Wednesday 27 April 2011

8. Het was maar een droom...

Lucas
Lucas heeft naar gedroomd, hij schrikt wakker. Hij droomde dat hij bezig was bij een ravijn met mist. Er staat ergens een klok, het zal een uur of tien zijn. Hij heeft zich vast verslapen. Hij is in zijn bed en voelt zich alsof hij zwaar getafeld heeft. Er komt een jongen voorbij met een krant over de overval op de geldhandelaar. Hij gaat pannenkoeken eten aan de overkant met extra veel stroop. Hij heeft spieren, flink getraind en zijn wapen ligt in zijn flatje. Hij ligt op zijn tafel als hij eraan denkt. De koffieschenkende juffrouw vindt dat hij laat is en vraagt of hij slecht geslapen heeft. Hij heeft het gevoel dat er van alles niet klopt, heeft wel verwondingen alsof hij een week of wat geleden verwond is geweest. Toch vreemd, die verwondingen waren toch van gisteren?
Hij herinnert zich dat één of andere Eric aan de boog heeft zitten klooien en er hing een rusting naast zijn bed toen hij wakker werd. Een Arden rusting… toch raar. Hij gaat terug naar zijn kamer om eens te kijken. Hij voelt in zijn zak die kaartjes waarvan hij gedroomd heeft met mensen die… de kaartjes verdwijnen terwijl hij er naar kijkt en zijn rusting dan ook. Toch niet, hij heeft het nog. Vast een keer gekregen ofzo. Als hij terug komt uit de badkamer is de rusting toch verdwenen. Hij heeft wat last van hoofdpijn, kan zich alles herinneren van de vent in zijn slaapkamer. Het leek toch allemaal heel echt.
Hij gaat naar zijn werk, zijn baas is heel tevreden. Hij doet papierwerk en zijn baas is nog blijer. Alleen vreemd dat hij niet meer gewond is, zegt zijn collega. Hij heeft toch gevochten? Lucas vertrekt, de hoofdpijn is minder, misschien moet hij een psycholoog opzoeken.

Remus
Ook hij wordt wakker met een schok en is gealarmeerd, dom om hier in slaap te vallen. Hier had hij toch Merlijn ontmoet? Hij is alleen, er is niemand. Hij droomde iets over vissen in de Abyss. Zijn rusting is weg, hij heeft wel een zwaard en hij weet hoe het werkt. Hij heeft honger en het is hier gevaarlijk. Hij heeft gedroomd van de Abyss. Hij vindt een set plaatjes en ze verdwijnen terwijl hij kijkt. Remus denkt dat hij dit aan het dromen is en probeert wakker te worden. Hij is wakker. Hij is op de verkeerde plek, vindt hij. Hij is ergens het moment voorbij dat hij Merlijn tegen kwam. Hij heeft wel de kennis van van alles, maar het begint wat vaag te worden. Hij past de training van Mandor toe, alle herinneringen zijn aan het wegglippen. Dankzij de meditatie kan hij de herinneringen vast houden. Volgens zijn meditatie is dit echt, het weer klopt ook en het is hier niet echt gezellig. Het is gevaarlijk, er is een fort in de buurt. Hij weet wat er zit, een enge undead en zwart water. Zijn robot staat wat verderop, Merlijn is niet te zien. Maul heeft alleen geen idee waar hij vandaan komt, hij is blij om Remus te zien. Hij vraagt waar Merlijn is. Robot herkent de naam niet. Dan moeten ze naar Viktor gaan. Ook onbekend. Dat staat niet in de geheugenbank. Hij kan lopen en vechten, alle tuning zit er gewoon in.
Remus gaat naar het fort om Viktor te vinden, het wordt steeds enger. Er zit hier veel gespuis, niet veilig om hier rond te lopen. Hij ziet het meer hier liggen. Aan de overkant zou het kamp zijn, maar hier is niets gebeurd. Merlijn is hier niet geweest. Er is geklooid, zo lijkt het. Hier en daar zijn stemmen te horen, hij loopt door richting fort en wordt besprongen door een horde goblins. Hij hakt in op de goblins en wordt geassisteerd door de robot. Er zijn veel doden en de rest is weg gerend. Natuurlijk zijn er ook gewonden. Remus neemt een gewonde mee, hij vraagt om toegang tot het fort. De goblin is eigenlijk niet te begrijpen. Hij neemt dan een hoofd mee van een dode ter afschrikking.

