Tuesday 9 December 2008

Hand van de Titan/ Fiona grijpt in/ Eric

Amblerash
Rhexenor vecht wat met het zwaard en krijgt een nieuwe soort mech mee. De Assassin mark-4, een grote zwarte mech. Ziet er een beetje uit als een mens, heeft een hoofd, armen en benen. Van binnen heeft hij allemaal knopjes die hij niet kent. Hij moet een speciale helm opzetten en hangt in een pak. Hij heeft een redelijk fatsoenlijke interface. Toch mist hij iets, maar wat… hij loopt er buiten mee in een straat met kapotte gebouwen. Als hij wil test vuren op een gebouw, draait hij, er gaat een trigger over en hij trekt het zwaard. Hij draait weer terug, zijn hand verandert in grote dikke buis, er wordt een missile afgevuurd en het gebouw is weggevaagd. Het geluid binnen de mech is wat hard.
Op de rand van zijn scherm verschijnt een rood lampje dat zijn kant uit komt. Hij trekt zich terug, maar ook van die kant nadert een rood stipje. Hij probeert weg te lopen, de rode stippen gaan hard en zijn mech is traag en zwaar. Ze zijn bijna binnen bereik. Er is een paars paneeltje dat oplicht, hij zet het aan. De rode stipjes komen zijn kant uit en beginnen dan rond te zwalken, weten niet waar hij zit.
Als hij denkt aan ‘zachtjes’ verandert er iets en hij hoort de mech niet meer. Een paneeltje heft allerlei lawaai op. Een rood lampje ziet hem echt niet. Als het rode lampje wegdraait, licht er een oranje paneeltje op, Rhex drukt erop en er schiet iets vanuit zijn schouder. Dat is een EM en de vijand gaat plat, met zijn zwaard wordt de vijand afgemaakt. De stipjes komen zijn kant uit, het zijn er nog maar drie. Eentje maakt dat hij weg komt, die andere twee overleven het gevecht niet.
Hij loopt naar een soort van basis waar een heleboel andere rode stipjes zijn. Er valt ook iets anders op: op zijn display staat ‘anomalie found’. Op de betreffende plek is niets te zien, er is niemand. Er moet hier iets zijn, hij gaat scannen. Met een geluidsgolf valt hem een vorm onder de grond op, er lijkt een hele grote hand onder de grond te zitten. Een enorme hand, tien keer zo groot als Rhex, van metaal. Hij scant verder, krijgt geen toegang volgens de database, ‘security locked.’
Hij troeft Anastasia.
“Hoe bevalt de assassin?” vraagt ze
“Cool. Er is hier ook een hele grote hand onder de grond.”
“Laten we het daar niet over hebben, ik begrijp dat je valse echo’s binnen hebt gekregen.”
Hij geeft de coördinaten van de basis van de vijand door en gaat terug om thee te drinken. Hij hoort hoe er iets overkomt en allerlei explosies. Als hij terug is bij zijn basis zijn ze net gestopt met de artillerie, de basis van de vijand is weggevaagd.
Er zit een camouflage unit op zijn mech, legt Anastasia uit, hij cloaked niet.
“We hebben er geluids- en trillingsdempers in zitten.”
Ze wist de databank in de mech van Rhex. In het restaurant praten ze wat.

Het blijkt dat hij heeft gevonden waar ze naar op zoek zijn, of hij de rest heeft gescand? Er zijn meer stukken, Titans zijn altijd groot.
“Het is heel erg geheim, als we alle stukken hebben, zetten we hem in elkaar en dan brassen we alles. Hier is ooit een gevecht geweest. Het is handig om deze te kunnen gebruiken in de strijd tegen Huis Tandora. Het lag onder hun neus, zij zijn er ook naar op zoek. We zoeken ook nog een hoofd en een doomsday wapen. En een powersource uiteraard. Lastig alleen dat de vijand op deze planeet zit… we moeten er een techneut bij halen om de asassins sneller te krijgen, de krachtbron is te klein. Maar als je ideeën hebt, dan graag! Heb je nog wat familieleden die er wat aan kunnen sleutelen?”
“Ja, Gérard of Bleys.”
“Die Gérard maar niet. Liever iemand van de jongere generatie trouwens, dat schept wat minder precedenten.”
“Ik heb een neef, Ronardo. Die weet veel van techniek.”
“Dat is toch die knappe jongen?”
“Hij is heel aardig en kan ook sleutelen.”
“Als jij niet met mij zou gaan, dan zou ik met hem gaan. Ik heb iedereen verteld dat we met elkaar gaan en iedereen die bij jou in de buurt komt, zal in elkaar geslagen worden.”
Rhex troeft Ronardo.
“Hoe is het?”
Rhex legt uit wat er speelt. Hij vertelt over het nieuwe type mech.
“Moet dit over de troef?”
“Weet ik niet. Kun je komen helpen?”
“Ik laat je het nog weten.”
Na het contact wil Anastasia weten of de neef moeilijk deed. Nee hoor, hij troeft nog terug.
“Zullen we uit gaan?” stelt ze dan voor.
