Saturday 2 April 2011

6. Evacuatie naar Mordaver

Ze worden wakker door kreten, geschreeuw en lawaai. Lucas is als eerste wakker. Er wordt gerend over de gangen. Lucas pakt zijn wapens. Remus staat op en gaat kijken terwijl hij naar zijn pantervorm shift. Morwenna rent langs met een halve rusting, heeft haar haren door de war en zwaait met een zwaard. Lilias doet een ochtendjas om, doet een spreuk ter bescherming en gaat naar de uitgang. Lucas rent naar het gegil, Merlijn roept dat ze worden aangevallen.
Hij komt buiten en twee vurige wezens zijn daar, mensen met vleugels en een vlammend zwaard die aan het vechten zijn met honden. Mensen met zwaarden hakken op hen in. Zo te zien zijn de angels twee vijanden. Dit zijn fireangels. Er beweegt veel, ze zijn tamelijk groot. Die dingen hebben nauwelijks last van zijn schot, ook niet van het anti-demonenzwaard van Julian. Remus is dan ook buiten. Die dingen zelf hebben nauwelijks ergens last van. De engelen zijn bij de waterput. Hij sneakt naar de put.
Lilias is zo’n beetje als laatste buiten. Ze cast een ‘hold’, dat werkt wel. Magie is erg heftig hier. De hold glijdt af. Mandor is klaar met iets en er duikt een inktzwart ding met rode ogen op een fireangel af, pakt hem beet, scheurt hem uit elkaar en dan zijn er drie. Mandor vloekt nooit eerder gehoorde vloeken.
Er wordt geroepen dat de gewonden geëvacueerd moeten worden. Remus gooit een emmer water. Een pijl heeft weinig effect. Lilias tracht een dispel magic, de vlammen worden heel even minder. De emmer water gooien maken de vlammen ook iets minder. Er komt een vlammend zwaard Remus’ kant op en hij vliegt een meter door de lucht. Hij heeft een brandwond nu. Iedereen vecht. Lilias en Merlijn besluiten te beginnen met de evacuatie. Hij verdwijnt oor middel van troef, Lilias verzamelt en begint met gewonden aan te geven.
Er is na veel vechten een engel weg en er zijn velen van ons gewond. Dan wordt iedereen, mensen en dieren, naar een obscure plaats getroefd. Merlijn maakt dan een doorgang en dan bevinden ze zich in de buurt van de citadel, de doorgang wordt onmiddellijk gesloten. Merlijn vindt het geweldig dat hij dit gedaan heeft. Er worden gewonden verzorgd en dergelijke. Brandzalf wordt rondgedeeld. De wonden belemmeren shapeshift.
Een engel heeft het fort aangevallen, Gramble heeft toen iets gedaan waardoor er twee waren. Mandor begint iets uit te leggen over zijn dure demoon, Remus legt hem uit hoe hij dat beter aan had moeten pakken. Gramble heeft Logrus losgelaten. Mandor legt iets uit over specifieke demonen. Hij verwijt zijn vader ook dat hij er twee heeft gemaakt. Morwenna begint over het slechte samenwerken tussen vader en zoon.
Hoe waren we daar te vinden en hoe komt Brand zo sterk? We zijn een aantal demonen kwijt, zegt Mandor. De fireangel is opgepept. Er zijn ook dieren gewond. De wonden moeten worden gereinigd en daar zijn ze lang mee bezig. Er wordt dan verder geslapen, sommige kunnen niet slapen. Waarschijnlijk is het Brand die ze op ze af gestuurd heeft. De naam wordt niet meer genoemd. ‘Hij-die-niet-genoemd-mag-worden’ is een ander, we houden het op Mr. B. Nog meer mensen moeten nu herstellen. Lilias loopt nog in haar nachtponnetje en de mannen staren. Ze is niet nieuwsgierig naar het fort. De anderen wel. Dit is gevaarlijk, er is veel gespuis. Ze kunnen niet naar Corwin thuis, daar zijn ze te vinden door mr. B. Metropolis is geen optie, niet gezellig. Remus zegt dat ze bij hem thuis iets op vreemdelingen tegen hebben. Lilias denkt dat ze bij haar thuis mogelijk gastvrijer zijn. Om onbekende redenen wordt er echter voor dit gebied gekozen om een blijvend kamp te maken.
Er wordt in het fort gekeken omdat Merlijn en Remus dat willen. Julian wil niet vandaag kijken, het is belangrijker om het kamp beveiligen. Remus somt op wat er aan gespuis zit. Er wordt wat verkend, de aanwezigheid van een soort dooie golem wordt dan gemeld. Eric wil dat gaan bekijken. Julian en Lucas ook en Remus vliegt wat rond.
Dit is een groot dal met een grote rivier die daar ontstaat. Er stroomt zwart water vanuit het zwarte fort. Dat ziet eruit alsof het uit de stad van Lucas komt. Echt een bunker. De golem is een machine, volgens Eric, een robot. Gesloopt door magie, magic missiles. Eric schroeft het ding open, het hoort bij de beveiliging van het fort.
Er was een soort tovenaar die iedereen onder de duim had en keizer werd. Liet jongemannen in de mijn werken en de meisjes werden slavin. De drie landen kwamen in opstand, de oorlog duurde lang vanwege de ontoegankelijkheid van het land en de minions van de keizer. Adt waren vreemde wezen die verzameld werden. Het gebied is weinig vruchtbaar, er zijn mijnen. Niemand heeft ooit het lijk gezien van de tiran koning en het is hier vervloekt. 100 jaar geleden is de tiran verslagen en sinds 50 jaar gaan jongeren hier wel eens heen. Er worden wel eens magische en technische interessante voorwerpen gevonden. De laatste tijd zouden de drie landen tegen elkaar worden opgestookt. Dit land heet Mordaver, de rivier Muerto en er groeit niets. In het hele dal is te lopen. Er is nu nauwelijks gespuis te zien. Merlijn zegt dat het groepjes wezens zijn die hier rond hangen en geen grote gezelschappen aanvallen. Ze willen de citadel verkennen. Lilias hoeft niet zo, maar moet mee.
Morwenna en Mandor blijven achter om voor de gewonden te zorgen, waaronder inmiddels Owen en Randal die er redelijk ernstig aan toe zijn. Uiteindelijk gaan alle anderen die nog een beetje kunnen lopen mee, behalve Athena.

