Wednesday 27 April 2011

8. Het was maar een droom...

Lucas
Lucas heeft naar gedroomd, hij schrikt wakker. Hij droomde dat hij bezig was bij een ravijn met mist. Er staat ergens een klok, het zal een uur of tien zijn. Hij heeft zich vast verslapen. Hij is in zijn bed en voelt zich alsof hij zwaar getafeld heeft. Er komt een jongen voorbij met een krant over de overval op de geldhandelaar. Hij gaat pannenkoeken eten aan de overkant met extra veel stroop. Hij heeft spieren, flink getraind en zijn wapen ligt in zijn flatje. Hij ligt op zijn tafel als hij eraan denkt. De koffieschenkende juffrouw vindt dat hij laat is en vraagt of hij slecht geslapen heeft. Hij heeft het gevoel dat er van alles niet klopt, heeft wel verwondingen alsof hij een week of wat geleden verwond is geweest. Toch vreemd, die verwondingen waren toch van gisteren?
Hij herinnert zich dat één of andere Eric aan de boog heeft zitten klooien en er hing een rusting naast zijn bed toen hij wakker werd. Een Arden rusting… toch raar. Hij gaat terug naar zijn kamer om eens te kijken. Hij voelt in zijn zak die kaartjes waarvan hij gedroomd heeft met mensen die… de kaartjes verdwijnen terwijl hij er naar kijkt en zijn rusting dan ook. Toch niet, hij heeft het nog. Vast een keer gekregen ofzo. Als hij terug komt uit de badkamer is de rusting toch verdwenen. Hij heeft wat last van hoofdpijn, kan zich alles herinneren van de vent in zijn slaapkamer. Het leek toch allemaal heel echt.
Hij gaat naar zijn werk, zijn baas is heel tevreden. Hij doet papierwerk en zijn baas is nog blijer. Alleen vreemd dat hij niet meer gewond is, zegt zijn collega. Hij heeft toch gevochten? Lucas vertrekt, de hoofdpijn is minder, misschien moet hij een psycholoog opzoeken.

Remus
Ook hij wordt wakker met een schok en is gealarmeerd, dom om hier in slaap te vallen. Hier had hij toch Merlijn ontmoet? Hij is alleen, er is niemand. Hij droomde iets over vissen in de Abyss. Zijn rusting is weg, hij heeft wel een zwaard en hij weet hoe het werkt. Hij heeft honger en het is hier gevaarlijk. Hij heeft gedroomd van de Abyss. Hij vindt een set plaatjes en ze verdwijnen terwijl hij kijkt. Remus denkt dat hij dit aan het dromen is en probeert wakker te worden. Hij is wakker. Hij is op de verkeerde plek, vindt hij. Hij is ergens het moment voorbij dat hij Merlijn tegen kwam. Hij heeft wel de kennis van van alles, maar het begint wat vaag te worden. Hij past de training van Mandor toe, alle herinneringen zijn aan het wegglippen. Dankzij de meditatie kan hij de herinneringen vast houden. Volgens zijn meditatie is dit echt, het weer klopt ook en het is hier niet echt gezellig. Het is gevaarlijk, er is een fort in de buurt. Hij weet wat er zit, een enge undead en zwart water. Zijn robot staat wat verderop, Merlijn is niet te zien. Maul heeft alleen geen idee waar hij vandaan komt, hij is blij om Remus te zien. Hij vraagt waar Merlijn is. Robot herkent de naam niet. Dan moeten ze naar Viktor gaan. Ook onbekend. Dat staat niet in de geheugenbank. Hij kan lopen en vechten, alle tuning zit er gewoon in.
Remus gaat naar het fort om Viktor te vinden, het wordt steeds enger. Er zit hier veel gespuis, niet veilig om hier rond te lopen. Hij ziet het meer hier liggen. Aan de overkant zou het kamp zijn, maar hier is niets gebeurd. Merlijn is hier niet geweest. Er is geklooid, zo lijkt het. Hier en daar zijn stemmen te horen, hij loopt door richting fort en wordt besprongen door een horde goblins. Hij hakt in op de goblins en wordt geassisteerd door de robot. Er zijn veel doden en de rest is weg gerend. Natuurlijk zijn er ook gewonden. Remus neemt een gewonde mee, hij vraagt om toegang tot het fort. De goblin is eigenlijk niet te begrijpen. Hij neemt dan een hoofd mee van een dode ter afschrikking.