“Waarom dat? We hebben niets met elkaar, ik blijf mijn vrouw trouw.”
“Wat! Gaan we dan niet met elkaar? Vind je me niet leuk? Het hoeft niet stiekem… heb je aan één vrouw genoeg? Kom nou, jullie Amberieten zijn toch sterk en hebben veel uithoudingsvermogen en zij is maar een gewone vrouw. Dat kan toch nooit genoeg zijn? En je gaat nooit naar huis, dus zoveel kan ze je ook niet schelen.”
“Jawel hoor, maar hier is zoveel leuks te doen.”
“Wat moet ik dan doen dat je me wel ziet zitten? Zal ik even mee naar gaan je vrouw? Haar uitleggen dat we je samen kunnen delen? Je bent toch een Griek, waarom doe je zo moeilijk?”
“Ik ben niet hetzelfde als Grieken. Trouwens, ook niet zoals Amberieten of Chaosieten in dat opzicht.”
Ze is verbijsterd.

Atlantis
Ronardo, aan de troef met Fiona, vraagt wat ze vindt van hem en Moyra. Ze denkt een poos na voor ze antwoordt.
“Je moet het zelf weten, het heeft consequenties. Ze is troonopvolgster van Rebma.”
“ik ben niet van plan met haar te trouwen. Ze is te druk bezig met kinderachtig zijn. Ze is soms leuk, maar ik zie haar niet als echtgenote.”
“Je gaat al wat lang met haar, je kunt haar niet zomaar laten zitten.”
“Ik ben wel serieus, maar ze gaat overal over in discussie, Dat vind ik vervelend.”
“Sommige mensen zijn zo,” knikt ze. “Die willen dat je je aanpast. Misschien dat je haar meer moet laten merken dat je andere meisjes leuk vindt. Wat doe je als je tegen iemand aanloopt die je leuker vindt? Dump je haar dan? Ik denk dat dat niet erg handig is.”

“Ze is gewoon mijn vriendin, ik kan het eens hebben over leuke vrouwen.”
“Ik hoop dat ze niet zwanger van je is, dan heb je echt een probleem.”
Ronardo zwijgt.
“Is ze al zwanger?” vraagt Fiona bezorgd.
“Zei ik dat?”
“Niet met zoveel woorden.”
“En jij?”
“Ik ben niet zwanger.”
Ze kijkt hem strak aan, hij kijkt weg.
“Ik ben niet naïef hoor,” zegt hij dan.
“Weet je het zeker?”
“Ik besteed wel aandacht aan haar en ben er voor haar.”
“Ze lijkt me intelligent, maar ze is erg jong. Misschien is dat een houding. Waar je op moet letten is stemmingswisselingen. Dan kan het zijn dat ze zwanger is. Ik heb het zelf ook wel eens niet verteld aan bepaalde mannen dat ik zwanger was. Troef me als je me nodig hebt… ik ga even wat doen.”
Ze sluit de troef af, de druk in zijn hoofd valt weg. Vervolgens wordt hij weer getroefd, nu door Rhexenor die zijn hulp vraagt om aan mechs te sleutelen.
Daarna zoekt hij Moyra op
Hij vertelt over Rhexenor en dat hij wil gaan helpen. Hij heeft de wereld nog niet echt versneld.
Hij mag gaan, ze heeft het hier naar haar zin. Ze slaat geen politie meer, nu is ze bezig met politieke kopstukken aan te pakken.
“Hou er rekening mee dat dit gewone mensen zijn, die zijn meer kwetsbaar.”
“Ik heb Feniks power, dan moet je oppassen om mensen pijn te doen. Misschien loop ik tegen een leuke jongeman aan, die me wel wil. Je gaat toch weg?”
“Klopt. Veel succes dan.”
Hij vertelt iets over het project waar hij nu mee bezig is. Zij vertelt dat er een bedrijf is dat iets doet met een soort koraal dat groeit zoals zij het willen. Hij vertelt over de folder die hij kreeg. ‘TOP SECRET, for your eyes only. Will be destroyed when touched by unauthorised personnel.’
Dan krijgt Moyra glazige oogjes, wordt getroefd en is weg. Die troef was best sterk en bekend, waarschijnlijk Fiona.
Hij gaat naar het biolab, laat zijn diploma’s zien. Het bedrijf is diep onder de indruk, ze geven een rondleiding in het bedrijf. Plankton wordt gekweekt voor eiwitten. Aan de ene kant plankton, aan de andere kant koekjes. Welkom bij Soylent.
Weer terug in zijn appartement gaat hij proberen om zich op de wereld af te stemmen. Hij merkt dat het heel moeilijk is. Hij is iets dat hem blokkeert, iets behoorlijk machtigs zit in de weg. Deze wereld staat onder invloed van Feniks. De wereld draait wat sneller ten opzichte van Amber. Hij merkt dat hij wel papieren en geld kan beïnvloeden, kansen ook. Hij kan ook iets veranderen, maar niet de tijd beïnvloeden. Het is niet afgeschermd, dat kan ook niet, hij kan de wereld niet echt van hem maken.
De Feniks lijkt overal te zitten.
