weg komt. Rhex pakt hem op, de demoon worstelt. Dan verandert het weer in dat grijze vod. Het is nu een beetje kalmer.
Hij vraagt wie hij is en het verandert in een heel mooie jurk. Dyenne vindt het fantastisch, waar heeft hij de demoon gelaten. Rhex doet of zijn neus bloedt.
Hij blijkt kaas te eten en Dyenne besluit er toch blij mee te zijn.
Hij troeft naar Dara, bedankt haar en vraagt haar naar de Logrus bom. Ze vindt het meer Amber achtig klinken, vast met de bedoeling om een Chaosiet de schuld te geven. Hij vertelt hoe de bom per post naar hem is gestuurd.
Jesby kan gemakkelijk een Logrus bom maken. Hij vraag of zij wat kan rond vragen. Nee, dat kan ze niet doen, ze kan toch niet zomaar mensen gevangen zetten en martelen om ze te ondervragen. Hij zegt dat huis Jesby vast schuldig is. Ze kan eens gaan kijken wat ze voor hem kan doen. Of Brand zit er achter. Net iets voor hem. Het maakt niet uit of ze het stil houdt dat hij wordt verdacht. Ze vraagt zich af waarom Random het zelf niet uitzoekt, verder is ze trots op hem dat hij zich heeft gedragen als terrorist. Dalt zal het vast ook geweldig vinden.

Caine troeft ons. We staan bij een vissersdorp in de buurt van Amber stad. Caine heeft nette kleding, middeleeuwse stijl en maliën daaronder.
Hij vindt ons er niet voorbereid uitzien. Ronardo wil ergens een rusting vandaan te halen, maar zo dicht bij Amber werkt dat niet. Hij komt niet verder dan een ringetje van een maliën. Caine pakt een troef en geeft ons even later een maliën. Ik trek het wel aan. Het is behoorlijk zwaar. We lopen naar de kade waar een boot klaar ligt. Fiona kan wel zeilen, maar dat doet ze nooit. Ronardo bedenkt wanneer hij heeft leren zeilen, maar kan zich alleen herinneren ooit op een boot te zijn geweest. Caine gaat ons leren zeilen. Na een uurtje hebben we de beginselen van het zeilen door en zitten we op volle zee. We varen naar het Noordwesten. Na een tijdje begint het kompas raar rond te draaien. Er komt een dikke mist opzetten. Daar varen we in. Naast het schip horen we wat geborrel en we zien gekookte vis langs drijven. Nu horen we ook geluiden, een soort gerommel. Ook ruiken we een rotte eieren lucht en een scherpe lucht.
We stappen uit de boot en trekken deze op de kant. In touwen gewikkeld worden we verder getrokken. We zien boven ons een oranje licht. Dan voelen we een warme wind, de mist is wat minder dicht, dikke planten groeien hier. We zijn bij een jungle, in de verte lijkt er een helling naar boven te lopen.
Caine pakt een zwaard, Ronardo een 3 meter lang zwaard. Dit zijn behoorlijk taaie planten. Of mijn zwaard werkt hier minder goed. Ronardo’s zwaard is toch de helft kleiner nu. De planten groeien meteen weer dicht.
Na anderhalf uur hakken, of langer, komen we bij overwoekerde ruines. In Rebma heb je een dergelijke bouwstijl. Ook zijn er beelden, een romp, mensachtig, sommigen hebben een los zitten drakenhoofd. Hier groeit ook oranje gelige mos. De sprieten daarvan snijden dwars door mijn schoenen. De lucht is niet fijn, we kuchen en krijgen keelpijn.
Caine is aan het zoeken. Naar de ingang. Normaal zit het in 1 van de gebrouwen, maar de laatste twee keren was deze ergens anders. Ik moet zoeken naar het teken van een oog. Ronardo laat zijn undead ook zoeken. Het hoofdje heeft hier ook last van. Zit er vies uit, heeft een tong naar buiten. Ik krijg geen uitleg over wat het precies is.
Ik merk dat ik ergens op een soort vloer loop en daar is een mozaïek dat lijkt op een soort oog. Een oog zonder ooglid. Een stuk mozaïek lijkt er weg te zijn. Ronardo ziet een soort van oog in een pilaar. Steen in steen. Ik zie de anderen niet. Iedereen heeft iets gevonden blijkbaar. Alleen Caine zegt niets. William zag het op een waterput en Ronardo is het zijne ook kwijt. Dan zien we het weer als we alleen zijn. William roept ons rondom de mozaïek kun je het weg schuiven. Er is een trap naar beneden. Ronardo wringt zich door de zuil heen. Achter hem sluit de boel en het is donker. Een aansteker werkt niet. Ik heb niets om de kaarsen te laten ontbranden.

