Sunday 28 December 2008

Een nanny voor Cathrynn/ Klooien met Troef/ Waarschuwing

Rhex hoort geblèr van boven en gaat kijken. Er is gekraak van hout, iemand van het personeel duwt hem de kamer binnen. De wieg is kapot, de baby hangt in de gordijnen, met hoorntjes en een staart, klauwt de gordijnen stuk, klauwt en bijt naar Rhex, dat doet zeer! Ze is erg sterk, er komt rook uit haar oren, ze glibbert door de kamer. Hij wil haar een tik geven, maar doet het niet. Hij zegt streng dat ze niet mag veranderen, vraagt wat er aan de hand is, maar ze geeft geen antwoord op zijn vraag. Een stoel wordt onderhanden genomen. Hij pakt haar dan beet, ze bijt hem in de schouder. Tijdens het troosten verandert ze in een baby’tje. Ze is ook erg heet. Ze heeft roze gerafelde babykleding aan en laat een boer. Alles in de kamer is kapot. Hij gaat haar eerst verschonen, ze zegt ‘dada’ tegen Rhex en lacht. Nieuwe kleding is ook wel nodig. Ze is zo heel lief. Hij probeert haar pappa te laten zeggen en ze brabbelt blij.
De luier is meteen vol, onmiddellijk kan hij weer verschonen. Ze wil vastgehouden worden en is heel lief.
Nu moet ze weer gaan slapen, vindt hij en ze kijkt wat ongerust. Ze zet haar lange nageltjes in zijn neus en is erg blij.
Ze heeft geen zin om te gaan slapen. Ze wil wel rondkijken en rondlopen met Rhex, hij rent naar beneden, stel je voor dat ze het eten opruimen.
“Ze had zeker last van een boertje?” vraagt Dyenne.
“De kamer is een beetje stuk…”
“Dat gebeurt nu nooit. Ze heeft je toch niet geknepen?”
Hij eet hier en daar nog een hapje en merkt op dat de baby hoort te slapen rond bedtijd. Ik denk dat het handiger is om een baby naar bed te brengen als ze moe is, maar wat weet ik daar nu van. Aildith en Ashwin staan op van tafel en gaan de kamer uit.
We praten over hoe nu verder met Cathrynn. Voor Dyenne is het erg vermoeiend en de baby is erg sterk. Nadat advies vragen aan Dara door Dyenne wordt afgewezen en advies vragen aan Nicolas door Rhexenor wordt neergesabeld, wordt Deirdre getroefd.
Deze is blij om de baby te zien. Ze heeft het druk, maar het gaat steeds beter. Random deed alles slecht. Ze laat zich doorhalen, nadat Rhex heeft gewaarschuwd dat ik ook aanwezig ben.
Ze pakt de baby meteen over.
“Grappig dat ze ineens blond is met blauwe ogen,” zegt Deirdre. “Op wie lijkt ze eigenlijk?”
“Op van alles,” zegt Rhexenor grijnzend. “Van de kat tot aan een echte demoon.”
“Het is logisch dat ze in een demoon verandert. Ze is voor een kwart Chaos. Alleen lastig voor Dyenne.
“Het is wat pijnlijk soms. Ze wordt agressief.”
“Misschien is er wat hulp nodig, jij bent ook een dag thuis zeker.”
“Ik zit mijn straf uit. Ik had ook ter dood veroordeeld kunnen zijn,” zegt Rhex.
“Dan was er een oorlog uitgebroken. Welke kant had jij dan gekozen?”
“Geen.”
“Je bent aan de verkeerde kant als je geen kant kiest. Wat gebeurt er als er hier Chaosieten langskomen? Die demonen vreten alles en iedereen op, ze verkrachten en moorden. Je hebt niet helemaal begrepen wat demonen zijn. Dat is een gebrek in je opvoeding, niet helemaal jouw fout. Dalts troepen doen dat niet, die van Julian en Benedict ook niet.”
“Je probeert me tegen Chaos op te zetten.”
“Ik wil weten wat je doet als er oorlog komt.”
“Tijdens de oorlog zijn er dorpjes uitgemoord rond de Gouden Cirkel,” zegt Dyenne.
“Amberieten en Chaosieten zijn allebei levende wezens, samenleven moet mogelijk zijn,” vindt Rhex.
“Nu hebben we vrede. In het kader daarvan gaat Morwenna zelfs met een Chaosiet trouwen. Dan wel meteen met één van de ergste. Maar waarom troefde je me? En schenk eens iets in.”
“Oh,” dat is tegen mij, “de verloving is over drie 3 dagen, ik heb nog niet alle uitnodigingen bij de juiste mensen. Ik krijg Bleys en Fiona niet te pakken. Erg vervelend, zelfs Benedict wist van niets.”
Rhex legt het probleem met de baby uit. Deirdre weet iemand, dat is een beetje een heks. Nee, niet Jasra. Amalia heet deze, een nichtje van de moeder van Bleys en Fiona. Wel betrouwbaar, denkt ze.
“Wat zijn je plannen met Cathrynn? Amalia kan voor zichzelf zorgen, maar ik zal haar eerst moeten vertellen wat de bedoeling is. Wil je je dochter snel op laten groeien, introduceren in de familie? Die kraamvisite kunnen we zien als officiële introductie. Wat moet ze weten van machten, willen jullie haar meenemen naar Schaduwen?”

Ronardo is bezig met de powersource te verbeteren. Na verloop van de tijd krijgt hij zijn vader aan de troef, die man heeft een heel sterke geest. Hij is gekleed in stofjas, heeft grijze haren, lijkt een beetje oud, heeft een potlood achter zijn oor. Ronardo vraagt hulp. Zijn vader heeft nog nooit eerder een troefcontact gehad.
“Hebben ze apparatuur om dimensiedingen door te berekenen? En hoe kom ik weer thuis?”
“Ik heb een kaartje om je thuis te brengen.”
“Ik denk dat het geen troef is, het is een trans dimensional portal kaartje. Het knappe is,” zegt hij terwijl hij wordt doorgehaald, “er zit geen powersource in de kaartjes. De kaartjes krijg je niet kapot.” “Sommigen wel.”
“Nee hoor, ik heb diamantboren en lasers geprobeerd. Ze zijn niet kapot te krijgen, een voertuig van dat materiaal is onverwoestbaar. Een ruimteschip zou cool zijn. Zei je dat sommigen ze kunnen vernietigen? Dat is een zwakke plek. Misschien te voorkomen met speciale shielding.”
“Hoe kom je aan dat witte stof in je haar?”
“Geen idee wat het is. Nee, ik hoef niet te stofzuigen thuis.”
Hij bekijkt de mogelijkheden in de computers.
“Je kunt hier alles mee produceren wat je verzint.” Hij typt wat en laat een mechanische hand uit de machine komen.
Ronardo legt uit wat de bedoeling is. Een verbeterde powersource. Dat spul is op aarde niet te krijgen, met vals spelen is er een fusiegenerator gebouwd. Op aarde is dat niet mogelijk. Hij weegt te veel, moet kleiner, meer output etc.
“Heb je niet zo’n kaartje voor me?” Ronardo heeft geen blanco.
“Misschien als je die fusiegenerator daar in stopt…”
Hij kan het apparaat er gewoon in stoppen. Zijn vader vraagt zich af waar de techniek vandaan komt.
“Het maakt gebruik van kracht tussen Schaduwen,” legt Ronardo uit.
Ze zetten er 16 troefkaartjes in, het apparaat wordt opgevoerd. Henry klaagt dat Fiona nooit iets uitlegt. Ze zegt dat Troef iets magisch is, maar dat is onzin, magie bestaat niet.
“Roep er eens iemand bij die dit goed uit kan leggen,” zegt Henry. Op het moment ontwerpt hij een enorme machine, als je er een deurtje in maakt, kom je in een andere dimensie. Dan krijg je zoiets als Sliders.
“Die robots zijn interessant, moet je ze kleiner hebben?”
Anastasia wordt opgezocht. Ze stelt zich voor als de verloofde van zijn zoon.
“Leuk, gefeliciteerd!”
Ze probeert iets over troefmacht uit te leggen: het ligt overal omheen, het verandert en dan is het troef. De dimensionale macht komt er vanzelf in. Troeven hebben een verband met Logrus en hoe precies is geheim.
“Logrus. Is dat niet die onbetrouwbare energiebron waar deeltjes uitkomen?”
“Alleen ingewijde mensen komen daar. Ik ben ingewijd, troef is daaraan verwant.”
“Niet erg praktisch,” meent Henry.
“Patroon en Logrus hebben hun invloed op Schaduw.”
“Je hoeft niet te weten hoe het werkt dus?”
“Er zijn er die het hebben uitgezocht,” zegt Ronardo, “maar ze wil het niet uitleggen.”
“Fiona weet heel veel,” zegt Henry tegen Anastasia. “Ze heeft meer verstand in haar kleine pink dan jij in je haar hoofd.”
Ronardo laat haar het nieuwe ontwerp zien en vertelt de werking. Het is van binnen groter dan van buiten.
Henry laat tekeningen zien van de verbeterde mech versie. Het lijkt haar wel wat.
“Heb je geen mooi ontwerp voor me, een pak. Een backpack op de rug ofzo?”
Ronardo maakt een troef van een schroef, dan tekent hij die troef met die troef en dat lukt niet.
“Als je er nu een van een kast maakt met de troef erin, deze dicht doet en daarvan een troef maakt?” Dat lukt. Klooien met de laws of physics. Ze ontwerpen een nieuwe kast en dergelijke met troeven er in, een troef met draden. Anastasia lijkt een troef met een robot wel wat, zodat je het meteen aan hebt. Of een bunker.
De troeven moeten wel beveiligd worden, alleen de juiste personen kunnen er dan iets mee doen. Een val voor verkeerde personen erop maken. Of voor hen niet laten werken, laten exploderen en de ruimte er omheen ook. Leuk om als bommen te gebruiken.
Henry vraagt hoe het zit met troeven als je ze bij je hebt. Ja, je kunt er gewoon Patroon mee lopen. “Kun je ze gebruiken op Patroon? En hoe is dat met Logrus?”
Anastasia weet van iemand die heeft dat wel eens gebruikt heeft in de Logrus, maar niet hoe dat afliep. Ze werken heel goed in Chaos en Amber. Er zijn werelden waar dat niet werkt. Er zijn troeven die naar werelden gaan waar je niet uitkomt. “Gevangeniswerelden, daar verbannen we ongewenste Amberieten en Chaosieten heen. Zogenaamde randwerelden.”
Later zitten Ronardo en Henry in de kantine te eten. Hij is met een project bezig en laat een metalen armband. Dat is een soort troef, een apparaat. Hij werkt niet goed. Je komt willekeurig ergens uit, het is al een beetje te beïnvloeden. Op tijdreizen zit een barrière. Er moet achter te komen zijn hoe het in elkaar zit en daar doorheen breken. Misschien dat het werkt op zo’n wereld waar Patroon, Troef en Logrus niet werkt. In de computer hier staat ook veel, heeft Henry gezien en Ronardo controleert dat meteen. Hij ziet dat ze er inderdaad van alles in hebben. Zo hebben ze een artefact dat een stukje Chaos stabiel kan maken, het is te gebruiken als wapen. Ze hebben een test gedaan met een ander Huis in het midden van Chaos. Op die manier konden ze gemakkelijk overal komen. Het gaat om een kristal dat ‘het Ei’ wordt genoemd.

Ik heb een gesprek met Deirdre en vraag hoe het is.
“Koningin van Amber zijn is waardeloze baan voor een militair als ik. Geen van mijn zusters heeft interesse in vechten. Ik deel jouw interesse voor dieren een beetje, verder vind ik vechtmagie boeiend, maar daar kan ik niets mee als koningin zijnde. Grieken hebben er altijd iets mee gehad, andere volkeren vonden dat ze wonnen met vals spelen. Je kunt het wetenschap of magie noemen.”
Dat ze koningin is is door een samenloop van omstandigheden: Random was waarschijnlijk vermoord door ‘ze’ als ze niet had ingegrepen. De moordaanslag was niet door Dalt beraamd. Er is een partij die mogelijk uit de hoven komt die Random heeft geprobeerd op te ruimen. Maar dat hoeft hij niet te weten. Ze vermoed dat er een aantal families van Chaos achter zitten die het niet eens zijn met wapenstilstand.
“Mijn troepen kwamen ninjas tegen hier die magie gebruiken, het zijn moordenaars. Via via had ik vernomen dat er mogelijk een aanslag zou worden gepleegd. Gérard was bezig met luchtschepen, deze waren gestolen door Dalt. Na de explosie was het paleis blootgesteld, mijn Samurai kunnen met ninjas omgaan. Samurai hebben eer, ninjas zijn stiekem en hebben hun eigen magie. Ik had de Samurai opdracht gegeven om Random te bewaken. Het werd bijna een puinhoop. Ik verwacht dat dezelfde groepering het op jou en Mandor heeft gemunt. Daarom heb ik bewust jullie huwelijk uitgesteld. Een ideale gelegenheid om toe te slaan is bijvoorbeeld het verlovingsfeest. We moeten dan Amberieten en Chaosieten bij elkaar zetten, je kunt het beter voorkomen dan achteraf de schade te repareren, dus in de afgelopen tijd hebben we zoveel mogelijk van die ninjas opgespoord en ermee afgerekend.”
Wat mijn motieven om te trouwen zijn wil ze niet weten. Dara schijnt er blij mee te zijn.
“Ik heb zelf een tijd opgetrokken met een Chaosiet, het zijn geen gemakkelijke wezens. Je moet er rekening mee houden dat je baby ook een halve demoon is bijvoorbeeld. We kunnen het hele huwelijksgedoe afgelasten of de bruiloft zo snel mogelijk plannen.”
De bruiloft wordt dan een week na de verloving gepland. Dan wil ze toch weten waarom ik dat wil doorzetten, ze zegt dat ze niet zo gelooft in de politieke achtergrond. Ik volsta ermee te zeggen dat het voor ons beter is zo snel mogelijk te trouwen.
Ze heeft iemand nodig die helpt bij de voorbereidingen. Ze zat te denken aan Random om snel troeven te maken, ik wil het hem niet vragen. Dan moet ik maar aan Rhex vragen of hij Random wil troeven die dan weer naar haar troeft. Ze wil dat de uitnodigingen voor de bruiloft op de troef gezet zodat de gasten vlak daarvoor worden uitgenodigd. Men zal dan in ieder geval niet van tevoren weten waar het is. Verder is er iemand nodig die dingen voor me kan regelen. Ik stel Julia voor, ze gaat dat regelen.
Ik vraag of ik de claim op mijn landgoed kan hebben en deze overgeven aan mijn ouders. Dat kan ook zonder claim. Ze hebben goed geholpen ij Rhex en Dyenne, dus ze gaan iets krijgen in de buurt zodat ze snel ter plaatse kunnen zijn als het weer misgaat.
Rhexenor heeft nooit iets in de gaten, hij is net zijn vader, de muren om hem heen vallen om en ze merken niets.
“De eerste keer dat ik hem tegen kwam had hij niet in de gaten dat er pijl in zijn voet zat. Misschien was dat een deel van de truc. Toen heb ik me ingehouden, daardoor heeft hij me kunnen verslaan. Officieel is hij mijn echtgenoot, daar ben ik van af als ik hem versla.”
“Ik vond hem wel vriendelijk,” zegt ik. Dat doet haar plezier. Hij doet de laatste tijd wat meer normaal. Ze is er een tijd niet geweest, als je dan in de Abyss ligt, gaat dat niet goed. Ik voel een sfeer op komen zetten die vreselijk aanvoelt, veel erger dan wanneer Mandor in mijn buurt met Logrus bezig is.
Bij het afscheid vraag ik haar om Random niet de muziek te laten regelen. Nu begint ze te lachen.
Ik zeg dat ik een aantal zaken met Mandor door zal spreken en ga naar huis.

