Wednesday 1 October 2008

19. Larenian/ Rebma

Ronardo is klaar met zijn gesprek met Benedict. Neem maar contact met me op als je nieuws hoort, zegt deze en gaat naar zijn kamer.

Dan gaat Ronardo contact proberen op te nemen met mij. Ik haal Ronardo door. Hij ziet er tamelijk netjes uit. Ik stel hem voor aan mijn moeder. Ze nodigt hem uit voor de koffie en de borrel vanavond. Daarna wordt hij aan mijn vader voorgesteld, die meteen zijn beste Hollands op hem test. “Goedemorgen, ik ben een boer. GVD!” (zelf denkt hij het volgende gezegd te hebben: Goedemorgen, ik ben de vijand. Dat GVD zei die vijand toen hij hem neerschoot). Hij heeft respect voor de Hollanders, helaas hebben ze de Handelsoorlog verloren van de Britten. Hij denkt dat er wel een rol is weg gelegd voor de Dutchies, maar met de nieuwe luchtschepen gaan ze het verliezen.
Ik stel Ronardo dan voor aan Oleg, die bezig is een walker te bouwen. “Dat lijkt een looptank,“ zegt Ronardo.
“Nee, er zit geen water in,“ antwoordt Oleg verbaasd. “En nee, ik ga er geen kanon opzetten, om indianen te schieten.” Af en toe is er een opstandje in een Arabisch land. Ronardo bekijkt de bouwtekeningen en is verbaasd te zien dat Oleg een probleem heeft opgelost wat ze in zijn wereld nooit hebben opgelost. Hij denkt zelfs dat dit kan werken in Amber. De bouwtekeningen zijn nog geheim. Hij krijgt het alleen nog niet voor elkaar de armen zo te sturen dat hij zelf iets kan pakken.


Rhexenor is klaar met eten en loopt naar een bediende die blij is hem te zien. Hij moet hem nog de groeten doen van Diana.
Hij laat zich naar de kamer van Benedict brengen. Hij laat de shaker aan de bediende zien. Benedict is niet op zijn kamer, maar komt er net aan. Hij vraagt naar de gevechten van Rhexenor de laatste tijd. Ze gaan op het balkon zitten, gaan lekker van de wijn genieten. Rhexenor vertelt niet van dingen te houden die hij niet dood kan maken en vertelt van het zandwezen.
“Dat is een neveldemon,” weet Benedict. “Die zijn zwak en gaan niet hard. Als ze groter en groter worden, worden ze dunner en slapper. Je moet er voor zorgen er buiten te blijven en er steeds een stukje van af te hakken. Gewoon blijven volhouden. Er zijn geen dingen die je niet dood kan krijgen. Met dat zwaard dat jij hebt, win je. Je kunt dat wapen toch veranderen.”
Hij pakt het zwaard aan. Benedict concentreert zich en het zwaard wordt breder en krijgt grotere tanden. En dan laat hij zien hoe het zwaard zich als een klauw om zijn arm wikkelt. “Het zwaard kan shape shiften, dat wist je toch al? Het is behoorlijk machtig, maar ermee doden duurt wat langer als de vijand magisch is. Van de jongeren ben jij de wapenexpert. Het zwaard kan alleen niet schieten. Het is een Chaos wapen.”
Er zijn dingen die al een beetje dood zijn, die gaan niet gemakkelijk dood. Maar ze hebben wel een zwakke plek. Er is verschil in magie in werelden. In technische werelden werkt magie niet goed. Als je met een magisch zwaard op een wereld komt waar robots wonen, kun je minder met je zwaard. En met je blaster kun je niets in een wereld met prinsesjes en draken. In Amber is er een derde mogelijkheid: de wetten staan niet toe dat die dingen werken. Er zijn werelden waar je omhoog valt in plaats van omlaag. Corwin heeft een poeder gevonden in een andere wereld dat op die wereld niets doet en in Amber explodeert. Dat heeft hij in zijn kogelhulzen gestopt. Hij was net op tijd om heel wat Chaosieten tegen te houden met machinegeweren. Benedict heeft ook nog zo’n wapen, maar het zou kunnen dat het niet meer werkt sinds Corwin het patroon heeft gerepareerd. Hij denkt dat Corwin het kon vinden doordat het patroon toen kapot was. Benedict kan een speer net zover gooien als een ander kan schieten en ook behoorlijk snel. Hij heeft een kruisboog met een gasdruk en die bouten halen zowat de snelheid van een kogel. Luchtdrukgeweren werken hier perfect. Robots werken hier niet, vanwege hun elektronisch brein. Met een stoommachine hebben ze wat geprobeerd en dat zou een beetje kunnen werken hier.
Hij raadt een luchtdrukgeweer aan als afstandswapen. Dat werkt zowat overal. Voor onder water zijn harpoengeweren handiger. Benedict heeft les gegeven in Kong Fu aan Dierdre, hij wil Rhexenor ook les geven. In een zaal trekken ze een wit pak aan en mag Rhexenor gaan slaan. Benedict stapt rustig opzij. Dan blijft hij staan en houdt Rhex’ slag tegen. Of laat hem door de lucht vliegen. Benedict laat zien waar zijn littekens ooit zaten. Deze van bomen, deze van kogels, ik moest zelfs een jaar lang in een watertank om daarvan te genezen. Hij beheerst ongeveer 146 vechttechnieken. Dalt is een halfbroer, maar daarvan heeft hij er meer die hij niet kan vertrouwen.