Het meer is helder en fris. Het is vast koud en schoon. Er zitten meeuwen en af en toe een roofvogel. Julian vraagt zich af of er vis in het meer zit. Remus shapeshift in een grote vogel. Er zijn mensen die hun hoofd afwenden en hij is snel. Hij krijgt gezelschap van Jurt die eruit ziet als een pinguïn met arendvleugels. Remus plonst als vis in het water. Het is koud, echt koud. En ja, er zit vis. Langs de kanten zijn er netten, er wordt dus blijkbaar gevist door golem. In de verte ziet Remus grote gaten onder water en buizen. Er ligt een zwarte weg hier, deze loopt soepel, een aan elkaar geplakte zwarte massa. Eric noemt het asfalt en modern. Hebben ze niet in Eternie, ook niet in Metropolis. Degene die hier woonde was misschien geen tovenaar.
Verderop is een uitsparing in de rotswand waar iets rond metaligs uitsteekt. Een kanon, zeggen sommigen. Deze wordt bekeken door Dara, Gramble, Eric en Remus. Eric schroeft weer, een automatisch wapen. Door magie buiten werking gesteld. Het schoot iets van licht af, het valt buiten de techniekpijl van onze landen. Vast gemaakt door een Amberiet, vermoedt hij.
Ze gaan verder, er wordt een wrak gevonden van een soort metalen draak. Groot, langwerpig, klauwen. Er worden meer wrakken gevonden en wapens. Alles is geblakerd en verbrand. Er zijn hier veel mensen gesneuveld.
Er werkt geen wapen meer, gelukkig maar, vinden de meeste. Lilias merkt op dat er kleine wezentjes zijn, lilliputters die weg schieten. Goblins. Julian had dat al lang gezien. Lucas laadt zijn kruisboog. In de nacht komt er van alles naar buiten, zegt Merlijn. Dara vindt spoken leuk, Corwin ook. Ze zijn het aardig met elkaar eens en er moet gevochten worden. Ze vond de vuurengelen gaaf, vooral dat het er meer werden.
Jurt vindt het geweldig even gezwommen te hebben, hij was gewoon met Remus mee. Gezellig, het kan hem niet schelen wat mam ervan vindt. Merlijn wijst Lucas op het zielige gedrag van zijn broer. Merlijn hielp gewonden en is daarom niet gewond.
Ze komen in de buurt van het fort. Een grote deur aan de zijkant die eruit ziet alsof deze gebrast is. Een soort iris door. De tussenliggende bladen zijn kapot. Er zijn magieresten van van alles en nog wat. Het hangt er nog omdat er zoveel is gebruikt.
Ze zien silhouetten van mensen, er zijn wapensystemen die kapot zijn. Lucas vindt het jammer dat alles al gedaan is. Bij de poort staat een lilliputter met ragebol en speer en roept iets dat niet te verstaan is. Lilias cast languages en praat met ze. Ze moeten weg, zij wonen hier. Lucas geeft een waarschuwingsschot, ze schieten terug. Uit een van de sleuven. Als we terug keren is er niemand gewond, zegt de goblin tegen Lilias. Zij zijn met meer. Lilias zegt dat hun groep sterker is. Er wordt onderling gesproken, er wordt iets gezegd over monsters.
Corwin zegt tegen Lilias dat alle goblins eraan gaan en vraagt waar ze de taal van kent. Lucas heeft fantastische ideeën over uitroeien, Dara is trots op hem, hij is echt een Helgram. Gramble vindt hem een beest. Nu gaat het over de zielige goblins. Lilias stelt voor ze allemaal te verplaatsen en tegen de tijd dat ze terug zijn, hebben we de tijd gehad om binnen te kunnen kijken. Gramble kan ze bang maken, dan verplaatsen ze zich wel. Lilias biedt hen eten in ruil voor bezichtiging en begint picknickmanden te conjuren. Ze wordt uiteindelijk meegeholpen door Gramble. De goblins slepen de boel mee naar binnen, Gramble heeft een slaapmiddel in het brood geconjuurd. De ene na de andere goblin valt om.