Rhexenor moet nu een kado regelen voor Gérard. Ze gaan zitten kissebissen wie wanneer niets heeft gedaan. Rhex heeft nog wel een mooie (Abyss) hengel voor Gérard en onderweg regelen ze iets voor zijn vrouw.
In alle vroegte vertrekken ze. De demoon zit in een koffertje. Bij een dorpje kopen ze een fles wijn die een paar dagen moet liggen. Kost 230 goud, zegt de man. Er wordt een bonnetje geschreven.
De wijn gaat in de koffer bij de demoon. Na een uurtje worden ze overvallen. Rhex is opgetogen en slaat ze alle zes in elkaar. Nou ja, de zesde wist te ontkomen…
Ze halen de zesde in, die helemaal overstuur is. Dyenne stelt voor hem aan te nemen als tuinman ofzo. Kom volgende week eens langs.
Tegen het einde van de middag komen ze bij een stadje. Hebben ze eigenlijk kinderen, vraagt Dyenne. Nee, hij mag het niet aan Gérard vragen. Flora zal het vast weten, dus die wordt getroefd. Lukt niet. Dan Corwin maar. Ze zouden 2 kinderen hebben, rond de tien, geen tweeling. Een pop en een auto meenemen, raadt Corwin aan. Fabian heet het jochie, de dochter Carmel. Fabian is een jochie dat met bootjes speelt.
Julian zou misschien achter die bom zitten, hoewel… die zou Vialle niet opblazen. Nee hoor, klinkt meer als Brand.
Gérard wordt weer getroefd, die heel enthousiast is. Hoe oud zijn Fabian en Carmel? Hij verbreekt de verbinding en komt even later terug met het antwoord. Fabian is 21 en Carmel is 17. Zijn vrouw heet Lucia. Heeft hij kinderen die thuis wonen?
De volgende dag kopen ze een bootje in een fles voor de jongen en voor het meisje een porseleinen serviesset.
Tegen het einde van de dag arriveren ze bij het landhuis. Bij een groot meer en er ligt een enorme zwarte boot. Heeft geen masten. Het ziet er meer uit als een soort vis. Er ligt een hele collectie aan boten. Ze worden opgewacht door een blijde Gérard, zoon en dochter in matrozenpak en roze jurk (kijken niet blij) en zenuwachtige vrouw.
Fabian is ook een breed persoon, Carmel vrij knap. Ze hebben vrij rossig haar, net als hun moeder. Ze hebben ook sproeten.
Ze hebben heel lang moeten wachten. De kinderen hebben een dag vrij van school. Is de boot klaar, vraagt Gérard aan zijn zoon. We hebben een speciaal net dat achter de boot wordt gesleept. Kunnen we niet gewoon piraten verslaan… zijn vrouw steekt hier een stokje tussen.
In het huis blijken permanent meubelmakers aan de slag. De zoon is toch minder lomp dan vader. Maar de gesprekken gaan vooral over hakken en bloed. Het lijkt zelf wel een piraat….
Carmel studeert talen. Ze wil ambassadrice worden. Dat vindt Gérard wel jammer en begint over de karpers in de rivier. Rhexenor blijft nu een paar maanden thuis, zegt Dyenne. En heeft Corwin niet eens getroefd? Gérard probeert de onbereikbare Flora te troeven. Tevergeefs.
Heb jij wel eens gedacht aan een carrière bij de vloot? Hij heeft ook zitten denken aan de luchtmacht met ballonnen.
Gérard wil nu een schat gaan begraven.

Ronardo heeft het eindelijk voor elkaar dat zijn stokje een beetje brand, hij volgt de trap naar beneden en het stokje brandt op.
Dan ziet hij door de naden van de vloer rode gloed, het is hier behoorlijk heet. Hij volgt een aantal gangen en komt bij een deur waar speciale tekens boven hangen. Het hoofdje kent ze niet, maar denkt dat het een soort waarschuwing is. De gang gaat verder, de gang loopt ergens omheen. Het is hier heel heet. Helemaal aan de andere kant is er een deur in de buitenwand, een gewonere deur,
Daardoor komt hij in een grote zaal, rondom zijn poelen met stromend lava. Er is iets donkers in de zaal dat beweegt.