Lilias
Ze wordt wakker in een bed in een herberg. Ze heeft veel last van hoofdpijn en voelt zich draaierig. Haar Arden rusting is een blijvertje, de kaarten verdwijnen. Ze eet, vertrekt dan richting Cirkel van Orde, maar blijft zich beroerd voelen vanwege de herinneringen. Uiteindelijk maakt ze een troefschets van een markeringspunt in Mordaver van waar eerder het kampement was.

Lucas
Het is een rare dag. Hij heeft magische dingen en technieklessen in zijn hoofd. Er is geklooid, niet met hem, denkt hij. Hij herinnert zich die mensen niet meer zo, alleen Remus en Lilias. De stad voelt vies en benauwd, is donker en zit vol met gespuis. Hij gaat schieten in de kelder, alles raak. Dan wat martial arts, ook erg saai. Hij is beter dan ooit en men vindt dat hij raar doet. De baas heeft niets te doen voor hem, hij moet verder gaan met zijn onderzoek. Of wat patrouilleren. Hij doet dat en wordt bedreigd door wat louche ventjes die zijn geld of zijn mooie laarzen willen hebben. Lucas speelt wat met hen en dan knuppelt hij ze in elkaar. Ze vinden hem een vuile demoon annex vampier. Dan bemoeit hij zich met een ruziënd gezin, met de bezopen kerel die hij oppakt en diens vrouw is dan boos op Lucas. Hij smijt haar weg en ze krakt een beetje… oeps… man valt aan en deze ondergaat eenzelfde behandeling als de vrouw. Twee dooien, einde gezinsruzie. Er staat een jochie met een treintje in de gang met open mond te kijken. Ze zijn dood! Hij heeft ze dood gemaakt, hij heeft het zelf gezien. Hmm, hier zijn spreuken voor. Hij cast een sleep, het joch valt om en nog wat meer mensen. Lucas is wat verbaasd, hij is veel sterker dan eerder.
Remus en Lilias zouden er moeten zijn, maar waar? Er was een man bij, Eric herinnert hij zich nog vaag, maar die ene ( Merlijn) niet meer. Hij neemt een lange vakantie op en begint aan de reis naar de herberg waar hij eerder Remus en Lilias heeft ontmoet. Niet veel later is hij onderweg met een kar met paarden naar Eternia.

Remus
Hij verandert zich naar een goblin en loopt met de robot aan de hand. Het hoofd van de dode goblin dumpt hij ergens langs de weg.
De andere goblins zijn wat verbaasd maar laten hem door. Dat veranderen ging heel snel. Hij mag binnen, de robot moet op de hoop. Hij en de robot rennen dan de gangen met rood licht binnen en uiteindelijk komt hij bij het gedeelte waar hij nooit geweest is... Ja, toch wel.
Bij het centrum verschijnt Viktor met de boodschap van eerder, alsof hij hem voor het eerst ziet. Hij vraagt naar… hij kan zich de naam Merlijn niet herinneren. Viktor laat hem foto’s zien van een Corwin, een Merlijn… Viktor weet niet wat er mee gebeurd is. Remus zegt dat er iets fout is, Viktor heeft er niets over hen in zijn bestanden staan. Nee, Remus is hier nog nooit geweest. Viktor kent wel Lucas en Lilias van naam. Hij vermoedt dat er iemand door de tijd is gereisd en iets heeft veranderd. Brand zou dat misschien kunnen. Dan kan alles niet gebeurd zijn. Viktor heeft niet die robot gebouwd. Zaken waar macht in zit, kunnen niet worden afgepakt. Deze Schaduw is goed afgeschermd, er is nooit iemand van buitenaf binnen geweest.
Remus vertelt over de undead, deze is voor Viktor niet waar te nemen. Hij krijgt het verhaal van de horde lui die hier waren te horen. Remus weet alleen enkele namen nog en dan vaag. De plaatjes die Viktor hem laat zien zeggen hem wel wat. Viktor kan hem vertellen wie de ouders zijn en Remus krijgt de troeven. Het zijn dezelfde ouders. Zijn geheugen wordt zo weer wat opgefrist, voor de robot is alles nieuw.
Hij heeft wel gemerkt dat er een paar keer is getracht om zijn robot over te nemen, er zit hier een gevaarlijke undead. Tijd om de undead op te ruimen. Alle wapens en robots zijn kapot, zegt Viktor en als hij nieuwe bouwt, worden ze overgenomen. Haal anders die mensen erbij die hij kent. Hij weet niet hoe troeven te maken zijn. Viktor wel, maar de computer niet.
Er zit iemand in ieder land. Hij kan ze gaan zoeken. Duurt te lang, zegt Remus.
Hij gaat weer naar buiten en wordt aangevallen. De goblins zijn niet blij, met een flink gevecht weet hij te ontsnappen. Er zijn meer doden gevallen en Remus is gewond.

