Monday 20 October 2008

Keizer van Rome/ Flora en Ronardo/ Patroonkistjes

Ik maak troefcontact met Caine. Ik vraag wanneer het hem uitkomt om naar het vierde patroon te gaan. Mij komt het nu uit. Het beste is dat we daar ergens afspreken, er is een vissersdorpje ten NW van Amber. Halon, daar spreken we af. Contact verbroken. Ik denk dat hij behoorlijk Macht heeft over troeven, lijkt te weten wie hem troeft. William merkt niets van macht. Het zijn geen kaartjes, je kunt ze niet verbranden. Als je ze krijgt zijn ze aan je gebonden.

Dan ga ik Ronardo troeven. (Hij denkt getroefd te worden door een vrouw). Ik vertel hem van de afspraak met Caine, ik mag proberen hem dan ook te troeven. Daarna Rhex getroefd, William maakt bezwaren. Vertrouw ik Rhex wel? Ik troef Rhex; hij heeft wel interesse om naar de vulkaan te gaan. William zegt dat deze troeven ook kunnen worden afgeluisterd.

De volgende ochtend vertrekken we. William heeft een kistje gevonden. Dat stond ineens op zijn kamer. Een zwart kistje met roodachtig patroon dat licht geeft. Het lijkt een beetje op Patroon. Ik bekijk het. Het lijkt of mijn handen wat wazig zijn, of er een soort gat zit. Net niet vierkant, glad zwart kistje. Ik bekijk het kistje met het brilletje, het is ver weg, of het van me afglijdt. Het lijkt in een gat te vallen. Het is een stukje echt patroon, op het moment dat ik het goed bekijk, loop ik al de zes de vakken af, hoor een soort explosie geluid en boem! Weg kistje en wij zijn ergens anders. Het was net of de wereld om ons heen instortte, we vielen in een gat. Niet zo abrupt als William zou denken.
Het is tegen de morgen in een soort van heuvelachtig landschap. Als een aarde. In de verte een heuvel met een ruïne, hier en daar boerderijtjes. We staan op een stukje weg dat is mee gekomen, midden op een soort cirkel. Met paarden en valk.

In een half uurtje zijn we bij de ruïne. Het was een slot stuk muur en toren. Paar 100 jaar oud, is recent verwoest. Afgefikt. Tussen een maand geleden en twee jaar. Het ruikt hier naar Logrus magie. Er is niets te vinden, geen lijken, geen sporen van belegering.
We rijden naar een boerderijtje, hout met leem. Stevig, niet groot. Achter een soort koeien en kippen. Ze zijn aan het werk op de akkers. Boer en zoon aan het ploegen. Hij kijkt me aan met een lege blik, er zit niets achter.
Kinderen op een bankje voor het huis. Een boer met een kruiwagen en mest, een vrouw met een kan. Ook de kinderen reageren niet. William krijgt hier de griebels. We proberen het dorpje, daar is een soort tempeltje. Er lopen mensen, Er is een beeld van een moederfiguur met gedroogde bloemen en fruit. Er is een man met een mantel op de trap. Wat hij daar doet? Het voelt er behoorlijk verlaten ook weer.
Weer terug, in het straatje zie ik dat er zich een aantal mensen zich heeft verzameld die daar staan. Een vrouw zet zich houterig in beweging en loopt onze kant op. De voorste lijkt niet zo’n lege blik te hebben. Donkerharig, heeft een hanger om. Zilver met groene steentjes.. ze kijkt half naar ons, ze draait haar hoofd onze kant op en zegt ‘ga!!’

Rhexenor is bij de Romeinen. Het eerste legioen is in zicht. Helaas maar een. Hij gaat met de commandant van dat legioen praten.
‘Wat moet dat met al die troepen?’
‘Waar zijn jullie legioenen, we komen Rome aanvallen’
‘We zijn het elfde legioen, ik ben Juan.’
Rhexenor en Odysseus stellen zich voor. Odysseus raadt hem aan zich over te geven.
Hij heeft geen order om zich te bemoeien met interne strijd. Maar als hij de baas is, geven ze zich wel over. Odysseus zegt hem waar hij orders in ontvangst kan gaan nemen.
Zo heeft hij er een legioen bij. Hij gaat op zoek naar een duif en vindt een merel. Hij komt op zijn schouder zitten. Hij vraagt de merel om een boodschap te brengen, maar het beestje is niet slim genoeg om hem te begrijpen. Klaagt over de broodkruimels die hem steeds worden ontstolen.

