Saturday 4 October 2008

25.Verjaardag Ronardo/ Iolanthe/ Het Leger van Deirdre/ Sombere Plaatsen

Random vraagt hoe het is gegaan met de missie. Rhexenor zegt dat hij daarover nog terug getroefd wordt. Random snapt het niet, je bent wel een uur weg geweest. Rhexenor zegt dat hij dat uur heeft gebruikt om te joggen.
Er wordt gezegd dat de Sawalls iets hebben met Corwin. Despil is eigenlijk daar geen zoon van. Als ze verre familie van Benedict zijn, waarom komen ze dan geen Patroon lopen? vraagt Random zich af. Kan ik ook niet, zegt Rhex. Jij kunt dat ook als je wilt… nou ja, de kans op doodgaan is niet zo groot.
In de kelder zijn zwarte schilderingen op de muur, zwart met rood. Wil Rhex het van hem leren of van een echte drummer? Biertje? Deze keer van het merk Jester. Het smaakt ongeveer hetzelfde als Pitfiend, maar volgens Random veel lekkerder. De koelkast werkt wel, tenslotte is dit het paleis.
Random doet zijn beklag over Martin. Waarop Rhex naar buiten loopt, zich verandert en terug gaat als Martin. Random schrikt wel een beetje, ziet toch dat het Martin niet echt is. Rhex laat hem ook zichzelf zien. Random vindt het best akelig als hij dat doet, er zijn families die dat niet doen in Chaos. Maar als je ze kietelt, veranderen ze toch in demonvorm. Dara kan niet tegen kietelen heeft hij ‘gehoord’.

Rhexenor krijgt drumles. Hij molt het voetpedaal. Random is geërgerd, hij lijkt Gérard wel. Even later komt Droppa binnen wandelen, hij heeft nu een falsetstem. Rhex maakt troefcontact met Gérard, hij vraagt hem door te komen een pak rammel aan Droppa t geven. Nee, zegt Gérard, dat is dat leuke clowntje. Na het verbreken van het contact, beseft Rhexenor dat hij geen troefcontact had.
Random probeert hem af te schudden, maar dat gaat niet. Tenslotte is hij de nar van de koning. Hij vertelt de mop van Pudding en Gisteren en laat zich niet weg jagen.
Dan een mop van de prinses die zich laat verslaan door Sint Nicolaas. Maar dat moet hij nog uitzoeken.
Eindelijk is hij weg.
Random heeft toch 100 keer liever dat mannetje dan Oberon. Nee, Rhexenor, Opa is niet aardig, vraag het aan mijn broers en zussen.
Hij krijgt troefcontact van zijn moeder, die er netjes uit ziet. Een zilver met zwarte rusting aan.
Hij steekt een hand uit en ze haalt hem door. Hij staat op een heuveltop, om zich heen ziet hij een slagveld met duizenden lijken. Er hebben hier rare wolfachtige dingen tegen mensen gevochten.
Hij vertelt dat hij wat magische items heeft gevonden en laat de ring en parel zien. Heeft hij dat uit een Egyptische omgeving? Hij vertelt hoe hij er aan gekomen is.
Er zijn er niet veel van, zegt ze. Egypte is een lang land, nogal wat weken reizen langs de Nijl. In vroeger tijden waren Opper- en Neder Egypte twee koninkrijken. De farao stuurde een boodschapper met de parel vooruit en zelf was hij dan in één klap naar die parel. En weer terug.
Hij wil het graag aan haar geven. Eigenlijk is de hoorn van haar, zegt ze. Haar macht zit er in. De hoorn is toch niet van hem? Wil je hem graag hebben? Dan moet je er macht in stoppen. Dan is hij van ons beiden, ja. En nee, niet van Odysseus. Die heeft zijn boog, zelfs Gérard krijgt die niet gespannen.
Ze denkt niet dat Gérard kan shape shiften. Hij laat zien dat hij kan veranderen in Random en Martin. Dat vindt je vader ook leuk om te doen, maar je oor zit nu niet goed.
Hoezo heb je contact met Despil? Dat is een Sawall mannetje! Een zoon van Dara en die heeft mijn broer erbij gelapt! Die hele Sawall familie deugt niet. Er zijn maar twee families die… Laat me raden, zegt Rhex: Hendrake en Helgram. Ze is trots op hem, maar vindt het minder dat hij dat van Despil heeft geleerd.
Hou die items zelf. Hij vertelt haar over de sprookjeswereld waar hij ooit is geweest via de poort naar Iregnor. Heb je het over de poort naar de wereld van de Moonriders? Die doet het niet, zegt ze. Jawel, Merlijn heeft die hersteld.
Heb je zin om me even te helpen. Ze legt de hand op zijn schouder en pakt een troef van een zwarte toren. Even later staat hij daar. De toren is een onderdeel van een heel groot kasteel, een fort. Hij krijgt er de kriebels van, dit voelt erg aan. Het is van haar.
Bij de poort staan twee zwarte ridders met rode ogen en zwaarden met tanden. Op de enorme binnenplaats zijn er een heleboel van die zwarte ridders aan het trainen. Een paar duizend zeker.
Ze vertelt over een Aarde waar Brutus de moordenaar van Julius Ceasar was. Hier kan hij even geen contact opnemen, sommige krachten werken hier niet. De ridders springen in de houding zodra ze langs komt.
Ze wijst op een kooi waar een wolf man zit. Ze denken dat ze een godin is, dat kun je doen met patroon. Zo kan ze ze temmen en trainen. Helaas gaan ze snel dood. Als Rhexenor nu kan uitzoeken waar de sterke en zwakke punten van die wolfmannen zitten?
Die in de kooi heeft straf. Ze neemt hem mee naar een hal onder de grond, waar heel veel wolfmannen zijn.
Zij gaat weg en hij gaat naar de leider. Hij concentreert zich op de vlam en hij merkt dat het dan stil wordt. Ze kijken naar hem.
“Hallo, ik ben Rhexenor. En jij?”
“Gggrrr!”
“We zijn heel vereerd dat we in haar kasteel mogen wonen en we willen graag voor sterven. We vechten gewoon met onze klauwen en tanden.”
Rhexenor denkt dat ze tactiek ontberen. Hij gaat proberen het ze uit te leggen. Eentje zou graag metalen lange klauwen willen hebben, maar de leider blaft hem af.
De leider wil geen tactieken leren, sterven voor de godin is toch genoeg?
Rhexenor besluit om toch voor de metalen klauwen te gaan. Is dat de wil van de godin? Ja, zegt Rhexenor. De smid zal ze voor hen maken, hij zal het regelen.
De gevangen wolf had radicale ideeën (magie), dus hebben ze afgetuigt.
In de smidse zijn er dwergen aan het smeden. Hij vertelt aan Deirdre dat ze metalen klauwen willen.
Is goed, ze zegt tegen de hoofddwerg dat ze moeten doen wat haar zoon zegt. Hij laat met zijn hand zien wat hij bedoelt. Voor ieder twee, een paar duizend totaal. Ze maken de klauwen uit ringen die aan elkaar zitten. Ze denken over een maandje de eerste 100 af te hebben. De dwerg laat zien hoeveel werk het is.
Ze houden niet van licht, hoort hij. Hmm, nog een zwakke plek. Hij gaat Deirdre vertellen wat de tweede zwakke plek is. Waar ze ze vandaan heeft, deden ze magie. Hij herinnert zich dat die ene in de kooi magie kon.
De tijd gaat hier redelijk snel ten opzichte van Amber. Dat met die mitril klauwen komt in orde. Op heb je liever adamantium? Die glimmen minder. Ze roept iemand erbij en draagt hem op ervoor te zorgen dat het adamantium wordt en ook brillen of helmen tegen het licht.
Bij de kooi begrijpt hij dat deze wolfman zich eenzaam voelt. Wolven zijn graag in de groep.
Ha, magie, zegt de wolfman. Magie van de vogel. Hij kan het niet, maar het is Leven. Dat is niet van de Maan. Ik heb een stomme leider dat een hondsvot is. Sterk en dom. Hebben jullie ook dat soort leiders? Hij knipoogt, hij ziet zijn oog rood worden, dan groen en dan weer geel. Van de maan, zegt hij. Hij veranderde zijn oog…
Misschien kunt u ons in groepjes indelen. De hersens en kanonnenvoer.
Hij laat de gevangene eruit. Hij wil laten zien hoe hij kan veranderen en verandert in een vrij grote draak die vuur kan spugen.
Deirdre baalt, waarom heb ik weer flutwezens die afhankelijk zijn van de maan. Ze beent weg.
Weet U waar de anderen zijn die ze heeft meegenomen van ons volk? Waar zijn die? Ze kwamen niet terug en daarna was ze heel boos.
Rhex gaat aan het regelen en maakt groepjes. Ze hebben lange stokken met een soort lusdraad er aan en daarmee kunnen ze vuurballen toveren en gooien.