Lilias
Ze komt aan bij de steencirkel, alwaar plotseling een man in wit en groen gekleed opduikt. Hij houdt haar tegen. Lilias excuseert zich en gebruikt als ze buiten zicht is de troefschets die haar naar Mordaver brengt. Het is er best eng.

Mordaver
In de verte ziet ze Remus en zijn metalen man. Ze gaat naar hen toe, past wat EHBO toe en ze praten wat bij. Lilias heeft nog steeds bonkende hoofdpijn en herinnert zich de mensen die er toen waren best duidelijk. Remus vertelt over dat reizen in de tijd, hij herinnert zich ook ineens Jurt en ene Randal die daar iets over zeiden. Lilias maakt dan een schets van Lucas en haalt hem door met kar, paarden en al. Inmiddels is het donker aan het worden in Mordaver en na het bijpraten wordt besloten om te overnachten in het rode gebied in het fort. Lilias doet een ‘sleep’ over alle goblins en de robot bindt ze vast en legt ze in een hoek.
Lilias zegt dat ze kan proberen contact op te nemen met Randal, Jurt laat zich niet vangen in troef. Remus heeft liever Jurt hier dan Randal en roept hem. Een aantal keer zelfs, maar (gelukkig) is de afscherming dusdanig goed dat hij er niet door komt. De hulp van Maul en Lucas helpt totaal niet. Intussen maakt Lilias een troefschets van Randal. Na een uurtje of twee is deze af en een wat verbaasde Randal laat zich doorhalen. Hij heeft hen wel eens gezien… Er wordt hem wat uitgelegd, hij zegt dat Merlijn al heel lang in de Abyss ligt, één van de eersten die daarin verdween. Daarna plaagt hij Lilias een beetje met haar voorliefde voor paarden, bloemetjesjurken en haar witte kousjes en haar gewoonte om iedere ochtend heel lang bezig te zijn met het kammen van haar haar. Van Remus herinnert hij zich diens druïdeachtergrond en Lucas wordt vergeleken met Batman.

Randal komt de vijand tegen in andere tijden en op andere plekken, hij heeft Randal ook te pakken genomen. Mr B ziet Randal als een gevaar. Ja, er is geprobeerd hem niet geboren te laten worden, hij is dus ergens anders geboren, daar waar de vijand niet kon komen. Mr B heeft ook getracht zijn ouders aan te pakken, maar Randal’s vader en moeder hebben beiden iets te maken met Tir-na n’Oght en daar heeft Mr B geen vat op. Door zijn eigen geklooi met Patroon heeft hij daar nu nog minder macht. Randal is iets vergeten, maar hij weet niet wat. Oh, mr B heeft zijn broer al eens te pakken genomen en er is getracht om zijn jongere broer en zus te vermoorden nog voor hun geboorte. Zijn moeder en vader zijn al heel lang doelwit van mr B en nu leeft de hele familie in Arden, nog een plaats waar mr B niet kan komen.
Randal kan proberen om mensen hierheen te halen, er zijn wat mensen op zoek naar een ander thuis na al die jaren in Arden, onder andere Mandor. Randal denkt dat het opvissen van de mensen uit de Abyss gelukt is en er is daarom ingrepen. Hij geeft Lilias een beveiligde troef van zichzelf en hij verdwijnt met een andere troef.

