Wednesday 1 October 2008

12. Feest in Amber/ Sean/ op zoek naar Moyra

Op het feestje waren wij de eregasten. Caine en Heather doken op, ze wist nu wat meer over Amber.
Er was een erepodium, een lakei sleepte ons daarheen. Random en Vialle kwamen de zaal binnen en waren officieel gekleed, Random had zelfs een gouden kroon, Vialle droeg er één van zilver. Martin was bijna onherkenbaar, rook fris gewassen, zijn haar zat aan zijn hoofd geplakt en droeg voor de verandering nette kleding.
We werden door Random officieel geëerd, wegens bewezen diensten en het redden van Amber enzo (zo zei hij het echt!!) kregen we alle vier een gouden medaille met de afbeelding van een eenhoorn opgeprikt. Natuurlijk konden we nu aanspraak maken op een landgoed in een land van de Gouden Cirkel als we wilden. Op dat moment werd het ritueel onderbroken door de binnenkomst van Droppa. Hij droeg een aantal trommels op zijn lichaam en zijn jas was behangen met medailles van de eenhoorn in allerlei onsmakelijke posities. Ook had hij een grote rode neus opgeplakt. Opgewekt riep hij dat hij hier was om de boel op te vrolijken. Random vroeg hem waar hij dan was tijdens de ramp. Tja, hij had toen bedacht dat hij er maar beter niet kon zijn om de boel op te vrolijken. Vervolgens ontstond er een discussie over wie grappiger was tussen Droppa en Random. Uiteindelijk vertrok Droppa weer met zijn trommels.
Wij kregen nog een oorkonde, het bewijs dat we een eigen landgoed hadden, welk landgoed zou naderhand in overleg nog ingevuld worden.

Eindelijk mochten we van het podium af. Caine stelde aan iedereen officieel zijn dochter voor, het eerst aan ieder van ons. We kregen een slap handje en het meisje bedankte ons verlegen voor het redden.
Martin was onhandig aan het doen met een troef van een kathedraal. Caine adviseerde hem de kaart andersom te houden en daarna verdween Martin.

Er was een uitgebreid buffet met de culinaire hoogstandjes uit allerlei landen. Ik sprak met Flora over haar honden, over Caine en over Rinaldo. Rinaldo was een handelaar, Flora was benieuwd wat deze zou gaan doen nu Caine weer terug was. Flora vond het fijn dat Caine weer terug was in de familieschoot.

Ronardo zag zijn vader en was heel blij om deze te zien. Vader was een beetje verbaasd, ze zagen elkaar immers iedere week! Ronardo probeerde hem uit te leggen dat in zijn geheugen er twee situaties waren: de ene was dat hij dood was gegaan aan dat auto ongeluk, de andere dat hij het had overleefd.
Vader vond het vervelend dat de uitvinding met teleportatie nu verprutst was. Maar inmiddels had hij nieuwe ideeën, het verbeteren van een fusie generator.
Dit was de tweede keer dat hij in Amber was. Hij wist nu dat Fiona niet van Aarde kwam, vroeger dacht hij altijd dat ze een alien was.
Ronardo probeerde hem uit te leggen dat er iets was gebeurd met tijdreizen, iets dat niet meer mogelijk was. Zijn vader vond het allemaal niet zo vreemd, in theorie zou er iemand komen op een dag die hem een tijdmachine zou geven.
Ronardo gaf hem een troef van zichzelf. Zijn vader vond het een aardig gebaar, nooit geweten dat Ronardo van kaartspelen hield.
Toen hij daar Fiona naar vroeg, bleek dat zijn vader niets wist van troeven, maar misschien kon hij het leren.

Sean was zich eigenlijk een beetje aan het vervelen toen zijn moeder Llewella bij hem kwam. Ze vertelde hem dat hij nu een feestje aan het missen was, wat hij in het geheel niet erg vond. Ze zei hem dat nichtje Moyra, de dochter van koningin Moire was verdwenen en ze moest worden terug gevonden. Het laatste nieuws is dat ze in Kashfa was.
Aangezien er de laatste tijd een aantal kinderen van Amber prinsen en prinsessen waren opgedoken, was het misschien het juiste moment om er voor uit te komen dat Sean de zoon van Llewella was. Ze wist hem te vertellen dat Rhexenor, zoon van Dierdre; Ronardo, zoon van Fiona en Morwenna, dochter van ‘we denken’ Julian, wat met Moyra waren opgetrokken, misschien dat zij Sean wilden helpen. Hij moest daarvoor wel naar Amber gaan en met de koning gaan praten, vanaf nu was Sean officieel erkend als zoon van Llewella, prins van Amber.

Rhexenor probeerde Diana aan de champagne te krijgen, maar ze weigerde. Ze was nu aan het werk en daarnet werd ze al door vrouw Flora gedreigd met ontslag. Over 4 dagen zou ze vrij hebben en dan konden zij en Rhexenor misschien wat leuks gaan doen. Ze zei dat de bedienden wisten te vertellen dat luie werknemers aan Flora’s honden werden gevoerd.