Lilias
Ze wordt wakker in een bed in een herberg. Ze heeft veel last van hoofdpijn en voelt zich draaierig. Haar Arden rusting is een blijvertje, de kaarten verdwijnen. Ze eet, vertrekt dan richting Cirkel van Orde, maar blijft zich beroerd voelen vanwege de herinneringen. Uiteindelijk maakt ze een troefschets van een markeringspunt in Mordaver van waar eerder het kampement was.

Lucas
Het is een rare dag. Hij heeft magische dingen en technieklessen in zijn hoofd. Er is geklooid, niet met hem, denkt hij. Hij herinnert zich die mensen niet meer zo, alleen Remus en Lilias. De stad voelt vies en benauwd, is donker en zit vol met gespuis. Hij gaat schieten in de kelder, alles raak. Dan wat martial arts, ook erg saai. Hij is beter dan ooit en men vindt dat hij raar doet. De baas heeft niets te doen voor hem, hij moet verder gaan met zijn onderzoek. Of wat patrouilleren. Hij doet dat en wordt bedreigd door wat louche ventjes die zijn geld of zijn mooie laarzen willen hebben. Lucas speelt wat met hen en dan knuppelt hij ze in elkaar. Ze vinden hem een vuile demoon annex vampier. Dan bemoeit hij zich met een ruziënd gezin, met de bezopen kerel die hij oppakt en diens vrouw is dan boos op Lucas. Hij smijt haar weg en ze krakt een beetje… oeps… man valt aan en deze ondergaat eenzelfde behandeling als de vrouw. Twee dooien, einde gezinsruzie. Er staat een jochie met een treintje in de gang met open mond te kijken. Ze zijn dood! Hij heeft ze dood gemaakt, hij heeft het zelf gezien. Hmm, hier zijn spreuken voor. Hij cast een sleep, het joch valt om en nog wat meer mensen. Lucas is wat verbaasd, hij is veel sterker dan eerder.
Remus en Lilias zouden er moeten zijn, maar waar? Er was een man bij, Eric herinnert hij zich nog vaag, maar die ene ( Merlijn) niet meer. Hij neemt een lange vakantie op en begint aan de reis naar de herberg waar hij eerder Remus en Lilias heeft ontmoet. Niet veel later is hij onderweg met een kar met paarden naar Eternia.

Remus
Hij verandert zich naar een goblin en loopt met de robot aan de hand. Het hoofd van de dode goblin dumpt hij ergens langs de weg.
De andere goblins zijn wat verbaasd maar laten hem door. Dat veranderen ging heel snel. Hij mag binnen, de robot moet op de hoop. Hij en de robot rennen dan de gangen met rood licht binnen en uiteindelijk komt hij bij het gedeelte waar hij nooit geweest is... Ja, toch wel.
Bij het centrum verschijnt Viktor met de boodschap van eerder, alsof hij hem voor het eerst ziet. Hij vraagt naar… hij kan zich de naam Merlijn niet herinneren. Viktor laat hem foto’s zien van een Corwin, een Merlijn… Viktor weet niet wat er mee gebeurd is. Remus zegt dat er iets fout is, Viktor heeft er niets over hen in zijn bestanden staan. Nee, Remus is hier nog nooit geweest. Viktor kent wel Lucas en Lilias van naam. Hij vermoedt dat er iemand door de tijd is gereisd en iets heeft veranderd. Brand zou dat misschien kunnen. Dan kan alles niet gebeurd zijn. Viktor heeft niet die robot gebouwd. Zaken waar macht in zit, kunnen niet worden afgepakt. Deze Schaduw is goed afgeschermd, er is nooit iemand van buitenaf binnen geweest.
Remus vertelt over de undead, deze is voor Viktor niet waar te nemen. Hij krijgt het verhaal van de horde lui die hier waren te horen. Remus weet alleen enkele namen nog en dan vaag. De plaatjes die Viktor hem laat zien zeggen hem wel wat. Viktor kan hem vertellen wie de ouders zijn en Remus krijgt de troeven. Het zijn dezelfde ouders. Zijn geheugen wordt zo weer wat opgefrist, voor de robot is alles nieuw.
Hij heeft wel gemerkt dat er een paar keer is getracht om zijn robot over te nemen, er zit hier een gevaarlijke undead. Tijd om de undead op te ruimen. Alle wapens en robots zijn kapot, zegt Viktor en als hij nieuwe bouwt, worden ze overgenomen. Haal anders die mensen erbij die hij kent. Hij weet niet hoe troeven te maken zijn. Viktor wel, maar de computer niet.
Er zit iemand in ieder land. Hij kan ze gaan zoeken. Duurt te lang, zegt Remus.
Hij gaat weer naar buiten en wordt aangevallen. De goblins zijn niet blij, met een flink gevecht weet hij te ontsnappen. Er zijn meer doden gevallen en Remus is gewond.