Tijdens de training krijgt Rhexenor troefcontact. Het is Ronardo die vraagt of Rhexenor doorgehaald kan worden naar Morwenna thuis. Rhexenor heeft er niets te zoeken, maar troeft nog wel.
“Daar heb jij moeite mee hè, zo’n troefcontact,” merkt Benedict op. “Als jij daarin zit, kan ik je zo overhoop steken. Heel gevaarlijk! Ik zie je nog wel!”

Hij gaat weer naar de eetzaal. Odysseus is er niet. Dan gaat hij naar zijn kamer om zijn spullen te halen. Odysseus zal zich wel redden. Hij kleedt zich om. Het jochie zit buiten wat te lezen in het boek ‘hoe krijg ik vrouwen in bed’. Hij wil Diana de groeten wel doen.

Ronardo merkt dat iemand één van zijn troeven gebruikt. Het is Rhexenor die graag doorgehaald wil worden. Hij ziet dat Rhexenor erg kwetsbaar is als hij bezig is met de troef. Hij wordt doorgehaald en heeft cadeautjes bij zich. Ronardo krijgt een bootje in een fles, ik London Bridge in een sneeuwbol.

Ik stel hem eerst voor aan Oleg, die bezig is met zijn walker. Rhexenor zegt meteen dat er met die machine niet geschoten kan worden. Dat is niet de bedoeling van de walker en Oleg laat trots alles zien. Ronardo begint over lasers.

Rhexenor ziet ineens dat mijn zwaard heel goed is. Hij zegt dat het gemaakt is door iemand die er verstand van heeft. Hij merkt dat het zwaard veel lichter is dan te verwachten en slaat er mee dwars door een stuk steen.
Met zijn helm op ziet hij dat het zwaard een paars licht om zich heeft. Het vervormt de ruimte om zich heen en is scherper dan scherp. Toch valt het niet door de schede heen. Deze is speciaal voor dit zwaard. Hij wil zijn vinger erbij houden en mist dan een stukje van zijn nagel.
Zijn zwaard trilt in mijn hand, daar kan niemand anders mee vechten. Het is beslist geen patroon en het wil van mij af. Hij kijkt benauwd bij mijn opmerking: “Pas maar op dat je niet in je rug steekt.” Dat is vast eens gebeurd.

Oleg heeft geen besturing voor zijn armen. Hij heeft geen elektronica, dat bestaat niet op deze aarde. Hij kan de beweging veroorzaken, maar niet besturen. Misschien met zijn eigen armen? Door als het ware een mechanische arm om zijn arm te maken. Hij zal van alles moeten ombouwen. Hij begint tekeningen te maken, heel netjes, ziet Ronardo. Meer zoals Fiona zou doen, niet zoals Henry. De onderdelen zijn verfijnder dan wat Ronardo van zijn wereld kent.

Ze komen terug over het feit dat er geen wapens op de walker zitten. Dat vindt zijn vader ook eigenlijk jammer, maar kanonnen zijn wat groot. Hij denkt dat lopen dan moeilijk wordt.