Odysseus meldt zich als vrijwilliger om de senaat te gaan waarschuwen. Na een paar dagen komt hij terug met een officiële oorkonde, de keizer en het Senaat geven zich over. Hadden al van hem gehoord, van zijn roemruchte daden en ze willen zich graag bij Rhexenor gaan voegen. Hij wordt binnen gehaald door juichende mensen als nieuwe keizer. Hij wordt ontvangen door de voormalige keizer, die hoopt dat hij nog eerste minister mag blijven.
Deirdre raadt hem aan om eens rond te kijken of ze niet nog een vijand ergens hebben, Carthago ofzo?
De volgende dag komen ze al met hun problemen bij Rhexenor Caesar. Over burenruzies, landverdeling. Delen, zegt hij. Ruzie over Antonio, een knappe man met veel geld die niet de goede vrouw kan kiezen. Hij ienemienemut. Iemand die een klacht heeft over te weinig politie. Er moet meer komen, dan kost het maar meer geld. Een riool dat is opengebroken al heel lang. Een eeuwigdurend project, schijnt. Meer geld, zegt Caesar. Een artiest die een groot standbeeld wil maken van Rhexenor Caesar. Natuurlijk, hij tekent. Er moet een wijk wijken voor het standbeeld. Een stoffenverkoper die stoffen aan biedt als geschenk. Allemaal voor hem. Heeft toch een vraagje, wil graag lagere import tarieven. Honderd problemen per dag, dan komt de rekening. Dat gaat een miljoen kosten. Als hij in dit tempo doorgaat, heeft hij in 40 dagen Rome failliet. Vanmiddag gaan ze overleggen waar ze het geld vandaan gaan halen (plunderen).
’s Avonds is er een enorm feest met veel mensen die denken belangrijk te zijn. Veel te veel eten, de resten worden verdeeld aan de inwoners. Rhexenor geeft ook eten uit zijn hoorn weg.
Julius glibbert naar hem toe, hij mag onderkoning worden van Rome. Hij gaat dan nog meer verdienen. Hij heeft al gedacht om legioenen naar Brittanica te brengen, daar zijn ze rijk.
Deirdre geeft zichzelf de schuld. In de tijd dat hij klein was, hebben zijn vader en zij hier zo veel gevochten aan de Griekse kant, dat het nu rustig is. Ja, Titanen en dat soort lui hebben ze ook meteen aangepakt. Misschien dat ze Hunnen of Vikingen kunnen laten komen.
Deirdre neemt afscheid, Rhexenor zelf gaat nu ook. Ze vindt Rome er beter uit zien als het niet brandt. Hij troeft naar Ronardo.