Naar binnen, tientallen goblins liggen daar en ze stinken. Overal ruikt het. Er is een grote zaal met strozakken en een pile met troep. Er zit magische zooi tussen. Tot en met boeken, instrumenten en dergelijke. Magische en technische zooi. Er is een kookketel met groene drab. Niet echt interessant. Eric begint weer over de wapens. Er zijn trappen naar links en rechts en er vibreert iets van macht. Wij naar beneden, er hangt licht aan de muren, rood licht. Er zou iets engs zitten. We komen door gangen en zien trappen, er is geen urine en vodden hier. Overal is dat rode licht. Er zijn metalen karretjes met wielen en er zijn er kapot en gebrast. Er zijn ook rond rijdende karretjes, eentje is bezig met troep uit een machine opruimen. Eric vindt het hier wel leuk. Ze letten niet op ons. Hal naar hal, trap na trap. Het zoemen wordt luider, het wordt warm, het trillen van de muren wordt erger. Er is een vijver in de hal en er komt een blauwig licht van af. Merlijn heeft het vaker gezien, het voelt hier niet pluis. Dikke muren en dikke deuren. Eric noemt het de koeling van een kerncentrale, dat heeft te maken met het zwart worden van het water. Onderdeel van een machine die energie opwekt. 250 meter doorsnee vijvertje. Er hangt een straling die ongezond is op den duur. Nog meer machines. Nog verder naar beneden, door buizen stroomt water. Dan voelen we ons weer raar, maar anders. Magieraar. Een grote haard, een ondiepe ronde put waar een felle vlam in brandt. Blauwig licht, vlammen, er omheen mechanieken waar dingen aanhangen en het beweegt. Er hangt alleen niets aan. Er zijn andere mechanieken die dingen kunnen maken, vormen voor machines. Dit is een half magische smidse. Met erts kun je dingen smelten en maken. Een niveau dieper is een zaal met verfijnde apparatuur en magische uitstraling en een podium met een kristallen bol. Er verschijnt licht uit de bol en dan is er een vent. Ze kunnen door hem heen kijken en hij verdwijnt bij lopen door het licht. Hij heeft bekende trekken, donker haar, 1.84 meter lang, een stofjas aan, lijkt wat op Mandor en kijkt ons aan. Hij zegt zelfs ‘Hallo.’ Gramble kent hem, hij is Viktor. Zoon van zijn oudste zoon. Ze stellen zich voor. De naam Lilias Bender herkent hij, Lucas George ook, Remus ook al. Viktor vraagt wat Gramble hier doet en hij hoort hier niet. Waarom is Viktor van licht? Hij is een projectie, dat is niet om te lachen. Voor zijn eigen veiligheid. Deze installatie is gebouwd voor hen, tevreden? Remus begint over de dode mensen, Viktor is hier al honderden jaren niet meer. Dit is een autonome installatie die door machines worden bestuurd en de bescherming in stand houdt van de Schaduw. Remus legt iets uit over de oorlog. Er was erts nodig, men werd goed betaald. Natuurlijk waren er wel eens indringers, Viktor heeft echter wapens die ze buiten houden. Waarom is het kapot, waarom weet hij niets? Hij had goblins die in de mijnen werken en dat graag doen. Het verhaal over de tiran is hem niet bekend. Hij heeft alles op de automaat gezet toen hij hier weg ging. Goblins zijn lui, maar worden betaald. Er zijn heel veel indringers geweest.
Het is voor het eerst dat hier iemand komt, de deuren zijn voor ons open gedaan. Viktor aarzelt en zegt dan geen contact te hebben met sommige wapens, met geen één eigenlijk. We zijn er nu, dit is gebouwd om ons te beschermen tegen de buitenwereld. Dat was nodig. Honderden jaren geleden is hij hiermee begonnen. Een lange termijn project, diverse schuilplaatsen maken. De plaats zou niet bereikbaar zijn dan vanuit één bepaalde andere Schaduw. Afgeschermd van Troef, Logrus en Patroon. Niet te vinden. Hij is niet hier. Hij is een soort opname, een denksysteem en ziet eruit als de maker. Wij zijn als laatste hier ondergebracht. In samenwerking met de ouders. Er zijn meerdere van deze projecten elders, bedoeld om af te schermen. Er zijn invloedrijke mensen die niet van ons bestaan af mogen weten. Viktor weet hoe we te herkennen zijn, we zijn hier gezet door de ouders, hij heeft de beveiliging gemaakt en er is iets mis gegaan. Hebben ze iets achtergelaten voor ons? vraagt Remus. Ehm… ja. Hij weet wel wat, niet wat het inhoudt. Het is een boodschap. Hij kan opdracht geven om een boodschap af te spelen voor ieder apart. Geen restricties. Met iedereen erbij is dus ook goed.
Remus vraagt hen om weg te gaan, Merlijn vindt dat interessant, hij wil er bij blijven om te helpen onthouden. Gramble wil hem steunen. Kortom, het duurt even voor iedereen weg is.

