Sunday 20 September 2009

92. Garnosh Barimen

Wat we gezien hebben klopt niet helemaal met wat het is. Het is raar, het gaf een vreemd gevoel. Misschien omdat dit niet helemaal in onze denkwereld zit. Als we dit willen begrijpen, kunnen we er moeite voor doen, maar er zal een reden zijn dat dit we dit niet willen.

Wij staan bij het einde van de wereld. Transit, een metrostation. De jeep stopt met gierende banden. Tot grote teleurstelling van Rhexenor en Martin zijn er geen vijanden meer te bekennen.
Een donker metrostation, het is er vochtig. We passeren een coca cola automaat, zien een loket en inktvisachtige daarachter. Een wachter die vriendelijk naar ons knikt. Hij wijst met een paar tentakels waar automaten staan en nog een wachter. Morwenna koopt 5 kaartjes met gezinskorting, cheap day ticket. Ze krijgt de vraag of het een enkele reis of een return trip is en krijgt het gevoel dat dit een belangrijke vraag is. Return, zegt Morwenna. Ze moet betalen en zal dan ook een gidsje krijgen. Nee, niet met geld of credit cards, dat heeft geen waarde. Rhexenor wil met dat zwaard betalen. Ze vinden het dom, je kunt er niet mee schieten. Ronardo legt een blaster op het draaidingetje. Het kaartje voor 5 personen en de gids worden dan overhandigd. De mannen mogen het niet vasthouden, zij zijn de moeder niet. In het foldertje staan alle metrotijden, met rare tijden en letters. Het lijkt een ritueel, heeft rare symbolen, een vreemde taal.
Er is iets anders gebeurd. Maar wat? Als we omkijken staat er een bordje ‘closed for lunch’. Bij de draaihekjes staat een wachter die het zijpoortje open doet ‘voor het gezin’. We gaan de trappen af en tunnels door en komen bij een leeg perron. Er knippert een rood licht. Martin vermoedt dat iemand uit zijn geest heeft geplukt hoe een metrostation eruit ziet. Er is een vies kioskje, maar dicht.
Er komt een ventje de trappen af. Hij heeft lange haren, een vies gezicht en is heel erg mager. Dat lijkt wel een junk, zegt Martin. Rot eens op! Heb je een euro voor me… een pond dan om een kaartje te kopen voor de metro? We kunnen ook van hem kopen, dan kunnen we weer normaal zien… wie ben je eigenlijk? Er volgt een goed gesprek tussen Martin en de junk, Ronardo wordt door Martin naar voren geduwd, hij is goed in dit soort zwamgesprekken. Ronardo biedt hem een pond voor zijn naam. We wachten op de metro. Dit is niet echt? Dat weet je pas als je mijn spul snuift. Het is een soort van poort. De junk is zijn naam weer vergeten, tegenwoordig noemen ze hem ‘Ricky’. Vroeger was hij heel iemand anders, nu is hij een junk. Hij kan niet stoppen. Hij is een beetje gestrand, zit hier al een tijdje. Je moet niet op de rails gaan staan. Dat is gevaarlijk. Hoe komt hij hier terecht? Met de metro, via platform 2. Hij is thuis eens op de trein gestapt. Nu is er maar 1 platform nog, Ricky wil terug naar huis.
Joyrijden wil hij niet. Hij wil iets om een kaartje te kunnen kopen. Dat figuur bij het toegangshek is geen wachter, het is gewoon een ventje. Ricky wil weten wie hij is en krijgt een euro van Ronardo. Patroon is moeilijk uitleggen, is dat zoiets als Bron? Wie heeft dat gedaan? De naam Dworkin komt hem bekend voor, waar is die eentje van? Barimen? Daar was hij vroeger ook van. Suhuy kent hij ook. Beiden zeikerds. Zijn het dwergen? Dan hebben ze zitten klooien. Morwenna geeft Ricky wat ponden, kan hij een kaartje voor kopen hem wat ponden. Haar Patroongebruik valt Ricky op, hij beweert dat het ‘Bron’ lijkt alsof deze vast zit. Martin kan dat ook, William ook, maar Ronardo heeft iets heel anders. Hij heeft zitten klooien ook.