Ronardo zoekt de kaart van Flora en neemt afscheid van Fiona. Zijn vader is in de kelder met zijn apparaatjes en metertjes. Kun je even helpen? Ken je die serie ‘Sliders’ nog? Aan zoiets ben ik nu ook bezig. Je moeder bracht me op het idee, want zij zei dat er oneindig veel Aardes bestaan. Het kost alleen veel stroom. Hij laat een enorme kast zien. Ronardo ziet dat er fouten in de formules staan. Hij kent Troef en dat werkt niet zo. Zijn vader gaat hiermee aan de slag. Lijkt nu wat beter te gaan. Nu gaat het om het tijdperk in plaats van veranderen van tijd.
Als hij dit ooit voor elkaar krijgt, is het heel gevaarlijk als iemand anders dit in handen krijgt. Ronardo waarschuwt hem. Zijn vader zegt dat hij in de ‘geheime kelder’ zit, ziet geen problemen.
Dan neemt hij afscheid en troeft naar Flora.
Ze is blij verrast hem te zien. Ze is net bezig met de thee, hij wil wel even doorkomen. Ze heeft het gevoel dat hij niet ver weg zit. Er is hetzelfde soort weer, zijn horloge is niet veranderd. Ze zitten in Apeldoorn. Hij ziet een paar grote honden, ze schenkt thee met koekjes. Ze is gekleed in een spijkerbroek met bloesje. Ze laat zien hoe ze de honden voert, ze zijn heel gehoorzaam. Ze moeten een indringer kunnen verslinden als ze dat wil. Ze kunnen wat gaan wandelen met de honden, stelt ze voor. Voor hem hoeft het niet zo, maar vooruit.
Tijdens de wandeling kijken ze haar aan of ze herdershondjes en hertjes mogen aanvallen. Mag niet.
Hij vertelt dat hij op bezoek zou komen. Hij zal blijven eten, Chinees of Friettent? Echt Hollands. Of wokken? Bij de Japanner kan het gevaarlijk zijn vanwege de giftige vis. De honden verslinden een haas na goedkeuring van Flora. Het zijn een soort Ierse wolfshonden. Ze vraagt wat voor auto hij tegenwoordig heeft? Lichtblauw, zegt hij. Een Ferrari, soms een Porsche.
Ze gaat met hem naar de disco, hij heeft vast geen vriendin. Jawel, zegt hij, eentje op mijn eigen wereld. Zij gaat vanavond doen alsof ze zijn vriendin is.
Ze gaan wat joggen. Nee, hij is niet verliefd. Hij heeft er even geen tijd voor.
Hij vraagt haar naar het Blad, de Zalf, de Munt en het Boek. Interessante combinatie, zegt ze. Hij vertelt welke vermoedens ze hebben over welk boek het zou kunnen zijn.
Ze heeft wel eens iets gelezen over Het Blad. Ze douchen zich bij haar thuis. In de gastenkamer is een kast vol mannenkleding. Ze heeft een sexy pakje aan. Een bloot pakje voor de disco. Ze geeft hem kledingadvies.
Daarna wat geblader in boeken, ze heeft wat Sumerische boeken waar ze een blad in de mond doen en er is inderdaad zoiets, Het Blad is magisch op de wereld waar het vandaan komt. Met dat Blad kun je met de doden praten.
Beneden in de garage heeft ze een aantal sportwagens staan. Ze wijst hem een gele Mazurati en racen naar de Japanse wok. Ze maakt daar alle Japannertjes jaloers.
Daarna gaan ze naar de disco, worden nog aangehouden door politie, die vrouwe Florimel kennen en het volledig begrijpen dat ‘haar vriend’ de nieuwe wagen uitprobeert.
Ze lopen de lange rij voor de disco langs en mogen meteen binnen. Ze doet overdreven verliefd tegen Ronardo, de mannen zijn jaloers en krijgen ruzie met hun vriendin. Een meisje wil dat ze opsodemietert en Flora slaat haar de zaal door. Ronardo krijgt zijn kans bij de toiletten.
Ze kan goed en lang dansen.
Vroeg in de morgen scheuren ze naar huis om te gaan slapen.
De volgende ochtend krijgt hij ontbijt op bed en ze heeft een ander boek gevonden. Over zalven van doden, er is er een die de doden heel lang goed houdt.
Dan krijgt hij contact met Rhexenor. Nee, hij is nog niet bij Morwenna. Troef me terug als je daar wel bent. Hij wil daar zijn voor de vulkaan.
De Egyptenaren hebben een Boek der Doden, het Blad heeft niets met Egypte te maken. De Munt is meer Grieks. Flora denkt dat het misschien te vinden is in Israël, dat ligt tussen alles in. Nazareth is veel handel tussen allerlei volkeren, de vissers die met Jezus mee gingen kwam daar vandaan. Er zijn vast Schaduwen waar Jezus rond loopt. Die Munt lijkt meer Noordelijk te zijn. De Zalf juist meer Zuid. Ze vertelt hem over veenlijken, die geconserveerd zijn door de stoffen in het veen.
Ook heb je die Koningszalf, maar dat heeft niets te maken met doden.

Rhexenor gaat slapen en op zoek naar Iolanthe. Weet hij iets van de familie Tandora? Helemaal niets. Kun je eens informeren waar ze heen gevlucht zijn? Ze zoekt ene Damien. Dan is er nog het Huis Dracon, die zijn ook weg. Ze heeft ze niet allemaal te pakken kunnen krijgen. Een Huis van vampieren, de baas noemt zich Vladimir. Ze zitten niet in Transylvanie.
Ze zijn niet zo machtig als Sawall. Zij komt van Huis Hendrake. Rhexenor herinnert zich de familie op het feest. Ze is bezig die familie om te brengen. Ze hebben haar verraden. Ze heeft nu pas acht Tandora’s en drie Dracons gevonden. Het schiet niet op. Hij zegt dat hij power krijgt als hij bijvoorbeeld die Damien een koppie kleiner maakt met zijn zwaard. Ze vindt Dara geen typische Hendrake.
Ze begint aan zijn les. Ze neemt hem naar een aarde, waar hij papieren zit liggen met de onafhankelijkheidsverklaring. Ze denkt heel sterk aan Damien en komen uit in een grot. In deze grot groeien lichtgevende paddestoelen. Je kunt gaan proberen om fysiek naar deze wereld te reizen. Maar nu is ze met hem. Zo kan ze ze vinden. Het kan ook zijn dat hij al weer weg is.
Hij leert nog een aantal dingen, hoe magie bijvoorbeeld werkt. Er komt een grote trol op hem afgestormd, de klap met de knuppel doet enorm zeer en hij denkt aan zijn zwaard. Hij hakt er zijn arm mee af, die gewoon weer aangroeit. Trouwens ook een tweede trol. Na een afgehakt been, komt er een derde trol. Hij denkt aan vuur, er ontploft een trol, een andere vliegt in de brand en de derde mept Rhexenor. Iolanthe trekt hem de kop af en Rhex steekt hem in de fik.
Niet alles is even nep.
Hij probeert een emmer vol zuur te bedenken die er ook staat. Deze gooit hij tegen de muur leeg, die inderdaad door brandt.
De volgende morgen is hij weer wakker.