Moyra komt weer terug, hij legt uit dat de wereld niet te versnellen is. Vanwege die Feniks dus.
“Ik kan er niets aan doen, aan die tijd. Heeft mijn moeder je getroefd?”
“Het was geen leuk gesprek, ze vindt dat ik me kinderachtig gedraag, me aan moest passen en ik moest onder de scanner. Ze is een enorme bemoeial, waarom beschermde jij me niet? Hoe weet ze dat ik zwanger ben?”
“Ik heb niets gezegd.”
“Ik weet het al, ze heeft ook Feniks. Je moeder is een engerd. Dat is misschien de ergste van alle Amberieten. Wat rot voor je om in zo’n gezin op te groeien. Hoe heb je het uitgehouden? Je hele leven was één groot project. Ze begon over nanobots wat betrof de baby, ik moest er over denken van haar en zij kon het kind overnemen. Dat is ongezonde belangstelling. Dat kind is gezond en je moeder is irritant. Ze is de ergste schoonmoeder die je je maar kunt bedenken. Wat een heks! Ik hoef niet zo nodig bij die familie, ons kind loopt gevaar. Je kunt haar nergens verstoppen, je moeder kan overal bij. En kan je vader tegen haar op?”
“Natuurlijk kan hij dat.”
“Kun je eens met hem praten? Anders moet ik terug naar Rebma.”
“Je bent ook niet veilig voor Brand. Bleys valt mee.”
“Er is toch iemand die kan helpen?”
“Misschien Eric. Hij is me iets schuldig. Anders Caine.”
“Caine niet, die engerd!”
Hij troeft Eric, vertelt hulp nodig te hebben.
“Goed,” zegt deze en hij staat naast hem.
Hij maakt een buiging en geeft Moyra een handkus. Ze stellen zich aan elkaar voor, Eric scant met een apparaatje het appartement.
Hij vraagt en krijgt rode wijn, dat doet hem het meest denken aan bloed, legt hij uit. Moyra komt binnen met een schaal toastjes.
“Dit is dus Atlantis, hier ben ik wel eens geweest. Er zijn er diverse, allemaal interessant. Er is er ook één met psychisch begaafde mensen. Met veel Antlantissen liep het tragisch af. De meeste hebben een interessante industrie en techniek.”
“We hebben een probleem,” begint Ronardo en vertelt over de zwangerschap en dergelijke. Hij is bang dat mensen zich ermee gaan bemoeien, zoals zijn moeder.
“Kun je helpen?”
“Dan moet ik je naar een wereld brengen waar je een aantal jaar afgeschermd zit. Wat zijn je plannen? Ga je het kind erkennen?”
“Hij heeft me niet gevraagd,” zegt Moyra.
“Dit heeft wat meer gevolgen. Of je besluit dat het kind van jullie samen is, dan moet je een verbond sluiten. Of één van de ouders moet het erkennen. Dan heeft de moeder de eerste rechten. Het blijft dan een Rebma nazaat. Als je een verbintenis hebt, heeft het rechten van beide ouders. Die verbintenis kun je breken als het kind er is, dat wordt vaker zo gedaan. Ook zo’n erkenning kun je trouwens ongedaan maken, dat kan ook door de koning gedaan worden. Bij mijn broers en zussen zijn er die niet erkend zijn, ikzelf ook niet. Er zijn ook erkenningen ongedaan gemaakt, zoals die van de kinderen van Cymnea. Benedict en zijn broers dus. Dat is waarom Corwin of Caine de oudste is.”
“Ik ga geen afstand doen van het kind,” zegt Moyra.
“Ik ook niet, zegt Ronardo.
“Voelen jullie iets voor elkaar?” vraagt Eric. Beiden halen de schouders op en zeggen niets. Eric zucht.
“Dat is verder jullie zaak. Er zijn andere verbintenissen mogelijk dan alleen een huwelijk. Dat van die wereld ga ik regelen, je hebt wel even de tijd om alles te overdenken. Als de wereld klaar is, dan gaat eerst Moyra er naartoe en Ronardo later. Ik laat het jullie weten wanneer het klaar is.”
Hij loopt de deur uit.

Gormenghast
In het kader van de conjuration lessen, ga ik met Owen de gesloopte trein plus baan proberen te maken. Ik begin met de wagonnetjes en ik maak het ‘echt’. Owen vindt het erg interessant.
“Is kapot, mamma maken!” en is zeer behulpzaam met het aangeven van alle onderdelen. Als de trein is gemaakt heb ik geen puf meer voor de rest van de baan en Owen speelt met de trein op de grond. Ik loop even naar de gang om iemand van het personeel te woord te staan. Als ik terug kom, rijdt Owen met zijn trein over een complete baan. Hij heeft een nieuwe geconjuurd, de gebroken baan ligt nog steeds in de kist. Uiteraard complimenteer ik hem, al is hij teleurgesteld dat na het spelen die mooie baan zomaar verdwijnt.
Iedere dag trek ik een poosje uit voor het conjuren, we doen dat binnen het spel. Mijn zombie van een aanstaande verloofde wordt met rust gelaten.