Remus
Hij ziet een 1.86 meter lange man met kort bruin haar en ouderwets aandoend uniform. Hij heeft grijze ogen en lijkt wat op Benedict. De vrouw is 1.75 meter, ze heeft witblond lang haar, bruine ogen en is erg knap. Ze draagt druïdische kleding. Ze heeft een staf, een snoeimes en zacht leren laarzen aan haar voeten.
“Als je deze boodschap krijgt, zijn we waarschijnlijk dood, anders waren we je eerder komen halen. We hopen dat je bent opgegroeid met wat voor jou het beste was. Je bent onze oudste en enige zoon.” De man is Alexander van Amber, zoon van Benedict van Amber en goed in vechten. Zij is Elvira Sawall. Hij herkent trekken, ze lijkt wat op Owen. Dat is vreemd, ze zou een zus van Owen kunnen zijn. Ze heeft een mooie stem en de man is stoer. Ze vertellen dat hij eerst bij hen woonde, maar ze zaten in de problemen en moesten hem veilig onderbrengen. Ze hebben allebei vijanden. Als kind heeft hij laten zien dat hij een voorkeur heeft voor bepaalde dingen. Dat heeft hij van zijn moeder en dat zit bij haar in de familie. Magie zal er niet in zitten, vandaar de druïden. Hopelijk is hij goed terecht gekomen en hij kan naar hen op zoek gaan. Dan verdwijnen ze en er vallen twee troefkaarten op de grond. Ze voelen warm aan. De boodschap begin dan opnieuw, Remus vraagt om af te breken en dan is Victor er weer. Hij weet niet wat er gezegd is. Het is niet helemaal wat er te verwachten was, zegt Remus.
De anderen mogen binnen komen en Remus vertelt van Benedict te zijn. Dat was toch een broer? Julian kent geen Elvira, Owen waarschijnlijk ook niet. Mensen kijken raar. Gramble heeft de naam eerder gehoord. Hij kent de naam niet, hij kent een Elvira Clouddancer. De voornaam komt overeen, hoeft niets te betekenen te hebben. Gramble moet dat gaan uitzoeken. Remus laat de troef zien. Ze lijkt op Owen. Iestyn is het er mee eens, het kan een zus van hem zijn, ze lijkt wat op Essilt… wat op Morwenna dus. Een rare Sawall tak, Morwenna is niet alleen van Amber namelijk… Benedict en een Sawall is raar, Benedict heeft niet veel nakomelingen. Ene Herbert Sawall heeft rare kinderen, zegt Gramble. Deze heeft ook veel vijanden.