Rhexenor krijgt van Deirdre een troef van een rossige dame met sproetjes, een mooie jurk aan en op de achtergrond een zwart kasteeltje.
Uiteindelijk is de baby moe en gaat slapen. Ze is best lief eigenlijk. Beneden is Dyenne die hem omhelst, ze hinkt met haar been. Ze is gevallen, zegt ze, ze gaat op zijn schoot zitten. Hij troeft naar Amalia, terwijl Dyenne klaagt dat ‘het’ alweer zo lang geleden is en dat ze zin heeft.
“Ik moet even troeven,” zegt hij en ze hijgt in zijn oor.
Hij troeft en merkt dat de dame in kwestie is niet zo sterk is qua geest. Hij stelt zich voor. De koningin heeft contact opgenomen, het lijkt haar interessant om met hen te praten en laat zich doorhalen. Dyenne heeft op dat moment haar tong in zijn oor, maar gaat dan naast hem zitten. De dame bloost.
Ze heeft een andere jurk aan dan op het troefje en is netjes gekleed. Rhex staat op, geeft een haar een hand, zij geeft een slap handje terug.
Ze draagt diverse ringen en armbanden en een lichtpaarse jurk. Ze heeft licht rossig haar en groene ogen. Dyenne tinkelt met een belletje dat op de tafel staat en prompt komt het personeel komt netjes vragen waar ze mee van dienst kunnen zijn. Ze kiezen voor koffie.
“Wat heeft de koningin vertelt?”
“Niets.”
Hij legt dan uit over hun dochter Cathrynn van Amber, haar demonennaam wordt niet verteld. Ze is bijna 4 maanden oud, een halfdemoon en veranderlijk. Hij legt uit dat zijn vader een Chaosiet is, dus ze is een kwartdemoon, constateert Amalia.
“We hebben iemand nodig die met kinderen kan omgaan en aardig voor ze is. Maar ze moet vooral met dit kind kunnen omgaan. Hebt U interesse?”
“Het is geen fulltimebaan?”
“Dat niet.”
“Moet U beiden veel op reis?”
“Nee, alleen Rhex. Ik ben meestal wel thuis, maar soms zijn we allebei weg. En ze moet les hebben. Wat moet ik verder vragen?” zegt Dyenne.
“Of ik referenties heb.”
Uit een tasje haalt ze papieren. Ze is kindermeisje geweest van een aantal koninklijke families in de afgelopen 200 jaar. Ze heeft niet eerder met veranderlijke kinderen gewerkt. Ze heeft er wel over gelezen, het lijkt haar een interessante ervaring om op te doen.
“Ze is soms erg gevaarlijk,” zegt Dyenne voorzichtig.
“Ik weet wel iets van Chaosieten.”
Ze verandert als ze een aanval heeft, ze is redelijk onstabiel.
“Daar kan ze overheen groeien, anders is er met de juiste middelen iets aan te doen. Met een beetje magie en zonder het kind pijn te doen.”
Daar is ze heel goed in. Haar methodes zijn vrij subtiel, hoewel ze ook bot kan zijn, maar niet met kleine kinderen. Haar referenties zijn goed, maar ze heeft nooit Amberieten onder haar hoede gehad. “Kan ze al wat?”
“Veranderen dus, ze is heel sterk, wordt vaak heel warm, haar kleertjes branden dan af.”
“Dat laatste heb ik nog nooit gemerkt bij kinderen, ik dacht ook niet dat het voorkwam bij Chaoskinderen. Er zijn Chaoskinderen die veranderen in een hoopje drab. Die worden dan vermoord.” Hij vertelt Feniks te hebben en wat dat inhoud. Feniks staat voor overleven, groei en energie. Ja, dat is een macht. De eenhoorn reist rond in de Gouden Cirkel, weet ze, en dan verandert er iets.
“Cathrynn heeft niets met Patroon?”
“Nee, ik ook niet.”
Ze fronst.
“Dan zou dat veranderen wel eens blijvend kunnen zijn. Kan iemand anders dat niet met haar lopen?”
“Ik moet er niet aan denken.”
“Ik dacht dat ze dat allemaal konden, die van Amber. Of heb je iets gedaan met die Logrus?”
“Nee.”
“Dan moet je het toch kunnen?”
“Ik kan het vast lopen, maar niet met de baby,” weet hij.
“Dat zou wel helpen tegen dat onstabiele. Is ze sterk genoeg?”
“Geen idee. Misschien als ze ouder wordt en sterk blijft.”
“Patroon helpt echt heel goed hiertegen. Hoe moet het als ze echt onhandelbaar wordt? Misschien moet je er niet te lang mee wachten, laat iemand anders dat met haar lopen,” zegt ze dringend.
“ Ze bijt wel eens,” zegt Dyenne.
Nee, ze heeft geen tanden, maar dan wel.
“Dat veranderen put dan toch heel erg uit? Is ze niet moe erna?”
“Niet zo heel erg.”
Dan worden er afspraken gemaakt. Ze komt op proef, dat geldt voor beide partijen. Het kind is nog wat jong, misschien lukt het door haar meer te laten concentreren om haar wat stabieler te krijgen. “Als ze me aanvalt, zet ik er een krachtveld omheen, dan kan ze geen kant op. Ik maak er wel wat spreuken voor.”
Repareren is ook geen probleem, ze blijkt nogal wat vernield te hebben.
“Betaal me gewoon, 10 goud per dag.” Daarbovenop een jaarlijkse bonus, kost en inwoning en ze wil niet gestoord worden op haar kamer, want ze moet magie oefenen. Wat is die lucht? Die afgrijselijke stank? Waarschijnlijk de karkassen bij de draak. Ze sprayed. Morgen gaat ze beginnen, nu gaat ze terug naar huis en morgenochtend moet hij haar weer troeven.
“Een maand vooruit betalen graag.” Hij betaalt 300 goud en zij verdwijnt door middel van troef. Dyenne maakt zich zorgen over al het geld dat het kost, 10 goud per dag? De inkomsten zijn misschien 10 goud per week.
Rhex heeft nu zin en achtervolgt zijn vrouw tot in de slaapkamer. Hij moet toch altijd wel voorzichtig zijn, ze is nogal breekbaar. Ze heeft tandafdrukken in haar been.

Ronardo heeft ijverig geholpen in Huis Amblerash. Alle militairen gaan troefkaartjes krijgen met troefcontact. Toch eens vragen aan Fiona hoe dat technische gedeelte werkt. Alleen is ze zo snel verveeld.
“Doen jullie nog wel eens wat.?”
“Hoezo? Wilde je een broertje of zusje? Ze heeft nooit tijd, ze is nooit thuis, en de laatste tijd is het net of ze dingen is vergeten. Ze was bezig met dat Overschaduw projectje, maar heeft het er nooit meer over. Een poos geleden verscheen ze op de tv, heeft me een aantal dingen verteld over mij wie mijn ouders waren en dat soort onzin, er zou iets met mijn afkomst zijn, weet ik veel wie Finndo is… “
“Die is dood.”
“Vast. Ik zou een achter- achter kleinzoon van hem zijn, maar ze is er nooit meer op terug gekomen. Daar wist ze later niets meer van. Het zou grappig zijn, want als dat familie is, ben ik ook Ambers.”
“Zijn jullie eigenlijk getrouwd?”
“Ik weet niet hoe dat zit, we hebben nooit een contract getekend of zoiets en er is ook nooit een bruiloft geweest. We zijn ook een tijd uit elkaar geweest. We hadden een vreselijk auto-ongeluk in scène gezet. Dat had iets te maken met haar broer. Ik moest onderduiken, dat was wel vervelend voor jou. De betreffende Schaduw was echter interessant. Ze hadden er biotechnologie en ik snapte er niets van, ik kreeg het niet geleerd.”
“Ik weet er iets van, Fiona ook.”
“Leg me dan uit hoe het werkt. Een auto maken die levend is is raar. Wat moet je ermee. Er was ook sprake van biotechnologische ruimteschepen enzo. Ik ben liever gewoon thuis met een auto die je wat verklooid. Het liefst had ik een Delorian met mr Fusion.”
“Ga eens naar die Schaduw met die film.”
“Echte magie kan toch helemaal niet, het bestaat niet.”
“Atlantis heeft echt bestaan. Ik heb een Schaduw bedacht en ben daar gewoon gekomen.”
“Dat moet niet kunnen. Je kunt een Schaduw bedenken met een superapparaat en dat meenemen.
Kunnen Amberieten alles?”
“In principe wel. Misschien heb je talent.”
“Er zijn dus ook Schaduwen met nachtmerries?”
“Ja, we hebben er onlangs een uitgeroeid. Er zijn ook mensen die troef zijn door in een soort fontein te vallen.”
“Dat is geen bron, dat is techniek, in de kelder staat vast een apparaat met knopjes…”
De man is enorm technisch.
“Altijd als je een krachtbron tegenkomt moet je zoeken naar de computerinstallatie. En jij maar denken dat het magie is. Ik kan ook net doen of ik magiër ben.”
Hij drukt knopjes in op zijn armband, het piept en hij verdwijnt, blijkt dan achter hem te staan.
“Je denkt dat je magie met je hoofd doet? Dat is een kwestie van interface. Met een plug-inn. Fiona maakt je allerlei onzin wijs.”
Henry vindt Ronardo wel slim.
“We moeten meer samenwerken, we moeten naar een wereld van jou reizen met goede faciliteiten. Gewoon een tijdreiswereld. Met mijn apparatuur kunnen we dan weg.”
Ronardo zegt dat er werelden zijn waar bijvoorbeeld Engeland de baas is. En daar hebben ze alleen stoomtechnologie. Wel interessant, maar die stomme Engelsen komen niet verder, grijnst zijn vader.

Ik troef via de waterput en kom uit bij een waterput, maar niet dezelfde. Het is een beetje verlaten en in de verte is een onweer bezig, er hangt een grijze lucht. Dit is een boerderij om de put heen gebouwd. De mensen zijn hier weg getrokken.
Ik denk dat mijn troeven werken. De vorige keer reisde ik verder door Schaduw, daar heb ik nu geen tijd voor. De troef is nog steeds actief. Ik concentreer me nog eens, de hele wereld om me heen springt uit elkaar, er lijkt getrokken te worden en ik zie mezelf 300 tot 400 keer weerspiegeld. De meeste Morwenna’s doen als ik, sommigen iets anders.
Ik ga op zoek naar een uitgang en er komt een Morwenna uit een spiegel gestapt. Een oudere versie van mezelf, haar haar vreselijk slordig.
“Ik heb heel weinig tijd, dus onderbreek me niet, luister alleen. Ik moet je waarschuwen, vergeet niet jezelf ook te waarschuwen. Je tweeling loopt gevaar. Er is een verrader. Op je huwelijksdag zal er een aanslag op je gepleegd worden, je zult net moeten doen of er niets aan de hand is. Iemand zal je een gif willen toedienen waardoor je spontaan niet zwanger kunt zijn.
Ik kan niet langer blijven.”
Ze stapt terug en in haar spiegel zie ik hoe ze door een deur stapt. Ik ga ook op zoek naar een deur, één van de spiegels blijkt een deur te zijn. Dan sta ik in een gang van Paleis Amber.
Deze keer troef ik rechtstreeks naar Mandor, die me onmiddellijk doorhaalt. Hij ziet meteen dat er iets aan de hand is, maar eerst gaan we naar de slapende Owen kijken.
Ik vertelt iets over het gesprek met Deirdre. De datum voor het huwelijk is wat snel, maar okay. Wel vraagt hij zich terecht af hoeveel tijd ik kwijt ben geraakt door het misstappen, dus hoeveel dagen zitten we nu van die verloving af? Maximaal twee, misschien nog minder.
Het bevalt hem niet dat ik een troef heb gebruikt die nog openstond van een vorige keer. Nooit meer doen, ik had tussen twee Schaduwen kunnen eindigen en wat dan?
Ik vertel over de Spiegelzaal en de Morwenna daar. Hij is boos.
“Met dat gif gaat niet gebeuren. Ik moet mijn vader hierbij gaan halen, hij is expert! Eh… had je het nu over een tweeling?”
Ik denk dat het subtiel zal gaan gebeuren, niet persé via drank of voedsel. Het is de vraag hoe we dit gaan aanpakken.
“Het klinkt alsof het uit de koker van een Amberiet of Chaosiet komt. We moeten iets hebben dat het gif opspoort. En we gaan jouw vader niets vragen, die is ook iets en niemand ontziend. Misschien wil hij mij dood en ervoor zorgen dat je niet nog een keer een kind van me krijgt. Het kan trouwens heel goed Dara zijn, ze weet heel veel van dit soort dingen, en het is in haar belang en in dat van haar zonen dat ons huwelijk geen gevolgen heeft. Het is iemand die niet weet dat we al een kind hebben.”
“Misschien kunnen we Iolanthe Hendrake vragen. Ze is voor het leven en voor haar heeft onze verbintenis geen enkel effect.”
“Dan ben ik die weer iets schuldig. Ik vraag het mijn vader echter liever niet.”
“Ik denk dat je vader niet zo’n gek idee is. Hij weet dat we een kind hebben, we weten ook dat hij hoopt dat er ergens tussen onze kinderen een geschikte troonopvolger zal zitten.”
“Hmm. Hij heeft je inderdaad wel de Sawall Spikard gegeven. Heb je nog iets uit kunnen vinden over die familielijn trouwens?”
Op dat moment verschijnt er een lichtpuntje in de kamer. Ghostwheel, die veel moeite had met me te vinden. Hij legt aan Mandor uit een construct te zijn en een project van Merlijn te zijn geweest.
Hij heeft wat uit kunnen zoeken en een aardig resultaat weten te bereiken.

Aildith en Lenore (vermoord) zijn de dochters van Judith van Larenian en John Frederiks (beiden dood, zowel Amberieten als Chaosieten hebben hier een rol in gespeeld).
Judith en Donnal (waarschijnlijk dood) zijn de kinderen van Lorrayne van Amber (verdwenen, misschien dood) en Herbert Sawall (vermoord)
Herbert is een zoon van Julius Sawall (vermoord)
Julius is een zoon van Nefertiti Sawall (vermoord)
Nefertiti Sawall is een dochter van Isis Sawall (vermoord)

Isis Sawall is de zus van Osiris Sawall, ouders onbekend
Osiris is de vader van Herdotus Sawall
Herdotus is de vader van Gramble Sawall
Gramble is de vader van Ernest (vermoord), Mandor en een dochter (op jonge leeftijd vermoord)

Osiris kwam uit de oude wereld. Men zegt dat hij dood is geweest en tot leven is gewekt door Isis. Beiden waren zeer sterke magiërs. Vanaf Julius is het in de Isis tak wat verwaterd.
Van Oberon zegt Ghostwheel dat deze in Overschaduw zit. Hij denkt dat hij ook uit Tir-na n’Oght komt, uit de tijd van voor Patroon. Van Lorrayne wordt gezegd dat ze is omgekomen, maar daar was niets over te vinden.
Benedict van Amber ging met Lintra Hendrake. Er zitten twee generaties tussen Lintra en Dara, ze is dus de achterkleindochter van Benedict. Lintra, haar kind en de ouder van Dara zijn allemaal vermoord.

Dan gaat Ghostwheel weer en Mandor komt dan tot het besef dat hij vergeten is om naar zijn moeder te vragen. Ook wist hij niets over zijn zuster. En we zijn familie….