William heeft alleen Random en Droppa ontmoet. Fillipien gaat verkennen. Iemand gooit een lege emmer leeg, ze lijkt te denken dat er water in zit.
We gaan de put. De zaklantaarn doet het niet. De wand is begroeid met mos. En dan kom ik op de modderige bodem. De tunnel staat al een tijdje droog komen uit in soort van grot. Het ziet er wat natuurlijker uit. Volgen de trap. Er heeft ooit een soort van meertje gestaan. En dan komen we uit in een gang waar iemand van een meter of 3 hoog staat. Halt, ga niet verder.
William probeert eerst een spreuk. Er komt een vreselijke koude storm, het beeld is nu bedekt met ijs. Ik heb een zwaard dat goed helpt tegen mudders. En hij is door midden. De steen in de kop wordt kapot gestampt. Ik loop verder en er komen twee hekken naar beneden. Zwarte ijzeren hekken. Ik snij het hek door midden. Dan komen we in een grot met een pentagram met kaarsen. Daarin een rood wezen met een staart en bokkepoten, gele ogen, horens, rook uit zijn neus. Halt. Je mag niet verder.
Dit is een demon.
So what. Hij slist en ze praten allemaal zo bij hem thuis. Hij is hier om de zaak te beveiligen. Deze is niet erg slim. Hij heeft dat weer. Moet hij een schat beveiligen, komt er een stomme Amberiet. Familie van Osric. Ook van Benedict? vraagt de demon. Nee, Julian. Oh nee, niet van Julian! jammert hij.
Hij heeft een contract. Met wie. Mag hij niet zeggen. Zij zijn heel erg trouw. Normaal onderhandeld hij niet met de vijand.
Er komt een zwak vuurballetje, dikke vuurbal van William, de demoon roept nee! En is afgebrand.
Op de plaats van het pentagram een trap naar beneden. Is het niet. Het is een cirkel met water, het beweegt als je het water aanraakt.
William doet de vriesspreuk, de trap is weg. Kleine vuurbal erop, vloer blakert, kaarsen en kandelaars weg. Er is weer water.
Hij duikt een poosje onder.

Flora vraagt wat Ronardo wil weten en/ of doen. Hij wil weten waarom ze Amberieten moeten hebben. Is ze ook benieuwd naar.
En welke patronen heb je al gelopen, vraagt ze. Dat van Tir Na n’Oght dus niet? En dat is juist zo interessant, zeker nu. Laten we dat maar even gaan doen. Ze moet zich even verkleden. Intussen moet Ronardo maar wat boeken gaan lezen.
Ze heeft allerlei boeken over Occulte zaken, Voodoo en dergelijke. Hij pakt het Boek hoe je met doden moet praten. Dat handelt over een Medium en een cirkel, over de grote Arcana en de kleine Arcana. De troeven van Amber lijken wat op die Tarot kaarten. En dan komt er toch weer iets boven over Soemerische goden.
Na een uur of drie komt Flora terug, heel mooi, goed gekleed. Dan gaan ze. Ze pakt een kaartje van de hal van Amber en even later staan ze daar.
In de eetzaal is er thee, het personeel rent. Random komt binnen in spijkerbroek en vies shirtje.
Hij komt bij hen zitten en informeert wat ze komen doen. Dat gaat hem niets aan, zegt Flora. Ronardo zegt dat ze wat dingetjes gaan doen, iets leuks. Thee drinken.
Hij gokt dat ze het patroon in Tir Na n’Oght gaan lopen. Als koning weet hij dat.
Je ziet er een beetje moe uit, zegt Flora. Slaap je wel goed? Hij informeert naar die bloedvampieren. Ronardo ontwijkt eerst en vertelt dan dat hij sporen heeft gevonden om een ritueel. Random raadt hem af om naar Ctulhu te zoeken.
Over gek geworden gesproken… wist je al dat Brand vrij was, vult Ronardo aan. Hij weet het van Morwenna, zegt hij. Flora schrikt. Liep rond in de rusting van Rhexenor, vertelt Random.
Flora ziet de familie al uiteen vallen. Eigenlijk moeten we een familievergadering beleggen. Random ziet daar het nut niet van, dat zal niets uithalen.
En Brand is een deskundige op het gebied van Amber bloed.