Lucas
Iedereen moet weer weg, Lucas vraagt om de boodschap.
Hij ziet een man van 1.80 meter met zwart haar en bruine ogen. Hij ziet eruit als een vechtende tovenaar. Hij heeft een toverstaf en een kromzwaard. Een knappe kerel met veel Ambertrekken en hij lijkt op Eric. De vrouw 1.74 meter, heeft lichtbruin haar en bruine ogen. Nog zo’n vechtende tovenaar. Ze staan met de armen om elkaar. Hij is Rudolf van Amber, zij is Fabienne Helgram. Er is iets mis gegaan, ze zijn mogelijk dood en dat spijt ze ook. Ze houden van elkaar. Gezien zijn aanleg voor allerlei dingen zetten ze hem ergens veilig neer en zullen ondertussen hun vijanden verslaan. Hij is de enige zoon van Sylvester en Therese, zij is een dochter van een Helgram en een Sawall en een… dan zijn ze weg en er vallen twee troeven op de grond. Voelen warm aan.
De anderen komen binnen en Lucas vertelt. Dara zegt dat een dochter van een Helgram en Sawall onmogelijk is, toch eens uitzoeken. Eric had een zoon die Rudolf heet. Therese is een dochter van Caine. Eric’s zoon Sylvester is omgekomen, hij wist niet een kleinzoon te hebben. hij is dus Lucas’ overgrootopa. Eric heeft Rudolf niet gekend. Sylvester hield meer van magie dan Eric, hij had ook veel met techniek. Dara moppert over de afkomst. En Despil dan? Die is alleen zielig omdat hij in de bak zit, zegt Dara. Corwin vindt dat Dara hem niet helemaal trouw is geweest en wil weten hoe dat nu zit met die ouwe… Gramble is nog niet zo oud en kan de trap nog op. Corwin en Gramble krijgen zowat slaande ruzie.