Ricky heeft ooit bron geleerd. Als je er een beetje aan tapt, kun je het gebruiken. Hij denkt dat er mee geklooid is. Dan kent hij Logrus ook niet. Het klinkt als een project van een broer van hem, Argos. Dat is een beetje een klojo. Namen als Oberon, Iolanthe en Brand kent hij niet. Hij heet Garnosh Barimen. Rhexenor vindt hij een maffe naam, waarom heet hij geen Hercules. Waarom hangt hij rond bij de Deep Ones. Morwenna’s naam vindt hij gaan, iets met Mor is altijd leuk. William vindt hij stom, Martin gaat wel, Ronardo ook. Hij. Hij was op weg naar iets en is hier al lang geleden gestrand. Hij moest overstappen naar hier en had geen kaartje.
Door de poort kom je bij een stad, een Koperen Stad ja. Daar wonen een soort waterwezens, monsters die hier niet vandaan komen, maar uit een andere realiteit. Ze hebben dit metrostation verbouwd, daarom is er geen platform 2. Hij zit hier al heel lang, hij is verslaafd geraakt. In de stad heb je dealers. Hij is wel verslaafd aan iets, hij kan het niet uitleggen. Het is iets wat niet kan. Je kunt iets gebruiken als je klooit. Hij is de oudste Barimen. Wayland kent hij, dat is de derde broer, Knirpson kent hij ook en hij heeft nog een zus, Una. Er komen weinig geboortes voor in hun familie. Er is een soort klap geweest en zij zijn ontstaan uit andere wezens die daar woonden. De wereld was versplinterd. Ze hebben zelf de klap veroorzaakt, ze hebben op een machine hebben gemept en deze is ontploft. Hij ziet dan waar Rhexenor mee rondloopt, dat is ook een stukje van de bron (Feniks). Ronardo heeft iets dat aanvoelt dat gejat is van de bron, om simpel ergens te komen (Troef). Rhexenor laat een troefje zien. Garnosh pakt het aan en er zit dan een bloink in. De Troef van Random is nu gebloinkt. Ze doen het hier niet.
Feniks klinkt als de brandende vogel. Het Serpent, met één rood oog doet hem ergens aan denken. Hij heeft echter niet van hem gehoord. Hij ging weg toen Dworkin nog jong was. Huis Barimen is er niet één van dwergen en ook niet van junks. Hij heeft nog een broer Abe (Abraham) en een zus Eva. Namen als Isis en Osiris komen hem bekend voor. Die zijn van een ander huis. Sawall? Nee. Hoe heet dat huis. Huis Ra. Er waren plannen om de boel weer te repareren. Er bleken overlevenden te zijn van de klap. Eén van die figuren, stelde voor om te reconstrueren wat er gebeurd is en dat terug te draaien. Daarvoor moesten ze stukken van de machine hebben.
Project Logrus is een massahengelproject waarmee je naar stukjes van de machine door Schaduwen heen kunt hengelen.
De Abyss was er vroeger niet en is nu een heel groot gevaar. Als het niet lukt alles terug te draaien, verdwijnt alle schaduw in de Abyss. Zij zijn op zoek naar andere mogelijkheden, maar dan moeten ze eerst van de Abyss af. Een begin is dat deze niet meer groeit, een stabilisatieproject. Dat zou Patroon wel eens kunnen zijn.
De vijand probeert dan ook wat. Een aantal melkwegstelsel kwam erachter dat er wezens bestaan die bij de vorige oerknal zichzelf wisten te redden in een soort pocket. Ze hebben geprobeerd om zich op diverse planeten mensen boodschappen in te fluisteren, rituelen te doen, hele werelden te vernietigen. Ze zijn schizofreen. Er is er eentje succesvol doorheen gekomen. Het project om ze te vernietigen is niet gelukt. Die wezens hadden een machine laten bouwen en ze waren er maar net op tijd bij om die te vernietigen. Van daaruit is het universum gescheurd, alsof er miljoenen spiegels uit elkaar sprongen. Hij stond dicht bij de klap.