Ze gaan in de tussentijd de undead opruimen. Lilias pakt bestudeert magie specifiek tegen indead en Lucas gaat de hoop door op zoek naar een heilig boek. Remus maakt een vlammenwerper.
De omgeving bekomt de paarden slecht en Lilias brengt ze naar een stal in Eternie door middel van een troefschets. Lucas vindt een kruisteken. Het heeft macht. Het brandt een beetje en het is wat holy. Bij Remus brandt het ook behoorlijk, bij Lucas het hardst, hij herinnert zich die twee ruziënde mensen. Het kruis wordt op de robot gemonteerd, die heeft nergens last van. Remus legt uit wat er mee gedaan moet worden. Lucas denkt dat wat zijn kruisboog afschiet, ook dit spul kan zijn. Iets in de fik steken kan ook.
Lilias heeft een protection shield tegen evil, een soort koepel.
Lucas ziet iets interessants in de hoop. Een blauwe buis met een handvat en een energie metertje. Eric noemde energiewapens. Remus neemt het mee, niet voor gebruik binnenshuis. Hij vindt een doos handgranaten ook nog. Lucas begrijpt dat principe, Lilias wordt hier niet bij betrokken. Lucas test er een paar, na een seconde of 5 is de explosie.

Het opruimen van de undead gaat prima, daar ze alles hebben voorbereid. Lucas, Remus en Lilias zijn een beetje gewond geraakt en overnachten beneden.
De volgende ochtend regelen ze van alles, van de goblins tot en met Viktor. Lucas en Lilias hebben ook nog steeds dezelfde ouders.
Buiten begint Lilias aan het conjuren van een blokhut. Als deze half af is, troeft ze naar een opgetogen Randal. Na een minuut of vijftien komt hij door met Mandor, Essilt, Iestyn en Jurt en er wordt opnieuw kennis gemaakt. Jurt herkent Lucas en Remus en wil meteen de robot uitdeuken met een enorme hamer. Dat de undead al dood is stelt hem teleur. Hij stottert trouwens nu niet meer tegen de meisjes, tenslotte ligt Merlijn al tientallen jaren in de Abyss. Jurt zegt dat het mensen opvissen uit de Abyss succesvol was, daarna is er direct een coup in Chaos gepleegd en is de bol vernietigd. Niet dat de anderen weten, Jurt is eigenlijk ook niet helemaal zeker. Remus begint iets uit te leggen over het plan, Jurt herinnert zich de hengels. Remus legt uit aan Mandor hoe dat zit met de huishoudster. Dat gaat niet, zegt deze, dan moet zijn vrouw toestemming geven. Volgens Remus heeft ze dat al gedaan.
Het lijkt erop dat we het nu over een andere boeg moeten gaan gooien, we moeten iets doen waar Brand echt mee zit. Jurt zegt dat Randal iets heeft gedaan waar hij mr B echt mee had. Hij heeft toch een ring? Nee, zegt Randal. Een Sawall erfstuk, zegt Jurt. Randal weet van niets.
Lilias herinnert zich de magie en rituelen waarmee ze eerder iemands eigenheid hebben opgezocht, er zal in Randal’s hoofd gezocht moeten gaan worden. Deze zit er niet op te wachten, maar vooruit dan maar.
Mandor, Iestyn, Essilt en Lilias gaan dan voorzichtig roeren in Randal’s hoofd en er een hele zware blokkade te zitten. Daar zal verder aan gewerkt moeten worden.
Remus deukt zijn robot uit en Jurt en Lucas verkennen de omgeving.

In tegenstelling tot de eerdere horde mensen hebben de nieuw aangekomenen geen zin om zich hier te vestigen. Eternie lijkt de beste omgeving te zijn wat de grootste meerderheid betreft, Remus blijft liever hier in Mordaver. Jurt pendelt heen en weer.
Geld zat, er wordt een landhuis gekocht op ruim een half uurtje rijden van de hoofdstad Sidonia. Van Jurt komen ze aan de weet dat hij een troefeffect is, hij reageert op roepen van zijn naam, Brand heeft dat ook. Het kan zijn dat deze na het noemen van zijn naam alles hoort wat er wordt gezegd. Jurt is ooit in een fontein gevallen in een tempel waar de vrouw van Brand, Jasra, toen de baas was. Jurt vindt het heel prettig dat Merlijn in de Abyss ligt, anders zou deze toch maar proberen om zijn vriendinnetje af te pakken. Julia is ook verdwenen ja.