Rhexenor heeft een kamer waar hij zijn spullen (dat enorme zwaard uit Afrika) neer mag leggen.
Mijn ouders vinden de jongens heel verschillend.

Annika gaat Rhexenor voor naar zijn kamer. Ze wijst hem alles wat hij nodig heeft. Hij knapt zichzelf op.

Wat is een looptank? Wil Oleg weten. Waarom noemt Ronardo het geen armoured walker? Het woord tank heeft immers niets te maken met bepantsering. Ronardo probeert hem uit te leggen van geheime projecten die in een tank werden uitgevoerd.. En over WO2. Oleg denkt dat Ronardo boeken van Nostradamus heeft gelezen, daar staat iets in over Wereldoorlogen. Dan moeten alle landen ter wereld Engeland aanvallen. Hij legt uit hoe de watermolen werkt waarmee graan wordt gemalen. Oh, over elektriciteit. Daar laten ze lampen mee branden, een nieuwe uitvinding, zeer primitief met batterijen die je steeds bij moet vullen. Heel giftig allemaal. Ene Volta is daar mee bezig. Het is niet veelbelovend. Daar waren de Egyptenaren al mee bezig en het werd niets. Nu zijn ze bezig om een stoomkanon te bouwen waarmee een machine naar de maan geschoten kan worden. Ronardo krijgt een testrit met de stoommachine, die gaat zeker 25 mijl per uur.
Dan komt de huishoudster hen halen, tot grote verontwaardiging van Oleg. Ze neemt het tweetal ook onderhanden. Daarna zien ze er weer piekfijn uit.
Bij de koffie zeggen mijn ouders het leuk te vinden dat ze neefjes zijn van mij. Wat is hun beroep? Rhexenor is rondtrekkende arbeider. Oleg vindt het handig voor zijn stoommachines. Ronardo helpt Rinaldo, die koning is. Rhexenor vertelt bij de Griekse vrijwilligers te hebben gevochten. En ja, natuurlijk is Rhexenor blij met de Britten. Mijn vader is militair geweest en is nu met pensioen. Hij moet het landgoed besturen. Ze beginnen over hun landgoed. Twee zelfs voor Ronardo, nee drie landgoederen. Mijn vader vraagt beleefd of Rhexenor veel klappen op zijn hoofd heeft gehad na een opmerking van hem.
Ik probeer het gesprek een wending te geven door te vertellen dat Rhexenor met een leuk meisje gaat trouwen.
Het toneelgezelschap is in het landhuis van de O’Connors geweest.
Ik probeer Rhexenor te vragen naar zijn moeder. Dames horen niet te vechten, vindt mijn moeder, dat is niet damesachtig. Kelten praten raar, en Saksen maken machines. Dan komt het gesprek op Equal Rights, waar vrouwen in London momenteel voor opkomen. Ze vindt het iets typisch voor gescheiden vrouwen en vrouwen die mannenhaatster zijn. Ronardo laat het woord ‘lesbo’ vallen en ja, ze hebben gehoord over het eiland Lesbos.
Ze krijgen een sigaar aangeboden. Ronardo en Rhexenor proberen het ook. En vinden het wel wat. We krijgen ouzo van Rhex aangeboden. Er wordt over politiek, Amerika en de Fransen gekletst. In Parijs willen ze een prestigieuze toren gaan bouwen.
Het wordt laat en we gaan naar bed. Ik droom vreemd die nacht. Er is iemand naar me op zoek, heeft hij me bijna gevonden en dan houdt de droom op. Onheilspellend. Een andere droom speelt zich af op een kaal landschap met stukken steen van oude gebouwen, stukken pilaar. In de verte zie ik een heel grote maan aan de hemel hangen, een bloedrode maan. En daartegen een silhouet van een altaar tegen de bloedrode maan.
Rhexenor droomt dat hij door een bos loopt en gejaagd wordt door iets. Hoe hard hij ook rent, het komt steeds dichterbij. Het is vrij groot en het hijgt. Midden in de nacht wordt hij wakker. Dan droomt hij van Diana die in een groot landhuis rond loopt, helemaal alleen en een spook dat het landhuis binnen glipt. Hij wordt wakker met een gil in zijn oren.
Ronardo droomt van een grote glazen koepel die bij elkaar wordt gehouden door metalen draden. Er is een hele stad in en dan ziet hij een groen licht aan de hemel dat dichterbij komt. Dan is de hele stad weg. Daarna droomt hij dat hij ergens in gangen rond loopt met een ouderwetse lantaarn en vindt een slijmspoor op de grond dat aan zijn schoenen plakt. Dan komt hij in een grote kelder. Er is een ding met één oog en een heleboel tentakels. Dat komt naar hem toe…