Ik ga op de tast verder. Het is behoorlijk warm. De tegels drijven op lava. Ik kom uit bij een ronde gang die naar links en rechts loopt, hier moet ik niet zijn.
Dan kom ik in een zaal waar ik een troon zie met een grote man erop. De man is een meter of 3 hoog.
Ik groet hem, hij kijkt me aan.

Ronardo ziet nu een troon met een grote man erop. Hij loopt er heen en groet hem vriendelijk.

De man zegt tegen ons:
Wat doen jullie hier.
We zoeken het patroon.

Waarom zijn we dan de deur niet doorgegaan
Omdat ik daar niet moest zijn.
Was een waarschuwing (Ronardo).

Wie ben je?
Morwenna van Amber
Ronardo

Waarom zoek je het patroon.
Om iemand te helpen en om kennis op te doen.

Hij is de bewaker van het patroon.
Zijn taak is om ervoor te zorgen dat onbevoegden daar niet binnen kunnen. Iemand die bevoegd is, zal hem kunnen verslaan. Ik heb hem niet verslagen, ik ben niet bevoegd.
Hij staat op en de troon verdwijnt. Hij is groter dan je denkt.

Ronardo probeert de man te bevriezen. De reus begint te lachen als hij mijn zwaard ziet. Het zwaard wordt tegen de wand aangeslagen. Toch niet met dat zwaard. Toch meen ik iets groots te zien achter hem.
De reus heeft een enorm vlammend zwaard van een metertje of zes tevoorschijn.
Achter de troon zie ik een soort van spoor, dus de troon kan weg schuiven.
Het zwaard is weg. Achter de troon ziet Ronardo niets, geen idee waar hij het vandaan haalde. Er is niets te zien. Ronardo gaat op de troon zitten en zakt er door heen, het is nep!

Er is iets met licht. Hmm, hoe krijg ik hier licht…

Ronardo stelt hem vragen. Over zijn verlichting en lengte. Zijn hobby’s. Ronardo vertelt dat hij troeven maakt. Dat doet de reus ook wel, maar niet als hobby. Hij houdt wel van gebraden varken. Amberieten komen hier wel, de draak komt als ze naar patroon op zoek zijn. Deze is behoorlijk groot, kan ook toveren. Hij woont hier meestal wel.

Er zit een patroon vlakbij en ik krijg een lichtbol in de ruimte. De troon verdwijnt en de reus. Het enige dat overblijft is een enorme zwarte draak. Hij past maar net in de ruimte. Glimmende zwarte schubben en rode ogen en vlammen uit zijn bek. Ik heb zijn illusie verpest. Ik ga mijn tandenstoker pakken.
Hij wil weten wat ik te bieden heb. Ik ben zo’n kind van… Julian, gokt hij. Ik hobby wat, zit niet gebonden aan bepaalde wezens. Hij doet meer aan spioneren. Er komt een klauw naar beneden en ik krijg een troefkaartje, helemaal zwart. Een draak die bijna helemaal zwart is. Moeilijk te zien, alleen tegen een bepaald licht. Er zitten krassen op, dat kaartje valt niet op in mijn dek.

Ronardo weet dat de reus vals speelt. Hij is met twee personen. Draak en reus. Ja, er is wat mee.
Hij wil nu met de draak praten. Hij staat in gedachten met de draak te praten, beweert dan dat hij geen contact krijgt. Het is hier veel te donker, zegt Ronardo, kunnen we niet wat lampen regelen? Hij loopt naar de lava. De reus weigert de draak te zien. Lava is gloed, geen licht. Tja, Ronardo moet dan ook nog patroon lopen. Hij voelt het ook. Een vrij sterk patroon zelfs. De reus heeft dat niet gemerkt. Hij denkt dan het wat lichter te maken. Lekker fel licht en een zwarte draak. Het was een illusie, beseft Ronardo. De draak is er niet blij mee.

Je werkt toch stiekem al voor Rinaldo, dat mag niemand weten, maar ik weet het, zegt de draak. Iedereen kan voor me werken. Wil je een eenmalige opdracht of een soort contact met mij? Hij vraagt contact. Jaja, dan doe je dan net zoveel mee als voor Rinaldo. Ronardo legt uit dat hij met best veel mensen heeft gepraat al. Ik neem aan dat je van Serpent en Eenhoorn geen troef hebt. Hij merkt dat de troef heel sterk is, veel sterker dan de andere troeven, te vergelijken met de troef die hij eerder van Benedict, de draak zal het andere mensen niet vertellen dat hij iets voor hem doet, het is al vervelend genoeg dat Caine ons hierheen heeft gebracht.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!