Lilias
Ze komt aan bij de steencirkel, alwaar plotseling een man in wit en groen gekleed opduikt. Hij houdt haar tegen. Lilias excuseert zich en gebruikt als ze buiten zicht is de troefschets die haar naar Mordaver brengt. Het is er best eng.

Mordaver
In de verte ziet ze Remus en zijn metalen man. Ze gaat naar hen toe, past wat EHBO toe en ze praten wat bij. Lilias heeft nog steeds bonkende hoofdpijn en herinnert zich de mensen die er toen waren best duidelijk. Remus vertelt over dat reizen in de tijd, hij herinnert zich ook ineens Jurt en ene Randal die daar iets over zeiden. Lilias maakt dan een schets van Lucas en haalt hem door met kar, paarden en al. Inmiddels is het donker aan het worden in Mordaver en na het bijpraten wordt besloten om te overnachten in het rode gebied in het fort. Lilias doet een ‘sleep’ over alle goblins en de robot bindt ze vast en legt ze in een hoek.
Lilias zegt dat ze kan proberen contact op te nemen met Randal, Jurt laat zich niet vangen in troef. Remus heeft liever Jurt hier dan Randal en roept hem. Een aantal keer zelfs, maar (gelukkig) is de afscherming dusdanig goed dat hij er niet door komt. De hulp van Maul en Lucas helpt totaal niet. Intussen maakt Lilias een troefschets van Randal. Na een uurtje of twee is deze af en een wat verbaasde Randal laat zich doorhalen. Hij heeft hen wel eens gezien… Er wordt hem wat uitgelegd, hij zegt dat Merlijn al heel lang in de Abyss ligt, één van de eersten die daarin verdween. Daarna plaagt hij Lilias een beetje met haar voorliefde voor paarden, bloemetjesjurken en haar witte kousjes en haar gewoonte om iedere ochtend heel lang bezig te zijn met het kammen van haar haar. Van Remus herinnert hij zich diens druïdeachtergrond en Lucas wordt vergeleken met Batman.

Randal komt de vijand tegen in andere tijden en op andere plekken, hij heeft Randal ook te pakken genomen. Mr B ziet Randal als een gevaar. Ja, er is geprobeerd hem niet geboren te laten worden, hij is dus ergens anders geboren, daar waar de vijand niet kon komen. Mr B heeft ook getracht zijn ouders aan te pakken, maar Randal’s vader en moeder hebben beiden iets te maken met Tir-na n’Oght en daar heeft Mr B geen vat op. Door zijn eigen geklooi met Patroon heeft hij daar nu nog minder macht. Randal is iets vergeten, maar hij weet niet wat. Oh, mr B heeft zijn broer al eens te pakken genomen en er is getracht om zijn jongere broer en zus te vermoorden nog voor hun geboorte. Zijn moeder en vader zijn al heel lang doelwit van mr B en nu leeft de hele familie in Arden, nog een plaats waar mr B niet kan komen.
Randal kan proberen om mensen hierheen te halen, er zijn wat mensen op zoek naar een ander thuis na al die jaren in Arden, onder andere Mandor. Randal denkt dat het opvissen van de mensen uit de Abyss gelukt is en er is daarom ingrepen. Hij geeft Lilias een beveiligde troef van zichzelf en hij verdwijnt met een andere troef.