Rhexenor rent naar beneden als hij de stoomgeluiden hoort. Hij grist broodjes en orange juice van tafel en gaat Oleg helpen. Deze is erg verbaasd dat het Rhex geen enkele moeite kost om zware spullen te versjouwen. Deze moeten precies op de plaats komen die Oleg hem wijst. Dan gaat hij naar het station om post te halen met de stoomkar. Deze wereld is wat dichterbij Amber dan die van Rhexenor zelf. Hij mag ook sturen. Bij het station wordt het bijgevuld met water en dan gaat hij weer beter.
Rhex mag een wiel opzetten en demonstreert hoe hij een boom op kan tillen.

In de eetkamer ga ik aan het brood. Mijn moeder is er, ik krijg thee. Ronardo is er ook en krijgt thee met melk. Die hoeft hij niet zo en dan krijg ik die. En ook wat van de nieuwerwetse suiker. Ik probeer dan mijn moeder alleen te spreken te krijgen.
Ik vertel haar dat ik denk dat John mijn vader is. Nadat ze zwanger was, heeft ze geen van hen ooit nog gesproken. Ze denkt dat het lastig voor me is, al die vaders. Ze had ze vrij kort na elkaar.
Daarna praten we nog wat over ruïnes en opgravingen.

Ronardo gaat verder helpen bij Oleg. Hij is een slappeling, vergeleken met Amberieten, maar hij is erg goed in het bouwen van zo’n armoured walker. Hij moet erg intelligent zijn. Oleg vertelt dat hij erover denkt een stoommachine te ontwerpen die het snijwerk voor hem doet. Ronardo demonstreert hem zijn laser ring. Hij probeert het uit te leggen aan Oleg, maar het is moeilijk voor hem om te begrijpen. Ronardo snijdt verder met die ring, het gaat een stuk sneller. Hij denkt dat lesers als deze ook in deze wereld moglijk zijn in de toekomst.

Tijdens het gesprek merk ik dat iemand contact zoekt. Ik negeer het.
Rhexenor krijgt contact met Random. Hij komt er niet door bij Ronardo en Morwenna, maar we moeten naar Rebma.

Ronardo en Rhexenor nemen afscheid van Oleg. Ik neem afscheid van moeder, die vraagt John de groeten te doen.

Ik neem ze mee het bos in. Daar wordt opnieuw contact gemaakt met Random die ons doorhaalt.