Daarna sprak hij wat met zijn moeder. Dierdre zei het jammer te vinden dat de zoon van Corwin hier niet was, dat beide zonen er niet waren, als Jurt inderdaad een zoon van hem was. Alleen Morwenna was er met haar twee vaders en er werd gefluisterd dat Bleys de derde vader was. Haar moeder moest wel een slet zijn.
Rhexenor vertelde haar dat hij een eigen leger wilde om Chaos aan te vallen. Oh, je wilt dus je vader aanvallen? Vroeg ze belangstellend. Knappe man, zou hier wel passen. Nee, Rhexenor had ven niet gedacht aan het feit dat zijn vader ook van Chaos was. Hij bedoelde eigenlijk dat hij een leger wilde om Amber te verdedigen. Romeinen ofzo. Ze knikte, leek haar een goed idee. Romeinen met Storm Trooper armour. Beter geen Spartanen, want die waren te fanatiek.
Dierdre vond Caine trouwens een engerd, Rhexenor deed er beter aan hem absloluut niet te vertrouwen, dat deed zij ook niet. Want waarom zou hij Amber hebben gered? Hij wist gewoon alles van je. Verder moest Rhexenor vooral de vrouwen in de familie niet vertrouwen… op dat moment kwam Flora op hen toelopen: “Zo, ben je gezellig met je zoon aan het kletsen?” zei ze hartelijk. Rhexenor trakteerde de twee vrouwen op een aantal Droppa moppen.

Julian maakte ineens zijn opwachting op het feest, vroeg me of ik zin had om een eind te gaan rijden en nodigde ook Gérard en diens zoon uit.
Vijftien minuten later waren we aan het rijden richting Arden. Gérard en Julian reden voor Boromir en mij uit. Hij was opgegroeid in La France, Marseille. Caine kwam hem daar een keer bezoeken en vroeg hem om wat bloed. Van later wist hij zich te herinneren dat hij op een tafel lag en even later bij ons was in de piramide. Hij vroeg zich af of Caine een vampier was. Zijn vader was erg sterk en hij had de ietwat hinderlijke gewoonte om op je schouder te slaan als hij moest lachen. En dat deed hij nogal veel.
Boromir had dienst genomen in het regiment. Hij had leren schieten met de musketiërs. Jawel, de drie musktiërs, Athos, Faramir en Boromir.
Uiterlijk Boromir: zwart haar, blauwe ogen, 1.75 lang, fors postuur. Zijn moeder was Constance en werkte aan het hof. Gérard zou hem binnenkort meenemen naar de vloot en hem daarover iets uitleggen.

Ronardo sprak met zijn vader over werelden, zijn vader dacht dat Amber op een andere planeet lag. Fiona nam Ronardo even apart en vertelde hem dat ze nog bezig was om Henry in te lichten over Amber. Als Ronardo zijn vader wilde helpen met een project, kon dat natuurlijk, maar wel zonder vals te spelen.

De volgende dag maakte ik contact met Julia. Ze was nu in Chaos en achter haar zag ik een huis in de lucht hangen. Ze vroeg me wat ik gehekst had, want Prins Corwin had officieel om uitlevering van Jurt verzocht. Deze was nu in de boeien geslagen en maakte zich erg bezorgd over wat Corwin met hem van plan was, hij dacht dat hij onthoofd zou worden. Ik zei tegen Julia dat Jurt zich geen zorgen hoefde te maken, onthoofden was niet Corwins stijl.
Ook vroeg ze me of ik Martin wilde vragen waar Merlijn was, die was niet te vinden. Aan Mandor had ze maar niets gevraagd.
Daarna nam ik contact op met Corwin, we zouden elkaar ontmoeten aan het ontbijt. Vervolgens stond Flora aan de deur omdat we gisteren hadden afgesproken een wandeling te maken met haar Ierse wolfshonden. Ze ging met me mee naar de ontbijtzaal.

Rhexenor, gekleed in zwart wit, ontmoette een slaperige Diana op de gang. Het was een stuk leuker toen Prinses Florimel er niet was. Rhexenor suggereerde om Dalt in te schakelen, misschien kon hij Flora gevangen nemen en uit het kasteel halen.

Sean arriveerde bij het kasteel, vroeg om met de koning te mogen praten. Deze had het druk, werd hem te verstaan gegeven, maar was de koningin ook goed? Dus even later werd Sean bij Vialle gebracht die zeer verheugd was hem te ontmoeten. Ze liet meteen Random halen die het inderdaad druk had…. Met drummen. Maar ook hij begroette Sean vriendelijk, adviseerde hem om maar weer naar huis te gaan als hij geen moeilijkheden wilde krijgen. Sean vertelde dat hij hier was met een opdracht en pas naar huis zou gaan als dat was opgelost.
Aangezien Llewella nu officieel Sean had herkend, zou hij een pakje kaarten krijgen van de koning. Sean zei haastig dat hij er al één van zijn moeder had gekregen. Random mompelde dat hij al dacht een deck te missen..
Vialle en Random namen Sean mee om hem kennis te laten maken met wat familieleden.

Zo maakten zij hun opwachting in de eetzaal. Sean is 1.84 meter lang, bleke huid, groen haar met kraaltjes en vlechtjes. Hij droeg een donkergroene broek en een glanzend grijs overhemd en gitzwarte laarzen. Een glanzend zwaard aan zijn middel maakte het plaatje compleet.

Rhexenor was zo beleefd om op te staan, evenals sommige gasten. Random en Vialle namen Sean mee naar Rhexenor toe en ze werden aan elkaar voorgesteld.

Ronardo ontbeet op zijn kamer en werd gestoord door kloppen op de deur. Daar waren de koning en koningin met een nieuw neefje Sean. Ronardo vroeg hem: “Doe jij wat met magie?” “Nee, ik tover,” was het antwoord.

Corwin vertelde me dat hij weer wilde gaan. Hij zei tegen Flora dat het personeel blij zou zijn als zij ook weer zou gaan, ze zou eens iets aardigs tegen hen moeten zeggen. Zij was veel te perfectionistisch. Flora protesteerde dat het personeel waardeloos en lui was hier.
Ze bleef gewoon bij ons aan tafel zitten, reageerde niet op enige hint om even weg te gaan, Uiteindelijk besloot ze dat ze weer eens een kijkje in de keuken moest gaan nemen.