Tuesday 9 December 2008

Hand van de Titan/ Fiona grijpt in/ Eric

Amblerash
Rhexenor vecht wat met het zwaard en krijgt een nieuwe soort mech mee. De Assassin mark-4, een grote zwarte mech. Ziet er een beetje uit als een mens, heeft een hoofd, armen en benen. Van binnen heeft hij allemaal knopjes die hij niet kent. Hij moet een speciale helm opzetten en hangt in een pak. Hij heeft een redelijk fatsoenlijke interface. Toch mist hij iets, maar wat… hij loopt er buiten mee in een straat met kapotte gebouwen. Als hij wil test vuren op een gebouw, draait hij, er gaat een trigger over en hij trekt het zwaard. Hij draait weer terug, zijn hand verandert in grote dikke buis, er wordt een missile afgevuurd en het gebouw is weggevaagd. Het geluid binnen de mech is wat hard.
Op de rand van zijn scherm verschijnt een rood lampje dat zijn kant uit komt. Hij trekt zich terug, maar ook van die kant nadert een rood stipje. Hij probeert weg te lopen, de rode stippen gaan hard en zijn mech is traag en zwaar. Ze zijn bijna binnen bereik. Er is een paars paneeltje dat oplicht, hij zet het aan. De rode stipjes komen zijn kant uit en beginnen dan rond te zwalken, weten niet waar hij zit.
Als hij denkt aan ‘zachtjes’ verandert er iets en hij hoort de mech niet meer. Een paneeltje heft allerlei lawaai op. Een rood lampje ziet hem echt niet. Als het rode lampje wegdraait, licht er een oranje paneeltje op, Rhex drukt erop en er schiet iets vanuit zijn schouder. Dat is een EM en de vijand gaat plat, met zijn zwaard wordt de vijand afgemaakt. De stipjes komen zijn kant uit, het zijn er nog maar drie. Eentje maakt dat hij weg komt, die andere twee overleven het gevecht niet.
Hij loopt naar een soort van basis waar een heleboel andere rode stipjes zijn. Er valt ook iets anders op: op zijn display staat ‘anomalie found’. Op de betreffende plek is niets te zien, er is niemand. Er moet hier iets zijn, hij gaat scannen. Met een geluidsgolf valt hem een vorm onder de grond op, er lijkt een hele grote hand onder de grond te zitten. Een enorme hand, tien keer zo groot als Rhex, van metaal. Hij scant verder, krijgt geen toegang volgens de database, ‘security locked.’
Hij troeft Anastasia.
“Hoe bevalt de assassin?” vraagt ze
“Cool. Er is hier ook een hele grote hand onder de grond.”
“Laten we het daar niet over hebben, ik begrijp dat je valse echo’s binnen hebt gekregen.”
Hij geeft de coördinaten van de basis van de vijand door en gaat terug om thee te drinken. Hij hoort hoe er iets overkomt en allerlei explosies. Als hij terug is bij zijn basis zijn ze net gestopt met de artillerie, de basis van de vijand is weggevaagd.
Er zit een camouflage unit op zijn mech, legt Anastasia uit, hij cloaked niet.
“We hebben er geluids- en trillingsdempers in zitten.”
Ze wist de databank in de mech van Rhex. In het restaurant praten ze wat.

Het blijkt dat hij heeft gevonden waar ze naar op zoek zijn, of hij de rest heeft gescand? Er zijn meer stukken, Titans zijn altijd groot.
“Het is heel erg geheim, als we alle stukken hebben, zetten we hem in elkaar en dan brassen we alles. Hier is ooit een gevecht geweest. Het is handig om deze te kunnen gebruiken in de strijd tegen Huis Tandora. Het lag onder hun neus, zij zijn er ook naar op zoek. We zoeken ook nog een hoofd en een doomsday wapen. En een powersource uiteraard. Lastig alleen dat de vijand op deze planeet zit… we moeten er een techneut bij halen om de asassins sneller te krijgen, de krachtbron is te klein. Maar als je ideeën hebt, dan graag! Heb je nog wat familieleden die er wat aan kunnen sleutelen?”
“Ja, Gérard of Bleys.”
“Die Gérard maar niet. Liever iemand van de jongere generatie trouwens, dat schept wat minder precedenten.”
“Ik heb een neef, Ronardo. Die weet veel van techniek.”
“Dat is toch die knappe jongen?”
“Hij is heel aardig en kan ook sleutelen.”
“Als jij niet met mij zou gaan, dan zou ik met hem gaan. Ik heb iedereen verteld dat we met elkaar gaan en iedereen die bij jou in de buurt komt, zal in elkaar geslagen worden.”
Rhex troeft Ronardo.
“Hoe is het?”
Rhex legt uit wat er speelt. Hij vertelt over het nieuwe type mech.
“Moet dit over de troef?”
“Weet ik niet. Kun je komen helpen?”
“Ik laat je het nog weten.”
Na het contact wil Anastasia weten of de neef moeilijk deed. Nee hoor, hij troeft nog terug.
“Zullen we uit gaan?” stelt ze dan voor.
“Waarom dat? We hebben niets met elkaar, ik blijf mijn vrouw trouw.”
“Wat! Gaan we dan niet met elkaar? Vind je me niet leuk? Het hoeft niet stiekem… heb je aan één vrouw genoeg? Kom nou, jullie Amberieten zijn toch sterk en hebben veel uithoudingsvermogen en zij is maar een gewone vrouw. Dat kan toch nooit genoeg zijn? En je gaat nooit naar huis, dus zoveel kan ze je ook niet schelen.”
“Jawel hoor, maar hier is zoveel leuks te doen.”
“Wat moet ik dan doen dat je me wel ziet zitten? Zal ik even mee naar gaan je vrouw? Haar uitleggen dat we je samen kunnen delen? Je bent toch een Griek, waarom doe je zo moeilijk?”
“Ik ben niet hetzelfde als Grieken. Trouwens, ook niet zoals Amberieten of Chaosieten in dat opzicht.”
Ze is verbijsterd.

Atlantis
Ronardo, aan de troef met Fiona, vraagt wat ze vindt van hem en Moyra. Ze denkt een poos na voor ze antwoordt.
“Je moet het zelf weten, het heeft consequenties. Ze is troonopvolgster van Rebma.”
“ik ben niet van plan met haar te trouwen. Ze is te druk bezig met kinderachtig zijn. Ze is soms leuk, maar ik zie haar niet als echtgenote.”
“Je gaat al wat lang met haar, je kunt haar niet zomaar laten zitten.”
“Ik ben wel serieus, maar ze gaat overal over in discussie, Dat vind ik vervelend.”
“Sommige mensen zijn zo,” knikt ze. “Die willen dat je je aanpast. Misschien dat je haar meer moet laten merken dat je andere meisjes leuk vindt. Wat doe je als je tegen iemand aanloopt die je leuker vindt? Dump je haar dan? Ik denk dat dat niet erg handig is.”

“Ze is gewoon mijn vriendin, ik kan het eens hebben over leuke vrouwen.”
“Ik hoop dat ze niet zwanger van je is, dan heb je echt een probleem.”
Ronardo zwijgt.
“Is ze al zwanger?” vraagt Fiona bezorgd.
“Zei ik dat?”
“Niet met zoveel woorden.”
“En jij?”
“Ik ben niet zwanger.”
Ze kijkt hem strak aan, hij kijkt weg.
“Ik ben niet naïef hoor,” zegt hij dan.
“Weet je het zeker?”
“Ik besteed wel aandacht aan haar en ben er voor haar.”
“Ze lijkt me intelligent, maar ze is erg jong. Misschien is dat een houding. Waar je op moet letten is stemmingswisselingen. Dan kan het zijn dat ze zwanger is. Ik heb het zelf ook wel eens niet verteld aan bepaalde mannen dat ik zwanger was. Troef me als je me nodig hebt… ik ga even wat doen.”
Ze sluit de troef af, de druk in zijn hoofd valt weg. Vervolgens wordt hij weer getroefd, nu door Rhexenor die zijn hulp vraagt om aan mechs te sleutelen.
Daarna zoekt hij Moyra op
Hij vertelt over Rhexenor en dat hij wil gaan helpen. Hij heeft de wereld nog niet echt versneld.
Hij mag gaan, ze heeft het hier naar haar zin. Ze slaat geen politie meer, nu is ze bezig met politieke kopstukken aan te pakken.
“Hou er rekening mee dat dit gewone mensen zijn, die zijn meer kwetsbaar.”
“Ik heb Feniks power, dan moet je oppassen om mensen pijn te doen. Misschien loop ik tegen een leuke jongeman aan, die me wel wil. Je gaat toch weg?”
“Klopt. Veel succes dan.”
Hij vertelt iets over het project waar hij nu mee bezig is. Zij vertelt dat er een bedrijf is dat iets doet met een soort koraal dat groeit zoals zij het willen. Hij vertelt over de folder die hij kreeg. ‘TOP SECRET, for your eyes only. Will be destroyed when touched by unauthorised personnel.’
Dan krijgt Moyra glazige oogjes, wordt getroefd en is weg. Die troef was best sterk en bekend, waarschijnlijk Fiona.
Hij gaat naar het biolab, laat zijn diploma’s zien. Het bedrijf is diep onder de indruk, ze geven een rondleiding in het bedrijf. Plankton wordt gekweekt voor eiwitten. Aan de ene kant plankton, aan de andere kant koekjes. Welkom bij Soylent.
Weer terug in zijn appartement gaat hij proberen om zich op de wereld af te stemmen. Hij merkt dat het heel moeilijk is. Hij is iets dat hem blokkeert, iets behoorlijk machtigs zit in de weg. Deze wereld staat onder invloed van Feniks. De wereld draait wat sneller ten opzichte van Amber. Hij merkt dat hij wel papieren en geld kan beïnvloeden, kansen ook. Hij kan ook iets veranderen, maar niet de tijd beïnvloeden. Het is niet afgeschermd, dat kan ook niet, hij kan de wereld niet echt van hem maken.
De Feniks lijkt overal te zitten.
Moyra komt weer terug, hij legt uit dat de wereld niet te versnellen is. Vanwege die Feniks dus.
“Ik kan er niets aan doen, aan die tijd. Heeft mijn moeder je getroefd?”
“Het was geen leuk gesprek, ze vindt dat ik me kinderachtig gedraag, me aan moest passen en ik moest onder de scanner. Ze is een enorme bemoeial, waarom beschermde jij me niet? Hoe weet ze dat ik zwanger ben?”
“Ik heb niets gezegd.”
“Ik weet het al, ze heeft ook Feniks. Je moeder is een engerd. Dat is misschien de ergste van alle Amberieten. Wat rot voor je om in zo’n gezin op te groeien. Hoe heb je het uitgehouden? Je hele leven was één groot project. Ze begon over nanobots wat betrof de baby, ik moest er over denken van haar en zij kon het kind overnemen. Dat is ongezonde belangstelling. Dat kind is gezond en je moeder is irritant. Ze is de ergste schoonmoeder die je je maar kunt bedenken. Wat een heks! Ik hoef niet zo nodig bij die familie, ons kind loopt gevaar. Je kunt haar nergens verstoppen, je moeder kan overal bij. En kan je vader tegen haar op?”
“Natuurlijk kan hij dat.”
“Kun je eens met hem praten? Anders moet ik terug naar Rebma.”
“Je bent ook niet veilig voor Brand. Bleys valt mee.”
“Er is toch iemand die kan helpen?”
“Misschien Eric. Hij is me iets schuldig. Anders Caine.”
“Caine niet, die engerd!”
Hij troeft Eric, vertelt hulp nodig te hebben.
“Goed,” zegt deze en hij staat naast hem.
Hij maakt een buiging en geeft Moyra een handkus. Ze stellen zich aan elkaar voor, Eric scant met een apparaatje het appartement.
Hij vraagt en krijgt rode wijn, dat doet hem het meest denken aan bloed, legt hij uit. Moyra komt binnen met een schaal toastjes.
“Dit is dus Atlantis, hier ben ik wel eens geweest. Er zijn er diverse, allemaal interessant. Er is er ook één met psychisch begaafde mensen. Met veel Antlantissen liep het tragisch af. De meeste hebben een interessante industrie en techniek.”
“We hebben een probleem,” begint Ronardo en vertelt over de zwangerschap en dergelijke. Hij is bang dat mensen zich ermee gaan bemoeien, zoals zijn moeder.
“Kun je helpen?”
“Dan moet ik je naar een wereld brengen waar je een aantal jaar afgeschermd zit. Wat zijn je plannen? Ga je het kind erkennen?”
“Hij heeft me niet gevraagd,” zegt Moyra.
“Dit heeft wat meer gevolgen. Of je besluit dat het kind van jullie samen is, dan moet je een verbond sluiten. Of één van de ouders moet het erkennen. Dan heeft de moeder de eerste rechten. Het blijft dan een Rebma nazaat. Als je een verbintenis hebt, heeft het rechten van beide ouders. Die verbintenis kun je breken als het kind er is, dat wordt vaker zo gedaan. Ook zo’n erkenning kun je trouwens ongedaan maken, dat kan ook door de koning gedaan worden. Bij mijn broers en zussen zijn er die niet erkend zijn, ikzelf ook niet. Er zijn ook erkenningen ongedaan gemaakt, zoals die van de kinderen van Cymnea. Benedict en zijn broers dus. Dat is waarom Corwin of Caine de oudste is.”
“Ik ga geen afstand doen van het kind,” zegt Moyra.
“Ik ook niet, zegt Ronardo.
“Voelen jullie iets voor elkaar?” vraagt Eric. Beiden halen de schouders op en zeggen niets. Eric zucht.
“Dat is verder jullie zaak. Er zijn andere verbintenissen mogelijk dan alleen een huwelijk. Dat van die wereld ga ik regelen, je hebt wel even de tijd om alles te overdenken. Als de wereld klaar is, dan gaat eerst Moyra er naartoe en Ronardo later. Ik laat het jullie weten wanneer het klaar is.”
Hij loopt de deur uit.

Gormenghast
In het kader van de conjuration lessen, ga ik met Owen de gesloopte trein plus baan proberen te maken. Ik begin met de wagonnetjes en ik maak het ‘echt’. Owen vindt het erg interessant.
“Is kapot, mamma maken!” en is zeer behulpzaam met het aangeven van alle onderdelen. Als de trein is gemaakt heb ik geen puf meer voor de rest van de baan en Owen speelt met de trein op de grond. Ik loop even naar de gang om iemand van het personeel te woord te staan. Als ik terug kom, rijdt Owen met zijn trein over een complete baan. Hij heeft een nieuwe geconjuurd, de gebroken baan ligt nog steeds in de kist. Uiteraard complimenteer ik hem, al is hij teleurgesteld dat na het spelen die mooie baan zomaar verdwijnt.
Iedere dag trek ik een poosje uit voor het conjuren, we doen dat binnen het spel. Mijn zombie van een aanstaande verloofde wordt met rust gelaten.
Owen kan één keer per dag conjuren, hij wordt er heel erg moe van. Hij weet goed zijn grenzen en hij gebruikt het conjuren op een heel natuurlijke manier. Hij is erg intelligent. Inmiddels gooit hij drie puzzels door elkaar en vindt het saai worden.
Na een tijd, tijdens zo’n conjuration les, komt Mandor ineens opgewekt de speelkamer binnen. Hij is weer helemaal zichzelf. Hij is trots op de prestaties van Owen en bewondert diens net aangevoerde blokken. Mij biedt hij excuses aan voor zijn geestelijke afwezigheid van de afgelopen tijd.
“Ik had een wraakdemoon opgeroepen en die op iemand afgestuurd als waarschuwing. Het was niet de bedoeling dat hij Brand zou vermoorden, maar ik had het niet erg gevonden als dit wel gebeurd was. Hij heeft hem uiteindelijk weg gekregen. Het soort demonen is moeilijk te controleren en is onbetrouwbaar. Een typisch Chaoswezen.”
Eigenlijk is het uitzonderlijk dat Owen, als halve Chaosiet, zo gek is op mijn dieren en er ook goed mee overweg kan. Heel anders dan zijn vader. Ik neem me voor om te beginnen met zijn valktraining als ik terug kom. Een pony lijkt me ook leuk voor hem.
Voordat ik echt weg ga, mis ik Owen al. Dat is wederzijds, hij klemt zijn armen om mijn nek.
Na een paar dagen van echt samen zijn, rijd ik die wereld uit.