We komen uit bij Random in de stallen komen we uit en daar zijn ook Sean en Llewella. We gaan naar Rebma, mee met Sean en Llewella. Let goed op wat je daar zegt en doet. Je bent Amberiet, het is daar wij en zij. Als jullie je niet gedragen is wordt dat Amber verweten. Random gaat haastig weg als Llewella hem vuil aankijkt.
We gaan in een rijtuig met paarden naar beneden. Bij de duinen stopt de koets. Er is een keurig pad door de duinen. Het is nog vroeg in Amber. Het strand is heel mooi, met schelpen. In de verte zien we schepen met masten en zeilen. Bij het strand is er een soort van oud gebouw aan de rand van de zee. Het ziet er afgebrokkeld uit. We zien leeuwenkoppen uitgehakt in het marmer, met een vissenlijf. We gaan het gebouw en komen bij een trap die de zee in loopt. Echt het water in.
Llewella legt uit dat dit de toegang tot Rebma is, de enige toegang eigenlijk. De trap heeft bijzondere eigenschappen, je moet je er doorheen zetten. Het is een beetje moeilijk, we moeten blijven doorademen terwijl we het water inlopen. Dat gaat beter als je verder de trap afloopt. Het is verwant aan patroon, dan kun je ook niet terug. Wij zien niets magisch aan de trap, helemaal niets. Llewella loopt zo naar beneden dat water in. Sean raad Rhexenor aan niet vals te spelen. Hij gaat dan het water in. Onder water is hij erg geneigd om adem in te houden. En als hij inademt, krijgt hij een slok zeewater binnen. Llewella zei het toch. Hij probeert zich aan te passen, mag niet stilstaan, probeert door te lopen… het moet mis zijn. Hij stelt zich open en kan gewoon adem halen. Niets aan de hand. De trap loopt heel diep naar beneden.
Ronardo gaat met zijn hoofd onder water. Het is zeewater, het is mis. Vies, zout zeewater. Hij krijgt het benauwd. Normaal drijf je eigenlijk naar boven, nu niet. Uiteindelijk lukt het hem ook.
Alles wordt zeiknat, dat is onverwacht en zwemmen lukt niet vanzelf. Phillipien vliegt opgelucht van mijn schouders als ik haar zeg dat ze niet mee hoeft. Dan bij de laatste tree kom ik onder water. Ik kom niet meer naar boven. Ik begin het erg benauwd te krijgen. Dan, als ik wel naar lucht moet happen en goor zeewater in mijn longen verwacht, merk ik dat ik gewoon adem! We horen ons zelf lopen naar beneden. Het klopt niet zo, je zou een enorme druk op je oren moeten voelen. Zelf de smaak is minder zout dan het was. Onder water is de stem van Sean wat mooier dan boven water. De andere twee komen Llewella tegen. Haar stem klinkt mooier dan in Amber, eigenlijk ieders stem. Het haar drijft in het water. We moeten nog een eind. Niet van de trap afstappen, dan kun je verdrinken. Het is heel diep. Op een soort van rotsplateau zien we een soort van stadje. We zien er allemaal groenige lichtjes. De huizen zijn gebouwd uit marmer en koraal. Buiten de stad groeien er heel veel onderwaterplanten. Zoals een zeewier kelp bos. Er lopen ook gewoon mensen op straat. We komen onder een boog, in oude tekens zou er Rebma kunnen staan. Het is heel oud, net als de oude delen van Amber. Rhexenor vraagt hoe het met babies gaat. Als ze hier zijn geboren, zijn ze aangepast. De vrouwen die boven water bevallen, lopen gewoon met de baby de trap af. De trap heeft je nu veranderd, je kunt hier ademen en leven. Het is vrij donker, allemaal lampjes. Llewella fluit op haar vingers en er komen twee dolfijnen aan zwemmen. Dat zijn hun beste vrienden en die houden niet van haaien. Ze zijn niet de trap afgegaan, dus kunnen ze hier zwemmen. Een enkele baby heeft een probleem, meestal niet. Ze heeft er onderzoek naar gedaan, de trap is een onderdeel van het patroon, ook in Amber wordt er wat vervormd. In Rebma blijkt dat de trap te zijn, er hangt hier iets waardoor ze gewoon kunnen lopen en niet hoeven te zwemmen. En je kunt gewoon op een wc plassen en poepen. De luchtbellen zijn meer voor ongelukken en boeken. Er is hier een soort andere Natuurwet, het is geen magie. Rhexenor lijkt het erg interessant als de stad bedreigd zou worden door een school haaien of een reuze octopus. Vooral als de dolfijnen dan niet op tijd zijn, er wonen hier zo’n 15.000 mensen.
Waarom ze groen haar hebben? Dat is gewoon zo. Ze denkt dat deze stad ooit groter is geweest. Lang geleden is er oorlog geweest met Amber. Ze weet niet wat er zich toen heeft afgespeeld, het ging om patroon.
Het paleis is opgetrokken uit een mengsel van koraal en marmer. In de tuinen een mengsel van bloemen, het zijn eigenlijk dieren die nooit bewegen, zegt Llewella.
Vissen zijn er erg veel. Het is hier vreemd, je bent onderwater, je spullen zijn nat, maar je pen schrijft nog en de papieren zijn niet doorgelopen. Wat gebeurt er als de trap in stort? Dan is het patroon ook kapot. Ze hadden problemen met de trap toen Brand het patroon had gemold. Nu kunnen we weg getroefd worden en weer terug komen in Rebma via een troef. Rhexenor laat zien dat hij kieuwen kan laten groeien. Hij heeft geluk dat hij een halve Amberiet is. Chaosieten zijn niet welkom in Rebma.
Bij het paleis zien we de paleiswachten met hun wapperende mantels. Nou ja…. Golvende mantels. Je kunt ook even over de grens, daar zwemmen en terug komen zonder problemen.