De uitlevering van Jurt aan Amber was een idee van Caine. Natuurlijk was Corwin niet van plan hem te doden, dat soort ideeën kwamen waarschijnlijk bij Dara vandaan. Volgens Caine zou Jurt alleen maar beter af zijn in alle gevallen: mochten ze hem uitleveren, kwam hij goed terecht, mocht Chaos besluiten dat niet te doen, zou Jurt stijgen in aanzien, want Amber vroeg alleen om uitlevering van belangrijke personen.
Ik bedankte hem voor de bescherming in mijn jeugd. Hij zei dat hij er echt niet iedere dag was. Vlak nadat hij mijn moeder verliet, kwam hij in de bak terecht.
Nu hoefde hij niet meer zo nodig koning te zijn, dat was een idee van zijn vader. Inderdaad zou Benedict als oudste de eerste rechten moeten hebben, maar als hij koning zou zijn, wilde hij Amber vast continu in oorlog hebben.
Ik vroeg hem naar Merlijn. Die had hij al een poosje niet gezien, was met een nieuw project bezig. Hij scheen iets ontdekt te hebben en volgens Corwin had dat vast iets met macht te maken.
Ik zou Corwin nu een tijdje niet meer zien, hij had een aantal zaken te regelen.

Nadat hij net weg was, kwamen Vialle en Random hun neef Sean voorstellen. Zoon van Llewella. Ik zag dat hij iets van magie bij en met zich droeg.
Flora kwam opgewekt weer terug en schoof bij ons aan tafel.
“Gezellig zo,” merkte ze op. “De laatste keer dat we zo gezellig bij elkaar zaten werd eh… overhoop gestoken.”

Ik vroeg waarom Random door de Eenhoorn was aangewezen. Daar was hij zelf ook nieuwsgierig naar. Rhexenor kwam er bij zitten en begon over hoe Flora met het personeel omging. Flora zei hem dat hij te close was met het personeel, dat meisje was beneden zijn stand.

Sean had een vraag over Moyra. Vialle dacht dat het niet goed met haar ging. Rhexenor zei dat hij en Ronardo haar hadden achtergelaten in Kashfa. Hij zou het eens aan Dalt vragen.
Hij maakte contact met Dalt, die blij was hem te zien. Achter hem rijen en rijen soldaten (Storm troopers en aan hun arm een band met knopjes) en Dalt stak zijn hand uit. Rhexenor pakte die echter niet aan om Dalt door te halen. Hij begon een discussie met Dalt. Rhexenor was niet van plan om Amber schade toe te brengen, maar wilde Dalt ook te vriend houden. Dalt zei dat Rhexenor zijn vriend niet meer zou zijn als hij hem niet doorhaalde. En zelfs Llewella had gezegd dat Dalt gewoon een keer moest winnen. Uiteindelijk werd het troefcontact verbroken.

Ook Ronardo was wat aan het spelen met zijn troeven. Hij probeerde Bleys en trof hem gekleed in een luxe kamerjas. Ze maakten een afspraak voor later die dag.
Dalt was de volgende poging, maar met hem kreeg Ronardo geen contact, zo te merken had deze een ander troefcontact. De kaart van Oberon voelde dood.

Daarna besloot hij ons gezelschap te komen houden aan het ontbijt. Sean vroeg hem over hij straks ook tijd had om even over Moyra te praten, die was dus vermist.
Er werd contact opgenomen met Llewella. Ze had inderdaad tegen Dalt gezegd dat hij Amber maar moest veroveren, misschien was Amber dan van die terugkerende aanvallen verlost. Aan de andere kant zou Chaos gaan winnen zonder Amber en dat was minder. Zij bleek met ene Magnus getrouwd te zijn en Magnus hield ook al zo van tijdreizen, net als Henry, de vader van Ronardo.
Heiron was bekend in Rebma.

Rhexenor ging weer contact leggen met Dalt, Vialle zou met hem mee kijken in de hoop er achter te komen wat Dalt nu echt wilde. Ze ging achter Rhexenor staan, hand op zijn schouder. Het troefcontact kwam snel tot stand, daar was Dalt weer met zijn duizenden manschappen. “Oh, dat zijn er wel heel veel,” was de opmerking van Vialle. Dalt was in verwarring gebracht, hij wilde geen ruzie met Rebma, hij had daar ook geen problemen mee. Vialle legde hem uit dat ze, getrouwd met Random, nu koningin van Amber was. En dat ze het heel vervelend vond dat hij zoveel druk legde op ‘die arme Rhexenor’. Dalt kon niet verwachten van Random dat hij in het openbaar ging zeggen dat Oberon fout zat. Maar wat wel kon is dat hij haar gijzelde en dan misschien beter kon onderhandelen. En met gijzelen bedoelde ze echt gijzelen. Dalt kon niet tegen haar argumenten op en besloot haar te gijzelen. Vialle verdween.

Flora nam een beduusde Random onder haar hoede, Rhexenor had hem gezegd dat “Vialle er op stond,” en dat was blijkbaar uitleg genoeg. Ze gingen de zaal uit, het einde van een gezellig ontbijt.

Ronardo troefde Rinaldo om hem vragen te stellen over Moyra. Rinaldo had wel wapens in de aanbieding, kruisbogen en rustingen. En als Ronardo aanspraak maken op zijn landgoed in de Gouden Cirkel, wilde hij wel voor het personeel zorgen.
Wat Moyra betrof: hij dacht dat ze terug was gegaan naar huis, ze was boos, voelde zich buitengesloten. Maar hij was meer dan bereid om te helpen bij een nader onderzoek naar haar verdwijning, we waren ten alle tijde welkom en hij zou er voor zorgen dat we aan alle kanten medewerking kregen. Want hij wilde geen ruzie met Rebma, hadden ze ook niet.