Ze gaan in de tussentijd de undead opruimen. Lilias pakt bestudeert magie specifiek tegen indead en Lucas gaat de hoop door op zoek naar een heilig boek. Remus maakt een vlammenwerper.
De omgeving bekomt de paarden slecht en Lilias brengt ze naar een stal in Eternie door middel van een troefschets. Lucas vindt een kruisteken. Het heeft macht. Het brandt een beetje en het is wat holy. Bij Remus brandt het ook behoorlijk, bij Lucas het hardst, hij herinnert zich die twee ruziënde mensen. Het kruis wordt op de robot gemonteerd, die heeft nergens last van. Remus legt uit wat er mee gedaan moet worden. Lucas denkt dat wat zijn kruisboog afschiet, ook dit spul kan zijn. Iets in de fik steken kan ook.
Lilias heeft een protection shield tegen evil, een soort koepel.
Lucas ziet iets interessants in de hoop. Een blauwe buis met een handvat en een energie metertje. Eric noemde energiewapens. Remus neemt het mee, niet voor gebruik binnenshuis. Hij vindt een doos handgranaten ook nog. Lucas begrijpt dat principe, Lilias wordt hier niet bij betrokken. Lucas test er een paar, na een seconde of 5 is de explosie.

Het opruimen van de undead gaat prima, daar ze alles hebben voorbereid. Lucas, Remus en Lilias zijn een beetje gewond geraakt en overnachten beneden.
De volgende ochtend regelen ze van alles, van de goblins tot en met Viktor. Lucas en Lilias hebben ook nog steeds dezelfde ouders.
Buiten begint Lilias aan het conjuren van een blokhut. Als deze half af is, troeft ze naar een opgetogen Randal. Na een minuut of vijftien komt hij door met Mandor, Essilt, Iestyn en Jurt en er wordt opnieuw kennis gemaakt. Jurt herkent Lucas en Remus en wil meteen de robot uitdeuken met een enorme hamer. Dat de undead al dood is stelt hem teleur. Hij stottert trouwens nu niet meer tegen de meisjes, tenslotte ligt Merlijn al tientallen jaren in de Abyss. Jurt zegt dat het mensen opvissen uit de Abyss succesvol was, daarna is er direct een coup in Chaos gepleegd en is de bol vernietigd. Niet dat de anderen weten, Jurt is eigenlijk ook niet helemaal zeker. Remus begint iets uit te leggen over het plan, Jurt herinnert zich de hengels. Remus legt uit aan Mandor hoe dat zit met de huishoudster. Dat gaat niet, zegt deze, dan moet zijn vrouw toestemming geven. Volgens Remus heeft ze dat al gedaan.
Het lijkt erop dat we het nu over een andere boeg moeten gaan gooien, we moeten iets doen waar Brand echt mee zit. Jurt zegt dat Randal iets heeft gedaan waar hij mr B echt mee had. Hij heeft toch een ring? Nee, zegt Randal. Een Sawall erfstuk, zegt Jurt. Randal weet van niets.
Lilias herinnert zich de magie en rituelen waarmee ze eerder iemands eigenheid hebben opgezocht, er zal in Randal’s hoofd gezocht moeten gaan worden. Deze zit er niet op te wachten, maar vooruit dan maar.
Mandor, Iestyn, Essilt en Lilias gaan dan voorzichtig roeren in Randal’s hoofd en er een hele zware blokkade te zitten. Daar zal verder aan gewerkt moeten worden.
Remus deukt zijn robot uit en Jurt en Lucas verkennen de omgeving.

In tegenstelling tot de eerdere horde mensen hebben de nieuw aangekomenen geen zin om zich hier te vestigen. Eternie lijkt de beste omgeving te zijn wat de grootste meerderheid betreft, Remus blijft liever hier in Mordaver. Jurt pendelt heen en weer.
Geld zat, er wordt een landhuis gekocht op ruim een half uurtje rijden van de hoofdstad Sidonia. Van Jurt komen ze aan de weet dat hij een troefeffect is, hij reageert op roepen van zijn naam, Brand heeft dat ook. Het kan zijn dat deze na het noemen van zijn naam alles hoort wat er wordt gezegd. Jurt is ooit in een fontein gevallen in een tempel waar de vrouw van Brand, Jasra, toen de baas was. Jurt vindt het heel prettig dat Merlijn in de Abyss ligt, anders zou deze toch maar proberen om zijn vriendinnetje af te pakken. Julia is ook verdwenen ja.