Lilias
Voor haar mogen ze erbij blijven, maar Gramble vindt ineens dat iedereen mee moet. Dus is ze nog alleen wanneer ze de boodschap ziet en hoort.
De vrouw en de man zijn erg netjes gekleed. Hij is 1.82 meter, heeft zwart haar, blauwe ogen, een elegant snorretje, een soort vechter die magie gebruikt. Ze vindt dat best op Mandor lijkt. De vrouw is 1.63 meter, heeft lichtbruin haar, groene ogen en eenzelfde stijl van kleding als Lilias. Opvallend knappe mensen.
Hij is de zoon van Deirdre en Gramble, zoals ongetwijfeld inmiddels bekend zal zijn… zij is Selene Jesby, dochter van Marcus Jesby en Amelie Archens. Dan krijgt ze de troeven, ze moet ze onder de voeten van Viktor vandaan halen.
De anderen komen binnen en willen antwoorden. Lilias noemt de namen, zegt dat Gawain een zoon van Deirdre is, aangezien men toch al weet dat ze een kleindochter van Deirdre is. Corwin wist niet dat ze een zoon had, ze had toch niemand…

Viktor zegt dat ze opdrachten moeten geven. Hij weet niets van de Zwarte Rivier. Dat is niet normaal. Regulatie zit een paar verdiepingen boven, water wordt gebruikt om te koelen. Alle leven wordt uit water gehaald. Er zijn dingen die dat moeten doen. Gramble hoort hier niet te zijn, al is hij tien keer zijn opa.
De oorzaak van de Zwarte Rivier zouden wel eens undead kunnen zijn, die maken dingen dood. De ouwe lui hebben ervan gehoord en Merlijn heeft wel eens computerspellen gespeeld.
Ze gaan naar de plaats des onheils met een dichte deur. Gebarricadeerd. Veel magie er tegenaan, dan gaat de deur open. Ze komen in een vieze stinkende hal, dan is er een gang met lijken, gemummificeerd. Gevallen strijders uit omringende landen. Uitgedroogd en leeggezogen. Shields worden gecast. Lucas herkent dit van thuis en laadt zijn kruisboog.
Overal eenzelfde rood licht, een heel spoor van lijken. We letten goed op, het voelt sinister. Er stroomt water door buizen. Het is hier vochtig en de lijken zijn niet fijn omgekomen. In een hal hangt veel mist, er komen ons een heleboel skeletten aanvallen, ze zijn zo kapot. Zestig stuks en dan zijn er gemummificeerde lijken. Kop eraf. Lilias fakkelt er een aantal af. Er is iets te horen, als een hartslag. Ze struikelen over een wat ander lijk dan de andere, een soort tovenaar met dure ringen en dergelijke. Er is iets mee. Stukjes kruipen steeds naar hem toe. Hoe langer we naar hem kijken, hoe kouder het wordt. We gaan verder, Dara en Merlijn blijven bij het lijk, Gramble ook. In het centrum is een soort put waar warm water uitborrelt en boven de put hangt een gouden kooitje met daarin een levend, kloppend hart. Jurt vertelt over computerspelletjes en eindbazen. De energie wordt uit ons getrokken. Dispel Magic op de kooi, véél! En dan hakken, de pijlen kunnen er niet door. Het wapen van Remus werkt perfect, dat van Lucas met de Dispel er tussen ook. De ketting wordt los gehakt, werkt beter dan de Patroonzwaarden. Liters en liters bloed spatten eruit, dat is van al die mensen. Lilias loopt nog steeds in haar nachtponnetje en iedereen staat letterlijk tot zijn enkels in het bloed. Toen het hart op hield met kloppen was er een vreselijke kreet te horen.
De mist is dan veel minder, het lijk is een vieze vetvlek. Amberieten zijn smeerlappen, zegt Gramble. Houden van macht en gaan dan graag te ver. Intussen raapt hij ringen op. Niet voor hemzelf, hij is geen Amberiet. Zonde, zo’n mooie lich, zegt Dara. Jurt vraagt zich hardop of ze echt simpel is. We huppelen naar boven, komen buiten en kijken naar het water, dat is doorzichtig. Lilias gaat naar het meer om zich te wassen. Lucas vindt dat het fort voor hen is, de goblins zijn de mijnwerkers. Eric zegt dat we hun best werk kunnen aanbieden, niemand spreekt goblins echter. Merlijn begint over de robots en automatiseren.
Lilias biedt aan om opnieuw een spreuk te doen… oh, spreekt ze dus niet zelf de taal? Dan kan Merlijn het beter, zodanig dat iedereen het verstaat.
De baas is bij. Remus spreekt hem aan. Voor eten en mooie dingen willen ze wel in de mijn werken. Glinsterende dingen. Ze willen kippen en vogels, koeien. De voorgangers hebben dit huis achter gelaten, zij wonen hier. De kelders zijn eng. Rood licht is verboden gebied. Ze willen niet meer van dat brood, zou er mee geklooid kunnen zijn. En hij had net trek.
Kan er niet voor fatsoenlijk eten of beestenspul worden gezorgd? Julian is niet goed met Logrus en dergelijke. Koeien hebben gras nodig. Gramble zorgt voor een geldkist, een koning is nu zijn belastinggeld kwijt.
Lilias begint weer aan het conjuren van voedsel voor de goblins en ze krijgt hulp van Iestyn.
Remus geeft de goblin vier stukken goud voor een karretje erts. De boeken en de toverstafjes zijn nu van ons. Dit zijn wel goede boeken. Veel elementmagie.
De goblins zijn blij en gaan weer aan de slag. Machines komen dan weer in werking. Er worden energiekristallen en dergelijke gevonden. Er is van alles dat ze kunnen gebruiken.
Er zijn diverse mijnen in het dal en ze vinden resten van een nederzetting. Ze besluiten om daar te gaan wonen.