Rhexenor en Ronardo hadden echter andere afspraken gemaakt. Ik eigenlijk ook, maar ik besloot om toch Sean te helpen. Rinaldo haalde ons door.

We werden zeer welkom geheten in het gastvrije Kashfa, we moesten ons vooral thuis voelen en zeker kennis maken met zijn echtgenote. Rinaldo heette met name prins Sean welkom die als zoon van Llewella in het openbaar erkend was. We kregen nogmaals te horen dat we op een volledige medewerking konden rekenen en dat we vooral de Kashfa wijn moesten proberen.

We werden naar een grote ontmoetingszaal gestuurd. Er waren grote ramen en de stad was goed te zien. Heel mooi, er was zeker geen geld te weinig aan de gouden koepels te zien. Feitelijk was ook het land Kashfa niet meer dan een stad, die grensde aan een paar andere landen. In Kashfa hadden ze altijd goede oogsten en er kwamen bepaalde kruiden vandaan. Er was een conflict met het buurland over het tussenliggende gebied.

Ronardo troefde Bleys, die hem ontving in zijn Romeinse villa. Kosten nog moeite waren gespaard om het boeltje in te richten, compleet met vloerverwarming. Bleys was gekleed in kleding van dure stoffen, schonk dure Kashfa cognac op de goede temperatuur. Cognac drinken deed je met een ritueel.
Vervolgens kreeg Ronardo een rondleiding door het immens grote huis. Vier verdiepingen, een zwembad waar een aantal bloedmooie vrouwen naakt in zwommen en enorme gastenverblijven. Ook maakte Ronardo kennis met de vrouw van Bleys, knotje in haar haren, bril, spijkerbroek en zeer spichtig. Kristina was haar naam en ze praatte door haar neus op een irriterend toontje en ook nog vreselijk plat. Bleys stelde Ronardo voor en zei later tegen hem dat hij met Kristina het goed had getroffen: beeldschoon, vrouw met smaak en ook nog slim.
Ronardo kreeg ook nog de autoverzameling te zien (een garage vol) en de horlogeverzameling (een kamer vol). Hij vertelde over de horloges dat hij nog een paar zeldzame exemplaren miste en “om daar nu iedereen voor te vermoorden die zo’n uniek exemplaar heeft…” Van kopieën hield hij niet. Ronardo zag de meest uiteenlopende soorten, er waren ook organische horloges.
De wapenkamer bevatte onder andere een geweer dat zou werken in Amber, Corwin wist niet dat Bleys er één had. Hij heeft het gebruikt toen Corwin en hij Kolvir bestormden en je kan er alleen in Amber mee schieten.
Van Eric wist hij dat het iemand was zonder smaak. Fiona zou meer kunnen met meer smaak en raffinement, hij dacht dat Ronardo dat wel had. Ronardo zou de smaak van ‘rare steak with basilicum and garlicsauce’ wel weten te waarderen, heel anders dan Random en Corwin.
En nu ze toch zo gezellig aan het praten waren: wat vond Ronardo eigenlijk van de familie? Hij vond Corwin wel aardig, kende hem eigenlijk niet zo. Bleys was van mening dat Corwin zichzelf niet kende, een ingewikkeld persoon, ondoorgrondelijk en dat voor een man.
Flora vond Ronardo wel aardig, wat bemoeizuchtig. Volgens Bleys had ze geen smaak, had Ronardo wel eens gezien wat voor vodden en flodders ze eigenlijk altijd droeg?
En wat vond hij van Dierdre? Ronardo zei dat hij haar eigenlijk niet kende. Bleys zei enthousiast dat ze erg leuk was, eigenlijk geweldig! Ze was de enige vrouw die hij kende die met zoveel verfijning een harnas en een bijl wist te dragen. Helaas viel ze op de verkeerde mannen, Chaosieten en dergelijke. Wat dat betreft hadden Corwin en Dierdre dezelfde smaak wat partners betrof, geen smaak.
En over geen smaak gesproken, kijk eens naar die Morwenna. Lijkt op haar moeder, nou dan weet je het wel… wacht even… die ken ik… nee, ze lijkt daar niet op. Haar moeder heeft veel meer smaak.
Ronardo wist niet wat hij vond van Julian; Benedict leek hem wel aardig; Gérard leek hem iemand met wie je kon lachen en Caine was niet te vertrouwen. Bleys dacht echter dat dat wel zo was.
En wat Random betrof zei Bleys: “Jij en ik weten hoeveel smaak de Eenhoorn heeft. Geen dus.” Beiden vonden Vialle wel aardig.
Ook Fiona werd aardig gevonden, mits ze het niet te druk had. Bleys zei dat hij de beste student van Dworkin was. Brand was eigenlijk briljant, maar werd gek.
Verder werd Ronardo aangeraden om met smaak zijn toekomstige vrouw te kiezen en het niet aan te leggen met personeel.