Een andere mogelijkheid is praten met lui die veel ouder zijn en hun te vragen hoe het zit. Die hebben een invasie gehad.
Hij is ergens heel veel tijd kwijt geraakt. In het vaste kun je niet klooien. Alleen eronder of erboven. Yggdrasil is een vrouw, hoezo een boom?
We gaan naar boven, de kaartjesautomaat wordt hem gewezen en een returnticket geadviseerd. Oh. Die fout heeft hij dus eerder gemaakt door een enkele reis te nemen… omdat hij alleen is, moet hij via de draaihekjes en wij al familie mogen weer door het familiepoortje. Garnosh vindt het belachelijk….
Hij gaat op een bankje zitten en wil een mop vertellen. Morwenna hoopt dat de metro snel komt.
Het begin te waaien, het rode licht springt op rood en er rijdt een zwarte metrotrein het station binnen. De deuren gaan open. Niemand stapt uit, misschien had de trein geen chauffeur. De junk stapt ook in.
De metro beweegt, rijdt de donkere tunnel binnen en ze raken buiten westen.

Rhexenor: hoe zou hij eruit zien als hij mocht kiezen? Stevig gebouwd, brede schouders, gespierd, 2 meter lang, hmm, misschien wat klein. Zes meter is redelijk. Hij wil snel zijn en kunnen lopen, wil scharen en een stekel. Hij is dan een zes meter grote schorpioen met scharen en een stekel.
Ronardo wil groot zijn, 4 meter. Hij zwemt liever heel erg snel. Slank en gestroomlijnd, hij is een grote haai.
Morwenna: klein, 1 meter, lopend, ze is een octopusje, kan inkt spuiten, heeft grote ogen die van kleur veranderen.

Ze komen bij en merken veranderd te zijn in onderwaterwezens. Ze zitten in de geest van een wezen onderwater, ze zijn verplaatst in iemand. Ze herkennen elkaar wel. De grote vis met stekels is William, hij is een beetje giftig. Martin is een slangachtige vis met tanden, meter of 3 lang. En er drijft een kwal met rode strepen. Anderhalve meter in doorsnee. Garnosh klaagt, waarom ben ik de kwal?

Ze zitten heel diep onderwater, ze zien de omtrekken van een soort stad, een koepel met ramen erin. Het is groenig. Onderweg krijgen ze moeilijkheden, ze worden aangevallen en er worden pogingen gedaan tot opeten. Ze hoeven zich geen zorgen te maken over het kleine inktvisje. Er zit ook water in, geen idee waarom het glas is. De koepel is enorm en groot. Er zijn grote wezens in.
Hun formaat is een meter of 12, ze weten dat we er zijn. Eentje herkent onmiddellijk Ronardo, William en Rhexenor. Deze ziet er hetzelfde uit als die in de toren van Babel. Ze kijken in het instructieboekje en begrijpen de taal. Aan de stad vast is een soort koperen altaren waar je je hoofd tegenaan moet drukken. Ze drukken allemaal hun hoofd tegen de altaren, zelfs de kwal.
Ze hebben dan contact met die ene.
“We zien elkaar weer. Ik denk dat ik dan jullie dankbaar moet zijn. Jullie drieën.”
“ Kunnen we vragen stellen.”
“Misschien. Het ligt eraan wat.”
“We zijn hierheen gekomen om te vragen hoe we iets moeten oplossen over onze vijand.”