Rhexenor begint te grappen over vissen pakken die aan komen zwemmen en deze dan te braden. Llewella zegt streng dat hij op moet passen met dergelijke uitspraken, Tenslotte is hij haar neefje en krijgt zij het te horen als hij zich slecht gedraagt. Hij moet maar goed aan de waarschuwingen van koning Random denken, die heeft zich vreselijk misdragen in Rebma en is hier helemaal niet geliefd. Als Rhexenor in zijn voetsporen wil treden, hoeft hij alleen maar zo verder te gaan en zal hij nooit meer welkom zijn in Rebma. Rhexenor zegt dat het een grapje was en belooft dat hij zijn best zal doen.
We gaan naar binnen en komen in gang met spiegels, zijn er heel veel. Spiegel schijnen bij Rebma te horen. Als Rhexenor vertelt in Amber in een spiegelgang geweest te zijn, gelooft Llewella dat niet helemaal. Zo’n gang is er helemaal niet in Amber.
In een grote zaal, worden we voorgesteld aan koningin Moyre. Ze zegt het zeer op prijs te stellen dat we hier zijn, dat we haar dochter hebben gered. Vanavond zal er een banket ter ere zijn van ons en daarna een huldiging. Willen we haar ook de eer aandoen een nachtje te blijven slapen? Dat willen we en ze geeft opdracht om onze kamers gereed te maken. Daarna worden we voorgesteld aan Moyre, die erg blij is met name Ronardo weer te zien. Haar zoon Gwyndrod leren we ook kennen, een knappe jongeman met groen haar.
Dan verontschuldigd Moyra zich, ze heeft staatszaken te regelen. Haar kinderen zullen ons rondleiden door het paleis.
Die rondleiding krijgen we, Moyra sleept ons mee door het hele paleis dat behoorlijk groot is. Alle hoeken en gangen krijgen we te zien. Ze kan vissen aaien, net als Rhexenor trouwens. Sean merkt op dat hij dat ook kan, hij moet dan echter wel magie gebruiken.
We maken kennis met de vader van Moyra en Gwyndrod, een oude man met een enorme groene snor. Hij is beleefd en vormelijk, maar weet eigenlijk niet meer te zeggen als dat we maar moeten rond kijken in het paleis, vooral het aquarium moeten zien en of we nog veel gevochten hebben de laatste tijd.
Het is vreemd om door een paleis onder water te dwalen. Overal zwemmen vissen.
In een andere kamer, een laboratorium, maken we kennis met een stokoude man met groene baard. Merlijn heet hij en is tovenaar. Hij ziet direct dat we een aantal bijzondere spullen bij ons hebben, al noemt hij die prullen. Hij is behoorlijk hardhorend. In zijn kamer staat ook een steen, compleet met zwaard. Hij lijkt niet meer precies te weten van wie dat zwaard is geweest, maar alleen de nazaat van die persoon, kan het zwaard uit de steen trekken. Hij heeft het gevonden in een meer, de toenmalige drager vond dat het zwaard aan de vrouwe van het meer toebehoorde, volgens Merlijn allemaal onzin. Ronardo, Rhexenor en Sean doen een poging, maar ze krijgen het niet voor elkaar.
Als we de kamer weer uit zijn, vertelt Moyra dat hij een achteroom van hen is.
Het is trouwens een heel mooi paleis, er zijn schilderingen op de plafonds te zien. Ook de tuinen zijn erg mooi.
We zijn dan behoorlijk moe en het is Gwyndrod die er bij zijn zuster op aandringt om ons even alleen te laten om bij te komen op onze kamers. Waarop Moyra aan me vraagt of ik Gwyndrod niet geschikt vind als huwelijkskandidaat? Niet eens familie! Waarom denkt iedereen dat ik op zoek ben naar een man? Verder wil ze ook weer mee op avontuur met Ronardo en Rhexenor.
We hebben mooie kamers, compleet met balkon. Een inpandige badkamer, met zeesterren in het bad, Een heel vreemd idee om in bad te gaan terwijl overal om je hen water is. Echt vies voelen we ons ook niet. Ik fris me wat op en kam mijn haar. Dan ga ik op het balkon een ctulhu detective lezen. Goor boek, vol met maden en slijmsporen.
Ronardo frist zich ook op en gaat daarna vanaf het balkon wat naar buiten kijken.
Rhexenor roept een dolfijn die even bij hem komt. Darteltje heet deze en hij speelt graag.