Eternie is feodaal, middeleeuws en schoon, ziet Lucas. Er is niet veel meer te doen dan paardrijden en eten en magie. Lucas vindt het wat primitief, ze hebben hier geen kennis van vampiers en dergelijke. Er is weinig te doen. Er zijn wel echte dieren en het eten is lekkerder. Koffie hebben ze hier niet, het groeit hier nauwelijks. Lilias regelt koffiebonen, een koffiemolen en wat bijbehorende zaken. Ook maken zij, Iestyn en Mandor wat troeven van bepaalde plaatsen en is Essilt aardig ver met troefschetsen.
Na twee weken hebben ze de barrière bij Randal gesloopt. Hij herinnert zich dat hij de ring verstopt heeft en ook waar. De herkomst van de blokkade zelf herinnert hij zich niet. Hij heeft de ring verstopt omdat mr B deze op het spoor was. Ze kunnen ze niet herinneren dat B bij de Abyss was, hij kan niet goed in Arden komen. Hij gebruikt een soort troef die hij je laat zien en dan verdwijn je in de Abyss. Mandor wordt er tegen beschermd. Mr B heeft een vergeet effect.
Er wordt gesproken hoe mr B aan te pakken. Mandor vindt de hulp van Fiona in Amber toentertijd vreemd. Lilias wantrouwt deze, vooral het feit dat Fiona alle getuigen liet vermoorden zit haar dwars. Ze moeten zorgen dat Brand zelf verschijnt, hij knapt veel zaken echter niet meer zelf op. Hoe krijg je hem gelokt? Randal gaat dat uitzoeken. Mr B’s moeder of Jasra zijn heel machtig.
Randal vertrekt zonder troef, alsof hij door een deur loopt die er niet is. Het is alsof hij plat wordt en door een deur loopt.
Remus komt af en toe eten, maar hij zit liever tussen de machines. Hij wil ook de Gebroken Logrus doen. Mandor weet waar deze is, hij is ook bereid om mensen te helpen met het Gebroken Patroon dat hier is.
Iestyn vindt het ineens nodig om meer met Lilias op te trekken.

Remus
Mandor neemt hem mee naar de Logrus met behulp van een Logrusmacht en hij wordt dwars door alles meegetrokken. Hij staat op een eiland midden in de zee in het oog van de storm. Het is koud en warm en het bliksemt. Het is hier niet pluis. Verderop is een eiland met een rokende vulkaan. Mandor legt wat uit, als hij het loopt is dat nog best moeilijk, hij zal het overleven vanwege zijn Chaosietenbloed. Hij moet mentaal sterker zijn dan de meeste mensen. Logrus manifesteert zich op vreemde plaatsen en er houden zich rare wezens op. Er zijn mensen die het overleven, weinig echter. Het is een speurtocht naar de kern van de zaak, dan kan hij eruit en gaan waarheen hij wil, eventueel in Schaduw reizen. Hij kan er dingen zien en meemaken, dat kan interessant en gevaarlijk wezen. Het is slopend en vermoeiend. Met een sterke geest wordt je niet gek, maar het vermoeit je geestelijk heel sterk en je bent een paar weken uit de running. Als je het gelopen hebt kun je altijd die plaats en de macht oproepen, het wil niet onder controle blijven. Je kunt de Vortex oproepen, een wervel waar je dingen mee kunt. Kunt zelfs iemand mee nemen. Bij vaker oefenen is deze ook voor andere dingen gebruiken. Hij kan er meer dingen mee, Mandor zal hem dat nog leren. Nu moet hij trachten om bij dat eiland te komen erachter te komen wat er is. Mandor vangt hem op wanneer hij er niet goed uitkomt en anders moet hij even troeven.