Random gaat mee, gaat zich verkleden en scheren.
Ze gaan naar de rand van de berg. Een wolkje laat de hele stad en trap even verdwijnen. Random concentreert zich en de wolken drijven weg.
Ronardo mag voor Flora uit de trap oplopen. Een lege stad met schaduwen er in. Hier en daar zijn lichtjes te zien.
Ietwat hoger dan de rest van de gebouwen staat het paleis in een stijl. Flora zegt dat hij goed moet opletten wie hij hier tegen komt en ziet. Dit is een stad die er eigenlijk niet is en toch wel. Het is een afspiegeling van Amber, misschien van het oorspronkelijke Amber. Als hij haar kwijt raakt, moet hij naar het midden lopen, daar is het patroon. Je moet je niet laten afleiden.
Ze gaan de grote deuren door en hij heeft meteen het idee dat hij alleen is. Hij kiest een gang die naar het midden zou kunnen leiden. Hij komt in een zaal met sarcofagen. Ze staan allemaal langs de muur. Hij gaat verder, komt door een gang met standbeelden. Een van hen is William en komt van zijn sokkel afgestapt. Hij heeft iets voor hem en geeft hem een zwart kistje met een rood patroon er op. Daarna stapt hij weer terug op zijn sokkel.
Een andere gang met beelden waar een man staat die streng kijkt, zoals Benedict, dat is hij niet, zegt de man, maar hij is iets vergeten. En haalt een zwart kistje met een rood patroon uit zijn mouw. Het andere kistje zit niet meer in de rugzak. Dit nieuwe stopt hij in zijn zak.
Dan komt hij in een zaal waar een lichtend patroon op de vloer is.
Er staat een man die wat op Corwin lijkt. Vergeet jij niet iets? En geeft een zwart kistje. Misschien moet je er zuinig op zijn. Je bent wel slim voor een zoon van Fiona. Ga je nog Sorcery studeren en doe je dat dan ook in drieën voor je iets snapt? Dat was Eric.
Op de vloer het Patroon en hij stapt er op.

Het is een heel gevaarlijk patroon. Na heel veel moeite, het lijkt echter wat gemakkelijker dan het eerste, bereikt hij het midden. Hij merkt dat hij kan kiezen waar hij wanneer uitkomt. Hij wil naar Amber en dat heeft maar een tijd. Hij denkt aan de eetzaal en daar is hij dan. Hij is erg uitgeput. Interessant als je alle drie die patronen tegelijk kunt toepassen.
Op de gang komt hij Flora tegen die vraagt hoe het was. Nee, hij is niet ook Brand tegen gekomen. Zij wel een beetje. En jij bent wel interessant voor hem als zoon van Fiona.
Hij vertelt van zijn ontmoetingen. Eentje met Finndo dus ook.
Er is wel een overeenkomst, zegt ze. Ze zijn alle drie dood (geweest). Ze moet er nog over nadenken wat Brand zei. Ze denkt dat hij haar wil spreken, maar weet het niet zeker. Hij zei rare dingen. Ze zal naar hem moeten zoeken als ze hem wil spreken. Ze neemt afscheid en vraagt of hij haar nog eens wil troeven.
Hij gaat naar zijn kamer en bekijkt een kistje dat een soort gat lijkt te zijn dat van hem af beweegt.
Hij laat het boek openvallen met de vraag over wat Brand heeft met Patroon.
Brand, Bleys en Corwin hebben en zwaard met Macht van het patroon. Van Bleys en Corwin weet iedereen dat, maar Brand heeft het ook. Niet na te maken, echt Macht van het patroon.
Ook staat er dat je heel goed het Patroon voor de geest kan halen en het dan kan lopen. Dan moet je wel ervaren zijn met Patroon.
Ronardo denkt aan het patroon op het kistje, er gebeurt niets. Hij bekijkt het kistje dat op slot lijkt te zitten.

Hij volgt het patroon met zijn vinger en wordt mee getrokken in het gat en ploft ergens anders op de grond. Het kistje verdwijnt in zichzelf.

Hij staat in een bergachtig landschap, het is behoorlijk heet en een droog landschap. Hij wil iets te voorschijn halen voor over zijn hoofd en heeft een tulband in zijn handen. Het ruikt een beetje naar zweet en hij weet zeker dat het van vrij dicht bij komt.
Gaat op zoek.
In de verte ziet hij een soort van muren waar hij naar toe loopt. Het zijn enorme muren met dikke torens. Er komen karren zijn kant op met ezels.
De wachters dragen donkere uniformen met goud. Ze reageren niet echt als Ronardo nadert. Hij spreekt er 1 aan. Hij merkt dat hij een soort Arabische taal spreekt. De wachter groet terug. Dit is Baalbek. Jij komt niet uit Europa, je spreekt de taal voortreffelijk.
Er is een enorme tempel die er uit ziet als een piramide. Er loopt een trap omheen. Het is hier erg druk. Zo’n grote en hoge piramide heeft hij nog nooit gezien. Het doet hem denken aan de toren van Babel.
Als hij onder de trap staat, kijkt hij goed naar de trap, dan gaat hij via poorten vrij snel naar boven. Daar ontmoet hij een aantal verbaasde Hogepriesters.
‘Is dat teleportatie,’ vraagt een priester. ‘Zonder staf? Hoe bent U ingewijd in de geheimen van Uw god? Van wie ben je een afgezant?’ Van Amber hebben ze niet gehoord.
Hij vertelt over het kistje, maar het zegt ze niets.