Arden
Ik zie eerst de honden die enthousiast op me af komen rennen. Nadat ik ze begroet heb, begroet ik mijn vader.
Voor het eten mag ik zelf een hert gaan schieten. Ik krijg zijn boog aangereikt, de honden jagen een hert op. Na een aantal keer misschieten weet ik het beest uiteindelijk dodelijk te raken.
Dan naar de dichtst bijzijnde blokhut, waar Julian het hert vilt en het aan het spit rijgt. Intussen merkt hij op dat we nog steeds een keer een poos samen op zouden trekken, door Arden te reizen, te gaan jagen en dergelijke.
“Die uitnodiging staat nog steeds,” zegt hij met klem. “Het lijkt me ook leuk om eens een poos met je zoon op te trekken als hij wat groter is.”
Hij raadt me aan om Elfenspeelgoed voor het jochie aan te schaffen omdat hij op het gewone min of meer is uitgekeken.
“Het zal hem uitdagen, meer op het geestelijk vlak. Ze hebben knikkers waar de dingen in verschijnen die hij denkt en doet. Ze hebben puzzels met bewegende plaatjes.”

Amblerash
Ronardo gaat naar Rhexenor. Er wordt uitleg gegeven over van alles en nog wat, ze gaan hun best doen voor een betere krachtbron. Ze hebben iets met oppervlakte gedaan, ook iets met die mech gedaan.
Anastasia klaagt bij Ronardo dat Rhex niet met haar uit wil. Gelukkig lijkt Ronardo het wel leuk om eens met haar uit te gaan.
Rhex gaat naar huis. Het gaat erg moeizaam, het werkt niet goed van hier uit. Dan pakt hij een troef van de hal van Amber, via daar gaat hij via de steen naar huis.

Antioch
Dyenne krijgt een stevige omhelzing.
“Iets zachter graag, je bent zo sterk!” gilt ze verschrikt. “Wat zie je er leuk uit met dat uniform zeg!” Ze neemt hem meteen mee naar bed. Als dat klaar is, maakt hij opnieuw kennis met zijn dochter die inmiddels 3.5 maand oud is. Cathrynn is een stevig en sterk kind dat hem meteen in zijn neus knijpt. Dyenne laat de blauwe plekken zien die ze steeds weer oploopt van het kind. Ze heeft haar haar moeten laten knippen, want Cathrynn trok er steeds aan en liet niet meer los.
“Het kind is veel sterker dan ik! Ik heb moeten stoppen met borstvoeding, want ze beet me steeds.”
“Ze heeft toch nog geen tanden?”
“Dan wel! Lange, vlijmscherpe tanden!”
Het kind is blij en brabbelt, ze kan zich omrollen en ook kruipen. Ze wil dingen hebben, blinkende dingetjes.
Ze is niet zo stabiel, verandert steeds, zeker als Rhex er niet bij is. Ze lijkt wat op Dyenne, ze heeft blauwe ogen (Dyenne lichtbruine…), en licht haar. Dyenne vertelt dat ze soms gele ogen heeft, als de kat in de buurt is geweest. Als Rhex in de buurt is, zijn Cathrynns ogen meer oranjerood en haar haar bijna zwart.
Er klinkt gegrom van buiten. De draak krijgt ook aandacht. Hij verveelt zich en Rhex wil eigenlijk wat met hem vliegen.
“Blijf je nu even thuis of ga je weer?” vraagt Dyenne. “Wie verveelt er zich eigenlijk?”
Rhexenor belooft haar om het kort te houden en gaat weg met de draak. Bij gebrek aan bandieten jagen ze berggeiten.
Weer terug heeft hij een ontmoeting met het huidige hoofd van de huishouding, die hem meteen vraagt naar Morwenna.
“Hoe is het met haar? Ik heb haar al een poos niet gezien en ik wil haar spreken.”
Rhex troef naar zijn nichtje, die voor een keer wel te bereiken is. Ze belooft hem terug te troeven.
“Ze komt eraan,” belooft Rhex aan Aildith.
“Mooi. Hoe lang blijf je deze keer? Oh, je moet weer terug.”
Dan komt er een oude man binnen, die Rhexenor een hand geeft. Rhex herkent hem als de stiefvader van Morwenna, maar hemel, is die man zo oud? Ashwin vertelt dat het hem zeer goed bevalt, dit klimaat is veel beter voor hem dan het gure, natte en winderige van de Engelse Peak. Hij heeft zijn ervaring als landsheer hier ook wat toegepast, hij hoopt dat Rhexenor het niet erg vindt?
“Eh… landsheer?” vraagt deze.
“Ja. Jullie hebben aardige boeren op het land. Ze vinden het jammer dat jullie nooit naar ze omkijken en voelen zich wat verwaarloosd. Ik heb uitgelegd dat je weinig tijd hebt. Het is een ongedisciplineerd stelletje, zo was er één met een wijngaard waar hij niets aan deed. Het zou prettig zijn als ik in jouw naam verdere maatregelen kan nemen, zodat de boel niet verder verwaarloost.”
“Eh… ja, uiteraard.”
“Je hebt een militaire achtergrond hè? Ik heb zelf ook gevochten.”
“Jullie aan het toch niet hebben over militaire dingen?” zegt Aidith en neem Dyenne bij de arm. “Laten we gaan en over thee en koekjes praten.”
Tussen de mannen ontwikkelt zich een fantastisch gesprek over oorlog, Boeren, Zoeloes, Mechs en Romeinen. Ashwin komt uit de begintijd van de machinegeweren.
Rhex vertelt wat over zijn ooms. Ashwin kent Gérard, die sloopte alles, zelfs de deuren. En een enorme zuiplap. Er wordt gepraat over de Hollanders wier land te klein is om in te wonen. En Grieken kunnen geen paard rijden. De laatste tijd maakt Ashwin rare dingen mee, ze kunnen hier toveren. Hij heeft een hele tijd gevangen gezeten tijdens de Boerenoorlog.
Rhex begint over zijn Amber gevangenistijd.
“Wie is jouw moeder?”
“De koningin van Amber. Ze ging met iemand van de vijand en toen ben ik geboren.”
“Mooi stel, jouw ouders. Zijn ze nog bij elkaar?”
“Nee.”
“Ach, dat is niemand in jouw familie toch?”
Dan wordt er geroepen voor het eten, er is vooral veel. Aildith en Ashwin eten mee aan tafel. Al snel zijn de heren het luchtige gebabbel over liflafjes zat en beginnen onderling een echt gesprek: over de oorlog tussen de Hoven en Amber van een aantal jaar geleden en vooral over de verschillende legers. Weer komen de tactieken van de Zoeloes ter sprake.
“Dat gezeur over dat leger!” valt Aildith uit.
Dyenne wil het over iets leuks hebben.
“Vertel iets over Amblerash, is het er mooi?”
“Oh, zeker.”
“Hoe kan dat? Het zijn toch allemaal demonen?”
“Er is een dame die probeerde me te verleiden.”
“Ik heb hier geen andere mannen gezien, al is de tuinman wel knap. Alleen niet mijn type. De draak is wat duur in onderhoud trouwens, kun je niet iets anders voor hem verzinnen? Het is niet echt gezellig met dat beest naast het huis.”
Catrhynn, nu met gitzwart haar en groene ogen krijgt wat drinken uit de fles.
“Ze ziet er weer anders uit,” zegt Rhex tevreden.
“Ik geloof dat jij dat veranderen van haar wel spannend vindt. Dara zegt dat het niet netjes is als ze dat doet. Maar ik ga haar toch niet slaan?”
“Dat is zielig. Maar ze kan wel tegen een stootje.”
“Rhex, ik wil dat jij je een poosje met dat gedrag van je dochter bezig houdt in plaats van met Amblerash, schieten een voodoos.”
“Zoeloes, geen voodoos,” zeggen Rhex en Ashwin tegelijkertijd. Aildith zucht.


Amblerash
Ronardo knutselt. Hij wil de output en capaciteit verbeteren. Hij verkleint en vergroot, kijkt naar de tekeningen. Ze zijn aan het prutsen, concludeert hij. Hij krijgt zijn eigen plek en spullen.
Anastasia neemt hem mee uit en legt haar rang uit. Haar vader is hoofd van Amblerash en ze zoekt iemand die haar wil hebben voor langere tijd, inclusief relatie. Een huwelijk is ook mogelijk. Het moet een leuke jongen zijn, van goede komaf. Hij moet knap zijn en geen watje. Liefst met wat powers en geen ouwe lul zoals Benedict of Corwin. Die zijn meer iets voor ouwe wandelende lijken zoals Dara.
“Ik dacht aan Dalt, maar die heeft iets tegen Chaosieten. Wie vind jij iets voor mij?”
“William?”
“Die is niet knap, hij schijnt ook niet leuk te zijn. Ben jij nog vrij?”
“Ik heb een vriendin.”
“Dump haar als je haar lastig vindt. En trouw met mij.”
“Ik ken je nauwelijks.”
“We kunnen elkaar goed leren kennen als we getrouwd zijn.”
Hij vertelt dat hij nu met een echte prinses is. Dat wordt Anastasia als ze met een Amberiet trouwt, die keukenmeid heeft die titel immers ook zomaar gekregen? Ze heeft niet zoveel powers, alleen magie en techniek en houdt van vechten. Ze vindt ruimteschepen en mechs leuk.
Hij houdt van powers en techniek. Niet zo van vechten. Verder vindt hij troef en magie leuk.
“Je klinkt een beetje als je neef Merlijn. Die gaat met Gilva Hendrake en dat is niet alleen een vechter. Wel een bitch.”
Ze zijn het erover eens dat Dara en Deirdre beiden bitches zijn.
“Alle Chaosieten gaan toch met veel vrouwen tegelijk?” vraagt Ronardo.
“Niet allemaal. Je hebt er die heel strikt zijn. Maar ik niet, ik vind het niet erg om je te delen met je vriendin. Als je vriendin daar een beetje open voor staat? Is ze een bitch?”
“Ach… ik zal haar in ieder geval zeggen dat ik een mooie vrouw tegen gekomen ben.”
“Dank je. Uiterlijk zegt niet alles.”
Het gesprek gaat verder over werk. Ze heeft de researchers gevraagd om gemakkelijk meeneembare desintergrators met een goed bereik. Ze vertelt over de energiebron en het ras dat er op af kwam.
“Dat project is losgelaten, we zijn op zoek naar een andere energiebron.”
Hij gaat slapen en wordt vroeg in de morgen wakker van alarm en hevige explosies. Hij kleedt zich snel aan, maar wel met stijl. De basis wordt aangevallen. Anastasia is niet te vinden.
“We moeten de basis verdedigen, ga naar het lab!” wordt er geroepen.
Daar zijn allemaal lui bezig met cd’s in te pakken, de self destruct van het lab staat aan. Ronardo saved ook zijn onderzoek, ze gaan door de transportcirkel en staan dan ergens anders. Hij gaat via een ruimteschip naar een andere basis, die ze aan het inrichten zijn. Dit is geheime basis nummer 3. De andere is opgeblazen en opgegeven en veel is er niet gered. Ze hopen dat de vijand niet het geheime prototype mark 4 heeft buitgemaakt. Anastasia is daar ook weer.
“Er is er een verrader!”
“Dat kan iedereen wel zijn.”
“Die Rhex was er niet en toen werd de basis aangevallen!”
Toch gelooft men niet dat Rhex er iets mee van doen heeft. Er moeten mensen ondervraagd gaan worden.
“Er is iemand in Chaos die goed is in ondervragen,” zegt Anastasia tegen Ronardo. “Maar die is steeds onbereikbaar. Bovendien is dat een Sawall en daar is niet mee te onderhandelen.”
“Zoek iemand anders.”
“Die is er niet. Kun jij hem niet bereiken?”
“Heb je het over Mandor? Waarom kan ik hem wel bereiken als het jullie niet lukt?”
“Kun je geen contact opnemen met die nicht van je? Die aanstaande van hem? Misschien dat je nicht hem kan bereiken?”
“Ik kan het haar vragen. Ik wil trouwens mijn vader vragen aan het project mee te komen werken, die heeft hier veel verstand van.”
“Dat is goed. Hoe meer nerds hoe beter. Is hij ook knap?”
“Dat is hij. Maar hij is getrouwd met Fiona, dus als je problemen zoekt?”
“Getrouwd? Nee, ik hoef geen problemen met Fiona,” zegt ze haastig.
Hij troeft naar Morwenna, zegt dat hij iets wil vragen. Ze zegt hem dat ze bepaalde zaken niet wil bespreken over de troef en dat ze later terug zal troeven om hem door te halen.
“Ik ga zo even naar mijn nichtje toe,” zegt Ronardo. “Heb je een troef van jezelf zodat ik hier weer terug kan komen?”
“Een naakte of een andere?” vraagt ze met een grijns.
“Doe maar een blote.”
Hij krijgt een troef van Anastasia in uniform. Dan troeft hij opnieuw naar Morwenna en laat zich doorhalen.