Eternie is feodaal, middeleeuws en schoon, ziet Lucas. Er is niet veel meer te doen dan paardrijden en eten en magie. Lucas vindt het wat primitief, ze hebben hier geen kennis van vampiers en dergelijke. Er is weinig te doen. Er zijn wel echte dieren en het eten is lekkerder. Koffie hebben ze hier niet, het groeit hier nauwelijks. Lilias regelt koffiebonen, een koffiemolen en wat bijbehorende zaken. Ook maken zij, Iestyn en Mandor wat troeven van bepaalde plaatsen en is Essilt aardig ver met troefschetsen.
Na twee weken hebben ze de barrière bij Randal gesloopt. Hij herinnert zich dat hij de ring verstopt heeft en ook waar. De herkomst van de blokkade zelf herinnert hij zich niet. Hij heeft de ring verstopt omdat mr B deze op het spoor was. Ze kunnen ze niet herinneren dat B bij de Abyss was, hij kan niet goed in Arden komen. Hij gebruikt een soort troef die hij je laat zien en dan verdwijn je in de Abyss. Mandor wordt er tegen beschermd. Mr B heeft een vergeet effect.
Er wordt gesproken hoe mr B aan te pakken. Mandor vindt de hulp van Fiona in Amber toentertijd vreemd. Lilias wantrouwt deze, vooral het feit dat Fiona alle getuigen liet vermoorden zit haar dwars. Ze moeten zorgen dat Brand zelf verschijnt, hij knapt veel zaken echter niet meer zelf op. Hoe krijg je hem gelokt? Randal gaat dat uitzoeken. Mr B’s moeder of Jasra zijn heel machtig.
Randal vertrekt zonder troef, alsof hij door een deur loopt die er niet is. Het is alsof hij plat wordt en door een deur loopt.
Remus komt af en toe eten, maar hij zit liever tussen de machines. Hij wil ook de Gebroken Logrus doen. Mandor weet waar deze is, hij is ook bereid om mensen te helpen met het Gebroken Patroon dat hier is.
Iestyn vindt het ineens nodig om meer met Lilias op te trekken.

Remus
Mandor neemt hem mee naar de Logrus met behulp van een Logrusmacht en hij wordt dwars door alles meegetrokken. Hij staat op een eiland midden in de zee in het oog van de storm. Het is koud en warm en het bliksemt. Het is hier niet pluis. Verderop is een eiland met een rokende vulkaan. Mandor legt wat uit, als hij het loopt is dat nog best moeilijk, hij zal het overleven vanwege zijn Chaosietenbloed. Hij moet mentaal sterker zijn dan de meeste mensen. Logrus manifesteert zich op vreemde plaatsen en er houden zich rare wezens op. Er zijn mensen die het overleven, weinig echter. Het is een speurtocht naar de kern van de zaak, dan kan hij eruit en gaan waarheen hij wil, eventueel in Schaduw reizen. Hij kan er dingen zien en meemaken, dat kan interessant en gevaarlijk wezen. Het is slopend en vermoeiend. Met een sterke geest wordt je niet gek, maar het vermoeit je geestelijk heel sterk en je bent een paar weken uit de running. Als je het gelopen hebt kun je altijd die plaats en de macht oproepen, het wil niet onder controle blijven. Je kunt de Vortex oproepen, een wervel waar je dingen mee kunt. Kunt zelfs iemand mee nemen. Bij vaker oefenen is deze ook voor andere dingen gebruiken. Hij kan er meer dingen mee, Mandor zal hem dat nog leren. Nu moet hij trachten om bij dat eiland te komen erachter te komen wat er is. Mandor vangt hem op wanneer hij er niet goed uitkomt en anders moet hij even troeven.

Lilias
Haar aantal spreuken wordt een arsenaal. Iestyn is beter in mensen betoveren, om met dieren praten en dergelijke. Essilt is meer van metamagie, ze kan spreuken terughalen, ze heeft er altijd 12 plus 1. Essilt zegt dat Gebroken Patroon en Logrus magie sterker maakt. Het handigst is om eerst Gebroken Patroon te lopen en later een keer de Logrus in te gaan. Dat is wat ze zelf van plan is en troef kan ook sterker worden met Logrus.
Lilias en Essilt besluiten om het Gebroken Patroon te bekijken.