Ik zeg dat ik contact op ga nemen met mijn vader en vraag of Ronardo en William nog vragen voor hem hebben.
Misschien kun je hem doorhalen, stelt William voor.
Julian is aan het paardrijden. Hij kijkt opzij naar iemand als ik vraag of ik hem stoor. Ik vraag hem of ik vanuit hier een paard kan gaan trainen. Dat gaat niet, die moeten in Amber worden getraind. Het is een speciaal Amber ras. Een vreemde paardensoort die nergens voorkomt dan in Amber. Ik moet de zee oversteken, daar is een eiland en daar wonen ze. En daar moet je ze vangen.
Ik vraag of hij een keer tijd heeft om kennis heeft te maken met William. Heeft hij, na een kwartier kan ik hem doorhalen.
Ronardo wordt begroet, deze vraagt beleefd hoe het gaat en Julian vertelt dat hij een broer kwijt is, maar heeft eigenlijk geen tijd hem te gaan zoeken.
William zegt verbaasd: U ziet er heel anders uit dan ik had gedacht. Ik zie dat U aan onze kant staat. U vecht toch veel tegen demonen? Dat zwaard hè.” Julian mompelt iets.
William had vroeger een soort sabel waar iets mee is. Maar dat hoeft niet meer.
Ik vertel dat hij les gehad heeft in demonen. Julian pakt twee kruidenzakjes uit zijn tas en legt ze op de tafel. In beiden zit een teer plantje. William raakt ze aan. Het tere plantje schrompelt weg, het andere gaat bloeien met een geel bloempje.
Osric hmm? Je maakt anders gebruik van behoorlijk duistere krachten. Weet je waarom je dat doet of kan? Nee, maar volgens William is er een voortdurende strijd van goed en kwaad en hij staat aan de goede kant, aan die van licht.
Julian vertelt dat hij ervaren heet dat er in Arden plekken zijn waar sommige kruiden wel groeien en andere niet. Er zijn duistere plekken waar dit bloempje groeit en lichte plekken waar geen giftige planten groeien. Er lijken steeds minder lichte plekken te zijn. Arden gedraagt zich een beetje vreemd ten opzichte van andere werelden. Alsof sommige planten er beter gedijen, een plaatselijke rimpel in schaduw, waar kwade krachten langs lekken. Ronardo vertelt wat hij denkt te weten van Arden. Een bos van Amber, vol met rare wezens en toegangen naar andere werelden. Het is eigenlijk een enorme wereld, de oudste van alle oude wouden, dat begint en eindigt in Amber, legt Julian uit. Het klinkt bekend, maar weet niet hoe of wat, zegt William.
Het ‘Oeroud’ is daar. Het is daar gebracht, denkt Julian, maar doordat niet alle wouden onder Patroon vallen, klopt het niet helemaal.
De praktische kant is dat er allerlei wezens zitten die er niet thuis horen. Amber wordt overspoeld door een plaag van vervelende wezens en dingen. Julian doet zijn best om het in toom te houden. Normaal gaat dat in pieken en dalen, nu zitten we misschien nu in een piek en is het over tien jaar minder.
Er waren al beelden en andere zijn door hem of zijn familie gemaakt. Er zijn ook plaatsen die niet typisch zijn in een woud. Open plekken, doorgangen naar een wereld die niet open is en wie weet wanneer wel. En er zijn overwoekerde ruines.
Jij hebt niet zoveel met de natuur? zegt hij tegen William. Nou, deze kan wel een beetje paardrijden. Ik ben mijn geheugen kwijt, maar met die kruiden en plantjes, nee. Heb je niet nog meer van die testjes. Er is een heel goede test en dat is Patroon lopen. Er zijn kruiden die kunnen helpen geheugen terug te krijgen. Hier moet je thee van zetten en iedere dag wat nemen, misschien krijg je dan je geheugen terug.
Ronardo vraagt naar het boek over gardians. Kom maar een keer langs als we tijd hebben, zegt Julian weinig uitnodigend. Hoe zit het met jouw kennis van de natuur? Daar doet Fiona niet veel mee. Meer met overschaduw enzo.
Juian pakt een kaart en gaat weg. Hij troefde Bleys, zag ik.

William gaat meteen thee drinken. Het is aardig van mijn vader om dat te geven, vindt hij en Arden is vast een puinhoop. Mijn vader weet vast veel van demonen, heeft een gruwelijk demonenzwaard. Hij had moeten vragen hoe het heet.
Ronardo heeft geen paard. Hij troeft zijn kamer en verdwijnt.
Hij is in Amber, gaat naar de stallen en zoekt zijn paard uit. Dat wordt voor hem gezadeld en wel. Hij loopt er mee naar buiten.
Ik probeer hem na een half uurtje te troeven. Ik krijg contact en ineens is het weg. Het wordt verbroken.

Het is Fiona. Ze moest hem net even hebben. Ze loopt naar buiten, haalt hem door met paard en al en hij staat ergens buiten Utrecht. Het paard blijft in de tuin staan, hij gaat mee naar binnen.
Zijn vader is er en er zijn ballonnen en slingers. Gefeliciteerd!!! Ze zijn erg enthousiast. Wist je zeker niet meer dat je jarig was! Volgens zijn vader is hij vandaag jarig, Fiona was het een beetje vergeten. Hoe oud ben je.
Hij krijgt een stuk taart en vraagt om 7-up. Zijn vader pakt het nieuwe bier Jester. Pitfiend is failliet gegaan.
22 jaar is de jongen geworden, zegt zijn vader.
Er is chocolade-moussetaart, niet gebakken door Fiona. Kaarsjes uitgeblazen, hij heeft de wens gedaan dat hij niet gek wordt.
Kadootjes: een mooi fluwelen hoesje met daarin een troevendek. Anders dan hij al heeft. Het zijn andere plaatjes, ze staan er iets anders op. Er is iets mee, beetje 3-D. Hij test die van Fiona. De voorste kaart verandert in die van haar, hij kan om haar heen kijken en naast haar. Het is een zeer compleet troevendek met onder andere Dalt en Henry. Hij troeft zijn vader en deze is dat niet erg gewend. Hij vindt het niets met die kaartjes. Hij heeft totaal geen bescherming, beseft Ronardo.
In het tweede pakje zit een horloge. Leuk he. Er zit een knopje om te verstellen op. Hij draait, maar krijgt het niet gedraaid. Het werkt zoals een horloge. Het is een dimensie horloge, zo weet je ook op andere werelden de tijd. Fiona vindt dat hij moet uitleggen wat er nog meer aan zit. Het werkt niet overal. Henry trekt het knopje uit, draait er aan, weer ingedrukt. Dan is hij wazig, loopt door de muur en weer terug. Hij was bezig met dimensie shiften, je kunt er mee door een deur en muur. Ronardo probeert het ook. Het voelt raar, hij voelt zich uit elkaar getrokken enzo. Volgens zijn Patroon training is dit heel fout.
In het derde pakje is een mooi tekensetje, handig om mee te nemen. Het is heel duur met kant en klare stukjes papier. De pen is verstelbaar in fijn schrijven en dergelijke.
We gaan naar een land met rare dingen, vertelt Ronardo. Lees het ‘Necronomicum’, als je je daarmee bezig houdt, stelt zijn vader voor. Van Ctulhu heeft hij gehoord, ene Lofcraft hield zich er mee bezig.
Hij vraagt aan Fiona: heb je ooit iets gehoord over die broer van jou die los was? Nee, dat was zijn vrouw, zegt Fiona.
Ronardo zegt dat hij nu echt moet gaan. Hij krijgt de taart mee en ook nog een ballonnetje. Hij troeft mij met zijn nieuwe troef. Een levendiger troef. Hij ziet dat William er ook bij is, met zijn kleine paardje.