Rhexenor wordt weer wakker in Rome en hij is niet getroefd. Een aantal mooie jongedames komt hem in bad stoppen, aankleden en dergelijke. Zijn haar wordt gekruld, hij krijgt lekkere hapjes.
Dan zijn er weer die 100 mensen. Hij roept Julius en verdwijnt naar Dyenne. Zij zit in een kar met paarden. Ze is heel blij hem te zien, ze is onderweg naar hun paleis. Er is ook personeel. De ambassadeur is er ook bij. Ze klaagt dat deze zijn handen niet thuis kan houden. Hij spreekt hem erop aan.
Hij vertelt haar van zijn verovering van Rome. Ze voelt zich nu helemaal klein. En hoeveel vrouwen heeft hij daar? Geen, zegt hij. Haar lerares zit hier ook.
Dyenne vraagt zich ineens af waar die Dara toch koningin van was. Ze heeft die naam echt meer gehoord. Haha, die Koningin van de demonen heet ook zo. Even later beseft ze dat het over dezelfde Dara gaat. Ze schrikt vreselijk als Rhexenor haar een demonenhandje laat zien, springt van de kar af en valt flauw. Ze komt bij, herinnert zich niet meer wat er gebeurd is, maar lijkt wat bang voor Rhex nu. Hij is nog steeds niet getroefd… Het klopt niet, denkt hij. Misschien is er iets gebeurd.
Hij troeft naar Ronardo. De kaart voelt dood aan…
Dyenne denkt dat er iets met hem is, iets engs.
Hij gaat naar Random, zegt hij. Ze kijkt wat ongerust als hij haar kust.
Random is heel enthousiast als hij Rhex ziet. Hij ziet er keurig netjes uit, hij staat bij de trap naar Tir Nan Og.
Rhexenor vertelt hem dat de rang Keizer hoger is dan koning.
De dode troef van Ronardo voelt niet aan als goed. Alhoewel hij de laatste tijd weigert om ook maar iets te vertellen. Hij troeft wel even naar Fiona, legt een hand op zijn schouder. Hey, Fiona, kun jij Ronardo bereiken? Heeft vast even de troef uitgezet… Met nieuwe troeven? Oh nee, dat kan niet.
Even later troeft ze terug. Hij zal ergens zijn waar troeven niet werken. Nee, dat is niet goed.
Nee, heeft hij niet verteld waar hij niet mee bezig is? Dan is hij met iets belangrijks bezig. Dan vragen we het aan Brand. Ja, iedereen weet het eigenlijk wel, hij heeft het Flora verteld. Onderweg komen ze Flora tegen die er netjes uit ziet. Ze vraagt hem naar de huwelijksplannen. Is het nog steeds dat … eh… dienstmeisje? Ze weet wel een paar leuke prinsessen. Random vertelt dat ze nu wordt opgeleid.
Tot aan het eten. Geen frikadellen vandaag. Gaat Rhex mee aan tafel? Dan kan hij uitvinden wat een paar ambassadeurs willen, dan ontfermt Random zich wel over de dames.
Ze klagen tegen elkaar over staatszaken. Oh ja, en dat Rhex met Vialle moet praten.
Hij vertelt van zijn rusting, Random weet echt wel hoe dat een beetje zit.
Metalen draken zijn wel leuk, zegt Random. Rhex vertelt dat hij toch met de groep naar een vulkaan gaat…ergens ver weg. Zorg er wel voor de draak jou als eerste ziet, want als iemand anders dat is met zijn grote kop...
En ja hoor, daar is Droppa, die iets heeft gehoord over drakeneieren en grote koppen. Hij heeft nog een goede mop over zombies. William is net zo serieus als zijn opa. Zo saai! Binnenkort gaat hij monniken -moppen bedenken.
Droppa zegt dat hij Ronardo net nog heeft zien tongzoenen met Flora. En alle vrouwen vinden hem, Droppa dus, een goede minnaar.