De Old Ones zijn hun vijand, de groep is door de Ctulhu hierheen gestuurd. Dat is de verrader. Ze hebben oorlog met de Old Ones. De Deep Ones horen ook niet in ons universum, daarom is er een aansluiting gemaakt, de andere hebben ze kunnen vernietigen. Deze laatste lukte niet. Ondanks de verbanning lukt het ze om dingen te doen. De Old Ones hebben nog steeds een aansluiting, misschien meerdere zelfs. Het ligt voor de hand dat je die afsluit, maar dat kan zijn dat er nieuwe komen. De Old Ones zijn heel erg machtig op hun eigen terrein. De Deep Ones zijn dat ook, ze zijn zo machtig dat ze niemand hun rijk binnen laten. Ze kunnen ook fysiek boodschappers sturen. Vroeger hebben ze geprobeerd om rond te lopen en advies te geven, men begrijpt hen echter niet en buiten hun wereld kunnen ze vast gezet worden. Dat is niet permanent, het houdt een keer op en dan zijn ze weer vrij.
Er zijn eerder wezens komen vragen naar de Old Ones. De kwal is het niet gelukt hier te komen, zegt hij. Hij herinnert het zich alleen niet meer, zegt de Deep One. Hij maakte de fout hier fysiek te komen en niet terug te willen. Hij heeft hier heel lang gezeten, heel erg lang en uiteindelijk hebben ze hem toch maar terug gestuurd.
Verbindingen met onze realiteit zijn als volgt te herkennen, ze nemen de vorm aan van een boek, zoals het Necronomicon. Je doet het open, dan creëer je een doorgang. Als je een ritueel hebt volbracht, dan heb je een doorgang. De boeken zijn niet sterk genoeg een fysieke doorgang te creëren, alleen om een geestelijke doorgang te creëren. Iemand raakt dan bezeten, krijgt kennis en een soort sleutel om poorten te bouwen. En een mogelijkheid is om heel veel levens te offeren, dat gebruiken ze om in deze wereld te komen, iets van die wezens beland bij hun gevangenis. Bij zo’n poort moeten ze genoeg levens opofferen, dan kunnen ze er doorheen.
Ze zijn te gek om door te hebben dat ze hier niet meer kunnen bestaan. De Deep Ones ook niet, zij doen ook geen moeite meer. Ze kunnen bestaan bij ons omdat ze er iets op gevonden hebben. De Old Ones hebben niet in de gaten dat ze levens moeten blijven opofferen om te kunnen blijven. Het is eerder gebeurd dat het gewoon gelukt is. Als je ze de kans ontneemt om meer levens op te offeren, moeten ze weer terug en is die wereld verwoest. Een spiraal van verwoesting. Hun manier is dat ze zich niet bemoeien met de wereld, dat ze erbuiten blijven. Ze manifesteren zich maar zijn er niet helemaal. Ze nemen iets van hun heelal mee. Hun wereld is, die van de Deep Ones, voor die van ons, hun wereld is jonger dan die van de Old Ones, ze hebben een permanente strijd gehad. Het is ze niet gelukt ze uit te schakelen. Ze hebben alle boeken vernietigd, wachters ervoor gemaakt die ze opspoorden. In ons geval raak je een Schaduw kwijt. Door de versplintering is het minder erg om een wereld kwijt te raken, wel gemakkelijker hoe die boeken opduiken. Als je uitzoekt hoe zo’n boek opduikt --- in de vorm van een instructie. Ze moeten uitgebreid zijn, ze zijn herkenbaar. Ze zijn anders, niet van onze wereld. Ze moeten zo op te sporen zijn.
De kwal begint over de machine, het wezen begrijpt dat dit een nieuwe manier is, die in hun tijd nooit gebeurd is. Dat lijkt veel meer op wat zij doen, maar nog een stapje verder. Zonder opoffering? Dat is niet helemaal zeker. De machine was zover mogelijk weg van welke beschaving dan ook. Ze weten niet wie deze machine gebouwd heeft, hoe deze daar komt en hoe deze is aangezet. Het kan zijn dat deze is ontstaan doordat zij invloed uitoefenden op het ontstaan van het heelal. Misschien hadden ze dan kunnen worden aangepakt. Hun dienaren zijn aan te pakken.