Arden
Julian en ik zijn aan de afwas als Ronardo opnieuw troeft. Ik haal hem door, Julian en Ronardo begroeten elkaar. Na de afwas wandelt mijn vader naar buiten, zodat wij jongelingen ongestoord kunnen babbelen.
Ik vertel hem over Ernest, de broer van Mandor.
“Fiona moet erg jong zijn geweest toen ze haar dochter kreeg, Mandors broer is al heel lang dood. Een uitstekend magiër, combineerde dat met Logrus. Was verwikkeld in allerlei duistere zaakjes, een gevaarlijk iemand. Had een eigen wereld waarin hij iedereen terroriseerde. Leek inderdaad wel wat op Mandor. Ernest had veel vijanden, veel ruzie. Hij had één vijand in het bijzonder. Het is onbekend of deze achter zijn dood zit. Hij werd ergens op een Schaduw opgewacht en is toen te pakken genomen en gedood.”
Hij denkt dat Ernest inderdaad voldoet aan de beschrijving die Sandra eerder gaf.
Julian komt weer naar binnen, we drinken wijn aan de keukentafel. Julian legt zijn gelaarsde voeten op een andere stoel, Ronardo vindt dat hij naar hond stinkt. Gelukkig heeft hij die hier niet binnen.
Ik vertel verder over het verbannen van de Old Ones. Dat ze daar bijna te laat mee waren wegens onenigheid over hoe te verbannen. Ook dat Oberon één van hen was en de grootvader van Gramble Sawall. Julian knikt, dat was Osiris.
“Misschien zou ik je hulp kunnen gebruiken als troefexpert. Stel je voor, je hebt een wereld die geheel afgesloten is. Voor Troef, Patroon en Logrus. Ook zijn er nog een aantal magische beschermingen aangebracht door een goede tovenaar. Desondanks komt er toch een ongewenst persoon die wereld binnen, bevriest iedereen die daar aanwezig is op één persoon na, en brengt bij die persoon een blokkade aan. Wat is er tegen zo’n iemand te doen?” vraag ik Ronardo.
“Eric erbij halen,” zegt hij. “Door wie is die wereld afgeschermd?”
“Mandor, Julian, Despil en mij.”
“Geen echte troefexperts,” is zijn mening. Hoewel Mandor toch wel een goeie is, we zijn inderdaad onbereikbaar als we op die wereld zijn, dus hij heeft het goed afgeschermd.
Eric is de beste keus, vindt hij. Niet zijn moeder, dat is een bemoeial. Hij raadt het af. Julian zegt dat ze zich bemoeit omdat ze zich zorgen maakt. Zelf zit hij niet in mijn zaken, al weet hij er desondanks meer van dan hij wil.
“Fiona was kwaad op mij, omdat ik iets over je zei. Kinderen zijn kostbaar, zeker als je Amberiet bent.
Morwenna viel van haar paard en toen heb ik ingegrepen.”
Ik vertel nog steeds slecht te slapen. Ronardo zegt er maar zelden last van te hebben (hij heeft nooit last van slecht slapen bij Moyra).
Dan vertel ik dat het Brand was, die mijn wereld binnen drong. Julian is verschrikkelijk kwaad. Ronardo wil weten wat we dan zo afschermen op die wereld.
“Mandor en ik hebben een zoon. Ongeveer 20 maanden nu.”
“Wat deed Brand daar?” vraagt Julian.
“Kijken of deze zoon dezelfde is als die hij later zal ontmoeten. Die jongen zit hem dan dwars, ik vermoed dat hij daarom alvast een blokkade of trigger bij Owen heeft aangebracht. Brand lijkt door tijd te reizen, Iolanthe heeft hem ergens in haar tijd ook ontmoet.”
Julian is woedend, adviseert om hier inderdaad Eric bij te betrekken.
“Hij heeft de schurft aan Brand en zijn kennis gaat verder dan gewoon troef.”
Ronardo vraagt me of ik Mandor kan vragen om contact met hem op te nemen binnenkort, om mensen te ondervragen binnen Amblerash. Ik doe dat, het is okay wat Mandor betreft.
Dan dringt Julian aan contact op te nemen met Eric. Even later staat Eric al naast me.
Hij begroet Julian.
“Misschien moeten we onderling een keer praten over toekomst en verleden.”
Ik vertel nu het verhaal aan Eric, die fronst als hij hoort dat ik iets heb met Mandor. De frons wordt dieper als hij hoort dat er ook nog een kind is. Hij heeft een vreselijke hekel aan Chaosieten, dat is duidelijk.
“Dat is niet zo’n beste keus van je. Heeft hij je verkracht?”
“Nee.”
“Samengaan met Chaosieten zou sowieso strafbaar moeten worden gesteld. Sawall is een van de meest misselijke families. Je hebt niet alleen te maken met Mandor, maar ook met Gramble Sawall en zijn vader. En dan dat mens dat nu op de troon zit met haar bastaard zoons. Politiek gezien niet een geweldige zet van je! Hoe komt Brand aan die macht?”
Ik vertel over de Keep.
“Dus die is nog niet vernietigd. Stond op mijn lijstje, maar ik had er vanwege de oorlog geen tijd voor. Mede dankzij mijn lastige broer. Wat Brand betreft: het klinkt als tijdreizen en patroongeklooi. Tijdreizen was vroeger mogelijk, nu is dat afgeschaft ofzo. In hoeverre heb je iets te maken met Caine?”
“Niet zoveel,” zeg ik.
“We hebben hem gered,” zegt Ronardo.
“Jij, Rhexenor en Martin liggen ook goed bij hem, over Morwenna mag zelfs geen kwaad woord gezegd worden. Maar goed, je wilt mijn hulp om de boel verder af te schermen. Zo sterk is die macht nu ook weer niet,” mompelt hij.
“Wie weten er allemaal van?”
“Iedereen hier aanwezig, Mandor dus, Gramble, Benedict, Caine en Despil.”
“Dat zijn er nogal wat. Ik heb Mandors hulp nodig om in een andere wereld een beveiliging te maken tegen Logrus. Troeven is nu niet nodig. Als je op het punt staat er heen te gaan, troef me dan.”
“Je bent een tijd lang weg geweest. Er zijn dingen veranderd,” zegt Julian.
“Ik weet niet beter dan dat mijn broer de veldslag kwam redden, dat dacht ik toen. Hij kwam eigenlijk om Amber over te nemen. Pa is verdwenen, niemand heeft er spijt van. Misschien mijn broer. Of hij is dood. Er is een wapenstilstand, Deirdre en Brand lagen in de Abyss. Random die koning wordt.”
“Ik vond de stunt wel leuk,” zegt Julian. “Ik hoefde geen koning te zijn.”
“We hebben dus een wapenstilstand met Chaos. Dara en Gramble die plotseling het koningshuis vormen. Dan al die jongelingen die ineens opduiken. Ik heb mijn kinderen ook weg gehouden van Oberon. Je weet nooit of hij weer terug komt. En dan hebben we Deirdre op de troon.
“Deirdre is niet het soort keus waar de familie achter staat, maar niemand anders wil die baan.”
“Caine had het erover dat ik het moest doen. Ik heb mijn bedenkingen. Als mijn zus koningin is, houdt Corwin zich rustig. Mijn broer kan echt een zeikerd zijn. drammerig, wantrouwend, vervelend. Oberon zag hem als ideale opvolger, hij is gemakkelijk te manipuleren. Hij gelooft echt alles. Llewella zou een goeie zijn, maar die krijg je met nog geen tien paarden erop.”
“Deirdre laten zitten en haar adviseren?” stel ik voor.
“Ze maakt er een puinhoop van. Ik moet haar maar eens opzoeken.”
“Hoe gaat het verder met jou?” vraag ik aan Eric.
“Goed wel. Ik ben me op de hoogte aan het stellen van de omstandigheden. Random heeft Brand uit de Abyss gehaald, Corwin, Flora en jullie hebben er mee te maken. Jij vooral door die Feniks eruit te vissen. Het doet er niet toe of dat je bedoeling was of niet. Als de Feniks weer terug is, kunnen de invloed van Patroon en Logrus achteruit gaan. Deze zijn gemaakt om invloed op Schaduw te versterken. Op Schaduwen waar geen leven is, zijn die invloeden heel sterk, voor de rest wordt het steeds minder. Dan komt er een tegenreactie van Eenhoorn en serpent beiden. De Feniks is voor niets weggewerkt. De Feniks is nogal een bemoeial.”
Ik vraag hem naar Lorrayne en zeg dat ze mijn overgrootmoeder is.
“Het is een zaakje van Oberon. Ik vermoed dat Pa een dame is tegengekomen ooit, ik weet niet hoe dat is gebeurd. Ergens voor, tijdens, of nadat hij met mijn moeder ging. Ik denk dat hij haar daarna nog een paar keer is tegengekomen. Twee kinderen zijn daaruit voortgekomen, waarvan de oudste waarschijnlijk Caine is en de jongste een meisje. De vrouw was Dulcimea van Tir-na n’Oght. Niemand weet precies wie Caines moeder is en waar en wanneer hij geboren is. Van Caine weet ik erg weinig, hij is erg goed in het onbereikbaar maken voor iedereen. Lorrayne heeft zich heel veel bemoeid met Amber en op zijn beurt heeft Oberon zich met haar bemoeid. Ze staat nergens genoemd, dat maakt dingen lastig te vinden, ze heeft de Spiegelzaal in Amber gemaakt.”
“Benedict had het een keer over Lorrayne,” zegt Ronardo dan. “Hij zei dat zijn zus Lorrayne lastig werd en daarom geschrapt door Oberon. Ze was gespecialiseerd in mensen manipuleren, ze had iets met spiegels en mensen. Ze zou de spiegelzaal in Amber gemaakt hebben en een fascinatie hebben gehad met Tir-na n’Oght en Rebma. Ze zou volgens Oberon een vijand van Amber zijn geworden. Eén van de redenen dat ze moest verdwijnen was dat ze iets begon met Chaos.”
“Zoiets vermoedde ik al,” zei ik. “Dat betekent dat mijn overgrootvader hoogstwaarschijnlijk een Chaosiet is. Mijn moeder heeft de schurft aan mijn beesten en andersom, zoals bij bijna alle Chaosieten het geval is. Ook ben ik eens een Barimen tegen gekomen, die me vertelde dat ik Chaosbloed in me had.”
Eric en Julian zijn verbijsterd. Dan nemen Eric en Ronardo afscheid.

Friday 28 November 2008

Vragenlijst bij sessie 70. Antwoorden Morwenna


Waar zou je willen wonen? Geef een omschrijving in een paar woorden.
Groen, bosrijk, heuvelachtige omgeving, woest landschap, niet te bevolkt en in een landhuis.

Als je een nieuw power mocht bedenken, wat zou die dan doen?
Moeilijke vraag. Na lang peinzen: iets doen met iemands zesde zintuig, zoiets als empathie.

Wat denk je dat Oberon voor iemand was?
Een complex, gedreven iemand, die mensen/ familie ziet als ‘tools’, pionnen in een alleen aan hem bekend plan.

Als je ergens uitermate goed in zou zijn, wat zou dat dan zijn?
Patroon.

Wie is je meest favoriete Amber karakter, je meest favoriete Chaos persoon en wie vindt je het vervelendst?
Mijn meest favoriete Amber karakter is Julian, Chaos karakter is Mandor.
Ik heb de schurft aan Brand van Amber. Voor Chaos is dat Navrashi Xenoban.


Wie hoort er volgens jou op de troon van Amber?
Eric.

Welk artefact zou je meenemen als je mocht kiezen uit alle artefacten mogelijk?
Een soort van ‘neverending story’ boek. Altijd een interessant verhaal, dat zich mogelijk aanpast aan de wereld’ schaduw, waar ik op dat moment ben.

Als je 50 punten krijgt, waarin zou je die dan stoppen?
Logrus.

Wat is het meest embarrassing iets wat een anders niet van je mag weten?
Dat ik als kind me vreselijk heb lopen aanstellen en janken toen ik dacht Fillipien kwijt te zijn.

In de bieb van Amber vind je op een geheime plaats Het Boek. Waar gaat het over?
De complete familieannalen. Ook over degenen die geschrapt zijn uit de familiegeschiedenis.

Wat is je lievelingseten en drinken?
Koffie, thee, wijn, muffins, rijst met curry.

Wat is je favoriete vervoermiddel?
'Wie' is een betere vraag. Boudicca uiteraard.

Alles wat je karakter weet is gebaseerd op een leugen, welke leugen zou je het ergst vinden?
Dat Mandor helemaal niet om me geeft, dat dit alles inderdaad een politiek verhaal is wat hem betreft.

Je kunt een wedstrijd winnen, welke zou je winnen?
Boogschieten.

Als je een schaakstuk zou zijn, welke ben je dan? En welke zou je niet willen zijn? Eventueel het waarom van je keuze aangeven.
Een pion, zo voel ik me vaak. Ik zou trouwens geen pion willen zijn, het is helemaal niet prettig je zo te voelen.

Wednesday 26 November 2008

Kikkers in bed/ Transformers/ Atlantis

Die morgen wordt ik wakker van iets glibberigs in mijn bed. Het is een kikker en ik hoor gegiechel van mijn zoon die “lief hè!” roept. Hij vond mijn ‘eek’ wel grappig.
“Is een beest, voor mamma.” Een eind verderop zijn we buiten bezig geweest gisteren, maar ik kan me niet herinneren in de buurt van de rivier geweest te zijn.
In onze nachtkleding gaan Owen en ik met kikker naar buiten om deze terug te brengen. De werklieden die bezig zijn aan de huizen, staren, waarop ik op mijn schreden terugkeer om me aan te kleden. Ik kom er niet echt achter hoe de kikker in mijn bed komt, lijkt vers uit het water te komen en ik vind geen emmers of iets dergelijks waarin het beest gezeten kan hebben.

We brengen de kikker terug, die gaat springen met zijn vriendjes. Ook Owen springt het water in. Ik vis hem er weer uit en conjuur droge kleding voor hem. Daarna vraag ik Fillipien om Boudicca te gaan halen, ze vliegt weg.
Weer thuis wijst Owen me op een puzzel met een paard: “Beest voor mamma!”
De volgende dag wordt ik weer wakker met iets glibberigs in mijn bed, wederom een kikker. Owen zit er trots bij.
“Beest voor mamma!” Ik begin een vermoeden te krijgen, zeker als hij in de speelkamer opnieuw wijst op de puzzel met het paard. Ik kijk goed naar de kikker en weet dat deze is opgeroepen.
Ik vraag bevestiging aan het kindermeisje. Ze bekijkt Owen en de kikker eens goed, zegt dan dat hij inderdaad de kikker heeft geconjuurd en dat het een paard had moeten zijn.
Ook deze kikker gaat terug naar zijn vriendjes, wat Owen overigens heel gewoon vindt.
Ik troef Mandor met het nieuws. Hij is vreselijk trots op zijn zoon die kan conjuren. Hij vindt het tevens heel normaal dat hij dat soort dingen doet trouwens. Met hem is het goed, aangezien hij ‘nog leeft’. Als ik vraag of hij gevaarlijk bezig is geweest, zegt hij dat dat meevalt.
Ik wil een speeltuintje maken voor Owen. Het kindermeisje conjuurt de materialen en we zetten een schommel in elkaar. Owen vindt de schommel fantastisch, maar hij moet wel hard gaan. Regelmatig gaat hij staan en valt dan van de schommel af. De meeste keren kan ik hem nog net opvangen.
Owen is een tikje onbesuisd als het om klimmen en schommelen gaat. Het klimmen op het klimrek gaat moeizaam, hij gaat het als het ware te lijf. Hij vindt het geweldig om met een bal te spelen, het personeel doet graag mee.
Op een dag komt Mandor weer terug, op dezelfde dag dat Boudicca weer terug is en ik aan het rijden ben tijdens Owens middagdutje. Hij troeft me verontwaardigd.
Ik ga zo snel mogelijk terug naar het fort.
Mandor is in de zitkamer met Owen op zijn knie en leest voor. Een boek over ‘het kleine demoontje.’ Er vallen veel slachtoffers met veel bloed. Owen vind het geweldig. Het demoontje wordt opgeroepen door domme mensen, die door hem worden verscheurt en dergelijke.
Mandor is moe, lijkt wat afwezig. Als het boekje uit is en Owen gaat spelen, vraagt hij naar de conjuration van Owen en is hoogst verontwaardigd als blijkt dat ik er verder niet mee gedaan heb.
Hij is erg kribbig, verwijt me niet trots te zijn op onze zoon, talent niet aan te moedigen. Hij doet allerlei moeite om Owen uit te dagen en te prikkelen en ik doe niets. Hij baalt dat hij de eerste keer conjuration heeft gemist, dat is belangrijker dan de eerste stapjes. Hij heeft zijn best gedaan om zo snel mogelijk weer terug te zijn om te ontdekken dat ik geen moeite heb gedaan om onze zoon verder te bekwamen in conjuration. En dat terwijl hij erop vertrouwde dat zijn zoon bij mij in goede handen zou zijn.
“Mijn zoon is een natuurtalent en jij wandelt alleen maar wat met hem! Je besteed veel te weinig aandacht aan hem!”
Owen is verbaasd en onzeker over ons geruzie en kruipt bij Mandor op schoot, die dan niets meer zegt. Uiteindelijk zegt hij te moe te zijn en naar bed te gaan. Hij duwt me Owen in handen.
Als ik ’s avonds naar bed ga, vind ik Mandor in ons bed. Hij is wakker, maar reageert op niets wat ik zeg, ook niet op mijn aanwezigheid. Hij voelt erg koud aan en ik probeer hem te warmen met mijn lichaam. Uiteindelijk valt hij in slaap.
De volgende morgen is hij vroeg op, ziet er tot in de puntjes verzorgd uit. We ontbijten, hij en Owen zijn netjes, ik slordig. Mandor is vreselijk afwezig nog steeds, lijkt niet te horen wat ik zeg, geeft nauwelijks antwoord en valt uit omdat ik me teveel zou bemoeien met hem.
“Moet je niet weg?!”
“Niet zolang jij je zo gedraagt.”
“Wat je maar wilt.” Hij geeft me een groezelige brief aan met hier en daar schroeivlekje. Het betreft een uitnodiging met de aankondiging voor ons verlovingsfeest, veel blabla en ondertekend door Koningin Deirdre en Koningin Dara. Zeer binnenkort, in het kader van de wapenstilstand en dergelijke.
Mary Ann komt binnen, schrikt als ze Mandor ziet, en gaat meteen weer weg. Ik ga haar achterna om te vragen wat er is.
“Meneer heeft nogal een oproeping gedaan of is er nog mee bezig. Misschien is beter hem niet uit zijn concentratie te halen. Als ik het zo zie heeft hij een grote Sluiper opgeroepen en is dat niet lekker gegaan. Dat is een soort Pitfiend, komt uit de Abyss. Is heel slim, heel machtig, die stuur je op iemand af als je die dood wilt hebben. Het kan mis gaan, het is niet erg slim om dat te doen.”
Ik ga weer terug naar de eetkamer.