Ik haal Ronardo door nadat we al meer dan een uur aan het rijden zijn. Hij heeft een schaal met taart bij zich. Hij laat zijn nieuwe deck zien: dit zijn heel andere troeven. Er is iets mee en op de achterkant van de kaarten is een ingegraveerde cirkel. We krijgen een stukje taart.

Caine wordt getroefd door Ronardo. De troef blijft donker, wordt expres afgeschermd.
De oude troef doet niets, volgens die kaart is Caine dood.
Dan probeer ik het. De kaart voelt eerst ‘dood’ aan, maar wordt dan koud en ik kijk tegen een aan dame aan. “De heer Caine is niet beschikbaar, maar misschien kan ik de boodschap aannemen.” Ik vraag of Caine contact met me op kan nemen.” De verbinding valt weg.
Intussen heeft William de hele taart gegeten. Ronardo laat zijn horloge zien.
Zit er nog een computerspel op? vraagt William. Dan gaat het gesprek tussen de heren over werelden met een Arkon destroyer. Over Star Wars en de Dark Side. Het wordt donkerder en kouder. Dark Side, dat heeft wat!! vindt William. Hij wijst: zie je die ruïne daar? Daar zit iets.
Het zijn de ruïnes van een oud klooster, het ziet er naargeestig uit. Er zit een kerkhofje bij.
We gaan er naar toe. Het geheel is vervallen en we vinden een luik met ring.

Deirdre heeft geen tijd, Rhex regelt alles maar mooi zelf. De wolfmensen worden in groepjes opgedeeld, vechters en helpers. Hij moet ze eerst hun oude manier van vechten afleren, dat gaat hier en daar hardhandig. Maar anders leren ze het niet.
Hij komt er achter dat de vrouwen eerder weg rennen. Dat is niet erg, maar wel dat ze dan ophouden met schieten.

De wereld waar het kasteel staat is raar. De hele wereld is een groot trainingskamp, het ligt vol met schietdingen. Er staan ook voertuigen met rupsbanden buiten in het bos. Ze staan er al heel lang. Het kasteel heeft torens met buizen.
In de eetzaal hangt een scherm aan de wand waar films worden vertoond. Allerhande documentaires. De zwarte ridders hebben trouwens allemaal hetzelfde gezicht, een paar 100 broers. THX 302, THX 301 enzovoort.

Als hij een keer gaat slapen, neemt hij zich voor om Brutus te zijn. En in die gedaante gaat hij op zoek naar Julius. Hoeveel mannen heb je al voor me getraind?
Ze hebben de halve provincie veroverd en slaven gemaakt en zijn nu met meer. Die boogschutters zijn wel goed. Rhexenor is alweer een jaar weg. Hij vertelt in het kort waar hij mee bezig is. Het gesprek gaat verder over Romeinen die de wereld veroveren en Grieken die ruggenstekers zijn. Rhexenor waarschuwt Julius voor Brutus.
Het kasteel is vol met geheime gangen en ruimtes en wapens en van alles.
Hij laat Deirdre zien hoever hij is met de training. Ze is onder de indruk.
Ze heeft een enorme zaal met loopplanken en springdingen. Ze kan met een salto van de plank af springen. Ze is heel erg lenig, andere vechttechniek dan Benedict. Ze is erg goed. En speelt behoorlijk vals.
Haar armour is blijkbaar beter geworden in de Abyss. En offeren doen Abyss wezens niet. Ze weet wel dat ze bestaan. Het is vreemd om daarin te liggen. De tijd staat stil. Je geest is er wel.
Hij vertelt over Gérard. Ze vindt hem aardig, maar saai. Heeft geen visie. Komt nooit met een plan. Heeft geen ambitie, doet als een mak schaap wat anderen vinden. Toen hij klein was, was het Gérard die alles brak. Al zijn speelgoed, echt alles. Zijn wiegje en zijn hobbelpaard. Altijd huilen… er was weer iets kapot.
Oberon stuurt je echt de dood niet in als hij je irritant vindt. Rhex denkt van wel, hij noemt Osric en Finndo als voorbeeld. Ze zegt dat het een tweeling is. Wie zegt dat ze dood zijn? Er zijn toch nog steeds kaarten van ze. Oberon en Caine zijn ook niet dood.
Hij merkt dat het reizen in dromen hem erg uitput. Hij kan het nu vaker dan hij eerder kon. De hoorn heeft tijd nodig zich aan te passen aan een andere wereld. Deirdre maakt de opmerking dat hij er blijkbaar mee bezig is, dat heeft ze gemerkt.

Ik krijg hulp met het opentrekken van het luik van William en Ronardo. Aan William hebben we niets. Vroeger ging het luik open met een mechanisme, dat is nu vastgeroest.
Het begint te regenen, het is wat donkerder geworden. Ronardo heeft een brandende fakkel en we gaan snel naar binnen. De trap begin een beetje glibberige te worden. We komen in een soort kelder. Er zijn resten van vaten en kratten. Daarna in een lange gang waar links en rechts ruimtes zijn. In één ruimte is een heel oud wijnrek. Er liggen een paar flessen wijn. Ronardo haalt ergens een kurkentrekker met kurk vandaan. Daarna een mok. De eerste fles is rommel, de tweede is goed. Ronardo raakt het rek aan en troeft Bleys.
“Ik heb een kado. Wijn.”
Bleys stapt van zijn paard af, geeft hem een hand. Julian is bij Bleys, zag Ronardo.
Hij maakt kennis met William. “Ik heb al veel over je gehoord, vooral dat je niets weet. Je moet iets heel erg gevaarlijks hebben meegemaakt. Als je bijna op sterven ligt, komen je herinneringen terug. Dat is een beter advies dan die kruidenrommel te drinken van Julian.”
Goede wijn mag je niet bewegen. Bij liggen blijft de kruk nat, deze twee flessen zijn goed. Hij geeft ze door aan Flora, als we iets te vieren hebben, hebben we wijn te drinken.
Hij was ons vergeten te troeven, had het zo druk. Hij kijkt Ronardo goedkeurend aan. Een parapluutje zou kunnen met dit weer, zegt hij tegen mij. Zo wordt je haar verruïneerd.