Rhexenor wilde Corwin opzoeken. Deze was niet op zijn kamer. Contact leggen door middel van een troef ging ook niet, de kaart voelde aan alsof Corwin dood was. Bij het rond dwalen in het kasteel kwam Rhexenor wel een vent tegen die hij niet eerder had gezien, wit haar, bleke huid, lang, dun, gelige ogen en lange tanden. Deze vroeg Rhexenor waar hij naar op zoek was. Hij, Uli was zijn naam, vond het maar vreemd dat Rhexenor helemaal alleen door het paleis liep te dwalen. Het was hier zo stil…. “Heeft U de laatste tijd nog last van wolven gehad?”
Rhexenor vroeg wat hij daarvan wist. “Oh… misschien gezien of gehoord,” antwoordde Uli wat ontwijkend.
Of hij uit het verleden of de toekomst kwam? Oh, hij was hier altijd al.
Rhexenor vroeg Uli met hem mee te lopen, weer terug. Toen hij een paar knechten tegen kwam, was Uli verdwenen.
Daarna ging hij op zoek naar Random. In diens kamer vond hij Droppa met nieuwe moppen. Later gingen ze samen wat oefenen in vechten op poppen, probeerde Rhexenor aan Droppa klok kijken te leren, vertelde Droppa dat al zijn vrienden clowntjes waren (Pullin ur Leg; Fartin ur Nose); liet deze ook nog het gruwelijk bloederige hoofd van Bleys zien en wist hij zeker zo’n 100 scheet moppen. Kortom, de ideale middag voor een zich vervelende Griek.

In de ontmoetingsruimte van het kasteel in Kashfa, kwam Joris met ons praten. Joris was spion, een glibber van het ergste soort.
Had gehoord dat we informatie zochten over een dame met groen haar en die was hier een weekje geleden gezien. Hij heette natuurlijk niet echt Joris, maar Raspoetinius was zo moeilijk uit te spreken.
Dat Moyra alleen was, vonden ‘ze’ nogal verdacht, vandaar dat ze goed in de gaten is gehouden. Ze was hier niet alleen gekomen, toen werd ze vergezeld door 3 jongemannen (Dalt, Ronardo en Rhexenor). Maar deze waren de volgende morgen al vroeg weer vertrokken zonder haar, waarschijnlijk omdat ze haar niet mee wilden nemen.
Oh ja, omdat Moyra een dochter is van de koningin van Rebma, was ze ook maar in de gaten gehouden.
Nadat het drietal was vertrokken, had Moyra boos wat spullen in een rugzak gepakt, zoals eten en een wapen. Ze was niet gezien in de stallen. Ze was het paleis uitgeslopen en rechtsaf geslagen bij de poort. In de hoofdstraat was ze ook gezien, daar had ze een leerwinkel bezocht en er een waterzak gekocht. Ze leek op reis te gaan, maar niet te paard. Toen begaf ze zich naar buiten de stadspoort. Ze was ook nog in herberg Halverwege gezien, waarna ze haar weg vervolgde tot aan Eregnor. Maar daar was ze nooit aangekomen.
Je kon naar Eregnor gaan door middel van een boog, waar gouden tekens in waren gegraveerd. Die tekens gloeiden dan op, de persoon verdween en kwam dan aan de andere kant uit in Eregnor. Nee, daar was nooit iets mis gegaan, maar een goede tovenaar zou de poort onbruikbaar kunnen maken.

Ronardo ging met Bleys naar het strand met de waterscooter en daar werd een strandbarbecue georganiseerd met volleybal. Ronardo was een eigen kamer toegewezen en hij eindigde die dag in het grote bed met Chantal, Anja en Pascalle.
De volgende morgen liet Kristina hem aan het uitgebreide ontbijt een ring met een enorme diamant zien die ze van Bleys had gekregen. Bleys vroeg wat Ronardo vandaag wilde doen: bergbeklimmen, parachutespringen…. Ronardo voelde er meer voor om zijn laboratorium te bekijken. Bleys stelde voor om dan maar zijn geheime lab te laten zien, dat was interessanter.
Met de BMW met open dak zoefden ze richting een berg. Daar reed Bleys de auto in een grote grotopening en met een lift zoefde de auto met inzittenden omlaag. Ronardo moest denken aan bepaalde strips, waar dit idee ook in voorkwam. Bleys vergeleek Marvel (voor het plebs) met DC (voor mensen met stijl).
Interessant in het lab waren de drie mannen in een hokje met rood haar. Alle drie zagen ze er hetzelfde uit en waren alleen gekleed in een broekje. Bleys vertelde dat dit zijn drie helpers waren en dat zij zijn geheime project waren, ze deden alles wat hij wilde. Hij noemde ze ‘men in black’ en had ze gemaakt. Ze hadden heel veel macht, ze konden door schaduwen reizen en waren slimmer dan een bloedhond. Hij had ze gebruikt om Corwin op te sporen en te bevrijden van waar Flora hem gevangen had gezet.
Ronardo mocht hen wat vragen stellen. Door op het voorhoofd te drukken, lichtten de ogen van zo’n man rood op. Bleys zei hem dat Ronardo gemachtigd was om vragen te stellen.
Ronardo vroeg of hij zelf gedachten had. Hij antwoordde dat hij in staat was om zelfstandig opdrachten uit te voeren. Hij had macht en een beetje daarvan konden ze gebruiken. Hij was benieuwd naar de volgende opdracht. Bleys vertelde dat ze normaal een donkere bril droegen (zouden die rode ogen opvallen dan J).
Bleys, Brand en Fiona hadden alle drie iets anders geleerd. Brand veel over patronen en werelden; hijzelf macht gebruiken en van Fiona wist hij het eigenlijk niet.
Oh ja, Ronardo begreep zeker wel dat de rest van de familie niet van zijn project hoefde te weten.