Remus
Remus gaat naar beneden om met Viktor te praten.
Remus is nu goblin’s beste vriend en mag naar beneden. Viktor vertelt hem dat ze alles gaan repareren, ook de wapens. Er zal niet geschoten worden op ons gezelschap, Remus hoeft niet helemaal hier heen om een commando te geven. Er kan een machine voor gemaakt worden. Hoe moet het er uit zien? Hmm, hij moet Eric hebben. Het troeven gaat heel goed, Eric heeft troeven uitgedeeld van zichzelf. Hij heeft ook schetsen, een wandelend harnas. Viktor bekijkt het allemaal. Hoe slim wil hij het hebben en wat moet het doen? Dat wordt gebouwd. Hoeveel? Eentje. Via de robot is tevens te communiceren met Viktor. Graag een wapen erbij, los. Een kanon. Het moet kunnen lopen, zien en dat soort dingen. Er wordt wat gevraagd over materialen en dergelijke. Het moet zwart zijn. Dan kunnen ze weer naar boven, wat een gedoe. Er is geen lift. Hoe doen ze dat? Troef. Na een dag is de robot klaar en komt naar Remus toe gelopen. Mensen raken overstuur en gaan in de aanval. Remus roept dat het zijn robot is. De robot spreekt met een rare stem, gelukkig is deze bij te stellen, zegt Eric. Hij moet eerst een naam hebben. Maul gaat het ding heten. ‘Ja meester.’ Het is groot, breed, zwart en heeft een zwaard en een dikke buis. Eric krijgt toestemming om de boel open te maken. Tot hij iets geleerd heeft moet Maul alles voorgekauwd worden. De stem moet aangepast worden Eric legt uit wat hij doet. Remus wil een zware stem, beetje robotachtig. Beetje Mandor, vindt Eric. Nog stoerder dan Mandor, zegt Remus. Mandor is niet van plan om iets te zeggen tegen de robot, maar doet het dan toch. Weer wordt er geklooid. Het moet een tikje vervormd. Ze zijn de hele dag aan het sleutelen, Eric laat het uiteindelijk helemaal aan Remus over.

Lucas
Merlijn vraagt aan Lucas wat er hier gebouwd moet gaan worden. We moeten opknappen en dit wordt een uitvalsbasis. Merlijn loopt iedereen langs voor ideeën. Hij zou helpen met shapeshift en andere dingen. Jurt conjuurt zijn zwaard altijd. Merlijn heeft ook een hekel aan goblins, wat hem betreft hadden ze eraan gemogen. Een Katana is wat voor hem. Jurt laat zien hoe je Wolverine wordt, is alleen zeer pijnlijk en hij schuift de messen terug. Superhelden hebben een Katana, een kort zwaard, maar toch lang. Lucas is een martial art fighter. Is een stok dan iets? Hij denkt aan handschoenen met knuckles. Dan moet hij altijd dichtbij staan. Een Katana staat hem wel. Jurt is/ speelt dan de Japanner die wordt nagesynchroniseerd. Er zijn er ook met een waaier of met houtjes aan een ketting, dat is stoer. Nee, dat is voor ventjes. Met een groot zwaard ben je tien keer zo stoer als met die stokjes. Julia vond het zwaard ook stoer, al rende ze hard weg wanneer Jurt het trok. Een claymore, een hamer, iets dat indruk maakt. Handschoenen is sissy, hij zou ook een tutu aan kunnen trekken en balletschoenen. Dat is stoer, zegt Lucas. Probeer dat eens met Benedict. Tutu’s zijn voor meisjes en voor boygirls, hè Merlijn… Jurt maakt dan dat hij weg komt.
Merlijn ergert zich en moppert over Jurt die altijd tussen een serieus gesprek komt. Over sissy handschoenen. De messen van Wolverine zijn pijnlijk. Maar Lucas is een superheld uit Gotham. Batman woont er toch ook? Kent hij niet. De gadgets lijken hem wel aardig. Merlijn baalt van het zwaard dat hij aan zijn vader terug heeft moeten geven. Er is een zwaardsmid dat het voor Corwin heeft gemaakt en er zit Patroon in. Merlijn denkt dat Lucas’ kruisboog ook door die persoon is gemaakt, het is hier machtiger dan buiten. Hij schoot immers raak op dat bewegende kooitje. Lullig van Remus dat hij de eerdere robot afmaakte. Maar hij zal eens kijken, hij heeft vast roze handschoenen voor Lucas nog.

Lilias
Owen schuifelt voorovergebogen voorbij, Iestyn komt bij haar zitten. Hij denkt dat Randal een oogje op haar heeft, hij doet raar. Heeft Lilias een vriendje/ een verloofde hier ergens? Nee. Iestyn wel ergens anders? Natuurlijk niet. Ze ontfermen zich samen over de vieze boeken die met magie schoon worden gemaakt.

De tijd loopt relatief een factor 3 ten opzichte van Amber. 1 dag in Amber is 1.5 dag in Chaos. Ze kunnen hier trainen en verfijnen en verbeteren. Eventueel rustingen laten maken. Magiestudies en troefstudies doen, Patroon en Logrus is minder gemakkelijk. Er wordt getraind en iedereen komt weer op de been.