“Dennis en zijn broers hebben iets gevonden, denken ze. De wezens bloed gebruiken om een construct te bouwen. Je kunt artefacten bouwen met macht.
Een construct kan ook een wezen zijn. Ik denk dat ze een intelligent wezen hebben gebouwd of nog mee bezig zijn dat een construct is. Die hebben een eigen intelligentie en nu zijn verbonden met iets. De vraag is waarmee en wat gaan ze/ die construct doen. We denken dat het een wezen is zoals ons, gemaakt uit essentie van bloed. Ze hebben het soort bloed gebruikt om verder te komen dan hun eigen wereld. De volgende stap zou patroon lopen kunnen zijn. Ze bewaken patronen en doen ze nu ook. Maar allemaal bewaken wordt erg lastig. Het oerpatroon is niet echt in gevaar, het is moeilijk daar te komen. Corwin’s patroon is nu ook een mogelijkheid en dan heeft ie veel macht. En gebroken patronen. Hij lijkt bijna blij met zijn ontdekkingen. Ze denken dat Deirdre en Random en Chaos er mee te maken heeft. Random kan er mee te maken hebben dat Corwin is weg gelokt. Onbedoeld heeft er iemand misbruik van gemaakt. Maar waarom precies? Jurt weet misschien iets. Deze kan gaan en staan waar hij wil, iedereen ziet hem aan voor de stoethaspel die hij is, maar Jurt is iemand met zeer veel kennis.
In theorie zou de Construct een man of vrouw kunnen zijn, meest waarschijnlijk is een vrouw vanwege het bloed. De construct is nog nergens gezien, voor zover ik weet.”
Er zijn een aantal gebroken patronen. In Lorraine is er één. Dat is een ex schaduw van Corwin. Er zijn er 9 bekend. In afnemende macht verder van Amber komen ze ook voor. Als hij zo’n wezen zou zijn, verwacht hij dat het gewone patroon beter is. Met een zware voorkeur voor dat van Tir Nan Ocht.
Zouden we het kunnen herkennen of voelen? Wat zou je doen als de als Construct ziet dat het patroon bewaakt is. Waarschijnlijk je macht gebruiken om demonen op iemand af te sturen. Misschien met een signaal de bewakers afleiden.
Het kan zijn dat er al patroon is gelopen natuurlijk.
Toch moeten we aanpakken wat er achter zit. Een Construct kan eigen leven gaan leiden. Misschien moeten we Merlijn maar eens vragen hoe dat zit met constructs. Na hem en Eric weet hij het meest. Merlijn heeft eens iets dergelijks gemaakt. Eric hield zich overal mee bezig, met alles wat met Macht te maken heeft. Anders dan Merlijn. Eric mocht je of je mocht hem niet. Hij heeft zelden iemand gezien die zo ambitieus was als Eric. Het zal het spel zijn dat Oberon voor ons in petto had. Hij had zichzelf tot koning uitgeroepen. Gesteund door Gérard, Caine, Flora, Julian en Benedict.
Random is door de éénhoorn gekozen. Iedereen herkent hem meteen, hij gaf het juweel aan Random. Het is een manifestatie van het patroon. De eigen macht, ook construct. Met de eenhoorn kan het alleen lukken als het patroon het er mee eens is.
Brand weet hoe het zit met patroon. Brand heeft uit zijn studies iets afgeleid, kreeg daardoor ruzie met de eenhoorn en daarom wilde hij patroon vernietigen, denkt Bleys.
Er zijn een paar oerwezens die onderling hun eigen strijd om de macht voeren. Het heeft allemaal iets met schaduw te maken, daar staan ze boven. Ze zijn continu bezig elkaar een hak te zetten. Door het ontstaan van patroon zij een aantal schaduwen ontoegankelijk geworden voor serpent.
Van vorm veranderen wordt gezien als iets primitiefs door Chaos. Hij denkt dat zich door te binden aan iets wetmatigs, Amberieten sterk zijn.
De Phoenix was van die wezens het machtigst. Raar dat de eenhoorn en het serpent samen werkten. De rol van het waterwezen is onbekend in deze. Heiron is een wezen dat qua denken ook niet lijkt op ons. Er zou ook een draakachtig, spinachtig en lichtbol wezen zijn. De Whisp heet de laatste. Puck is een soort van sater. Die kun je tegen komen in schaduw. En een wezen dat Droppa mapance heet. Wayland is ook zo’n soort wezen.
Er wordt soms een wezen gezien in het paleis, een soort vampier die Uli heet en de oorspronkelijke eigenaar zou zijn van het paleis. Overschaduw heeft er mee te maken. Osric, Finndo en Eric wisten er veel van. Corwin en Brand gingen goed samen. Brand was altijd bezig met hogere machten; Bleys meer met praktisch toepassen en Fiona theoretisch.