Owen kan één keer per dag conjuren, hij wordt er heel erg moe van. Hij weet goed zijn grenzen en hij gebruikt het conjuren op een heel natuurlijke manier. Hij is erg intelligent. Inmiddels gooit hij drie puzzels door elkaar en vindt het saai worden.
Na een tijd, tijdens zo’n conjuration les, komt Mandor ineens opgewekt de speelkamer binnen. Hij is weer helemaal zichzelf. Hij is trots op de prestaties van Owen en bewondert diens net aangevoerde blokken. Mij biedt hij excuses aan voor zijn geestelijke afwezigheid van de afgelopen tijd.
“Ik had een wraakdemoon opgeroepen en die op iemand afgestuurd als waarschuwing. Het was niet de bedoeling dat hij Brand zou vermoorden, maar ik had het niet erg gevonden als dit wel gebeurd was. Hij heeft hem uiteindelijk weg gekregen. Het soort demonen is moeilijk te controleren en is onbetrouwbaar. Een typisch Chaoswezen.”
Eigenlijk is het uitzonderlijk dat Owen, als halve Chaosiet, zo gek is op mijn dieren en er ook goed mee overweg kan. Heel anders dan zijn vader. Ik neem me voor om te beginnen met zijn valktraining als ik terug kom. Een pony lijkt me ook leuk voor hem.
Voordat ik echt weg ga, mis ik Owen al. Dat is wederzijds, hij klemt zijn armen om mijn nek.
Na een paar dagen van echt samen zijn, rijd ik die wereld uit.

Arden
Ik zie eerst de honden die enthousiast op me af komen rennen. Nadat ik ze begroet heb, begroet ik mijn vader.
Voor het eten mag ik zelf een hert gaan schieten. Ik krijg zijn boog aangereikt, de honden jagen een hert op. Na een aantal keer misschieten weet ik het beest uiteindelijk dodelijk te raken.
Dan naar de dichtst bijzijnde blokhut, waar Julian het hert vilt en het aan het spit rijgt. Intussen merkt hij op dat we nog steeds een keer een poos samen op zouden trekken, door Arden te reizen, te gaan jagen en dergelijke.
“Die uitnodiging staat nog steeds,” zegt hij met klem. “Het lijkt me ook leuk om eens een poos met je zoon op te trekken als hij wat groter is.”
Hij raadt me aan om Elfenspeelgoed voor het jochie aan te schaffen omdat hij op het gewone min of meer is uitgekeken.
“Het zal hem uitdagen, meer op het geestelijk vlak. Ze hebben knikkers waar de dingen in verschijnen die hij denkt en doet. Ze hebben puzzels met bewegende plaatjes.”

Amblerash
Ronardo gaat naar Rhexenor. Er wordt uitleg gegeven over van alles en nog wat, ze gaan hun best doen voor een betere krachtbron. Ze hebben iets met oppervlakte gedaan, ook iets met die mech gedaan.
Anastasia klaagt bij Ronardo dat Rhex niet met haar uit wil. Gelukkig lijkt Ronardo het wel leuk om eens met haar uit te gaan.
Rhex gaat naar huis. Het gaat erg moeizaam, het werkt niet goed van hier uit. Dan pakt hij een troef van de hal van Amber, via daar gaat hij via de steen naar huis.

Antioch
Dyenne krijgt een stevige omhelzing.
“Iets zachter graag, je bent zo sterk!” gilt ze verschrikt. “Wat zie je er leuk uit met dat uniform zeg!” Ze neemt hem meteen mee naar bed. Als dat klaar is, maakt hij opnieuw kennis met zijn dochter die inmiddels 3.5 maand oud is. Cathrynn is een stevig en sterk kind dat hem meteen in zijn neus knijpt. Dyenne laat de blauwe plekken zien die ze steeds weer oploopt van het kind. Ze heeft haar haar moeten laten knippen, want Cathrynn trok er steeds aan en liet niet meer los.
“Het kind is veel sterker dan ik! Ik heb moeten stoppen met borstvoeding, want ze beet me steeds.”
“Ze heeft toch nog geen tanden?”
“Dan wel! Lange, vlijmscherpe tanden!”
Het kind is blij en brabbelt, ze kan zich omrollen en ook kruipen. Ze wil dingen hebben, blinkende dingetjes.
Ze is niet zo stabiel, verandert steeds, zeker als Rhex er niet bij is. Ze lijkt wat op Dyenne, ze heeft blauwe ogen (Dyenne lichtbruine…), en licht haar. Dyenne vertelt dat ze soms gele ogen heeft, als de kat in de buurt is geweest. Als Rhex in de buurt is, zijn Cathrynns ogen meer oranjerood en haar haar bijna zwart.
Er klinkt gegrom van buiten. De draak krijgt ook aandacht. Hij verveelt zich en Rhex wil eigenlijk wat met hem vliegen.
“Blijf je nu even thuis of ga je weer?” vraagt Dyenne. “Wie verveelt er zich eigenlijk?”
Rhexenor belooft haar om het kort te houden en gaat weg met de draak. Bij gebrek aan bandieten jagen ze berggeiten.