Eindelijk kwam Random er aan. Rhexenor vertelde hem dat hij zo’n beetje de derde keus was om te oefenen met het zwaard. Onder de huidige omstandigheden had Random daar echter niet zo’n zin in. Rhexenor ging maar weer en kwam Diana tegen. Hij vertelde haar van de ontmoeting met Uli en zij zei dat ze wel eens een boek had gelezen over ene Vlad Dracuul, maar geen maagd meer was. Verder kwam hij aan de weet dat haar ouders aan de rand van de stad woonden en dat ze niet uit was op zijn geld. Ze begeleidde hem door het kasteel. Ze kwamen in een kamer waar een schilderij hing van de Phoenix. Het opvallende was de metalen lijst, als een troef.
Rhexenor kreeg inderdaad contact met de Phoenix en leerde dat deze ‘troef’ echt niet in kasteel Amber hing. Wat Moyra betrof: ze werd van de Phoenix afgeschermd, er was iemand bezig om achter Moyra’s geheim te komen. Het voelde alsof Moyra in een doolhof zat.
Later zag Rhexenor de tuin nog. Ook kwam hij Flora tegen die weer weg ging en Rhexenor uitnodigde een keer op bezoek te komen. Daarna nodigde Diana zichzelf uit op de kamer en in het bed van Rhexenor.

Nadat Joris weer weg was, kwam Coral binnen. Ze zag er erg jong uit, jammer van die rode steen in haar oogkas. Verder had ze lang, roodbruin haar, was ze erg slank en kwam ze verlegen op ons over. Desondanks leek ze toch iemand te zijn die wist wat ze wilde.
Over Moyra wist ze te vertellen dat deze volgens haar in een doolhof zat waar ze door iemand gevangen werd gehouden omdat Moyra een veelbelovende toekomst zou kunnen hebben. Ze was immers de eerste nieuwe ingewijde en dat werd gebruikt.
Toen werd er gesproken over macht: de oerwezens vertegenwoordigden elementen wist ze van Merlijn. Brand, Fiona, Bleys, Suhuy en Dworkin maakten gebruik van al die elementen.
Er was een machtstrijd tussen het Serpent en de Eenhoorn, maar ooit hadden ze een verbond gesloten om de Phoenix er uit te knikkeren. De Eenhoorn heeft toen een stuk van diens Macht opgeëist en misschien het Serpent ook. Dat oog wat ze nu droeg was ooit van het Serpent.
Het Serpent is de Stichter van de Logrus, maar volgens Merlijn kon je niet overal komen met de Logrus. Over het patroon wist ze te vertellen dat het een afdruk van Werelden in zich had.
Chaosieten zijn allemaal shape changers en/of demonen.
Ik vond Coral een beetje raar en zag iets aan haar. Sean leek dat ook te zien. Ik vroeg me af of zij nu een jongere of een oudere Amberiet was…
Ze vertelde dat Rebma een wereld verder lag dan Amber, in Amber waren een paar dimensies bij elkaar. De Eenhoorn en het Serpent waren eigenlijk niet te vertrouwen, ze waren bereid om iedereen op te offeren voor hun privé oorlogje.
Zij was de laatste dochter van Oberon en had nog niet geleerd het Spel te spelen. Vroeger was ze gefascineerd door het patroon en toen ze het liep en in het midden was, liet ze de keuze van ‘waarheen nu’ aan het Patroon over.
Dalt was niet officieel erkend, zij wel. Ik zei haar dat ik iets aan haar zag, waarop ze reageerde: “Is het al te zien dan?” Ze bleek zwanger te zijn. Dit kind was niet onder gewone omstandigheden verwekt en voor haar was het niet zo leuk. Ze was de speelbal geworden van het Patroon. Officieel is Merlijn de vader. Ook hij had geen keus, het patroon wou hem anders niet laten gaan. Dus nu zat Rinaldo met haar opgescheept, volgens Dworkin was ze nu veilig. Eigenlijk was ze nu een Major Artefact, zwanger en met het oog van Judgement, dat door Dworkin in haar oogkas was gezet. Zij moest beschermd worden.

Ronardo en Bleys overlegden wat ze zouden gaan ondernemen. Bergbeklimmen, parachutespringen, diepzeeduiken, zeevissen, karten … keus genoeg. Ronardo had zin om eens wat bergen te gaan beklimmen. Dat was niet iets wat je zomaar even deed, daar zouden weken van training aan vooraf gaan. Hij begon met lessen touwen knopen en wanden beklimmen. Het was allemaal heel gezellig, mannen onder elkaar en Bleys had natuurlijk voor de beste spullen gezorgd.

Rhexenor werd alleen wakker in zijn grote bed. Op het nachtkastje vond hij een BHtje. Na het douchen trof hij een sikkeneurige Random in de eetzaal. Hij luisterde niet naar Rhexenors pogingen om hem op te vrolijken (haal Martin! Roep Droppa!). Hij suggereerde dat Rhexenor maar eens wat moest gaan doen. Deze vroeg hoe hij dan in Kashfa kon komen.
“Dat is heel gemakkelijk,” zei Random. En daar moest Rhexenor het mee doen.
Hij maakte contact met Dalt, die heel ver weg leek. Hij vroeg aan Dalt of deze ervoor wilde zorgen dat Vialle zich aan haar ogen zou laten behandelen in zo’n techno wereld. Dalt beloofde hem zijn best te zullen doen, al betwijfelde hij of Vialle naar rede wilde luisteren.
Vervolgens maakte Rhexenor contact met Dierdre. Ze was blij hem te zien, bezig met haar troepen. Hij vroeg haar of hij kon helpen, zij adviseerde hem om te helpen met zoeken naar Moyra. Om in Kashfa te komen moest hij vanaf kasteel Amber de borden volgen richting Kashfa. Te paard zou het een paar dagen kosten.