Ze gaan vanavond slakken en camenbert eten. De bediende gebruikt veel moeilijke en Franse woorden. En ze waarderen het bijzonder dat hij met iemand van het personeel gaat trouwen. En of hij haar heeft vertelt dat hij een demon is.
Hij laat zich wel roepen voor het diner. Hij gaat zich verkleden.

Charles brengt hem naar de eetzaal. Hij heeft nog wat personeel nodig en hier zijn mensen die weg willen. Hij wil niet de afdankertjes van vrouwe Florimel en ook niet de kokkin die de meiden slaat. Charles raadt haar aan om daar met Vialle te praten.

Het voorafje is een vierkant koekje met nootje en kersje. Als Flora binnenkomt staat iedereen op. Lekker he, zegt Flora tegen hem, ze heeft het personeel gezegd dat hij gewoon nieuwe krijgt als hij het op heeft.
Daarna een enorm bord met een paar blaadjes sla, een stukje vlees en wat saus. De man naast hem vind de hapjes geweldig. Marcello heet hij, ambassadeur van Kashfa. Het gaat goed met de koning, doet goede zaken. Ze willen graag gaan handelen met Amber. Over Rechten op de markt van Amber. Kunnen de tarieven van 20% naar 15 %? Rhexenor legt uit dat het niet kan, hebben rekening te houden met Rebma. Wat is het standpunt over Eregnor? Als ze dat erkennen als horende bij Kashfa? Kan hij niet beslissen. Maar als ze dat op papier kunnen krijgen… nee, hij hoeft het niet aan de koning te vragen…
Rhexenor praat ook met de ambassadeur van Menuis. Hij heet Draco. Hij praat met een ruwe stem en wil dat Amber ingrijpt in het conflict tussen Corrilane en Euterpe, hij verwacht dat er legers worden gestuurd om dat op te lossen. Stuur Benedict maar. Wat bieden zij? Vraagt Rhex. Een goede deal op het graan, ze zullen zorgen dat de legers worden gevoed. We verwachten de legers volgende week.
Marcello begint over de graanprijzen, maar Draco zegt dat ze geen lid zijn van de Gouden Cirkel.
Misschien kan er voortaan aan Kashfa worden geleverd in plaats van een Begma. Wat vindt Corwin ervan als Corrilane gaat worden belegerd, vraagt Marcello. Oh, is dat Sand. Dan is Corwin van Avalon. Die Draco is wat warmer en heeft verticale pupillen. Is blijkbaar een Draconier. Hun koninkrijk bestaat uit mensen en Draconiers en Rhexenor is bij deze uitgenodigd. Menuis is een uitstekende plaats om draak op te voeden. Ze staan heel sterk in het opleiden van tovenaars. Ze hebben elk soort klimaat van pool tot warme gebieden.
Marcello begint te babbelen over Begma. Dat moet plat, uit de Gouden Cirkel en dergelijke. Het is allemaal te doen over metaal. En dat is ook de ruilwaar van Kashfa.

Ik kijk naar het plafond, een soort zwarte ster. Geen idee hoe er te komen.
Laat me in het water zakken, vind niets. Uiteindelijk blijkt de trap gespiegeld, aan de andere kant waarvan je staat.
Springen naar de ladder. Naar beneden kijkend omhoog klimmen. Daar voel ik een rand en wacht op William.
Ik denk niet meer te zijn waar ik was. Verschuiving van schaduw. Er staan tafels waar bruine rolletjes liggen, potjes staan en dergelijke. Het ruikt hier heel erg naar kruiden. Beetje tijgerbalsem achter. Dit is een werkplaats om mummies te maken. Egyptische stijl een soort gewelf. We kwamen uit een put, nu lijkt het een gat met troep. Dit is allemaal in gebruik. Een kamer verder ligt een lijk met opengesneden buik.
Dan komt er een grote man binnen met een bruine mantel, loopt op sandalen en draagt een ketting met een ankh als hangertje. Ik praat een vreemde taal. Egptisch met een vreemd accent. We stellen ons voor. Het werd goed bewaakt. Hij komt terug met een staf die uitloopt in een hand die een bol vast houdt. Hij is priester van Toth, de God van Kennis en werelden
Zegt iets tegen steen waar fel licht af komt, kijkt dan tevreden. We komen niet uit het dodenrijk.
Allerlei gangen later komen we in een soort tempelgebouw en ik ben echt ergens in Egypte. Dan naar een ander gebouw en daar krijgen we wijn en brood. Verboden Soemerische kennis. Vertel hem van Ctulhu, Dark End en de spookvampieren. In de andere kamer staat een apparaat. Een soort machine, het is zijn instrument waarmee hij met Toth kan spreken.
Het ziet er niet uit als magisch, maar technisch.