Weer terug heeft hij een ontmoeting met het huidige hoofd van de huishouding, die hem meteen vraagt naar Morwenna.
“Hoe is het met haar? Ik heb haar al een poos niet gezien en ik wil haar spreken.”
Rhex troef naar zijn nichtje, die voor een keer wel te bereiken is. Ze belooft hem terug te troeven.
“Ze komt eraan,” belooft Rhex aan Aildith.
“Mooi. Hoe lang blijf je deze keer? Oh, je moet weer terug.”
Dan komt er een oude man binnen, die Rhexenor een hand geeft. Rhex herkent hem als de stiefvader van Morwenna, maar hemel, is die man zo oud? Ashwin vertelt dat het hem zeer goed bevalt, dit klimaat is veel beter voor hem dan het gure, natte en winderige van de Engelse Peak. Hij heeft zijn ervaring als landsheer hier ook wat toegepast, hij hoopt dat Rhexenor het niet erg vindt?
“Eh… landsheer?” vraagt deze.
“Ja. Jullie hebben aardige boeren op het land. Ze vinden het jammer dat jullie nooit naar ze omkijken en voelen zich wat verwaarloosd. Ik heb uitgelegd dat je weinig tijd hebt. Het is een ongedisciplineerd stelletje, zo was er één met een wijngaard waar hij niets aan deed. Het zou prettig zijn als ik in jouw naam verdere maatregelen kan nemen, zodat de boel niet verder verwaarloost.”
“Eh… ja, uiteraard.”
“Je hebt een militaire achtergrond hè? Ik heb zelf ook gevochten.”
“Jullie aan het toch niet hebben over militaire dingen?” zegt Aidith en neem Dyenne bij de arm. “Laten we gaan en over thee en koekjes praten.”
Tussen de mannen ontwikkelt zich een fantastisch gesprek over oorlog, Boeren, Zoeloes, Mechs en Romeinen. Ashwin komt uit de begintijd van de machinegeweren.
Rhex vertelt wat over zijn ooms. Ashwin kent Gérard, die sloopte alles, zelfs de deuren. En een enorme zuiplap. Er wordt gepraat over de Hollanders wier land te klein is om in te wonen. En Grieken kunnen geen paard rijden. De laatste tijd maakt Ashwin rare dingen mee, ze kunnen hier toveren. Hij heeft een hele tijd gevangen gezeten tijdens de Boerenoorlog.
Rhex begint over zijn Amber gevangenistijd.
“Wie is jouw moeder?”
“De koningin van Amber. Ze ging met iemand van de vijand en toen ben ik geboren.”
“Mooi stel, jouw ouders. Zijn ze nog bij elkaar?”
“Nee.”
“Ach, dat is niemand in jouw familie toch?”
Dan wordt er geroepen voor het eten, er is vooral veel. Aildith en Ashwin eten mee aan tafel. Al snel zijn de heren het luchtige gebabbel over liflafjes zat en beginnen onderling een echt gesprek: over de oorlog tussen de Hoven en Amber van een aantal jaar geleden en vooral over de verschillende legers. Weer komen de tactieken van de Zoeloes ter sprake.
“Dat gezeur over dat leger!” valt Aildith uit.
Dyenne wil het over iets leuks hebben.
“Vertel iets over Amblerash, is het er mooi?”
“Oh, zeker.”
“Hoe kan dat? Het zijn toch allemaal demonen?”
“Er is een dame die probeerde me te verleiden.”
“Ik heb hier geen andere mannen gezien, al is de tuinman wel knap. Alleen niet mijn type. De draak is wat duur in onderhoud trouwens, kun je niet iets anders voor hem verzinnen? Het is niet echt gezellig met dat beest naast het huis.”
Catrhynn, nu met gitzwart haar en groene ogen krijgt wat drinken uit de fles.
“Ze ziet er weer anders uit,” zegt Rhex tevreden.
“Ik geloof dat jij dat veranderen van haar wel spannend vindt. Dara zegt dat het niet netjes is als ze dat doet. Maar ik ga haar toch niet slaan?”
“Dat is zielig. Maar ze kan wel tegen een stootje.”
“Rhex, ik wil dat jij je een poosje met dat gedrag van je dochter bezig houdt in plaats van met Amblerash, schieten een voodoos.”
“Zoeloes, geen voodoos,” zeggen Rhex en Ashwin tegelijkertijd. Aildith zucht.


Amblerash
Ronardo knutselt. Hij wil de output en capaciteit verbeteren. Hij verkleint en vergroot, kijkt naar de tekeningen. Ze zijn aan het prutsen, concludeert hij. Hij krijgt zijn eigen plek en spullen.
Anastasia neemt hem mee uit en legt haar rang uit. Haar vader is hoofd van Amblerash en ze zoekt iemand die haar wil hebben voor langere tijd, inclusief relatie. Een huwelijk is ook mogelijk. Het moet een leuke jongen zijn, van goede komaf. Hij moet knap zijn en geen watje. Liefst met wat powers en geen ouwe lul zoals Benedict of Corwin. Die zijn meer iets voor ouwe wandelende lijken zoals Dara.