Rhexenor bevindt zich in een puinhoop. De hyperdrive en het shield zijn kapot, er is geen energie meer. Er worden wat ideeën gespuid. Het komt er op neer het schip op te geven door het op te blazen en naar huis te troeven.
“We kunnen het mee naar huis nemen en reparaties doen,” stelt Rhex voor.” Naar een plaats waar ruimte is en veilig.”
Dat gaat niet door middel van troef. Er is een energiebron nodig. Rhex stemt zich af, de zaadjes die hij bij zich heeft zouden wel eens een energiebron kunnen zijn, net als die andere hier aan boord.
De Feniks is het niet eens met het planten van een zaadje bij de energiebron. Hij merkt ook dat er iets gedaan wordt met levensenergie bij de mechs, het voelt behoorlijk fout. Bij iedere machine is er iets aan het schreeuwen, alsof het uit elkaar wordt getrokken, de energiebron heeft pijn.
“We zijn bezig met een evacuatieplan, waar ben jij? “ vraagt Anastasia.
“Die zaadjes worden gemarteld”, zegt Rhexenor, “ze moeten eruit. Ik vindt de Mechs cool, maar niet die energiebron.”
“Klaag bij je oom zeg!”
Bio-energie is juist handig, daarmee kunnen ze goed morphen. Martelen? Onzin. Hij legt uit dat de Feniks dit niet accepteert en dat ze da last kunnen gaan krijgen van Iolanthe. Anastasia is niet erg onder de indruk.
Dan legt Rhex zijn klacht neer bij Benedict. Deze loopt naar een mech, laat er een lichtgevende cilinder uitkomen en Rhex krijgt hoofdpijn. Het zaadje wordt uit elkaar getrokken. Het zijn planten.
Er moet iets anders zijn. Misschien een levende Invid.
“Zo’n zaadje is een levende Invid,” zegt Benedict, “dat zijn hun kinderen, bij wijze van.”
“Geen wonder dat we worden achterna gezeten!” Rhex bevrijdt die uit zijn mech. In de cilinder zijn twee helften vaan zaadjes die uit elkaar worden getrokken. Hij haalt ze uit het kristal, doet ze tegen elkaar aan en het stopt. Deze gaat ook in de zakdoek. Anastasia is verontwaardigd dat hij zijn mech uitzet.
“Vraag het anders eens aan die Feniks van je. Dan komen we misschien uit de shit.”
Benedict gaat weg, stelt voor dat Rhex mee gaat. Maar hij staat nog steeds onder bevel van Anastasia. Later een keer. Zowel Bleys en Benedict vertrekken en Rhex troeft Random.
Deze is blij om Rhexenor te zien en spreken. Hij weet dat het Invid baby’s zijn. Random ziet het als energiebron, er zijn er zoveel.
“Je zou een jedi kunnen aansluiten.”
“Weet je niet iets dat niet bio is?”
“Dan kunnen ze niet morphen. Maar transformer cores kunnen ook. Nee, dat is niet echt bio…. Eh..nee.”
Wat later haalt Rhexenor Random door, die grote koffer bij zich heeft. Er zit een behoorlijk grote energie in, maar deze is nét niet erg. Hij heeft gloeiende blauwe en rode kubussen in de koffer. Random vertelt dat er wezens zijn die op een planeet leven, een soort robots die tot leven komen. Deze hebben dezelfde soort energie. Deze worden niet gemarteld, maar toegepast. Hij duwt een blauwe kubus in het gat en dan doet de mech het weer.
Rhexenor praat wat met Random, hoort een schuifel achter zich, in plaats van de mech staat nu een robot. Hij heeft vleugels op zijn rug en motoren aan zijn benen.
“Nu heeft hij selfcontrol, net iets voor Amblerash,” zegt Random tevreden.
In een andere mech gaat dan een rode kubus. Ook deze verandert in een robot, die de blauwe aanvalt. Het wordt een puinhoop, ze moeten dekking zoeken, blazen alles op en uiteindelijk schieten ze elkaar overhoop. Het zijn tranformers dus.

“Neem maar weer mee,” zegt Anastasia. “Heb je niks normaals?”
“Dat transformt toch? En je wilt toch nog een SDF 2 en 3 en 4…”
“Misschien moeten we een andere energiebron zoeken,” zegt Rhexenor. Random klapt zijn koffer dicht en gaat.
“Kom je nog langs?” vraagt hij aan Rhexenor.
“Als ik hier klaar ben.”
De boel wordt opgeblazen. Rhex redt nog aan zaadjes wat er te redden valt.
Hij komt weer terug bij Amblerash, ze balen van hun SDF-1 en zijn familie vinden ze vervelend, vooral het ‘grapje’ van Random. Maar ze hebben nog een planeet waar ze aan het vechten zijn met gewone mechs, tegen een ander huis, te weten Huis Tandora. Ze strijden om een wereld. Hij heeft nog wel wat truukjes natuurlijk. Hij vertelt hoe hij het zwaard zover kreeg dat het mee morfde.
Het zijn typische namen die ze voor hun mechs gebruiken. Gladiator, Hellhound en dergelijke.
Hij krijgt een groepje mee en gaan naar ruines van een grote stad, waar ze patrouilleren. Dan komen ze andere mechs tegen en kunnen ze aanvallen. Binnen de kortste keren zijn de anderen aan stukken gehakt, Rhex’ squad is nog heel. Ze vinden het interessant dat hij vecht met een wapen. Hij heeft een soort handschoenen waarmee hij dingen beweegt en een projectiescherm. Hij heeft elektrische handschoenen.
Het is een beetje raar waarom die Amblerashes aan het knokken zijn. Na een paar dagen vraagt hij Anastasia naar het waarom.
“Het is geheim. Anders ga je het weer aan je ooms doorkleppen enzo. Hebben jullie nooit geheimen?” “Ik voorzie jullie met mijn kracht, en ik mag niet eens waarom ik dat doe?”
“Dit is een belangrijke wereld, maar geheim dus. Misschien eens, als we je kunnen vertrouwen dat ik je vertel waarom.”
“Ik ben een Amberiet, dus niet te vertrouwen toch in jullie ogen?”
“Je vecht toch graag? Nou dan! Je kunt ook bij de researchers.” Er wordt wat gepraat over upgraden van mechs. Ze gaan er meer ombouwen. Hij heeft wat ideeën en wordt de volgende dag meegenomen naar een professor Adamski. Ze komen kijken naar de nieuwe test, hij krijgt een donkere bril. Er zijn wat mannetjes met knoppen bezig en metertjes. En hoort een ploef geluid, weg is de stalen plaat.
“Dit is prototype X 504.” Er volgt een enorm ingewikkeld verhaal. ‘Black Death Ray’ gaan ze het noemen, sommigen noemen het liever desintergrator. Er wordt geruzied over labels en programma’s. uiteindelijk wordt het ‘Death Ray X-504’.
Ze vinden de test geslaagd, het bereik is 20 meter. Er wordt flink geluld over resonantie en moleculen. Maar de reversed polaraty werkte, LOL!
Dan wordt er een poos gezeurd over energiebronnen met ene professor Maximus. IP 94 is compact en draait op water. Iets goeds, geen bio en kan niet morphen.
Ze dachten erover om een stukje Logruskern te bouwen. Bij de test vaagde er echter een heel stuk gebouw weg, Logrus is niet erg stabiel. Anti materie dan? Dat heft gewoon andere materie op. En het morft niet.
Het moet voelen alsof jij de mech bent. Oh, dat kunnen we wel maken.
Ze laten een nieuw zwaard zien dat overal dwars doorheen hakt. Hij wil het meenemen, daar zijn ze niet blij mee. Heb je niet liever een schild dan? Van energie? Iets dat je aan je arm kunt zetten?
Nee, hij neemt het zwaard mee. Het is een grijs metaal, drie en een halve meter lang, erg scherp enkan er dwars mee door metalen slaan.

Ronardo en Moyra zijn in een wereld waar ze een mengsel hebben van technologie en magie. Ze hebben apparaten die voor een deel magisch zijn en voor een deel technisch.
“Ik zal je naar zo’n wereld brengen,” zegt Ronardo. “Je kunt niet mee.”
“Dus ik moet een baby krijgen.”
“Je kunt hem snel krijgen. En wat als je moeder erachter komt? Het lijkt me leuk om een kind te krijgen, hij moet wel slim zijn, geen visboer of rijstfarmer worden.”
“Waarom haal je er Rebma bij? Ik wil het nu over mij hebben. Wat wil je zelf? Vertel wat je wilt!” Ze schreeuwt en is nogal overstuur.
“Het lijkt me een handig idee dat je het kind krijgt, ik kom af en toe langs, jij krijgt het kind. Als hij er is, praten we verder.”
“Je moet me tot steun zijn!”
“Moyra, ik wil zo’n wereld zoeken zodat ik verder kan met mijn onderzoek en je kunt niet mee.”
“Nee. Dan ga jij ook maar niet. Het wordt het dus niets tussen ons, fijn is dat. Je laat me in de steek.”
“Ik wil vaak langskomen.”
“Af en toe een weekendje zeker.”
“Ik wil het beste voor jou en wat jij het fijnst zou vinden.”
“Zoek een mooie wereld, met een mooi landhuis, veel personeel. En je moet bij me blijven, mijn handje vasthouden. Voor mijn part richt je daar een lab in. Je kunt me niet op een Death Star zetten.
Ik wil dat mensen voor me zorgen.”
“Dat kan ook ergens anders. Ik wil niets in de buurt hebben dat me afleidt. En hoe snel moet de tijd gaan?”
“Als je bij me bent, snel, als je niet bij me bent, langzaam. Of we kunnen zo’n sprookjeswereld doen. Je hebt toch een tante in zo’n wereld?”
“Nou ja, als je dat wilt. Ik heb liever iets technisch.” Zij denkt dat het alleen schieten is, hij zegt dat hij dat kan regelen.
Zij denkt meer aan een wereld met Feniks, dan wordt het een droomwereld. Ze ruziën over wie de amateur is in werelden verzinnen.
“Wat ben ik dan van je?”
“Mijn vriendin met baby.”
“We kunnen ook naar mijn moeder gaan en alles bekennen. Als het een meisje is en dat is het, is ze troonopvolgster.”
“Hoe gaan we haar dan opvoeden? Als een spoilt bratt of een intelligent kind?”
“Je bent net als je moeder!”
“Helemaal niet, mijn moeder liet mijn zus in de steek, dat zou ik nooit doen.”
“Ik wil geen technologische wereld.”
“Ik wil geen onderwaterwereld. Of het zou iets als Atlantis moeten zijn.”
“Dat is ver weg. Dat lijkt me wel wat, de Feniks zeg dat er zo’n wereld is. Gaan we?” Ze pakt haar spullen.
“Hoeveel bedienden wil je?”
“We gaan er wonen, je neemt er een baan.”
Hij doet zijn ogen dicht op haar verzoek. Ze omhelst hem, hij wordt slaperig en staat in een witte ruimte met Moyra. Zover hij kan kijken is er niets. Hij geeft haar een hand, de wereld flitst voorbij en dan staan ze in een metalen wereld voor een groot raam waar vissen voorbij zwemmen. In de verte komt een grote metalen vis aan die aandokt. Hier wonen Atlantians. Het is een waterplaneet.
“Wat wil je nog meer zien?”
“ Ik moet met Patroon zoeken.”
“Deze moet het zijn,” zegt ze.
Hij wordt wakker en ligt op bed met een triomfantelijk kijkende Moyra.
Ronardo besluit om zich aan haar wil te conformeren. Via de auto reizen ze naar zee, gaan met de boot en dan in onderzeer op de goede wereld. Dit alles kost heel veel tijd.
Dan komen ze in de stad, dat is net zoiets als in een ruimteschip, maar dan onder water. Waarschijnlijk kan het ook als ruimteschip dienen. Natuurlijk hebben ze een ID bij zich, net als geld en kleding en koffers. Ze nemen hun intrek in een deftig appartement. Met een taxi gaan ze daar naar toe. Het is echt luxe, met ramen waar de vissen voorbij zwemmen.

Ronardo heeft de wereld wat versneld. (?)
Het is high tech, de stad draait op fusiegenerators en ze halen stoffen uit zeewater. Goud en zilver en mineralen. Het water dat overblijft gebruiken ze daarvoor.
Ronardo gaat aan het werk bij de scientists. Hij werkt vooral aan movement en vehicles. Hij helpt ze andere soorten uit te vinden. Ze hebben een soort van warp drives, een groot zwaar schip doet een jaar over naar een ander zonnestelsel. Ze vinden iets uit dat wat met massa doet.
Moyra is bezig met vissenkwekerijen. In het begin is ze enthousiast, ze is een keer opgepakt door de politie, ze blijkt in een groepje Greenpeacers ze zitten en wordt dan regelmatig opgepakt. Ze vindt het zo zielig voor die vissen. Ze begin een dikkere buik te krijgen en hij heeft haar al een paar keer uit de bak moeten halen.
“De vissen kijken zo zielig, terwijl ze slim zijn. Ik wil vanaf nu alleen nog maar zeewier eten!”
“Planten hebben ook gevoel. En je moet toch eten?”
“Okay, de Feniks vindt dat je moet eten wanneer je honger hebt. Maar hier buiten ze vissen uit! Ze moeten ze het anders doen, meer als in Rebma! De politie is corrupt, ik heb de agent een klap voor zijn kop gegeven. Heb je die William nog eens getroefd?”
“Nee, en je kunt beter geen politie slaan!”
“Heeft niemand je getroefd? Ze kunnen je gaan missen, weet je?”
“Ze missen me nog niet.”
Niet veel later wordt er toch getroefd door Fiona. Hij zit onderwater, hij vertelt wat hij daar doet.
“Wel interessante projecten?”
“Ik ben massaverkleining aan het doen.”
“Kun je hulp gebruiken?”
“Nee, dank je.”
“Dus ik hoef niet te helpen?”
“Hoe is het met jou?”
“Alles goed, ik ben bezig met een paar projecten, ze staan nog een beetje aan het begin. Zit je daar met Moyra? En hoe gaat dat?”
“Het gaat,” zegt hij.
“Heb je al gehoord dat dat nichtje van jou zich gaat verloven? Met Mandor notabene en nog officieel ook! Dat is toch geen combinatie! Hoe komt ze aan hem? Weet jij dat?”
“Geen idee.”
“Het is een dochter van Julian… dat schijnt dan. Wat weet je hiervan?”
“Ze gaat een verstandhuwelijk aan met Mandor.”
“Waarom vertel je me dan niets?”
“Ik weet het nog maar sinds kort.”
“Mandor is een Sawall! Dat soort dingen hoor ik als laatste. Ik heb net een uitnodiging gehad voor dat feest. Je komt toch wel op het verlovingsfeest, de ceremonie dan?”
“Ik was niet van plan om te gaan.”
“Die Morwenna is toch een vriendin? Er komt niemand als ik het zo hoor, je hebt dus nog geen brief gehad? Mandor Sawall met die Morwenna, wat een onzalige combinatie. Dat zijn monsterlijke kinderen als ze die krijgen!”
“Rhexenor is ook een combinatie. Toch niet zo monsterlijk?”
“Dat bedoel ik niet. Je moet het zelf weten of je er wel of niet heengaat, maar in haar ambitieuze plannen is het belangrijk dat je komt. Het is een raar zaakje, het lijkt wel politiek.
Ik snap niet dat Julian dit goedkeurt, hij is raar bezig de laatste tijd. Ik vind het zielig voor hem zo’n dochter heeft. Ze ziet eruit als een heel gewoon meisje, ik zou dat niet gedacht hebben van haar.
Heb je trouwens plannen met Moyra?”
“Misschien als ze ooit een keertje opgroeit,” zegt hij zuchtend.
“Ze zal nooit veranderen. Hoop maar dat ze niet zwanger wordt, ze kan niets.”
“Ze heeft Feniks.”
“Oh ja? Nog nooit gemerkt. Is ze er goed in?”
“Weet ik niet zo.”
“Wordt het dan niet tijd dat je dat uitzoekt?”
“Ik vind hem vervelend.”
“Je zou wel eens heel erg onder invloed kunnen staan van die Feniks. Dat merk je niet.”
“Ik droom niet raar.”
“Zodra je gekke dingen gaat dromen, meldt het dan. Hij is sterker dan Eenhoorn.”
Hij vertelt dat hij informatie wil over biotechnologie.
“Dat is gaaf, dat is leuk, daar weet ik best veel van. Als je hulp nodig hebt kom ik je meteen helpen!” Hij legt zijn plan uit.
“Dat lijkt mee een leuk projectje. Ik heb nog wel een mapje ergens dat je kunt lenen, dat is allemaal al uitgezocht. Ze rommelt wat in papieren en hij krijgt een mapje. Het betreffende project is afgesloten. Ze hoort het wel als er iets is.
Hij bekijkt de map, hoe je planten manipuleert lijkt niet erg moeilijk te zijn. Jammer dat alles al uitgewerkt is.