Hij weet wel iets: een eeuw of langer geleden in het oude Sumeria werden goden vereerd dat ze erg oud zijn, wezens die erg oud zijn, waarvan gezegd wordt dat ze tot de allereerste wezens behoren die er bestaan. De Elder. Of Oudsten. Ze hadden een conflict met andere wezens, even oud, die de strijd hebben de Elder verloren. Om te voorkomen dat ze zouden uitsterven hebben ze zich verstopt of terug getrokken tot diep in de zee. Een deel van de Soemeriers vereert hen als de Deep Ones. Sumeries vereren ook de sterken, de Old Ones, de winnaars. Van aantal gevluchte aanhangers begrepen dat er een jihad had plaats gevonden, een vervolging van degenen die de Deep Ones vereren
De hele ruzie heeft tot de ondergang geleid van het Sumerische rijk. Anderen zeggen dat Old ones niet tot de vriendelijkste soort behoorden macht naar zich toehaalden en daaraan dood zijn gegaan. Doet me denken aan de Toren van Babel, Sodom en Gomorrah. Zij vereren jongere goden, staan dichter bij hen. Toth is neutraal, er zijn er ook die kwaadaardiger zijn. Er valt mee te praten. Kennis gegeven van heelal en bouwkunst. Boven Egypte heet dit. Het zijn nu twee koninkrijken. Ze zullen ooit verenigd gaan worden onder een machtige koning die dan Farao genoemd gaat worden.

Dark End: heeft hij meer gehoord, in verband met verbannen wezens. Dat is een plaats die niet wordt gezocht. Er worden wezens vereerd, ze zijn zo vreemd dat ze niet geschikt zijn als goden. Er valt niet mee te praten. Ons bevattingswezen te boven. De Sumerische priesters zijn goed gek, zelfs degenen die de Deep Ones vereren. Egyptische priesters worden niet gek. Goden staan dichterbij
Buiten zijn er leerling priesters bezig met een blok steen op rollers. Dan komen ze aan met een koperen hoorn. Het trilt door de stenen en het gebouw heen. Het blok wordt nu opgetild. Dat hebben ze geleerd, elke steen vorm heeft innerlijk geluid. Daarom zijn de stenen in de zelfde vorm en afmeting.
Ze hebben eens een tekening gezien van een gebouw (piramide) dat ze ooit gaan bouwen, een gebouw dat macht vast houdt. De man is vrij open.
We worden uitgenodigd om bij hem te logeren.

Hij gaat naar die kamer toe, doet wat rituelen. Pakt dan een raster van het apparaat af en praat er tegen. Er hangt een draad aan. Volgens William is dit geen gewone radio.
Hallo Toth, hier uw Hogepriester over

Kosmische ruis…

Dan: ja wie is daar?

Mag ik een vraag stellen?

Toth heeft de stem van Dworkin.

Er zijn een paar vreemdelingen hier, zegt de priester.

Die kent Toth wel. Hij vindt het stom dat we iets over Ctulhu en Dark End willen weten. Dat is heel gevaarlijk.

Heeft U informatie? Vraagt de priester. We horen het geluid van typen op de achtergrond.
Er zijn meer mensen meer bezig en Ronardo is er ook mee bezig. Zeg dat maar. Ze zoeken ook zo’n ouwe, maar er zijn meerdere theorieën dus. Met een ritueel kun je in Dark End komen, dat is niet voor iedereen weggelegd, alleen voor goden zoals hij.
Vertel over het ritueel. Je kunt ze een boek mee geven, je hebt toch een boek der doden? Doe maar zalf, een boek en nog wat zooi. De rest kan ik niet vinden. Of zalf om je mee in te smeren als je een mummie bent. En zo’n boek der doden, nee, zo een met al die rituelen. Oh, U bedoelt Het Sumerische boek der doden. Oh ja…
Het schijnt dat Toth vrij klein is en afgebeeld wordt als een dwerg met een groot hoofd. Het Heilige Orakel. Vroeger hadden ze andere middelen, een afbeelding op de wand van de hoogste tempel van Toth. Nu kunnen ze in iedere vestiging met hem praten. Het bouwen van het apparaat heeft een paar 100 jaar geduurd. Krijgen wel eens andere stemmen. Er is blijkbaar een vuurgod pas geleden ontsnapt, de goden zijn in rep en roer. (Blijkbaar luisteren ze troeven af.) Ze hebben het over Brand. Een vlammende verschijning die uit de onderwereld is ontsnapt. Vraagt zich af wie ene Eric is. Daar gaat het regelmatig over, Eric dit en Eric dat. Daar hebben ze het vaak over. Hij denkt dat het over een gebouw is of een plaats. Dan gaan we naar Eric, hoort hij dan.

William hoopt dat het de eenhoorn was die dat kistje daar had neer gelegd, de voorvechter van al het goede.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!