“Ik dacht aan Dalt, maar die heeft iets tegen Chaosieten. Wie vind jij iets voor mij?”
“William?”
“Die is niet knap, hij schijnt ook niet leuk te zijn. Ben jij nog vrij?”
“Ik heb een vriendin.”
“Dump haar als je haar lastig vindt. En trouw met mij.”
“Ik ken je nauwelijks.”
“We kunnen elkaar goed leren kennen als we getrouwd zijn.”
Hij vertelt dat hij nu met een echte prinses is. Dat wordt Anastasia als ze met een Amberiet trouwt, die keukenmeid heeft die titel immers ook zomaar gekregen? Ze heeft niet zoveel powers, alleen magie en techniek en houdt van vechten. Ze vindt ruimteschepen en mechs leuk.
Hij houdt van powers en techniek. Niet zo van vechten. Verder vindt hij troef en magie leuk.
“Je klinkt een beetje als je neef Merlijn. Die gaat met Gilva Hendrake en dat is niet alleen een vechter. Wel een bitch.”
Ze zijn het erover eens dat Dara en Deirdre beiden bitches zijn.
“Alle Chaosieten gaan toch met veel vrouwen tegelijk?” vraagt Ronardo.
“Niet allemaal. Je hebt er die heel strikt zijn. Maar ik niet, ik vind het niet erg om je te delen met je vriendin. Als je vriendin daar een beetje open voor staat? Is ze een bitch?”
“Ach… ik zal haar in ieder geval zeggen dat ik een mooie vrouw tegen gekomen ben.”
“Dank je. Uiterlijk zegt niet alles.”
Het gesprek gaat verder over werk. Ze heeft de researchers gevraagd om gemakkelijk meeneembare desintergrators met een goed bereik. Ze vertelt over de energiebron en het ras dat er op af kwam.
“Dat project is losgelaten, we zijn op zoek naar een andere energiebron.”
Hij gaat slapen en wordt vroeg in de morgen wakker van alarm en hevige explosies. Hij kleedt zich snel aan, maar wel met stijl. De basis wordt aangevallen. Anastasia is niet te vinden.
“We moeten de basis verdedigen, ga naar het lab!” wordt er geroepen.
Daar zijn allemaal lui bezig met cd’s in te pakken, de self destruct van het lab staat aan. Ronardo saved ook zijn onderzoek, ze gaan door de transportcirkel en staan dan ergens anders. Hij gaat via een ruimteschip naar een andere basis, die ze aan het inrichten zijn. Dit is geheime basis nummer 3. De andere is opgeblazen en opgegeven en veel is er niet gered. Ze hopen dat de vijand niet het geheime prototype mark 4 heeft buitgemaakt. Anastasia is daar ook weer.
“Er is er een verrader!”
“Dat kan iedereen wel zijn.”
“Die Rhex was er niet en toen werd de basis aangevallen!”
Toch gelooft men niet dat Rhex er iets mee van doen heeft. Er moeten mensen ondervraagd gaan worden.
“Er is iemand in Chaos die goed is in ondervragen,” zegt Anastasia tegen Ronardo. “Maar die is steeds onbereikbaar. Bovendien is dat een Sawall en daar is niet mee te onderhandelen.”
“Zoek iemand anders.”
“Die is er niet. Kun jij hem niet bereiken?”
“Heb je het over Mandor? Waarom kan ik hem wel bereiken als het jullie niet lukt?”
“Kun je geen contact opnemen met die nicht van je? Die aanstaande van hem? Misschien dat je nicht hem kan bereiken?”
“Ik kan het haar vragen. Ik wil trouwens mijn vader vragen aan het project mee te komen werken, die heeft hier veel verstand van.”
“Dat is goed. Hoe meer nerds hoe beter. Is hij ook knap?”
“Dat is hij. Maar hij is getrouwd met Fiona, dus als je problemen zoekt?”
“Getrouwd? Nee, ik hoef geen problemen met Fiona,” zegt ze haastig.
Hij troeft naar Morwenna, zegt dat hij iets wil vragen. Ze zegt hem dat ze bepaalde zaken niet wil bespreken over de troef en dat ze later terug zal troeven om hem door te halen.
“Ik ga zo even naar mijn nichtje toe,” zegt Ronardo. “Heb je een troef van jezelf zodat ik hier weer terug kan komen?”
“Een naakte of een andere?” vraagt ze met een grijns.
“Doe maar een blote.”
Hij krijgt een troef van Anastasia in uniform. Dan troeft hij opnieuw naar Morwenna en laat zich doorhalen.

Arden
Julian en ik zijn aan de afwas als Ronardo opnieuw troeft. Ik haal hem door, Julian en Ronardo begroeten elkaar. Na de afwas wandelt mijn vader naar buiten, zodat wij jongelingen ongestoord kunnen babbelen.
Ik vertel hem over Ernest, de broer van Mandor.