Lucas
Iestyn is geïnteresseerd in de stad, hij is een stadsmens in tegenstelling tot zijn ouders, beweert hij. Vampiers vindt hij geweldig. Demonen zouden nog fantastischer zijn. Zelf heeft hij een eigen Schaduw met monsters en komt er daardoor graag. Nu niet meer dus. Hoe komen ze daar? Geen idee, Lucas maakt geen troeven. Dan moet iemand een troef maken die er geweest is. Lilias is er nooit geweest. Iestyn vraagt het dan aan Mandor die dat ook doet voor hen. Ze staan aan de rand van de stad.
Het is grijs, ze zien een stoomwagen, Interessant, zegt Iestyn, erg gothic. Hij is een fan van striphelden. Randal en hij hebben een enorme verzameling strips, Randal is alleen wat wild, ze trekken veel samen op. Hij is zijn broer, een stuk ouder dan hij. Anders zat hij aan Essilt vast, ze is een aso. Dankzij hem komt ze nog wel eens onder de mensen. Ze is niet echt nors, ze is leuk wanneer ze ontdooit is. Ze heeft alleen belangstelling voor projecten, nerddingen enzo, Iestyn interesseert zich meer voor wijven. Hij vindt Lilias leuk en ze gaat niet met Lucas of Remus, dus… Randal is nogal gek op haar helaas. En Iestyn moet zich inhouden met Essilt in de buurt omdat hij zich netjes moet gedragen. Ze weet alles van hem. Ze haalt hem altijd uit de problemen. Hij heeft meer zussen dan één, misschien is Bryana iets voor Lucas. Ze kletst alleen wat veel. Heeft hij ergens een vampiernest? Lucas vertelt dat het veiliger is om in een appartementje te wonen. En nee, zijn stiefvader hoeft niet opgezocht te worden. Nee, hij hoeft ook niet te worden omgebracht. Iestyn zegt dat zijn vader alles van hem weet, bij hun in het gezin is dat irritant. Owen is ouder dan Randal en die wil altijd helpen en de oudere broer uithangen. Iestyn is de middelste, ze bemoeien zich altijd met hem. Hij bemoeit zich niet met de zaken van Randal of de monsters van Owen. Hij wil graag ergens wonen en experimenteren met demonen en anders een harem. Hij wijst naar een groot gebouw en zegt dat er iets mee is. Dat staat er al jaren, er is Lucas nooit iets opgevallen. Een grote antenne, zegt Iestyn, daar spookt het pas. Dat is ghost central.
Ze gaan er heen, voor gotische stad is het gebouw erg gothic. Het dak vonkt en er hangt slecht weer boven. Er zijn beelden van demonen te zien bovenop het gebouw, het verzamelt energie, voelt Lucas. Dat is een occulte ontvanger, zegt Iestyn en legt het begrip tv uit. De ontwerpers proberen een demoon op te roepen.

Remus
Hij moet zelf weten hoe hij er komt, zegt Mandor. Remus wordt een vis nadat hij het water in springt. Er gebeurt iets als hij naar dat eiland zwemt. Het eiland komt niet dichterbij en hij voelt zich niet lekker. Hij zwemt stug door, na een uur wordt hij moe. Hij wordt groter, nog vermoeider. Het komt niet dichter bij, het andere eilandje is toch weg. Hij zwemt een kolk in, wordt naar beneden getrokken en ontploft.
Hij komt bij op een rotsblok in het midden van een lavameer en dat zinkt. Hij stijgt op, het is hier turbulent. Hij maakt reptielenvleugels, draakachtig. Hij bereikt de wolken en stoot zijn kop. Massief. Hij kan er op lopen. De wolk drijft van het eiland af, deze wordt dunner. Via dunner wordende wolken gaat hij weer richting midden eiland waar een borrelende modderpoel rond een gat is. Hij maakt een dikke huid en duikt de modder in. Hij komt dan bij het gat, heel diep en er stroomt geen modder in. Hij past zijn ogen aan, het gat blijft donker, hij laat zijn vinger licht geven, niets te zien. Hij hoort gekletter op de modder, er is een hagelbui bezig en een aantal stenen verdwijnt in het gat. Hij duikt er ook in en hij valt. Hij verandert naar iets met vleugels. Er is niets om te fladderen en dan ligt hij op een zandvlakte.