Tuesday 25 November 2008

Moyra heeft nieuws/ de Zentradi/ Huiselijke zaken

Ronardo en Eric zijn in gesprek.
Prettig dat we even kunnen praten. Hij vraagt of zijn troef nog eens mag zien, verscheurt deze en geeft Ronardo een nieuwe. De afbeelding van Eric is nu iets anders, een wat andere achtergrond. Net even anders. Deze is veiliger. Er wordt tegenwoordig heel wat afgeluisterd, er zijn zelfs mensen mee bezig, niet alleen Amberieten en Chaosieten.
Ronardo gaat weer, wil terug naar waar hij was, in de school van Begma. Eric doet iets en Ronardo is weer terug. Zelfs op dezelfde plek op dezelfde tijd. Alsof de tijd hier heeft stilgestaan. Moyra heeft hem niet gemist.
Ronardo probeert wat uit te leggen, dat erg lastig is, aangezien ze hem niet gemist heeft.
“Eric is er weer… die is toch dood?”
“Laten we naar een technologie wereld gaan.” stelt Ronardo voor. Moyra blijft echter een beetje hangen in het feit dat hij weg zou gaan. Toch?
“Je wilde technologie studeren en ik wilde niet naar Rebma!”
Hij wil aan de slag gaan met biotechnologie.
Ze blijft zeuren over dat hij weg zou gaan en toch niet, uiteindelijk beticht ze hem van leugens. Hij legt uit wat biotechnologie is.
“Waarom wil je wapens maken?”
“Ik wil een soort van wereld beschermen.” Nee, niet op eenzelfde manier als Feniks power, die is niet bedoeld om dood te maken.
“Wat wil je, misschien kan ik je helpen.”
“Ik wil erachter zien te komen hoe je organisch een schip of tank kan bouwen die een vorm van kracht heeft waardoor deze… laten we gaan, ik kan het hier niet goed uitleggen.”
Hij troeft naar zijn huis op zijn thuiswereld, hij zet de computer aan, start Starcraft op en laat haar de defences zien.
“Oh, dat zijn planten die je met Feniks power bestuurd, dat is heel gemakkelijk.”
“Ik wil dat ontwerpen om een wereld te beschermen, waar niet zoveel technologie werkt. En ik wil het zelf doen, niet door middel van Feniks power.”
“Maar het werkt toch niet meer als je het meeneemt naar een andere wereld?”
“Ik wil het zelf bestuderen en ontwerpen, dat ga ik daar planten uit kweken die op die wereld wel werken. Ik ben hier om dat allemaal te onderzoeken.”
“Maar we leven allemaal op Feniks energie. Als je dit gaat doen, moet ik het op die andere wereld in leven houden.”
Hij legt uit wat hij wil: er moet een angel onder de grond en veel pijn doen, het moet iets kunnen raken.
“Waarom geen kanonnetjes? Je kunt met bio-energie ook schieten.”
“Dan moet ik dat soort zaken eerst vinden”
“Ik weet geen biotechnologische wereld. Behalve Rebma, waar ik niet heen wil.”
Dan gaan ze reizen met behulp van Patroon. Hij probeert bij een technische wereld uit te komen waar ze met biotechnologie werken. Het kost hem weken en het is erg moeilijk om met Patroon dicht bij zo’n soort wereld te komen. Hij zet echter door. Zo zijn ze een aantal weken op reis, dat is best gezellig. Moyra lokt ruzie uit met ventjes en met vrouwen, ze hebben seks en bezoeken herbergen. Hij realiseert zich dat hij niet komt bij die werelden waar hij moet wezen met Moyra erbij.
Als hij haar daarop aanspreekt, reageert ze verontwaardigd. Zij zegt niets te doen. Ze vond het hartstikke gezellig onderweg. Nu zegt hij dat ze liegt en ze is verontwaardigd.
“Wat moet ik doen om het niet te doen dan?”
“Weet ik veel… maar het komt door jou!”
“Ik kan geen Patroon… Dat zou sterker zijn dan Feniks toch? Ik kan wel eens vragen.”
Ze gaat mediteren, er verschijnen vlammetjes in ogen
“Wat wil je?” zegt ze tegen Ronardo.
“Ik zoek naar een wereld om daar te leren hoe mijn eigen wereld te beschermen. De Keep of Ffour Worlds.”
De vlammetjes verdwijnen, Moyra herademt.
“De Feniks is niet blij met jou, je hebt haar boos gemaakt. Je bemoeit jezelf met zaken waar ze niet blij mee is. Je bent zo’n troefmannetje en werkt met Patroon, zij heeft een hekel aan de Eenhoorn.
Als je Rhexenor troeft, kun je die om raad vragen, denkt de Feniks. Zij is de baas over dat soort werelden, de Eenhoorn niet, die moet maar oprotten.”
“Ik ben anders van de eenhoorn.”
“Ik ben trouwens ook zwanger.”
“Van mij?”
“Ja natuurlijk!”
“Wil je hem houden?”
“Wat vindt jij?”
“Ik vind het leuk om hem te houden.”
Dan krijgen ze een beetje ruzie. Ze wil geen abortus, want dat kan niet als je van de Feniks bent, maar eigenlijk zit ze ook niet te wachten op een kind. Op zijn wereld is abortus heel normaal, maar hij wil het kind wel hebben. Ze had al een tijdje niet meer gemediteerd, nu weet ze het van de Feniks. “Mijn moeder zal wel boos zijn. En ik kan niet mee als je met die biotechnologie aan de gang gaat. Ik mag er niet mee klooien. En ik krijg dus last met mijn ouders. Ik wil geen koningin worden.”
“Je moeder hoeft dat niet te weten. Ik breng je naar een wereld waar de tijd heel snel gaat, ik zoek je af en toe op.”
“Ik ben geen goede moeder, ik ben veel te jong. Zo’n kind is meer iets voor mijn broer, die is ook saai.”
“Kinderen zijn niet saai.”
“Wel, ze zijn vervelend, ze plassen en poepen, kotsen en kwijlen…”
“Wat dacht je van een kindermeisje?”
“Kom nou, ik denk eigenlijk aan adoptie.”
“Dat kan. Maar dan geef je hem maar aan mij. Je laat hem net door iemand anders adopteren.”
“En wij dan? Dan kom het uit! Mijn moeder zal woedend zijn!”
“Die hoeft het niet te weten. Gebeurt dat toch, dan kunnen we zeggen dat we gaan trouwen”
“Je moet me vragen en misschien zeg ik ‘nee’.”
“Maakt niet uit. We trouwen als je moeder erachter komt.”
“Misschien krijgen we nog veel meer baby’s, dan hebben we een hele familie. Heb je al aan namen gedacht? Ik wil geen stomme Italiaanse naam. Ronardo gaat dan wel, Rinaldo is stom. En ook niet naar iemand in mijn familie. Een Griekse naam lijkt me leuk, Atlas of Odysseus.”
Hij vindt dat minder. Er worden een aantal namen besproken, Alex is stom, Joop, Bob en Laura en Dafne ook, net als Jan, Eva en Anna.
Dan is ze het zat.
“Jij gaat nu naar je wereld op zoek, intussen dump ik die baby.”
“Dan moet je hem aan mij geven.”
“Belachelijk. Ga je hem ook erkennen soms?”
“Misschien niet meteen.”
“Ik als Rebmaan krijg een kind van een Amberiet, nu moet ik zelfmoord plegen. Ik zeg gewoon tegen mijn moeder dat we het maar één keer gedaan hebben, dat je me hebt ontmaagd en alles.”
“Onzin. Als ze daarin trapt…”
“Ze gelooft al mijn leugens. En wat zeg je tegen jouw moeder? Die wil zeker er mee experimenteren met plug inns. En nu ben ik zwanger, waarom deed jij niet voorzichtiger!”
Hij haalt zijn schouders op.
“Shit happens.”

Rhexenor bevindt zich op het geheime schip, de SDF 1 en krijgt een rondleiding. SDF is de afkorting van Super Dimension Fortress.
Ze zijn bezig met voorbereidingen het schip te laten vertrekken. Met een soort van treintje gaan ze door het schip heen. Er blijkt een hele stad in te zitten. Hij is de aanvoerder van squadron 13.
Op een scherm krijgt hij te zien hoe die SDF1 kan transformen. Dan moeten ze in de buurt van een planeet hangen, de energie van de planeet wordt gebruikt om te schieten. Daarna valt alles uit.
Hij vertelt wat Benedict zei over de Zentradi.
Het schip jumpt in een baan om een planeet, voor het eerst zullen ze de hyperdrive gaan gebruiken. Rhex wordt getroefd door Nicolas, die heeft wat uitgezocht.
“De Zentradi zijn een volk van reuzen. Ze zijn niet al te slim, te vergelijken met kinderen van een lagere school. Het enige dat ze hebben geleerd is vechten. De technologie hebben ze niet van zichzelf. Er zit een ras achter dat hen gebruikt om vuile zaakjes op te knappen. Dat ras, de Invid, zit ook achter die energiebron. Het is een hyve ras. Ieder ander die gebruik maakt van de energiebron, krijgen ruzie met de Invid. Van de Zentradi is al niet te winnen, van de Invid zeker niet.
De Zentradi hebben een zwakke plek: zijn geshockeerd van seks, ze zijn zo gekweekt dat ze zelf geen kinderen kunnen krijgen.
De Invid zijn ook niet te verslaan. Van de Zentradi heb ik gehoord dat ze gek werden toen ze een baby zagen. En bang. Ze komen af op die planeten met die energiebronnen. Mijn advies: brandt betreffende werelden af en zorg weg te wezen. Misschien dat de Invid zelf komen als de Zentradi het niet doen. Dit zijn allemaal verhalen, ik heb het in boeken gelezen en er zijn lui die ze kennen. De Invid hebben een hyve mind en telepathie. Ik weet niet of ze een thuisplaneet hebben.”
“Kan ik iets voor je doen?” vraagt Rhex.
“Dat hoeft niet, je bent mijn zoon en me niets schuldig. Ik ben meer van magie en vechten, maar vind technologie wel interessant.”
Daarna wordt Benedict weer getroefd. Intussen zijn ze bijna klaar voor hyperjump, alle dekken schuiven in elkaar. De centrale waar de hyperdrive staat is enorm.
“Nog steeds bezig met de Zentradi?”
Rhex vertelt wat hij van Nicolas heeft gehoord over de Invid.
“Wat weet jij?”
“Dat is geen oorlogszuchtig ras. Ik ben ze nergens tegen gekomen. Het is een soort van insectenmind. Collectief dus. Ze hebben wel wapens, maar leven op hun eigen werelden en komen er nooit vanaf.
Dat van die babies en voortplanting is onzin. Ik denk niet dat de Zentradi naar transmissies luisteren. En het is een ras dat alleen maar kan vechten. Als ze banden hebben met de Invid, staan ze onder controle van de Invid. Zoek uit of dat schild werkt en zet het aan. Ze hebben de SDF-2 nog niet? Oh ja, dat komt pas als de SDF1 wordt opgeblazen. Zal ik komen helpen? Van wie is het schip?”
“Het schip is van Huis Amblerash.”
Hij laat zich dan doorhalen en staat op de brug. De Chaosieten worden allemaal wit en schieten in de stress….

Intussen is de hyperdrive gestart, iedereen wordt binnenste buiten gekeerd en het duurt uren. Iedereen, op de Amberieten na, is kotsmisselijk. Alles is goor en het stinkt verschrikkelijk.
Rhexenor en Benedict lopen naar de kapitein. Dat is Hank Amblarash, heeft Hitler snorretje, een raar accent en een ‘geknepen’ stem.
“Waar zijn jullie nu heen gejumpt?”
“Dat weet ik niet., dat zoeken we nu uit.”
Het blijkt dat ze naar de enig overgebleven oogstplaneet zijn gejumpt, zoals ze hadden gepland.
“Dat is niet handig, ik weet niet of jullie een nieuwe willen bouwen? Hoever staat het met SDF-2?”
“Maar dat is groot geheim!”
Op het moment werkt het schild werkt niet, en hebben ze geen power meer.
“Stop dan je mensen in de fighters,” adviseert Benedict.
“Maar we worden niet aangevallen.”
“De sensors staan toch uit?”
“Ja, precies.”
Toch wordt er alarm geslagen, ook Rhex rent naar een fighter. Benedict gaat mee, hij moppert over de monorail.
“Ach, jullie hebben het oude type griffioen nog, met oude turbolasers,” ziet hij meteen in de fighterbay. “Er is echt geen tijd nu om ze op te voeren. Zet op de mijne maar raketten en pods. En ook op die van Rhex.”
Benedict heeft dit vaker gedaan, hij is de aanvoerder van squadron 14. Rhex is de aanvoerder van 5 anderen. Volgens Benedict zou een squad uit 12 fighters moeten bestaan, maar ze hebben te weinig fighters. Dit vullen ze aan met soort robot, Phalanx genoemd.
Door de deuren vliegen ze naar buiten, er zijn robots met missile pods te zien. Buiten zien ze meteen stipjes op hun scherm, nogal veel stipjes. Ze beginnen rechts, Benedict pakt een andere koers.
Zo’n stipje blijkt een groene grote cylinder te zijn, die vol zit met Zentradi.
Hij beveelt dan ze via rechts gaan schieten, ‘probeer hen te ontwijken.’ Zij schieten zodra ze binnen bereik komen. Hun vliegtuigjes zijn gelukkig snel, dat werkt in hun voordeel. De missile pods blijken zeer nuttig te zijn. Hij schiet er zo 60 weg, er zijn nog 940 over. Dan transformeert hij in zijn mech met zwaard en zo kan hij om de paar seconden er eentje slopen. Op een gegeven moment zijn ze nog maar met drie, de anderen zijn terug gegaan. Hij komt nu dicht bij de ingang van het schip. In de hangar staan ze in een rijtje te wachten. Erg handig, het wordt een grote slachtpartij. Het zijn er honderden, alles begint te ontploffen. Ook van binnen is het een enorm schip. Als de hangar begint te exploderen, vliegen ze eruit en het schip ontploft. Het worden gloeiende stipjes op de planeet, ze landen er gewoon en de planeet wordt gebrast. Ze gaan ammo bijladen, weer vechten, missiles worden getakeld door middel van een hijskraan. En ze kunnen Phalanx meekrijgen met nog meer misseles. Ze proberen het shield aan de gang te krijgen, dat lukt niet. Ze moeten iemand hebben met verstand daarvan.
“Troef Bleys,” zegt Benedict.
Deze kijkt vreemd naar Rhexenor als hij wordt getroefd, is dat een oude Griffin? Rhex legt uit dat ze het schild niet aan de gang krijgen. Bleys laat zich doorhalen, gekleed in een uniform met een SDF-3 label. Hij ergert zich aan de oude toestellen en geeft advies.
“Het shield wordt geblokkeerd vanwege de jump, die jullie hebben gemaakt.” Hij begint adviezen te geven, intussen stapt Rhex weer in een fighter. Via de comlink krijg hij nog wat informatie van zijn oom. Dit is een Zentradi schip geweest, maar omgebouwd.
Er komt een hele zwerm Zentradi aan. Paar 100 Zentradi later is met zware lasers de SDF flink geraakt, een hele zooi Zentradi zijn echter weg te vagen. Er wordt flink gevochten met de verouderde zooi. Er beginnen onderdelen van de SDF los te raken, er wandelen robots naar binnen en weer is een groot Zentradi-schip ontploft.
“Het nieuwe model is beter, de Walkirie2 is eigenlijk al te oud. Wat een opschepper is die Bleys met zijn nieuwe uniform. En waarom schiet het schip niet?” moppert Benedict over de comlink.
“We zijn bezig met alles online te brengen.”
Dan wordt er eindelijk geschoten met wapens van de SDF, de Zentradi blijven zo op afstand. Alle oogstvelden zijn inmiddels verbrand. Intussen komen er hele vloten van Mechs. Dan vertelt Bleys de shield generator aan te hebben, ze kunnen nu niets meer doen… al die Zentradi gaan weg, de moederschepen beginnen nu te schieten.
“Dat is niet slim,” zegt Benedict. “Ze leren echt nooit…”
Op de brug ontmoeten ze elkaar, Bleys is keurig netjes en wordt omringd een aantal zwarte monteurs.
Er wordt wat over en weer gepraat over modernere spullen tussen Bleys en Benedict. Anastasia is blij dat Rhex nog heel is, minder blij met de aanwezigheid van zijn ooms. De oplossing van Rhexenor zijn zwaard vinden ze wel goed,
De Zentradi zijn aan het beuken, heel stom, ze blijven als idioten schieten, het wordt kleiner, het schild explodeert, alles valt uit en alle Zentradi schepen ontploffen. En dat waren er een paar duizend. “Het schild deed het goed,” zegt Bleys, “en nu is het kapot.”
“Ook de hyperdrive doet het niet,” zegt Hank met zijn rare accent en stemmetje.
Het shield heeft ook de atmosfeer vernietigd nu, het is één grote, brandende puinhoop.