“Fiona moet erg jong zijn geweest toen ze haar dochter kreeg, Mandors broer is al heel lang dood. Een uitstekend magiër, combineerde dat met Logrus. Was verwikkeld in allerlei duistere zaakjes, een gevaarlijk iemand. Had een eigen wereld waarin hij iedereen terroriseerde. Leek inderdaad wel wat op Mandor. Ernest had veel vijanden, veel ruzie. Hij had één vijand in het bijzonder. Het is onbekend of deze achter zijn dood zit. Hij werd ergens op een Schaduw opgewacht en is toen te pakken genomen en gedood.”
Hij denkt dat Ernest inderdaad voldoet aan de beschrijving die Sandra eerder gaf.
Julian komt weer naar binnen, we drinken wijn aan de keukentafel. Julian legt zijn gelaarsde voeten op een andere stoel, Ronardo vindt dat hij naar hond stinkt. Gelukkig heeft hij die hier niet binnen.
Ik vertel verder over het verbannen van de Old Ones. Dat ze daar bijna te laat mee waren wegens onenigheid over hoe te verbannen. Ook dat Oberon één van hen was en de grootvader van Gramble Sawall. Julian knikt, dat was Osiris.
“Misschien zou ik je hulp kunnen gebruiken als troefexpert. Stel je voor, je hebt een wereld die geheel afgesloten is. Voor Troef, Patroon en Logrus. Ook zijn er nog een aantal magische beschermingen aangebracht door een goede tovenaar. Desondanks komt er toch een ongewenst persoon die wereld binnen, bevriest iedereen die daar aanwezig is op één persoon na, en brengt bij die persoon een blokkade aan. Wat is er tegen zo’n iemand te doen?” vraag ik Ronardo.
“Eric erbij halen,” zegt hij. “Door wie is die wereld afgeschermd?”
“Mandor, Julian, Despil en mij.”
“Geen echte troefexperts,” is zijn mening. Hoewel Mandor toch wel een goeie is, we zijn inderdaad onbereikbaar als we op die wereld zijn, dus hij heeft het goed afgeschermd.
Eric is de beste keus, vindt hij. Niet zijn moeder, dat is een bemoeial. Hij raadt het af. Julian zegt dat ze zich bemoeit omdat ze zich zorgen maakt. Zelf zit hij niet in mijn zaken, al weet hij er desondanks meer van dan hij wil.
“Fiona was kwaad op mij, omdat ik iets over je zei. Kinderen zijn kostbaar, zeker als je Amberiet bent.
Morwenna viel van haar paard en toen heb ik ingegrepen.”
Ik vertel nog steeds slecht te slapen. Ronardo zegt er maar zelden last van te hebben (hij heeft nooit last van slecht slapen bij Moyra).
Dan vertel ik dat het Brand was, die mijn wereld binnen drong. Julian is verschrikkelijk kwaad. Ronardo wil weten wat we dan zo afschermen op die wereld.
“Mandor en ik hebben een zoon. Ongeveer 20 maanden nu.”
“Wat deed Brand daar?” vraagt Julian.
“Kijken of deze zoon dezelfde is als die hij later zal ontmoeten. Die jongen zit hem dan dwars, ik vermoed dat hij daarom alvast een blokkade of trigger bij Owen heeft aangebracht. Brand lijkt door tijd te reizen, Iolanthe heeft hem ergens in haar tijd ook ontmoet.”
Julian is woedend, adviseert om hier inderdaad Eric bij te betrekken.
“Hij heeft de schurft aan Brand en zijn kennis gaat verder dan gewoon troef.”
Ronardo vraagt me of ik Mandor kan vragen om contact met hem op te nemen binnenkort, om mensen te ondervragen binnen Amblerash. Ik doe dat, het is okay wat Mandor betreft.
Dan dringt Julian aan contact op te nemen met Eric. Even later staat Eric al naast me.
Hij begroet Julian.
“Misschien moeten we onderling een keer praten over toekomst en verleden.”
Ik vertel nu het verhaal aan Eric, die fronst als hij hoort dat ik iets heb met Mandor. De frons wordt dieper als hij hoort dat er ook nog een kind is. Hij heeft een vreselijke hekel aan Chaosieten, dat is duidelijk.
“Dat is niet zo’n beste keus van je. Heeft hij je verkracht?”
“Nee.”
“Samengaan met Chaosieten zou sowieso strafbaar moeten worden gesteld. Sawall is een van de meest misselijke families. Je hebt niet alleen te maken met Mandor, maar ook met Gramble Sawall en zijn vader. En dan dat mens dat nu op de troon zit met haar bastaard zoons. Politiek gezien niet een geweldige zet van je! Hoe komt Brand aan die macht?”
Ik vertel over de Keep.
“Dus die is nog niet vernietigd. Stond op mijn lijstje, maar ik had er vanwege de oorlog geen tijd voor. Mede dankzij mijn lastige broer. Wat Brand betreft: het klinkt als tijdreizen en patroongeklooi. Tijdreizen was vroeger mogelijk, nu is dat afgeschaft ofzo. In hoeverre heb je iets te maken met Caine?”
“Niet zoveel,” zeg ik.
“We hebben hem gered,” zegt Ronardo.