Van Radius kunnen ze niets maken. Als we beginnen over het Amberietenbloed, schrikt Garnosh behoorlijk, dan hebben ze weer een andere manier gevonden om op deze wereld te komen. Misschien zo gemakkelijker aan te pakken ook, denkt de Deep One.
De Abyss groeit niet. Het klinkt als een fout. Iets dat ervoor zorgt dat het universum verdwijnt. Als alles in het niets belandt, dan heb je kans dat er niets meer is.
Ooit gaan ze besluiten ermee te stoppen en dan doen ze dat zelf. Zij zijn niet geschift geraakt. Ze hebben zich niet geprobeerd om te zetten naar onze wereld. Als er niet meer wordt geofferd, dan verdwijnen ze vanzelf. Ronardo zegt dat er wezens zijn die de natuurwetten aanpassen. Zo mag tijdreizen niet meer… Misschien is zoiets te proberen, de wet aan te passen. Misschien kan er dan niemand meer dood of heeft het bloed geen macht meer? Voor wetten aanpassen is er macht. Die gebruik je daarvoor.
We kunnen er achter komen om uit te vinden hoe dergelijke boeken ontstaan. Ze krijgen een vaste vorm door de schaduw te manipuleren. Die boeken klinkt als klooien. Rhexenor vertelt over Schaduwstormen. Met Logrus is dat mogelijk. Er is dus geklooid, vindt Garnosh. Zij hebben macht gebruikt om wereld aan te passen. Uiteindelijk is er zoveel macht gebruikt dat ze onsterfelijk zijn, dat moet ook ophouden. Sommige van zijn soort zijn het daar niet mee eens.
Hun tijd is voorbij. De Old Ones waren met een heleboel op hun kleine stukje. Zij, de Deep Ones, hebben ruimte.
Als ze ons terug sturen, kunnen ze ons een macht geven waarmee we het weten als we ergens in een wereld of een schaduw komen, of er een doorgang is. Je weet dan ook hoe erg het is.
Die macht kunnen ze ons geven door geestelijk met ons te klooien, we hebben dit talent al latent, we weten alleen niet hoe het te gebruiken. De Deep One zegt dat het geklooi minimaal is. Het zal ons niet almachtig maken, maar helpt bij die taak. Je weet het als je een wereld in komt. Ronardo gaat ervoor. Rhexenor vindt het prima, Morwenna eigenlijk niet maar doet het toch maar, die anderen laten dat ook doen.
Hij wenst ons veel succes, dat we een manier vinden hen te vernietigen. Ergens in de achtergrond merken we dat die wezens een enorme pest hebben aan de Old Ones, er zijn heel veel werelden vernietigd in die tijd van hen.
We worden wakker in een ronde toren. We zien we weer uit als onszelf.
We hebben iemand bij ons, een wat slungelig figuur. Een man van een jaar of 30 met donker, bijna zwart haar, gelig groenige draakachtige bolle ogen als een kat. Een wat hoekig en redelijk knap gezicht. Niet erg verfijnd. Hij heeft brede schouders en een normaal postuur. Zijn bovenarmen en bovenbenen zijn gespierd. We hebben gevoelsmatig het idee dat de tuniek die hij draagt heel ouderwets is. Een bruine tuniek met een zon en een vlam. Hij draagt een bruine suède broek en laarzen. Vrij stijl en kort haar, een beetje van zijn hoofd af staand. Een ragebol zoals Droppa het heeft. 1 meter 70 lang.
Hij maakt een nette, ouderwets aandoende buiging.
“Ieke ben Garnosh.”
We stellen ons opnieuw voor aangezien hij onze namen vergeten is. Granosh heeft geen items en er is geen power te voelen bij hem.