Lilias
De man verschijnt, ze hebben geen idee waar de man vandaan komt. Essilt zegt dat hij geen gewone vent is. Ze moeten bewijzen erfgenamen te zijn, dat kan door in hun vinger te prikken. De vent likt dan de vingers af, dat voelt elektrisch en raar aan. Ja, ze zijn erfgenamen. Hij wijst ze het begin en verdwijnt dan.
Ze staan bij een intacte stonehenge met blauwe stenen en een pad ertussen in spiraalvorm. Lilias zet een voet neer en kan niet meer terug. Ze loopt, ze heeft het benauwd, het is warm en er is haast geen lucht. Bij de tweede bocht staat iemand.

Lucas
Ze gaan het gebouw binnen, een jongedame zit achter een balie en ze is te mooi. Echt een liefje. We boffen, zegt Iestyn. Ze lacht… te vriendelijk. Iestyn is opgetogen. Hij vraagt naar de 13e verdieping. Die was er vroeger, maar er is brand uitgebroken en afgesloten. Nu komt er niemand meer. Nee, dat is echt niet mogelijk, ze kunnen praten met de manager. Ze maakt gebruik van een primitief contactsysteem en er komt een man aan met zwart haar, groene ogen, een baard en streng. Iestyn deinst naar achteren en ziet erg bleek nu. De man is Oberon de manager, Iestyn wordt nog bleker. Ze gaan erover praten in zijn kantoor. Iestyn zegt zacht tegen Lucas dat Oberon de grootste engerd is die er bestaat. Dat is de oude koning, dit is niet pluis! Ze gaan toch mee, hier en daar zijn wat boeken en stoelen. Er worden sigaren rond gedeeld, Iestyn rookt niet.
Dus ze hebben hem eindelijk gevonden. Hij is de manager van het gebouw… Willen ze iets drinken? Iestyn hoeft niets, Lucas wel. Hij en Oberon gaan aan de whisky. Oberon wordt vaker herkent omdat hij ooit een toespraak heeft gehouden op de markt. Hij is manager omdat sommige zaken gemanaged moeten worden. Er moeten zaken worden recht gezet, het kan niet langer zo met dat geklooi. Dat van de 13e verdieping. Er zijn wat mensen heen en weer gereisd… met de lift… dat moet ophouden. Mensen moeten weer gewoon van de 1e naar de 14e gaan en niet andersom. Er is Brand geweest op de 13e, dat komt niet meer terug op dezelfde verdieping, maar er is een risico op andere verdiepingen. De Brand van de 12e en de 14e staan met elkaar in verbinding, dat is een risico. Het kan zich verspreiden omdat het zo geblust gaat worden. Zo kan het niet langer, het gebouw moet zeker worden gesteld. Dit is midden in de stad, de lift moet weer normaal kunnen worden gebruikt. Maar je moet met de trap wanneer er Brand is. Met de trap… het is de bedoeling dat je met de trap gaat. Dat is veiliger. Je moet de verbinding tussen de 12e en 14e verdieping weg krijgen, het beste is eerst die van de 14e te blussen. Vuur gaat omhoog ja. Dit heeft iets te betekenen. Oberon zegt dat er vaak een monteur in de familie is die weet hoe trappen werken. Dat is dezelfde monteur die toen bij de 13e ingreep en iets vergeten is, dat was een traumatische ervaring om je gereedschapskoffer te vergeten. Hij had beter met de trap kunnen gaan. Maar goed, hij moet nu gaan, hij hoort het wel als ze zo ver zijn. Oberon gaat weg.
Iestyn is van slag, dit gaat niet echt over dit stomme gebouw hè? Hij is zich te pletter geschrokken. Ze horen voetstappen. Er komt een kalend mannetje binnen, dit is de manager. Meneer Jansen. Leuk. Iestyn zegt tegen Lucas dat hij nu wil vertrekken, hij wil thuis rapporteren. Zijn vader moet dit weten en de anderen ook.
Lucas praat nog even met de manager terwijl Iestyn staat te popelen om weg te wezen. Of ze wel eens last hebben van spoken? Men ziet hier wel eens wat.
Dan maken dat ze het gebouw uit komen terwijl Iestyn zegt dat hij zijn ouders wel eens heeft horen praten over iets dat met trappen en Oberon te maken had. Hij troeft naar zijn pappa.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!