Rhexenor traint wolven. Hij is al best ver. De vrouwen zijn meer werpers. Er zijn drie groepen en Deirdre is tevreden.
“Kon je zien wat er gebeurde in de Abyss, zag je andere wezens?”
Ze wil er niet over praten. Ze vertelt hem dat hij hier niet bereikt kan worden. Er is hier een toren waar dat wel kan, in één van de torens. Wat ben je ongeduldig, je lijkt je vader wel.
In de kamer is een magische cirkel, het is net of hij ergens anders is. hij krijgt direct contact met Despil die hem wil doorhalen. Rhex wil eerst gedag zeggen tegen zijn moeder.
Buiten de cirkel ontmoet hij Deirdre en hij neemt afscheid. Altijd hetzelfde met jullie Amberieten… moppert ze.
In de cirkel maakt hij weer contact met Despil. Die heeft een uur zitten wachten. Hij haalt hem door naar de ontvangstzaal van een tovenaar.
Aan het einde van de zaal zit een gestalte in een felblauwe mantel en een felblauw masker. In de ogen groene edelstenen.
“Halt,” zegt een stem en er verschijnen twee stoelen.
“Jullie zochten informatie?”
Ja, over Corwin. U heeft veel informatie, meneer eh…
Noem me maar Masker.
Zo, dus jullie zijn:
Rhexenor, zoon van Deirdre en Nicolas Hendrake, opgegroeid op een Griekse aarde, shape change en Phoenix.
Despil, zoon van Dara, misschien van de oude Sawall. Conjuration, sorcery, logrus, powerwords, shapeshift.
Ik ben het Masker.
Wat gaat het kosten?
Ik heb iets nodig. Er is iets wat een unieke combinatie als jullie kan halen, opgeborgen door het serpent, lastig te halen.
Ik wil dat jullie me de haar van de eenhoorn brengen
Despil vraagt meer uitleg. Het oog van het serpent en de haar van de eenhoorn zijn ooit uitgewisseld voor balans en samenwerking tegen een ander wezen
De Eenhoorn is niet bereid hoorn af te staan en heeft toen een vlecht afgestaan. Het serpent een oog, de eenhoorn heeft het oog in bewaring gehouden en het serpent de vlecht. Ik wil die vlecht.
Wat kun je daarmee, vraagt Despil. Geen antwoord.
Logrus is niet van de vlecht, zegt masker.
Heeft u een tip waar we kunnen beginnen? Er zijn deskundigen te vinden op het gebied van het serpent. Ze kunnen hem hier bereiken, Masker gooit een kaartje van een Japans aandoende tempel naar Despil. Heeft iets bekends, zegt Despil. Ga nu, zegt het masker.
De stoelen verdwijnen. Ze gaan een lange gang door en naar buiten door de voordeur. Ze staan voor een gebouw in de wolken Despil laat vleugels groeien en vliegt weg. Rhex doet dat ook en ziet achter zich een Japanse tempel. Er is groene lucht. Despil vliegt naar een groot paleis, naar mamma thuis.
Het is een prachtig paleis, met koepels. Witte muren met symbooltjes. Allerlei dingen, runes enzo. Loopt op van laag naar hoog. In het midden een koepel van kristal.
Ze landen op een bordes waar ook rijdieren met vleugels staan. Bijvoorbeeld een hippogrif en er lopen ook mensen. Allemaal demonen.
Ze zijn op weg naar Suhuy en hij wil niet Dara of Gramble tegen komen.
Het paleis ziet er absoluut niet chaotisch uit
Af en toe worden kindjes gepetst die er uit zien als demon.
Ze gaan door de tuin richting een put en komen een jonge dame tegen.
“Hallo mam,” zegt Despil. Ze ziet eruit als een jong meisje, heeft sproetjes en kijkt vriendelijk. Wie heb je daar bij je. Gewoon iemand, ik heb even haast. Ik was toch geen kroonprins. Kun je worden als al je broers vermoord zijn. ben je niet die zoon van Bleys? Geen rood haar. Wie ben je dan? Een vriend van Despil. Ik ben Dara, de koningin.
Rhexenor, goede dingen gedaan, heb ik gehoord.
Julie zijn natuurlijk op weg naar de Logrus, begrijp ik wel. Kom ff thee drinken. Ga maar vast, nog even wat uitleggen.
Ze heeft ons gezien, moeten beleefd zijn. kort antwoorden op vragen. Ze weet alles, maar je moet antwoord geven , legt Despil uit aan Rhex.
Dan gaan ze naar de thee, temidden van allerlei dames die over de laatste mode kletsen.
“Jullie trekken samen veel op?” vraagt Dara.
Ze drinken Ceylon thee en vertellen Dara dat ze goede vrienden zijn.
“Dat is prijzenswaardig,” ze kijkt met een bepaalde blik naar Despil
“Hoe gaat het met je vader, is hij nog niet vermoord door zijn zus. Heb je die al ontmoet?
Gilva gaat veel om met een zoon van mij. Met Merlijn, zegt ze trots.
“Die ken je vast wel, die gaat koning van Chaos worden.”
“Hij wil toch niet,” zegt Despil. “En waarom niet Mandor?”
Het gesprek gaat over naar Jurt. Dara trekt een vies gezicht. Hij is mislukt, ik wou dat ik hem nooit gehad had. Een sukkel en een mislukkeling. Hij kan er net zo goed niet zijn, niemand die hem vermoorden wil. De eerste dag dat hij koning zou zijn, flikkert dit paleis naar beneden.
Hoe gaat het met Sawall? Die is bedlegerig, heeft een beetje last van zijn maag. Oh, gif zeker, denkt Despil.
Logrus is erg gevaarlijk voor jullie soort. Beetje mee oppassen. Je kunt een beetje van vorm veranderen. Hij toont het en schaamt zich meteen.
Hoe is het nu met Deirdre? Heeft ze last van duizelingetjes, is ze niet een beetje vreemd, heeft ze black outs…wordt ze schreeuwend wakker. Zie je dat hek,als je daar over heen kijkt zie je de Abyss, daar wonen we boven. Na het absolute Chaos is er het absolute niets.
Die arme Brand die helemaal zielig daarin ligt. Maar zijn geest is vrij. Denkt ze ook, zegt ze met een lachje. Alleen jammer dat jullie mijn leerlinge nooit zo begrepen hebben. Die later met Brand getrouwd is. Ik begrijp dat je daar een wat nare confrontatie mee hebt gehad? Eigenlijk is ze heel aardig. Liefde op het eerste gezicht.
“Twee gekken bij elkaar, zegt Despil. “Rinaldo valt me mee. Ook een beetje gek.”
“Hoe is het met de koning?” vraagt Dara dan. “Drumt ie nog een beetje, hoe zit zijn nieuwe geblokte pakje.”
“Ik heb niet veel contact met hem,” zegt Rhex, “geen idee waarom hij zo doet.”
“En waarom vindt de rest van de familie hem zo betrouwbaar en waarom valt Vialle zo op hem? Maar ik wil goede band met Amber, als mijn zoon Merlijn op de troon zit dan… Rinaldo is keurige jongeman trouwens, neem voorbeeld aan hem Despil. Of desnoods aan Merlijn en Mandor. Oh, je wilt Suhuy spreken? Dat regel ik wel even. Zijn jullie hersteld van de oorlog, hadden jullie veel schade aan het paleis?
Er worden wolven op je afgestuurd hè. Ik heb wel een idee door wie. Random of Flora.”
“Random?” zegt hij verbaasd.
“Oh ja. Hij zal ontkennen, maar zit vol met geintjes.”
Ik heb gehoord dat je niet tegen kietelen kan, zegt hij. Van Random. Ze is even sprakeloos.
“Onbegrijpelijk dat iemand als Random, die zo aardig i,s ruzie heeft met zijn zoon, ik heb nooit ruzie met mijn zoons.” Ze loopt weg om wat te eten te regelen.
Despil is een beetje bang voor haar. Ze is gevaarlijk… Ze hobbiet wel eens wat en ze kan iets met Logrus. Maar het is saai om dienstmeisjes te vernietigen.
Dara komt terug en heeft voor sandwiches met ei en salami gezorgd. Despil pakt er één.
In Amber moet je oppassen voor gif, hier niet, zegt ze. De hoorn van overvloed hoeft ze niets van te weten. Random is een smakeloos figuur en dat voor een broer van Bleys… eerst Eric en nu Random. “Ik ben blij dat jij de zaken recht kan trekken,” zegt ze.
“Als jij nu op de troon van Amber zit en steun van Chaos hebt… mijn hobby is ook met legers. Oh, heb je het Kanon van Rebma? Het is jammer, maar al mijn zonen houden zich daar niet mee bezig. Met zo’n vader als Corwin zou er allicht een zoon tussen kunnen zitten die…. Oeps.”
Ze vertellen dat ze info hebben gekocht bij de allesweter. En dan gaat het over de nieuwe Amberieten.
Ronardo, die een zoon van Fiona en een gewoon mannetje is. Dat is één van de zonen van Fiona, weet Dara. Fiona was ook onaardig tegen Jasra en nu is ze zoek, al is het waarom een mooi verhaal.
En dat meisje met haar drie of vier vaders… haar moeder weet dat ook niet. Misschien ook eens vragen aan het Masker. De meeste kans is Bleys. Hoewel, ze kan zich niet kleden en heeft vast verkeerde vrienden, dan is ze van Random. Oh, heeft ze geen vrienden? Dan misschien toch van Julian. Denkt dat meisje dat zelf ook? Wat naar voor haar, dat is wel zo’n zielig figuur, die kan nooit een kind hebben verwekt. Hij heeft Chaosieten nooit netjes behandeld, Dara mag hem niet. Waarom doet hij ons altijd zo’n pijn? Is dat meisje erkend door Julian? Wat lastig…
We zijn één grote familie. Jij ook. Je bent de achter achter achter kleinzoon van Benedict en dat is ook nog je oom. Je bent behoorlijk familie. En anders wel via Oberon, hoeveel kinderen die niet in Chaos had… Weet je al alles van je zwaard. Daar kan ze bij helpen, het past echt bij een demoon.
Als hij er in slaagt machtige dingen te doen met dit zwaard, wordt het sterker.
“Dus als ik iemand offer op een altaar…”
“Wat een goed idee!”