Sommige spullen doen het weer, zoals de drietand, de troeven en de zwarte parel. Er staat een gruwelijke wachter bij ons, met een tentakelhoofd. Hier zijn we door de wachter naar binnen gelaten. Ronardo denkt dat de resten tentakel een dag of tien zijn oud zijn. Die Garnosh heeft nergens last van onder water, hij heeft kieuwen. Ronardo legt uit hoe het zit met Rebma.
Rhexenor geeft hem een Random kaartje. Stom, heeft hij toch niet nodig. Je gaat toch gewoon naar waar je wilt zijn.
Er wordt wat uitgelegd over Schaduwreizen. In Rebma is geen boek of een doorgang. Wie is Llewella, Martin legt uit hoe lekker ze is, ze heeft bijna niets aan. Ronardo laat de hele familie zien. Garnosh zoekt wat kaarten uit, mag hij die hebben? Hij haalt er Flora tussenuit en anders Fiona. Haalt Brand er tussenuit, waarom die? Er is iets met jouw kaartje. Er is mee geklooid, zegt hij.
We bespreken met welk familielid hij het eerst kennis moet maken. Suhuy zou eigenlijk het beste zijn, aangezien hij wat beter in het hoofd is dan Dworkin. Maar om Suhuy te spreken, zal er een tussenpersoon nodig zijn om een gesprek te regelen. Dan toch maar Dworkin, dan moeten ze eerst naar het Oerpatroon. Dan staan we al in de wereld van het Oerpatroon, we merken niet eens dat we verplaatst zijn. Ronardo heeft dat al eens met die reus meegemaakt. Hier is geen boek en geen doorgang. Morwenna loopt richting Oerpatroon, Garnosh loopt mee.
Het is kapot, er is een hoekje niet goed, zegt hij meteen. Morwenna troeft daarop naar Fiona, zeer tot ergernis van Ronardo. Fiona is gekleed in een stofjas, er hangt een brilletje om haar nek en dergelijke. Ze heeft eigenlijk niet veel tijd, maar als ze hoort dat Ronardo er ook is, maakt ze die. Even later troeft ze terug naar Morwenna en deze haalt haar door. Fiona is gekleed in een groen mantelpakje, het staat net niet bij haar vlammende rode haar. Ze wordt voorgesteld aan Garnosh.
Morwenna legt uit dat er iets met het Oerpatroon schijnt te zijn, nu Fiona er toch is, vertelt ze maar meteen dat er een val door Finndo hier is gemaakt, speciaal voor Oberon.
Hmm. Fiona doet iets en we zien een trapje dat naar boven loopt in het midden, een laddertje in de mist. Garnosh ziet het niet. Het kan een doorgang zijn naarr Overschaduw, het is niet meer open. Dat heb jij gedaan, zegt Ronardo tegen zijn moeder. Fiona is er nooit geweest.
In het juweel kun je zien hoe het moet. Als je bron afknijpt, moet je dat zo niet, zegt Garnosh. Dit foutje maakt de Abyss groter…
Ah, daar is ie, Dworkin komt aan wandelen en blijft uiterst verbaasd staan.
“Rot op, wat doe jij hier!” Dworkin geeft Garnosh een stomp in zijn maag, “Waar haal je het gore lef vandaan om zo lang weg te blijven!”
Garnosh is veel sterker dan Dworkin. Nou en? Hij heeft hem echt niet nodig. Eerder heeft hij hen allemaal in de steek gelaten en nu hoeft hij ook niet meer terug te komen. Hij kijkt ons aan. We hoeven het niet voor hem op te nemen. Het kan Dworkin niet schelen wat de reden is, ze hoeven Garnosh niet te zien. Hij rent weer weg.
Garnosh wil het hele Patroon opruimen. Daar zijn Fiona en Morwenna zwaar op tegen. Okay dan, dan alleen even maken. Hij stapt het Patroon op dat vervaarlijk begint te vonken en hij stapt er senl weer af. Het doet een beetje pijn en hij krijgt een beetje jeuk.