Er gaat een soort van bel die twee keer gaat. Er wordt tevens zachtjes op de deur geklopt. Er staat een keurige jongedame. Over een half uur is het diner. Indien nodig wil ze andere kleding halen of make up.
Rhexenor wil eigenlijk meteen mee, maar ze komt hem halen als het tijd is. Hij wil dan wel kleding laten halen in Rebma stijl. Het is half doorzichtige kleding, een beetje Griekse stijl. De kleding zit lekker zacht en soepel. Hij lijkt een Griekse geleerde.
Ronardo krijgt hetzelfde verhaal te horen.
Dan komen ze ons halen. We worden naar de eetzaal geleid waar we een U-vorm van tafels met eten zien. Aan het hoofd van die lange tafel zit Moyre. Wij komen allemaal vlak bij haar te zitten. Rhex zit naast Moyra en ik naast Gwyndrod. Ronardo naast Llewella en aan de andere kant zit een onbekend meisje. Gwyndrod legt me het buffet idee uit. Voor de soep mag je in de rij staan. Ook de koningin. Moyre heeft geregeld dat zij naast Rhex zit en tegenover Ronardo. Rhexenor zegt tegen Moyra dat Ronardo vast met haar wil trouwen, waarop ze een kleur krijgt. Heeft hij al powers? Vraagt ze dan. Je kan er ook mee genezen, maar jezelf niet goed. Rhexenor vertelt van de dolfijn die zij ook kent. Moyre heeft hem die slechte droom niet gestuurd… het kan dat iemand dat doet, zoals de Phoenix, hij zegt ‘ze’, zij denkt ‘hij’.
De soep is groen met donkergroene slierten en garnaaltjes. Moyre moppert over de soep. Ze heeft deze liever zonder de garnalen. De man doet dat ook nog heel voorzichtig. De soep smaakt goed, anders dan ik gewend ben. Kruidiger dan gewoonlijk.
Moyra heeft haar soep eerder op dan ieder ander en rent naar het buffet. Gwyndrod zegt tegen mij dat dit typisch gedrag voor haar is. Ze vreet van alles uit en hij kreeg vroeger de schuld van wat zij deed. Zij kon zoiets dan nooit gedaan hebben, zo was zo niet, zijn jongste zusje.
We krijgen voorafjes en eten. Er is rijst, zeewier en er zijn visjes, koekjes en zeevruchten. Er zijn gerechten zoals spiesjes met vlees en allerlei soorten saus. Ook allerlei soorten plantaardige dingen en nootjes. Niet alles is even lekker. Ze hebben voor de Rebmanen een zeer speciaal gerecht: appels! Er wordt een groenig soort dik sapje geschonken, een soort sterke honingwijn met frisse smaak.
Moyra is erg enthousiast over haar nieuwe powers, ze heeft wel eens iets opgeblazen.
Het meisje naast Ronardo heet Oelia. Ze vraagt waar hij vandaan komt, of er een zee is op zijn aarde en of daar ook mensen wonen. Hij zegt er nog geen trap gevonden te hebben. Zoiets als Rebma hebben ze niet. Ze hebben technologie. En waarom werkt het daar niet mee? vraagt ze. Zoiets kan wel, zegt hij, maar dan met luchtflessen. En die lucht gaat op. Er zit toch genoeg in het water, vindt ze. Buiten is niets, het is er veel te licht of veel te donker, je huid wordt hard en gaat prikken en daar krijg je last van. En je krijgt rimpels en je huid is raar met een gekke ongezonde kleur. Dat niet groene haar staat Ron best trouwens, die kleur is heel populair. Maar als ze weten dat je Amberiet bent, mogen ze niet met je omgaan. Oelia heeft wel mooi haar, het ruikt een beetje naar vis. Ze smeert er waarschijnlijk vet in om het in model te hangen. Haar haar hangt dan ook gewoon naar beneden en golft niet. Hij ziet dat er meer jongeren zijn die dat hebben.