Uit het kluisje op zijn kamer haalde hij de zak met geld, regelde wat proviand voor onderweg, leende een paard en ging op weg. Bij de tunnel in de berg stonden Amber soldaten op wacht. Halverwege de tunnel kreeg hij een raar gevoel en hij reed de berg uit, een andere wereld in. “Welkom in Antioch” was er op de borden te lezen. Ook hier weer soldaten, meer Romeinen. Rhexenor pauzeerde bij de laatste herberg voor Kashfa. In de gelagkamer zag hij meerdere priesters en één was priester van de Eenhoorn.
Rhexenor sprak hem aan, de man viel op zijn knieën voor hem neer. “Zeer vereerd, U bent van Amber. Ik ben U niet waardig! Kan ik Uw voeten wassen?” Rhexenor vroeg hem naar een meisje met groen haar, het antwoord was echter: “Nee, ik heb Prinses Llewella nog nooit gezien!”
Niet dat Rhexenor nu helemaal geen informatie kreeg, integendeel. Zo leerde hij dat hij een halfgod was, familie van Herakles, AKA Gérard. De kleinzoon van Jupiter AKA Oberon. Hij wist dat in andere werelden goden vaak andere namen hadden.

Verder ging de reis. Hij kwam aan bij beelden van twee sfinxen en zag mensen die er tussen door liepen verdwijnen. Van de andere kant verschenen mensen. Rhexenor ging ook tussen de beelden door en verdwijnt.

Hij verscheen in Kashfa bij de bogen. Sean en ik zagen hem aankomen. We waren hierheen gegaan om die poorten te onderzoeken. Rhexenor zei dat hij ons kwam helpen. Hij had van Moyra gedroomd en haar in een doolhof gevangen gezien. Wij praatten hem een beetje bij over wat wij hadden uitgevonden met betrekking tot het verdwijnen van Moyra.

Daar was de poort naar Eregnor. Rhexenor reed er doorheen met zijn paard. Aan de andere kant kwam hij inderdaad uit in Eregnor, een mooie streek waar ze in de bergen met machines aan het graven waren en waar het stonk naar industrie. Hij keek om naar de poort en zag dat hij uit een waterval was gekomen. Hij reed weer terug en voordat hij nat werd van die waterval, was hij weer in Kashfa.
Vervolgens bekeek hij de poort met zijn helm op. Hij zag dat Sean magie om zijn hoofd had draaien.
De poort was een boog van een metaalachtig spul. Ik keek er goed naar, probeerde met behulp van patroon iets van magie te zien. De poort was een solide, magisch iets. Er ontstond een doorgang tussen de twee werelden die elkaar even raakten. De tekens boven de poort gloeiden even op. Dat zag ik toen Rhexenor naar Eregnor ging en toen hij even later weer terug kwam.

Ik merkte dat iemand contact zocht. Een man aan de andere kant, mij niet bekend. Liet zich ook niet zien. Hij vroeg waar ik was. In Kashfa. Daarna vroeg hij of ik op zoek was naar hem? Ik was in verwarring gebracht, maar zei dat ik op zoek was naar een tovenaar die iets had met doolhoven. Vervolgens overlegde hij even met iemand anders bij hem aanwezig… “jij zei dat ze me nodig had….” De stem van Julia antwoordde iets wat ik niet verstond. De man kwam weer terug: “Oh ja, ik ben Merlijn. En het was iets over Jasra?” Ik zei hem dat het probleem Jasra voorlopig was opgelost. “ Oh dan niet,” zei hij en het contact was verbroken.
Het volgende contact was met Ronardo, die blijkbaar een troef van me had. Hij wilde komen helpen, zei hij en ik haalde hem door. Ook hij werd bijgepraat.

Er waren een viertal poorten. Twee waren een doorgang (één naar Eregnor en één naar Antioch). Met de derde poort leek iets magisch te zijn. Vroeger ging die naar Corrilane, er liep een pad heen dat inmiddels overgroeit was. Met de vierde poort was niets.

Al die tijd was er in onze buurt een vent die steeds van alles op schreef. Was inderdaad Joris, die heel verbaasd was dat Sean hem zomaar herkende ondanks zijn vermomming. Moira was zeker door de Eregnor poort gestapt. De poort naar Corrilane was al heel lang uit geweest en er ging nooit iemand door. Pas onlangs leek deze weer geactiveerd te zijn, maar je kon er niet door. Dat werd getest door Sean en het klopte, de tekens gloeien even op en gingen weer uit. Sean was nog steeds hier. Ook Ronardo en Rhexenor probeerden het met hetzelfde resultaat. Er werd gekeken wat er precies gebeurde als iemand tot vlak voor de poort liep: het leek er op dat er ‘gefilterd’ werd voor je bij de poort zelf was. Dat filter was patroon, de poort zelf niet. Ieder van ons liep tot vlak voor de poort, de symbolen gloeiden even op en doofden weer. Bij mij veranderde iets, blijkbaar had ik wel toegang tot Corrilane….

Natuurlijk hebben we dat geprobeerd. Handjes vast en er met zijn allen doorheen gestapt. We kwamen uit in een Steencirkel. Niet van mijn Aarde trouwens. Er liepen mensen rond die er uit zagen als druïden. Eén van hen, met een magische staf met daarop een hand die een bolletje vast hield, liep op ons af. “Aha Morwenna! De koningin heeft je naam genoemd als zijnde welkom. Koningin Sand. In meer dan een eeuw hebben we geen gasten meer gehad.” Ik beloofde hem later terug te komen. De man had trouwens een fijn gelaat en puntige oren. Net als de andere mensen die we hier zagen. In het dal zagen we draken. De druïde (Aartsdruïde, meer functie dan naam), zei dat er in Corrilane regelmatig magiër en drakengevechten waren. Hij sprak over een code van Sherrel Lee, de code van de ridders. En dat zij niet op goede voet stonden met de wereld Menuïs. Zij volvoerden hier de Midzomer en Midwinterrituelen.
Vervolgens voelden we iets trillen, de grootste steen leek te zingen en waren we terug in Kashfa, bij een met stomheid geslagen Joris.