Dat was Bleys. Aardig, maar zakelijk. Zijn adviezen niet geweldig. Te pletter laten vallen om je geheugen terug te krijgen.
Dan wordt Sand getroefd. Ze begroet me enthousiast. Ik vertel haar dat William een kleinzoon is van Osric en over zijn krachten. Dat klinkt als een vorm van sorcery. Spikards zijn ook een construct, we weten niet door wie deze zijn gemaakt. Ondanks dat ze met iets verbonden zijn, hebben ze toch hun eigen macht.
Ze weet alles en iedereen die de grens overkomt, deze is beschermd. Ik vertel over de constructs die mogelijke moeite gaan doen om een (gebroken) Patroon te lopen. De laatste keer heb ik het patroon gelopen in Corrilane, naderhand ben ik er niet meer geweest. Ze is nu heel wantrouwig, iedereen zou dat bij wijze van spreke kunnen lopen. Ze gaat nu bewaking of iets regelen, ze heeft haast. Ze zegt nog wel bezorgd dat zo’n wezen bijvoorbeeld mijn vorm aanneemt.
We kijken rond. Er zijn lege nissen en nissen met bedden. Hier voelt hier een beetje raar, zegt William. Loopt even rond, zegt dan dat er hier zieke lui zijn geweest.
Ronardo merkt dat hij zich normaal afsluit, dat heeft hij zo geleerd. Hij stelt zich open, er hangt hier een nare sfeer. Fillipien is hier liever niet. Er zijn hier geen beesten.
Dar afsluiten heb ik ook gedaan, William sluit zich dus helemaal niet af.
Het lijkt dat er iets niet klopt, zijn geest hoort helemaal niet open te staan. Misschien is hij ooit aangevallen door een geestelijke aanval?
Ronardo vertelt aan William wat te doen: denk aan een deur in je geest en sluit deze. Diep in je geest, zegt Ronardo, doe je ogen dicht. Hij denkt aan een deur en vertelt dat er eentje echt heel erg ziek is, hij heeft de pest. Iedereen wordt hier ziek, ze gaan allemaal dood. We kregen het wel een beetje koud en William weet niet eens wat hij ons net vertelde. Dan gaat hij in zijn geest naar die deur om te sluiten. Kraakt een beetje, zegt hij. Het is een dichte deur nu, maar zwak Heel anders dan die andere deur met een plank ervoor, een groot slot, en geen sleutel.
Ronardo heeft ooit iets geleerd van Fiona en gaat dat uitproberen op William. Hij kijkt hem strak aan en zegt hem achter de afgesloten deur te kijken, hij zal meegaan.
Ronardo staat op een vlakte waar het helemaal leeg is, helemaal in de verte ziet hij een eenzaam figuurtje, diens kleding wapperend in de wind. Hij loopt er naar toe, het is een bang klein jongetje van een jaar of tien. Mamma, zegt deze. Dat ben ik niet. Ik ben helemaal alleen, zegt het kind en hij kleumt, Ronardo doet hem een jas om. Steekt een hand uit, mamma toe, zegt hij, Ronardo pakt de hand. Weet niet hoe hier gekomen te zijn. Ik wil naar mijn kamer, is pappa thuis?
Williams hoofd lijkt leeg. Hij is het kleine kind, zou hij daar zijn blijven steken qua herinneringen? Ronrdo probeert, met het kind aan de hand, een boom in die wereld te zetten. Dat gaat niet echt goed. In de verte ziet hij wel de omtrek van een gebouw. Als ze erheen gaan, komen ze in een stad dat het meest likt op een soort van Venetië. Daar rukt het jochie zich los en rent weer naar de valkte, repend om mamma. Ronardo haalt hem in, pakt het jochie vast en vraagt. Het kind schudt zijn hoofd, hij weet niet hoe mamma eruit ziet. Er zijn boze mannen, ze kunnen nu niet naar huis. ‘Opa?! Help, er zijn boze mannen!’
Ronardo moet weer terug, hij heeft maar even in zijn ogen staan kijken. Hij vertelt wat hij gezien heeft. William lijkt totaal geen verweer te hebben, maar dan is er ook niets te slopen. Hij moet heel jong zijn geweest toen hij patroon liep.
Ik krijg troefcontact, dit is Caine. En daar is hij al. Momentje, hij trekt een zilveren dolk, en tekent daarmee een pentagram in de lucht.
“Wat een sfeer zeg.”
“Het voelt nu een stuk beter,” zegt William.
We brengen Caine totaal op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. De frons tussen zijn wenkbrauwen wordt steeds dieper.
“Dat is vervelend, heel vervelend. Momentje,” hij pakt een troef, we herkennen de persoon niet. Hij praat een poosje met de ander, maar we worden er niet wijzer van. Dan kijkt hij naar mij.
“Laten we beginnen met je opmerking over iets missen sinds je het Patroon van Rebma hebt gelopen.
Het Oerpatroon, spiegelt zich in het Water-, Aarde en Luchtpatroon. “
“We missen een Vuurpatroon,” zeg ik.
“Waarom kan jij dit wel bedenken en de rest van familie niet?”
“Ik kom er door die opmerking op, je maakte het me gemakkelijk.”
“Het Oerpatroon is alles. Gebroken patronen zijn afspiegelingen van de afspiegelingen.
Er zijn vier oerwezens. En een Patroon van waar, wie, wanneer en hoe. Via dat van Amber kun je ergens heen gaan, via Rebma naar een persoon. Tir-na N’Oght kun je omstandigheden en tijd bepalen. Het Vuurpatroon is omstandigheden, hoe je er komt, bewapend of met de juiste spullen. Met het Oerpatroon kun je dat allemaal Je kunt dan net iets meer en je kunt het ook dingen vragen. De eerste die dat mogelijk heeft ontdekt is Coral, ze is de jongste en de wijste. Maar we zullen pas meer weten als de baby er is.
Alle Patronen worden op het moment bewaakt, maar de afspiegelingen ervan zijn lastig. En jullie vragen me nogal wat hoor, eerst mijn piramide en nu mijn Patroon…
Dan gaat de aandacht naar William. Je bent dus al eens gehypnotiseerd. Caine kijkt hem diep in de ogen en concludeert dat er niet veel daar is.
Het ziet er naar uit dat er iemand kans heeft gezien een heel groot stuk van het geheugen te wissen. Misschien deed hij dat zelf wel. Eigenlijk kan dat anders alleen gedaan zijn door een andere Amberiet. Of door iemand die heel hardhandig zijn hele bescherming heeft afgebroken.
William vertelt dat Delwin vermoedt dat hij is aangevallen door zo’n soort wezen. Zijn ouders zijn overvallen door tovenaars, misschien zaten die lui er achter. Misschien zijn ze opgeroepen door tovenaars.
Caine raadt aan om stukje bij beetje proberen de confrontatie aan te gaan met bepaalde situaties.
Ik vraag of het lopen van het vuurpatroon zou kunnen helpen. Er is één goede test.: kijken hoe het patroon op hem reageert.
We moeten maar een tijdje met hem optrekken, hem in bepaalde situaties brengen. Proberen meer van dit soort plaatsen op te zoeken. Als we denken als hij het aankan, troef Caine dan. Dan kunnen we naar het Vuurpatroon reizen. Reizen naar Amber lijkt hem nu niet verstandig. Misschien is het hard nodig, de kennis die bij William is. Hij leeft nog, ze hebben geprobeerd bloed af te nemen. Daarna heeft Osric hem veilig opgeborgen. Daarna is deze gestorven, hij is dood en weg.
Hij heeft spoken in een soort van kristal zitten en laat ze er af en toe uit. Er is een mogelijkheid om ze weer terug te halen. Maar dat doen we als andere mogelijkheden zijn uitgeput.
Hij raadt William een staf aan als wapen. Hij troeft Benedict, deze overhandigt hem er één. Nee, het is geen gewone, er is iets mee. Ik ben er erg blij mee, zegt William. Amberieten hebben wapens, zegt Caine. Dan gaat hij weg.
“Ik vind hem sinistere man. Hij zat me aan te kijken alsof ik Osric was,” zegt William.

In de Hoven komt er een heel oude man hun kant opstrompelen. Een kronkelende zwarte slang op zijn hemd,een rusting van rode schubben met een zwarte slang. Lange witte baard, rimpelig gezicht. Lijkt op Dworkin. Rare ogen, gele, katachtige ogen. De staf die hij heeft is geen gewone staf.
Dara is heel beleefd tegen Suhuy. Hij geeft Rhexenor ook een hand, door zijn arm helemaal uit te strekken. Ook Despil is uiterst beleefd.
Dara zegt dat de twee jongeman beneden in de gewelven willen kijken, mijn allerbeste neefje en mijn zoon. Suhuy heeft er niet heel veel zin in. Hij loopt naar Rhex toe en deze voelt dat hij in een vingerknip dood kan zijn.
“Ik ken deze niet, deze wel. Logrus ,” en knikt goedkeurend naar Despil. “Van wie is dat er eentje, je ruikt naar Patroon. Je hoch niet één of andere Barimen binnen gehaald?”
Hij is ook van ons, zegt Dara, en heeft vast talent. Hij prikt Rhex in zijn borst en deze wordt heel erg kwaad, doet zijn best zich te beheersen en Suhuy doet het nog en keer. Rhex kan zich bijna niet beheersen, maar doet zijn best. Is wel wat groter geworden. Kan zich beter beheersen als hij dacht. Toe dan maar.
Dara neemt afscheid, het was heel gezellig, doen we nog eens over.