Lucas
Eric komt met Lucas praten. Hij denkt dat zijn wapen door zijn zoon is gemaakt, Sylvester. Dan weet hij van het bestaan van Lucas. Het is een interessant wapen. Eric kan dat niet. Sylvester is al lang dood, hij is slechts een jaar of 30 oud geworden. Maar nu denkt Eric dat hij niet dood is. Het is te hopen dat ze alleen maar in de Abyss liggen, alleen Jurt weet er iets van. Nee Jurt, je bent niet geroepen. Hij vertelt toch hoe hij in en uit de Abyss kwam, met een trapje. Er is geen tijd in de Abyss. Hij had tijd zat. Wat moet hij in de Abyss? Dat kan niet. Hij is er toch? Het was geen droom. Hij is later vaker in de Abyss gevallen. De andere mensen zitten er vast, geen idee waarom ze er niet uit komen. Jurt meent zich te herinneren dat zowel Mr. B als Deirdre in de Abyss hebben gelegen.

Lilias
Deirdre is een stuk beter. Ze ziet het wel dat Lilias haar kleindochter is. Gawain is wat meer tovenaar dan vechter en heeft een voorkeur voor mooie magie. Ze zijn vrij snel uit elkaar gegroeid. Ze heeft een eigen wereld, de vijand weet er helaas van. Ze is koningin van een volk van hondachtigen. Dat zijn vechters en tovenaars en vormen legers. Hij vindt dat niet genoeg stijl hebben, is meer te spreken over haar samurai. Hij heeft veel kritiek op haar manier van doen en leven en is gaan zwerven. Een Jesby meisje paste beter bij hem qua instelling dan Deirdre waarschijnlijk. Jesby’s zijn uitsluitend tovenaars.
Viktor was een goeie. Zo leuk dat Lilias aanleg voor magie heeft. Deirdre heeft gedroomd dat ze in de Abyss is gevallen. Brand heeft een hekel aan haar, ze heeft hem voor de gek gehouden, hij heeft een oogje op haar en andersom heeft ze het hem laten denken dat het wederzijds was om achter zijn plannen te komen. Hij geeft alleen om zichzelf. Ze kunnen elkaar leren kennen, Lilias en Deirdre weten niets van grootmoeders en kleindochters.

Remus
Met de robot gaat beter en hij leert ook zwaardvechten.
Gramble weet niets van Elvira. Owen kent Elvira helemaal niet, hij heeft geen kinderen, ook geen vrouw. Hij kijkt wel uit, hij kan altijd harder rennen… Remus laat de troef zien, ze lijkt Owen aardig. Ze lijkt niet op hem, vindt hij, maar ze heeft iets van zijn moeder weg.
Dus Morwenna krijgt de troef in handen… Iets bekends ja, Elvira lijkt op haar moeder. Ze is het niet, maar ze lijkt er op. Een zus? Haar moeder heeft een omstreden afkomst, een Sawall/ Amber combinatie. Ze denkt dat Remus familie is, maar hoe? En ze noemde zich Sawall? Morwenna is via haar moeder een kleindochter van Herbert Sawall en van een volle zus van Caine. Ze dacht niet dat haar moeder een zus Elvira had, maar misschien had haar tante Lenore wel een dochter. Lenore was geheimzinnig. Elvira ziet eruit als een druïde en dat is raar. In de familie Sawall een druïdeachtige tak ingetrouwd, via Hestia. Een over over overgrootmoeder. Dat was een druïde. Die ouwe Gramble moet niets zeggen over de rare kinderen van Herbert, laat hem naar zichzelf kijken! Gramble probeert mensen zout in de ogen te strooien, hij heeft veel vijanden. Zijn eigen zoon is zowat zijn vijand. Hij wil niet dat mensen weten dat hij kinderen heeft en wie dat zijn. Gramble is ouder dan Benedict, wie weet wat hij allemaal heeft uitgevreten. Leuk dat Remus van een druïde afstamt, dat past in de Julian tak. Het soort magie ligt hen wel. Dieren, planten en kruiden, maar dat enge ding vindt ze niets. Ze hebben niets met golems. Oh, is het een robot? Ook niet. Ze is niet blij met het feit dat de stem op die van Mandor lijkt. Waarom neemt hij niet zijn eigen stem of die van Gramble?

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!