Hij vraagt Llewella naar de spiegels in het paleis. Of Heiron er veel mee doet. Soms menen mensen wel eens iets te zien in de spiegels dat er niet is, zegt ze. Hij zegt dat in Amber ook een gang met spiegels gezien te hebben. Er wordt gezegd dat spiegels een toegang kunnen zijn tot een andere plek en naar een andere schaduw met spiegels. Dat Jasra dat deed is apart, dat heeft ze vast van Brand geleerd. Het lijkt haar niet te kunnen schelen dat hij gek is geworden. Is Ronardo niet bang om ook gek te worden als directe familie? Blijkbaar kan een Amberiet gek worden. Oberon en Dworkin waren ook niet geheel gewoon en vooral bij de roodharigen komt gek worden vaker voor. Kinderen van jou zouden rood haar kunnen hebben. Jij lijkt op je vader met de talenten van je moeder. Hij vraagt of Llewella ook iets doet op dat vlak: hier heb je een interessant patroon waar je veel dingen mee kan. Dat lijkt Ronardo wel iets. Dat zul je eerst moeten zien te vinden, we laten niet iedereen ons Patroon lopen. Hij heeft één keer één patroon gelopen. Dat in Amber is ook zo ontoegankelijk mogelijk gemaakt. Ze heeft veel onder water werelden gevonden, zoals een stad Atlantis. Zoals SG Atlantis? Hoe weet je dat? Die hebben een krachtveldkoepel waar ze de zee buiten houden. Met patroon kun je heel goed reizen. Ze heeft niet haar hele leven in Rebma geleefd. Tir Nan Ocht is een interessant patroon, het voelt anders als je het loopt heeft ze gehoord. Dat Amber Patroon heeft ze wel eens gelopen. Met Coral liep het toen niet goed af. Er is iets met dat patroon. Ook met dat van Tir Nan Ocht en met dat van Rebma. Het Oerpatroon is misschien het meest interessant… of misschien niet. Voor iedereen is het anders patroon lopen, er zijn mensen aan dood gegaan. De meeste Rebmanen kunnen het patroon niet lopen. De familie wel, de anderen gaan er dood aan. Ze heeft begrepen dat patronen op andere werelden, de gebroken patronen die door één op de tien gewone mensen gelopen kan worden. Logrus is niet echt patroon. Corwin heeft een eigen patroon en misschien is hij niet de enige die er één heeft gebouwd. Hij vertelt over Overschaduw. Volgens haar is dat een mythe, een theorie. Spiegels, dromen, de Abyss en troeven hebben allemaal hun eigen krachten.
Ik zit tussen twee jongemannen, de andere heet Conan. Deze vindt Rebma geweldig. Heb ik de dierentuin al gezien. Hij doet onderhoud gebouwen. Daartoe heeft hij een school vissen, algeneters om ze te reinigen. Af en toe doet hij ook paleisonderhoud. Dan begint hij de namen van de vissen te noemen.
Gwyndrod legt me wat uit over het eten. De zeesterren zijn pikant.
Hij is geen troonopvolger, dat gaat via de vrouwelijke lijn. Van Random heeft hij gehoord dat deze vreselijke dingen schijnt te willen voor het eten. Op audiëntie gaan bij hem is ook niet leuk, want hij loopt gewoon halverwege. Dan komt er een half uur later een bediende om te zeggen dat de koning verhinderd is. Bij zijn zus is nu Ronardo is helemaal geweldig. Dalt was het daarvoor en daarna Rhexenor. Gwyndrod lijkt een hekel te hebben aan Vialle.
Moyra blijft bezig over Ronardo tegen Rhexenor, of hij sterk is enzo en of hij een vriendin heeft. En probeer dit eens, dit is extra pittig.

We krijgen de indruk in Rebma dat het allemaal zo gewoontjes is. het zijn gewone mensen en ze vermijden bepaalde onderwerpen. Alle anderen hebben het echt niet over Patroon en Spiegels. De vraag is: wat doen ze hier allemaal en waarom. We merken wel dat er lui bij zijn die magie kunnen.

Morwenna.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!