“Jij, Rhexenor en Martin liggen ook goed bij hem, over Morwenna mag zelfs geen kwaad woord gezegd worden. Maar goed, je wilt mijn hulp om de boel verder af te schermen. Zo sterk is die macht nu ook weer niet,” mompelt hij.
“Wie weten er allemaal van?”
“Iedereen hier aanwezig, Mandor dus, Gramble, Benedict, Caine en Despil.”
“Dat zijn er nogal wat. Ik heb Mandors hulp nodig om in een andere wereld een beveiliging te maken tegen Logrus. Troeven is nu niet nodig. Als je op het punt staat er heen te gaan, troef me dan.”
“Je bent een tijd lang weg geweest. Er zijn dingen veranderd,” zegt Julian.
“Ik weet niet beter dan dat mijn broer de veldslag kwam redden, dat dacht ik toen. Hij kwam eigenlijk om Amber over te nemen. Pa is verdwenen, niemand heeft er spijt van. Misschien mijn broer. Of hij is dood. Er is een wapenstilstand, Deirdre en Brand lagen in de Abyss. Random die koning wordt.”
“Ik vond de stunt wel leuk,” zegt Julian. “Ik hoefde geen koning te zijn.”
“We hebben dus een wapenstilstand met Chaos. Dara en Gramble die plotseling het koningshuis vormen. Dan al die jongelingen die ineens opduiken. Ik heb mijn kinderen ook weg gehouden van Oberon. Je weet nooit of hij weer terug komt. En dan hebben we Deirdre op de troon.
“Deirdre is niet het soort keus waar de familie achter staat, maar niemand anders wil die baan.”
“Caine had het erover dat ik het moest doen. Ik heb mijn bedenkingen. Als mijn zus koningin is, houdt Corwin zich rustig. Mijn broer kan echt een zeikerd zijn. drammerig, wantrouwend, vervelend. Oberon zag hem als ideale opvolger, hij is gemakkelijk te manipuleren. Hij gelooft echt alles. Llewella zou een goeie zijn, maar die krijg je met nog geen tien paarden erop.”
“Deirdre laten zitten en haar adviseren?” stel ik voor.
“Ze maakt er een puinhoop van. Ik moet haar maar eens opzoeken.”
“Hoe gaat het verder met jou?” vraag ik aan Eric.
“Goed wel. Ik ben me op de hoogte aan het stellen van de omstandigheden. Random heeft Brand uit de Abyss gehaald, Corwin, Flora en jullie hebben er mee te maken. Jij vooral door die Feniks eruit te vissen. Het doet er niet toe of dat je bedoeling was of niet. Als de Feniks weer terug is, kunnen de invloed van Patroon en Logrus achteruit gaan. Deze zijn gemaakt om invloed op Schaduw te versterken. Op Schaduwen waar geen leven is, zijn die invloeden heel sterk, voor de rest wordt het steeds minder. Dan komt er een tegenreactie van Eenhoorn en serpent beiden. De Feniks is voor niets weggewerkt. De Feniks is nogal een bemoeial.”
Ik vraag hem naar Lorrayne en zeg dat ze mijn overgrootmoeder is.
“Het is een zaakje van Oberon. Ik vermoed dat Pa een dame is tegengekomen ooit, ik weet niet hoe dat is gebeurd. Ergens voor, tijdens, of nadat hij met mijn moeder ging. Ik denk dat hij haar daarna nog een paar keer is tegengekomen. Twee kinderen zijn daaruit voortgekomen, waarvan de oudste waarschijnlijk Caine is en de jongste een meisje. De vrouw was Dulcimea van Tir-na n’Oght. Niemand weet precies wie Caines moeder is en waar en wanneer hij geboren is. Van Caine weet ik erg weinig, hij is erg goed in het onbereikbaar maken voor iedereen. Lorrayne heeft zich heel veel bemoeid met Amber en op zijn beurt heeft Oberon zich met haar bemoeid. Ze staat nergens genoemd, dat maakt dingen lastig te vinden, ze heeft de Spiegelzaal in Amber gemaakt.”
“Benedict had het een keer over Lorrayne,” zegt Ronardo dan. “Hij zei dat zijn zus Lorrayne lastig werd en daarom geschrapt door Oberon. Ze was gespecialiseerd in mensen manipuleren, ze had iets met spiegels en mensen. Ze zou de spiegelzaal in Amber gemaakt hebben en een fascinatie hebben gehad met Tir-na n’Oght en Rebma. Ze zou volgens Oberon een vijand van Amber zijn geworden. Eén van de redenen dat ze moest verdwijnen was dat ze iets begon met Chaos.”
“Zoiets vermoedde ik al,” zei ik. “Dat betekent dat mijn overgrootvader hoogstwaarschijnlijk een Chaosiet is. Mijn moeder heeft de schurft aan mijn beesten en andersom, zoals bij bijna alle Chaosieten het geval is. Ook ben ik eens een Barimen tegen gekomen, die me vertelde dat ik Chaosbloed in me had.”
Eric en Julian zijn verbijsterd. Dan nemen Eric en Ronardo afscheid.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!