Suhuy schuifelt een gang in, Despil en Rhex er achteraan. Despil complimenteert Rhex met zijn zelfbeheersing. In de koepel slaat Suhuy met zijn staf op de rond. Er verschijnt een gat in de vloer met een trap naar beneden. Hij komt in een keurig nette grot. In de lucht hangen er een soort van van licht gemaakte gordijnen, die voortdurend van kleuren veranderen. Dat is elektrisch, net als Patroon. Hun haren staan overeind, niet van Suhuy. Het licht rond de staf heeft dezelfde kleuren, de bovenkant zit om een kristal heen gedraaid dat licht geeft. Dit is de Logrus, als je het aanraakt moet je het lopen. Dan ben je dood of gek of Logrus meester.
Logrus moet je in je geest lopen, maar je loopt lichamelijk schade op. Als je het haalt ben je tijdelijk gek, anders dood. Je bent minstens een paar dagen van de kaart. Daarna kun je wel ergens je spreuk in hangen. Dit is geen Patroon, zegt Suhuy.
Hij verandert in een demon, bij de Logrus gaat dat heel gemakkelijk. Hij heeft 6 armen, tentakels, 6 zwaarden met druipend slijm, grote vleugels, is vast erg sterk.
Rhexenor verandert in de ideale demon: rood; hoorns, slagtanden, lange nagels, grote vleugel, grote kop met gele bolle ogen.
Despil: enorme demon met ramskop, zwart met rode ogen, walm uit neus. Stekels op de rug, gemene nagels aan zijn knieën, zeker 3 meter hoog. Kleine vleugeltjes.
Wordt dus niet kwaad.
We kwamen toch voor iets anders, voor een haarlok.
Ze worden zichzelf.
Je gaat toch niet vragen wat je gaat vragen? zegt Suhuy.
We zijn bij het Masker geweest en die vraagt een hoge prijs voor info en nu zoeken we een lok van de éénhoorn. Dacht hij al. Ergens in deze grotten woont het serpent hier ergens in al deze gangen. Ga maar zoeken, als het serpent het wil afstaan, hou ik jullie niet tegen. Als hij besluit jullie af te maken, dan is dat zo.
De tunnels zijn oneindig groot, hier vindt je niets, maar je kunt verdwalen. Despil denkt dat het mee valt. Rhexenor wil toch een kaart maken voor de zekerheid.
Despil haalt een avonturiers rugzak tevoorschijn waar van alles in zit. Rhex pakt wat hij nodig heeft en ze gaan de tunnels verkennen. De eerste tunnel loopt dood. Despil suggereert dat er een geheime deur zit. Dat doet hij met rood licht dat in de muren gaat, er verschijnt een omtrek van een deur. Daarachter is een zaal waar een iets op de grond is. Een van de symbolen licht op en Rhex’ laars brandt af, het zijn vier bij vier symbolen.
Het zijn nummers, zegt Despil. Dat is 1. Rhex erop, Despil op de tweede enzovoort. Na alles te hebben gehad gaat er een deur open. Ze komen in een ruimte met ijswanden en gangen. In het ijs zit een wezen gevangen, een demon. Een meter of twee. Rhex pakt het kanon van Rebma en doet er een speer in. Volgens Despil is het een vrouw. Ze lijkt wat op Dara, vindt hij. Rhex is bang voor een truukje en wil haar niet bevrijden. Hij heeft niets bots bij zich. En het kanon dan? Hij wil haar niet bevrijden. Het is vast een Hendrake, zegt Despil. Het is vast niet het serpent. Het is geen Sawall, het kan een Hendrake wezen of een Hellgram. Laat maar zitten. Rhex schiet het ijs kapot met het kanon.
Langzaam verandert ze in een vrouw, nadat Rhex haar warmt. Ze heeft lang zwart haar, gouden rusting en een schild met vlammende symbolen. Ze is wat verward, steekt haar zwaard weg. Hij stelt zich voor, Rhex van Hendrake en Despil van Sawall. Ze snuift als ze de naam Sawall hoort. Een zwak huis. Hij doet heel beleefd, prins Despil. Tovenaartje.
Jij bent geen… ik ken jou niet… wij Hendrakes zijn allemaal Hendrakes. Hoe kan je een halve zijn. half van Deirdre, zegt hij. Van Amber. Die kent ze niet.
Oberon kent ze wel, ze trekt een vies gezicht. Veel zoons en dochters? Nee, maar een paar. Ze kent alleen Benedict, Osric en Finndo. Die gaan wel. Wat weet jij van mij en Benedict…..
Oh, zo zijn de Hendrakes ontstaan, zegt Rhexenor. Ik wist niet dat je was verdwenen, zegt Despil. Ik dacht dat je dood was… mijn naam is Iolanthe, zegt ze.
Haar schild is heel oud, van voor Patroon en Chaos, van Leven inderdaad.
Het Serpent heeft eindelijk besloten mij te laten vinden en me vrij te laten zijn? Je zou kunnen helpen, ze had ruzie met het Serpent. Waarom zit je dan opgesloten?
Er is dus nu een heel huis van Amber, door die smeerlap gesticht?
Hij vertelt van het Huis van Amber. Zij ze zo machtig? Hoe is dat kunnen gebeuren? Door dat nieuwe Patroon? Zij hebben nog niet zo lang de Logrus. Ze vindt het raar, wat is er precies gebeurd? Nadat het Serpent en de Eenhoorn ruzie hebben gekregen?
Wij van Chaos hebben Amber aangevallen. Eerst Oberon gevangen gezet. Ze weet dat Phoenix is weg gewerkt. Deze had er niet opgevist geweest als Serpent en Eenhoorn nog steeds hadden samen gewerkt.
Wie heeft het juweel gestolen en aan Dworkin gegeven. Ze zegt niets. Hoe heb je dat gedaan, hoe heb je sowieso iets kunnen stelen van Serpent. Ze wil best helpen als ze iets willen stelen van het Serpent. Ze is hier vast gezet toen ze voor de tweede keer hier kwam…. Het heet het Oog, maar het is niet zijn oog. Het juweel is veel ouder, zegt ze. Het juweel is zelfs ouder dan de Phoenix, maar had wel iets te maken met de Phoenix.
Iemand heeft de deal over het juweel tussen Serpent en Eenhoorn verpest door juweel te stelen. Zowel Logrus als Patroon zijn gemaakt met het Juweel. Dus de Oberon-familie heeft misbruik gemaakt van het Patroon. Wel is het geprobeerd te vernietigen via Brand. Die kent ze wel… ze weet niet hoe, een jongeman met rood haar. Ze heeft hem ontmoet voordat ze Oberon ontmoette. Tijdreizen zijn niet onmogelijk hoor. Brand is geen broer van Benedict, zegt ze. Lijkt er niet op. Misschien een andere Brand? Deze had goede ideeën over het juweel. Onder andere is het dankzij Brand dat íemand het heeft kunnen stelen.
Ze wil even helpen, als het Serpent hier nog zit en gaat voorop. Ze verdwijnt om en hoek, bloedvlekken tegen het plafond. Split splat, volgende monster, iets van metaal en ijzer. Groene spatten, dan in een donkere tunnel, ze rent door. Ze vecht met een reuzenspin en ze wankelt. Rhex prikt met een nagelzwaard in al zijn ogen en beschadigt de spin een beetje. Een grote dikke vuurbal schroeit flink weg, maar de spin heeft geen krasje.
Rhex onder de spin, er omheen. Zoek in de hoek, roept ze. Welke hoek, vraagt Rhex zich af. Dan vliegt er een bliksem door de grot, de spin heeft er geen last van.
In en hoek staat een vaasje, vies, oud en stoffig, schiet op! Messen doen geen schade. Hij moet de vaas kapot laten vallen, daarin is een haarlok. Rennen!! Despil gaat voorop. Iolanthe rent er achteraan, Rhex ook. Dan horen ze een krakgeluid en er komt een worm achter hen aan. Zij gaat nu voorop. Zij weet de weg en verandert de omgeving. Dan staan ze op een vlakte met een toren. Rhex is hier nooit geweest, denkt hij.