De vierde poort was die van de Maanruiters, van de wereld Gannesh. Dat is een vernietigde schaduw door de kinderen van Amber. Deze maanruiters vielen Amber aan; Benedict, Osric en Finndo hadden ze verslagen. Vervolgens waren Osric en Finndo op strafexpeditie gestuurd en sindsdien werkte de poort niet meer.

Ik vroeg Joris of Moyra nog contact had gehad met iemand voor ze op reis ging. Ze bleek met een vreemdeling te hebben gesproken, nog in het paleis van Kashfa. Een grote man, in een zwarte mantel en droeg dure laarzen. De mantel was alles omhullend, verdere uiterlijke kenmerken kon hij niet geven. Aan de stem dachten zijn mensen echter op te kunnen maken dat het om een man ging. Dat gesprek was de dag voor ze weg ging, de vreemdeling hebben ze niet zien vertrekken.

De vierde poort werd onderzocht. Deze stond uit en had geen krachtbron. Daarna werd de Eregnor poort uitgebreid onderzocht. Ronardo zei er zeker van te zijn dat hij heel even iets zag dat met schaduwmanipulatie te maken had, een spreuk die op een teleport leek. Eenmalig gedaan en al een tijd geleden. Dat had iets met de vierde poort te maken..
Beetje vreemd, waarom zou ze in de wereld van de vierde poort zitten en wie zat hier achter? Na een onderzoek bleek dat de vierde poort heel even was opgestart, een poosje geleden ook.
Na wat heen en weer gepraat wisten de heren te vertellen dat ze tijdens het lopen door de poort naar Eregnor was geteleporteerd naar de vierde poort die dan heel even moest zijn aangezet. Daar moest dan een machtig tovenaar achter zitten….

Natuurlijk zouden wij ook door die vierde poort gaan. Dat had nogal wat voeten in de aarde, want we kregen de poort echt niet meteen geactiveerd. Uiteindelijk lukte het door ons allemaal tegelijk voor te stellen dat de symbolen aan zouden gaan. Eén voor één. Uiteindelijk werkte dit en liepen we er doorheen. Het leek of er achter ons een zware deur dichtsloeg.

Rhexenor, die als eerste door de poort was gestapt, werd onthaald met een regen van kogels. Hij dook weg achter een rotsblok. En dat deden Ronardo en Sean ook die achter hem aan kwamen. Ik was als laatste door de poort en merkte dat er een kogel op mijn mouw terecht kwam die vervolgens afweek. Ook ik dook weg.
We werden beschoten door een 40-tal soldaten met geweren. Ronadro’s machinepistool werkte niet, net zo min als zijn handgranaat. Rhexenor had geen zin om achter een rotsblok te gaan zitten wachten tot de regen van kogels zou ophouden. Hij trok zijn zwaard, stond op en begon een enorme slachtpartij! De commandant liet hij echter allen maar bewusteloos. “Nu sta ik alweer met mijn sandalen in het bloed,” zei hij verbaasd toen we naar hem toe kwamen. En een bloedbad was het!

We waren in een sombere, grauwe en grijze wereld. Geen Moyra, geen doolhof te zien. De bloederig afgemaakte soldaten droegen grijze uniformen, het deed me denken aan de uniformen van zuidelijke soldaten ten tijde van de Amerikaanse burgeroorlog. De commandant kwam bij en werd aan een verhoor onderworpen. Nee, hij had geen meisje met groen haar gezien. Hij was luitenant tweede klas en ze hadden hun orders. In de vallei was hun fort. Van een doolhof wist hij niets, er waren alleen maar ouwe ruïnes. Hij wilde naar huis. Zijn naam was Luitenant Harris, kwam van de overzeese koloniën van de Vrije Staten, vochten tegen de Roodjassen, de Pruiken en de Fransen. Er was iemand die hen had geronseld en nu waren ze hier.

In de grot waar we uit waren gekomen, was een oude tekening te zien van een poort met tekens. Er hing wat magie nog.

Volgende doel was het fort. De mannen trokken een grijs uniform aan en vonden dat ik dat ook moest doen. Ik bedankte voor de eer. Toen vonden ze dat ik me gegijzeld moest gaan gedragen, want hoe kwamen we anders het fort binnen.
Ik nam contact op met Benedict, het waren zijn broers die deze wereld hadden ‘opgeruimd’ , misschien wist hij er ook nog iets van.
Benedict was zich aan het voorbereiden op een nieuwe aanval van Dalt. Hij wist niet dat Vialle nu een gijzelaar was van Dalt, daar had Random niets over gezegd.
Hij was heel verbaasd te horen dat we op Gannesh zaten. Osric en Finndo waren beiden hier naar toe gegaan, hadden de hele wereld afgebroken, de schaduw tot een klein balletje gereduceerd en vernietigd. Dacht hij. Blijkbaar had iemand deze wereld weer gevonden en om één of andere vage reden opnieuw opgebouwd. Maar als we moesten vechten: hij had nog manschappen over.
Van een doolhof wist hij niets. Wel dat Gannesh gemakkelijk contact had met een aantal andere werelden, er was van hieruit heel gemakkelijk ergens andere naar toe te komen, overal waren magische grotten. Zelfs één die naar Amber leidde. In opdracht van Oberon was alles echter gebrast. Maar ik moest er vooral om denken dat hij graag wilde helpen als het op vechten aan zou komen….

Morwenna.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!