Fiona vertelt hem dat ze denken dat Dworkin het Patroon heeft gemaakt met een soort steen. Er zit een rood licht in. Dat kent hij wel. Dat is een stukje van de machine. Het zit nu in iemands oogkas. Dat maakt niet uit, dee machine is toch kapot.
Er zijn vlekken op de lijnen van het Patroon. Martin zegt dat Brand hem hier overhoop gestoken heeft. Is dat zijn bloed? Kom eens hier… Garnosh wil weten wat er gebeurd is. Hij legt de hand op Martin’s schouder en we zien allemaal hoe Brand het Patroon aan het lopen is. Net na de vierde sluier pakt Brand een Troef met veel moeite. De Troef van Martin. Hij haalt hem door en steekt hem overhoop. Martin tracht weg te komen, Brand zit hem achterna op het Patroon, Martin grijpt een Troef en weet te verdwijnen. Brand doet dat ook. Het bloed vormde een wolk die neerzakte op Patroon, er verschijnen zwarte draden in.
Dan zien we Oberon verschijnen met een hanger, die het Patroon loopt terwijl het rustig blijft. De zwarte draden verdwijnen uit het Patroon en Oberon wordt gegrepen door een klauw die van boven komt. Er verschijnt een rare vogel, geen servant van Oberon die het juweel oppikt dat op et Patroon ligt en de vogel verdwijnt.
Morwenna zegt dat Oberon niet zoveel verstand zou hebben van Patroon, iets dat Fiona al bekend was. Ze weet dat Oberon meer verstand heeft van andere dingen.
Corwin heeft niets gerepareerd aan dit Patroon en Fiona ziet er niets fout aan. Garnosh wijst dat ene hoekje aan. Dat is het laatste stuk, dat heeft te maken met Amberieten. Brand heeft geprobeerd de Amber familie te verzwakken. Met het juweel zou Morwenna het kunnen maken, zegt Fiona en anders Eric. Het beperkt ook de bron, zegt Garnosh. Dworkin doet echt raar, deze is verbonden aan het Patroon. Fiona vindt herstel van het Patroon de moeite waard als Dworkin hier wat normaler door wordt.
Garnosh ziet het begin niet. Morwenna besluit hem te helpen. Ze houdt hem aan de schouder en duwt hem voort, hij ziet hete hele lijnenspel niet. Het Patroon valt hem aan, maar Morwenna niet en zo lukt het toch. Hij heeft er verder helemaal geen last van. Morwenna vermoedt dat het Patroon hem niet herkend en dat hij niet bestaat, al die lui die bestonden voor het Patroon hebben dit probleem. Het Patroon probeert vat op hem te krijgen. Hij zal nooit Patroon kunnen, weet ze ook.
Hij komt bij het stuk dat kapot is, het verandert en het is geen bocht meer. Morwenna loopt nu het goede Patroon. Het is minder zwaar, maar wel heftiger. Er is iets veranderd, maar ze weet niet wat. In het midden komt Dworkin weer aanrennen, wat heb je nu weer gedaan! Morwenna verplaatst Garnosh naar Dworkin, dat gaat simpel. Dan staat ze zelf in het midden en verdwijnt naar de Schaduw die ze ooit met Randal heeft opgebouwd, naar de steencirkel daar.

Bij het Oerpatroon ontstaat een hele discussie tussen Dworkin en Garnosh, er was immers niets mis met het Patroon! Of Garnosh inmiddels na heeft kunnen denken. Ze verdwijnen allebei, Dworkin leek een stuk rustiger dan eerder.
Fiona vraagt wie ze nu hebben opgedoken, maar laten ze eerst koffie gaan drinken. Martin en William mogen mee. Martin weet wat coffeeshops waar je drugs kan kopen. Ze gaan naar de markt in Utrecht, gezellig op een terrasje. Hier is een boek, weet Rhexenor. Alleen een boek, geen volledige doorgang.


Quote:

“Laten we gezellig op een terrasje koffie gaan drinken.” -- Fiona
“Waarom gaan we niet naar een wokrestaurant? -- Rhexenor

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!