Met mijn zwaard kan ik deuren slaan. Sla die deur door, raadt Ronardo aan. Eerst probeer ik deze gewoon te openen. Klik, zegt het en ik open de deur. William loopt langs me heen in een gewelfde ruimte waar allemaal tombes staan. Er is een stuk ingestort en er is een tombe gebroken. Die is van de aartsbisschop, in de tombe alleen de overblijfselen, zoals een mantel en dergelijke. Ik zoek naar een ring, vind er één met een groene steen. William doet een spreuk op, wat een vuilak is hij geweest. Dat is een ring die je moet kussen. Iedereen die hem kust, wordt een slaafje. Wat een vieze vent. Hij kan het donker maken, maar weet niet precies hoe vaak. Het wordt meteen donker, het voelt heel benauwd, er is iets en dat valt ons aan. Het schreeuwt in onze oren. Een banshee, roept William. Hij lijkt geen last hebben van het geluid. Het geluid raakt mij en het wordt donker. Weg ben ik, het was een geestelijke knal. We komen bij. Ronardo heeft een vreselijke hoofdpijn. Er is nu een beetje daglicht, op een tombe en William staat te grinniken. Hij heeft het donker weg gehaald en toen verdween hij.
Ronardo pakt een troef van Fiona en vertelt over de banshee. Ga gewoon weg als je er last van hebt. Ze wil weten waarom hij een toverboek nodig heeft, ze gebruikt die dingen nooit en zo. En nee, ze heeft geen tijd voor een pauze, eet je banshee op.
Ik word getroefd door Random. Hij heeft een oplossing. Ik krijg een troef, die moet het regelen.
Ik heb een troef van Coral. Ronardo krijgt Flora niet getroefd.
Ik haal Coral door. Ze ziet er netjes uit. Jonge vrouw. Of Ronardo iets heeft kunnen doen voor Kashfa, ze doet de groeten van Rinaldo die nog naar hem vroeg.
We stellen William voor. Random heeft gevraagd of zij zijn peet wil zijn en ze heeft meteen ‘ja’ gezegd. Ik ga je officieel erkennen, als je dat wilt.
Officieel is hij haar pleegzoon. Ze geeft hem een heel troevendek met haar kaart. Misschien kan ze helpen, ze kan het repareren. Hij heeft gehoord dat het subtiel moet en dat is het juweel niet. Er zit hier een spook, zegt ze ineens. Had je wel eens mogen zeggen, niet goed voor mij. Ze is zwanger. Ze kan Rinaldo wat onder druk zette, beetje eng of gewoon en vragen naar de boeken van Jasra. Deze zijn geweldig, doe maar de twee bovenste. Voor mijn nieuwe pleegzoon, niet de jouwe nee. Dan heeft ze twee boeken, schrijfspullen en een tas. Een heel duister boek, heeft sfeer, zegt hij. Coral stelt zichzelf voor als jongste dochter van Oberon. Ik mag de troef van Coral houden.
William gaat zijn boeken bekijken.
Ik ga proberen me het Patroon voor de geest te halen. Hier is een verdedigingspreuk, zegt William. Het Patroon voor de geest halen is erg overweldigend. Afstand nemen, het hindert wel, het is niet zo dat ik niets meer kan doen.
William gaat verdediging bestuderen.
Ronardo vindt me te sterk beschermd. Ik ben er wel, maar verder weg. Misschien grappig om in mijn hoofd dat Patroon te lopen, bedenk ik me ineens.
Ronardo laadt het Patroon binnen, stukje bij beetje, zoals hij het van zijn moeder heeft geleerd.
Dan komt het geluid terug. William doet een spreuk, ik zwaai mijn zwaard door de lucht. De toonhoogte veranderd even. Ik wordt door iets geraakt, maar heb er niet veel last van. Ik raak daardoor minder goed. Er verschijnt een cirkeltje van 8 zilveren messen. Af en toe verdwijnt er een mes en uiteindelijk is het ding weg. William staat met een donker iets om zijn hoofd, het ding is weg.
Hij denkt dat het een ‘Arcane Shield’ was. Denkt er over na, weet het niet. Soort van wetenschap. Maar wat? Het ontglipt hem steeds een beetje. Een oude term voor ene bepaald soort magie. Hij laat een spreuk zien waarmee je langzaam iemand kan vergiftigen. Die kon hij het eerst lezen. Dat is de taal. Hij weet wel wat er bedoeld wordt, maar wat het precies is? Hij denkt de taal te kennen. Maar waar heeft hij het in zitten. William heeft veel spreuken bij zich te hangen, lijkt toch van het koffertje te komen. Ik weet zeker dat hij hem eerder heeft geprobeerd achter te laten. Ronardo en ik krijgen toesetmming om in het koffertje te kijken. Er zit een zilveren sabel in de koffer met edelsteentjes. Er is behoorlijk iets mee, het is aan hem verbonden.
Hoe weet ik dat het Arcane heet, is een soort wereld. Met een hoop magie.
Phillipien is opgelucht dat het hier normaal is.

Ik geef de ring aan Ronardo. Hij doet hem om.
In een volgende wereld doet de ring het niet meer. Hoe komt Rhex aan dat zwaard, vraagt William zich af. Het is hier bergachtig, een beetje miezerig en regenachtig. In de verte zien we een herberg, heel somber. Het is een beetje sinister. Waterspuwers zijn hier duivelskopjes. De naam van de herberg is ‘Het zingende grafzerk’. Er komen handen uit het graf. We stappen de herberg binnen en de mensen kijken ons aan. Er wordt niet met de ogen geknipperd en het is doodstil.
Jullie zijn niet van hier. Gezellig, zegt William, allemaal vriendelijke mensen. We gaan richting de tap en mensen beginnen te kletsen. Gedempt.
We moeten onze naam in het gastenboek schrijven. Vlad de Drakuul en dr Fronkenstien staan er al in. Ook ene Lucretia, X man, Mr and mrs van Helsing. Killroy was here. Jack the R. Henry the 8 I am. Schuilnamen, denkik. Niet over hebben, zegt de waard. Die namen horen we niet graag. Die man, Vlad, woont wat verderop in het kasteel, als hij hier logeert, verdwijnt er iemand. De dr, schijnt er een eind aan te hebben gemaakt. Er zijn nog problemen met afgebrande molen. Er heeft een dr met apparatuur gespeeld.
Dr en mrs waren Hollanders met grote kist en staken.
Laat je niet in je nek bijten, roept William. De waard vreet knoflook, we hoeven niet bang te zijn dat er iets gebeurd. We mogen naar een donker hoekje, horen het huilen van wolven in de verte. Ze hebben daar veel last van gehad. Ze worden aangevoerd door iemand… Oh, weerwolven, roept William. Dit is Transilvania. Ze hebben wel eens een priester die ze zegent en dan blijven ze wel liggen. Hebben ook veel last van zombies. Dat trekt gespuis aan, zoals geleerden die komen experimenteren. Er is een Frederik die hier net is komen wonen. Victor, zegt William. Hij kent dat boek ook. Victor junior. Nee, Frederik, zegt de waard. Als de geleerde te ver gaat, steken we zijn woning in de fik.
Ze kunnen hier niet weg. Weten niet waarom. Ze kunnen niet door de bergen, er komen wel eens mensen over de bergen. Voor magie bij moeten we bij de bisschop zijn. Ik krijg rode kruidenwijn. Vrouwen drinken de rode wijn en de vampieren de gasten. Ronardo verwelkt een bloemetje en vraagt om bier. Oude goede wijn hebben ze, komt uit de kelders van het kasteel. Er is het merkje van een vleermuis op het etiket. Het bier heeft een beetje grondsmaak.
We eten stamp met worst, soep en brood. Sjors heet de waard. Anderen heten Dimitri enzo.
Buiten staat er zwarte koets, gestuurd door Frederik om ons op te halen. We gaan mee en ervaren een ware dodenrit,tot aan het landhuis en de koetsier is gek.
Een man met paraplu wacht ons op. Het mannetje op de bok heeft bolle ogen en bochel.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!