Ik zeg tegen Mandor dat hij voor een poosje moet gaan om zijn zaken te regelen.
“Pappa niet weg,” zegt Owen en klemt zich vast aan zijn vaders nek.
Mandor heeft een paar speciale troeven gemaakt. Speciale die via de bron hier werken, uitgaande naar hem of mij. Uiterst veilig. En hij geeft me een troef van zichzelf met het fort als achtergrond. Die is voor als ik weg ben, dan kan ik hem bereiken. Ook een heel veilige, voor zichzelf heeft hij er zo’n zelfde gemaakt, maar dan van mij.
Van Owen heeft hij geen troeven gemaakt. Er zijn ouders die het doen om hun kinderen in de gaten te houden.
Ik vertel hem dat mijn ouders hem graag willen ontmoeten.
“Ik kan ze gaan opzoeken, maar dan zijn we niet samen,” zegt hij.
“Misschien hierheen halen?”
“Hoe schandalig vinden je ouders het dat je hokt, denk je? Ook is het is niet veilig iedereen kan hun gedachten aftappen en beïnvloeden.”
“Is Owen beïnvloed door Brand?”
“Ik denk het wel. Hij heeft iets gedaan. Het lijkt op een soort blokkade in zijn geheugen. Daar moet ik iemand anders naar laten kijken. Weghalen kan gevaarlijk te zijn. Het is alsof hij een suggestie heeft geplaatst die op een bepaalde tijd en in een bepaalde situatie wordt getriggerd.”
Ik vertel hoe Brand een zoon van ons is tegengekomen die de Sawall Spikard droeg en dat Brand daar niet blij mee was. Ook vertel ik hem dat ik twijfel of Owen wel dezelfde zoon is die ik op Oerpatroon tegenkwam en ook dat Brand die zoon is tegengekomen. Dus misschien zit de blokkade op het verkeerde kind.
“Dus Owen is niet de goeie? En dat vertel je me nu pas, na al die moeite die we gedaan hebben om hem te maken? Er moeten dus nog een paar zonen komen? En wil je nog een paar dochters misschien?”
“Lijkt me leuk.”
“Dan moeten we maar flink gaan oefenen,” grijnst hij.
Ik stel voor om eventueel Fiona naar de blokkade te laten kijken. Hij denkt dat het niet zo’n haast heeft.
“Mijn vader zou er iets aan kunnen doen, als kind zat ik vol met dat soort dingen. Dara zal er ook een hele zooi hebben, misschien jij. Maar dat heb je niet hoor, dat heb ik al onderzocht.”
Ik merk dat Mandor goed kwaad is op Brand.
Owen laat nog eens weten dat Pappa niet weg mag, hij besluit om nog wat dagen te blijven.
Eindelijk doet Owen op een middag weer eens een middagslaapje en nemen we uitgebreid afscheid. Owen is vreselijk aan het huilen als hij merkt dat pappa weg is. Hij is een half uur later pas er een beetje overheen. Dan gaat hij in een hoekje twee puzzels zitten maken, tegelijkertijd, 400 stukje door elkaar. Het gaat niet hard.

Een bediende vertelt dat de voorraden op zijn. Mijn echtgenoot vraagt altijd om lijstjes, maar dat hebben ze niet gegeven omdat hij moeilijk benaderbaar is en als we samen zijn, is dat nog erger. Nou ja! Er is nog een maaltijd voor Owen en mij straks, zij eten al een poosje nauwelijks meer. Daarna is het helemaal op. Ook klaagt ze over het salaris wat ze nog steeds niet hebben gezien. Niet dat ze het hier kunnen uitgeven, maar het gaat om de gedachte.
Ik troef Mandor daarover. Hij zal wat gaan regelen. Na een poosje troeft hij terug, ik krijg een touw aangereikt waar ik flink aan moet trekken.
Daarmee komt er een hele berg zooi de speelkamer in gedonderd, Owen gilt over zijn puzzel, maar is enthousiast over de dieren. Er lopen kippen door de gang en varkens. Het personeel is blij over de nieuw aangeleverde voorraden.
Vanaf dan vind ik overal briefjes. Er is een varkenshoeder nodig, een kippenmeisje, dekens en wat al niet meer. En ze blijven doorzeuren over dat salaris.
Mandor zorgt voor de meeste voorraden en ook nog voor meer personeel.
Ik leer eindelijk mijn zoon beter kennen. Anderhalf jaar, rustig en kalm, gaat zijn eigen gang. Hij is erg intelligent. Hij slaapt zelden nog in de middag en als hij vervelend wordt, gaat hij zeuren, dan wil hij pappa. Als ik streng doe tegen hem, gilt hij nog harder om pappa.
Ik probeer zelf voor dat salaris te zorgen waar zo om wordt gezeurd. Uiteindelijk ligt er een chocoladecent op tafel. In de kelder blijkt er een hele zak van te leggen, ook heeft Mandor nog een aantal andere snoeperijen verzorgd.
Als ik hem spreek, vertelt hij het druk te hebben en dat het allemaal wat langer zal gaan duren.
“Ik ben bezig met wat politieke zaakjes, ik ben wat te lang weg gebleven, mensen denken nu dat ze me bepaalde zaken niet meer schuldig zijn. En lees dat boek eens over conjuration!”
Dat advies volg ik dan maar op. Ik kan dingen naar me toe halen, ook wezens. Die kunnen weer weggaan. Met conjuration zou ik ook dingen van vorm kunnen laten veranderen.
In een ander boek zoek ik op hoe een goudklomp eruit ziet. En op een avond, Owen ligt op bed, is het zover, ik ga een goudklomp conjuren.
Het duurt heel lang, maar dan gebeurd er iets. Er komt een brok iets door het dak heen gebrand, dwars door de tafel heen, en een paar vloeren. Gelukkig raakt er niemand gewond bij deze actie.
In de kelder ligt een enorme bonk gloeiend hete erts.
Ik geef opdracht de gaten in het dak en de vloeren te repareren en met Owen ga ik de volgende dag weer in de kelder kijken. Ik denk een bonk meteorietijzer te hebben opgeroepen, nu is het afgekoeld naar warm. Owen vindt het uitermate interessant, keer op keer vraagt hij hoe het heet. ‘Meteorietijzer’ blijkt wat moeilijk uit te spreken voor hem, hij houdt het bij ‘bonk’ en strekt zijn handen uit naar het erts om de warmte te voelen.
Mandor zegt dat goud normaal gesproken ergens in de grond zit en niet in een baan rond een planeet zweeft. Dus of ik me misschien daarop kan concentreren een volgende keer?
Goed, dan ga ik daar maar van uit. Wijzer geworden besluit ik om de poging goud te conjuren buiten te ondernemen. Owen neem ik uiteraard mee, hij vermaakt zich met achter de kippen en varkens aan te rennen.
Eindelijk lukt het me om een brok goud ergens vandaan te toveren. Owen komt er meteen bij staan en kijkt met grote ogen waar dat mogelijk vandaan kan komen. Ik leg hem uit dat het goud is, dat kan hij ook zeggen, en dat ik het vanuit de grond naar me toe heb gehaald. Hij luistert belangstellend, al begrijpt hij misschien niet helemaal wat ik bedoel.
Het vormen in munten lukt ook. Al die tijd staat Owen er belangstellend bij te kijken. Aan de ene kant van de munt komt de afbeelding van een fort, op de andere een valk. Hiermee zijn de eerste munten van Gormenghast een feit.
Ik geef de personeelsleden hun goud, ze zijn verschrikkelijk blij. Alleen Mary Ann heeft niet veel interesse. Als ik met Owen naar de eetkamer loop, komt ze me achterna.
“Kan ik u even spreken?”
“Natuurlijk.”
“Er is sinds de laatste keer dat u hier was wat veranderd, heel erg bedankt dat u met Mandor heeft gepraat. Ik ben er al wel achter dat jullie liever zelf met Owen bezig zijn en dat kan ik accepteren. Zoals u heeft gemerkt, heb ik hier een interessante rol als hoofd van de huishouding.
Maar als ik het zo mag zeggen, ik erger me hier al heel lang aan. De munten zijn mooi hoor. U en uw… aanstaande hebben wat magische talenten en machten, maar het stuit me vreselijk tegen de borst dat zowel u als hij er vreselijk mee aan het klooien zijn. Echt, jullie zijn vreselijk aan het stuntelen met magie.”
We spraken af dat ze zou gaan helpen met conjuration en de algemene kennis van magie. Het boek is geschreven door ene Tarkov, volgens haar een amateur, een slecht boek ook.
’s Avonds, als Owen slaapt, krijg ik lessen en informatie. Ik krijg kleine opdrachtjes zoals inkt conjuren, een letter op papier en ik moet het gat in de tafel dicht conjuren. Met conjuration kun je iets mogelijk maken. Het tovert niet, het maakt mogelijk dat je iets kunt gebruiken. Er zijn een aantal methoden voor, je moet herkennen in wat voor wereld je zit. Zo kun je iets mogelijk maken wat er niet is. Je probeert een paard naar je te summonen. Naar je toeroepen lukt niet.
Op een wereld waar geen paarden zijn, zou je een paard hebben dat niet zolang bestaat. Maar het krijgt substantie en het blijft een poos bestaan. Het moet niet helemaal tegen de wereld ingaan. Het gekke is dat het paard dan min of meer hol is. Jij bepaalt wat de vorm wordt van dingen die geconjured worden.
Met conjuration kun je ook energie naar je toehalen. Ook licht. Het is niet anders dan materie. Er moet energie in en dan doet hij het gewoon. Oproeping gaat over schaduwen heen, het soort magie is verwant. Sommige conjurations werken niet in technologie werelden waar magie niet kan. Dan moet je een studie hebben die meer op techniek is gericht. En je moet je gedachten richten om precies te krijgen wat je wilt.
Ze laat me lichtbolletje conjuren met echt fel licht. En ik leer hoe ik de lichtsterkte kan regelen. Ze legt me ook uit wat sterker is, ze heeft een spreuk om het donkerder te maken, maar een comjuration is beter, het lichtbolletje verbreekt de duisternis.
Van het erts zou ik een zwaard kunnen conjuren. Dat is een magisch zwaard in deze wereld, of ik moet er macht inleggen die wereldoverstijgend is, zoals Patroon, Logrus of Troef. Er zijn wel meer van dat soort Machten. Abyss, Feniks, Heironn, Black Road en tussenvormen. Zoals een combinatie van Logrus en Troef of Patroon en Troef, dat een soort Dragon power blijkt te zijn.

We praten over anti Logrus en Anti Patroon. Ik vertel wat ik ervan gehoord heb. Dat lijkt haar gevaarlijk. Misschien moet je dan eerst worden ingewijd in iets anders. Misschien moet je iets anders hebben om die overstap te maken. Ze kent Abyss power, dat is een rare en machtig. Onbetrouwbaar en lijkt op advanced conjuration waarmee je wezens hun geest kan vormen. Als ik energie kan oproepen, waarom zou dat dan niet kunnen. Je kunt iemand dingen laten herinneren die hij niet heeft en laten denken. Abyss power komt daar heel dicht bij. Een van de dingen die je daarmee kunt is overal waar de Abyss aan verbonden is, om daarheen te gaan. Je komt dan altijd op dezelfde plek uit, dat is wel vervelend. Dat kan naar elke Schaduw waar deze aan grenst. Onbetrouwbaar is dat je af en toe ergens anders uitkomt, waar de Abyss wilde. Patroon doet dat ook, zeg ik, Logrus ook, zegt ze. Ze heeft gehoord over wezens die ook Abyss power hadden, die zich verplaatsten en niet meer wisten wie ze waren en rond zwierven en dat doet iets met de geest. Het is een vrij natuurlijke plaats voor wezens zonder lichaam. Je kunt er niet van los komen, want je lichaam blijft er. Het is ook tijdloos. Jurt is iemand die onbetrouwbaar is, het is op de een of andere manier versterkt door iets, een verkeerde combinatie. Pechvogel.
Wezens zoals zij wonen in de Abyss, het is een niveau van de Abyss. Doordat ze geen lichaam hebben, maakt de Abyss uit wat ze denken. Magie werkt er dus uitstekend, alles bestaat uit wilskracht en gedachten.
Ze vraagt naar Patroon en bloed en Amberieten. Ze concludeert dat Patroon een gevaarlijke macht is. Waar je iets aan mist. Waarom is Patroon plat, je mist er een hele dimensie aan. Of het hoort niet, of je mist iets. Ik denk aan het oog van het Serpent, het komt haar bekend voor uit legenden. Een 2 dimensionaal voorwerp. Misschien dat er een ander is, dat wel driedimensionaal is. Het klinkt als een uittreksel, dat Patroon. Ik weet dat Logrus inderdaad 3-dimensionaal is, komt het Patroon dan inderdaad voort uit Logrus?
Ik leer veel van deze avonden en wordt weer wijzer.
Ik doe ook landschapsvorming. Ik kan wel degelijk dingen mogelijk maken die er niet zijn. Zo bestonden er geen schapen. Nu wel. En er ontstaat een geitensoort.
Zo komt er door mijn geklooi dat er op een dag een kudde koeien voorbij dendert.