Lilias
Haar aantal spreuken wordt een arsenaal. Iestyn is beter in mensen betoveren, om met dieren praten en dergelijke. Essilt is meer van metamagie, ze kan spreuken terughalen, ze heeft er altijd 12 plus 1. Essilt zegt dat Gebroken Patroon en Logrus magie sterker maakt. Het handigst is om eerst Gebroken Patroon te lopen en later een keer de Logrus in te gaan. Dat is wat ze zelf van plan is en troef kan ook sterker worden met Logrus.
Lilias en Essilt besluiten om het Gebroken Patroon te bekijken.

Lucas
Iestyn is geïnteresseerd in de stad, hij is een stadsmens in tegenstelling tot zijn ouders, beweert hij. Vampiers vindt hij geweldig. Demonen zouden nog fantastischer zijn. Zelf heeft hij een eigen Schaduw met monsters en komt er daardoor graag. Nu niet meer dus. Hoe komen ze daar? Geen idee, Lucas maakt geen troeven. Dan moet iemand een troef maken die er geweest is. Lilias is er nooit geweest. Iestyn vraagt het dan aan Mandor die dat ook doet voor hen. Ze staan aan de rand van de stad.
Het is grijs, ze zien een stoomwagen, Interessant, zegt Iestyn, erg gothic. Hij is een fan van striphelden. Randal en hij hebben een enorme verzameling strips, Randal is alleen wat wild, ze trekken veel samen op. Hij is zijn broer, een stuk ouder dan hij. Anders zat hij aan Essilt vast, ze is een aso. Dankzij hem komt ze nog wel eens onder de mensen. Ze is niet echt nors, ze is leuk wanneer ze ontdooit is. Ze heeft alleen belangstelling voor projecten, nerddingen enzo, Iestyn interesseert zich meer voor wijven. Hij vindt Lilias leuk en ze gaat niet met Lucas of Remus, dus… Randal is nogal gek op haar helaas. En Iestyn moet zich inhouden met Essilt in de buurt omdat hij zich netjes moet gedragen. Ze weet alles van hem. Ze haalt hem altijd uit de problemen. Hij heeft meer zussen dan één, misschien is Bryana iets voor Lucas. Ze kletst alleen wat veel. Heeft hij ergens een vampiernest? Lucas vertelt dat het veiliger is om in een appartementje te wonen. En nee, zijn stiefvader hoeft niet opgezocht te worden. Nee, hij hoeft ook niet te worden omgebracht. Iestyn zegt dat zijn vader alles van hem weet, bij hun in het gezin is dat irritant. Owen is ouder dan Randal en die wil altijd helpen en de oudere broer uithangen. Iestyn is de middelste, ze bemoeien zich altijd met hem. Hij bemoeit zich niet met de zaken van Randal of de monsters van Owen. Hij wil graag ergens wonen en experimenteren met demonen en anders een harem. Hij wijst naar een groot gebouw en zegt dat er iets mee is. Dat staat er al jaren, er is Lucas nooit iets opgevallen. Een grote antenne, zegt Iestyn, daar spookt het pas. Dat is ghost central.
Ze gaan er heen, voor gotische stad is het gebouw erg gothic. Het dak vonkt en er hangt slecht weer boven. Er zijn beelden van demonen te zien bovenop het gebouw, het verzamelt energie, voelt Lucas. Dat is een occulte ontvanger, zegt Iestyn en legt het begrip tv uit. De ontwerpers proberen een demoon op te roepen.

Remus
Hij moet zelf weten hoe hij er komt, zegt Mandor. Remus wordt een vis nadat hij het water in springt. Er gebeurt iets als hij naar dat eiland zwemt. Het eiland komt niet dichterbij en hij voelt zich niet lekker. Hij zwemt stug door, na een uur wordt hij moe. Hij wordt groter, nog vermoeider. Het komt niet dichter bij, het andere eilandje is toch weg. Hij zwemt een kolk in, wordt naar beneden getrokken en ontploft.
Hij komt bij op een rotsblok in het midden van een lavameer en dat zinkt. Hij stijgt op, het is hier turbulent. Hij maakt reptielenvleugels, draakachtig. Hij bereikt de wolken en stoot zijn kop. Massief. Hij kan er op lopen. De wolk drijft van het eiland af, deze wordt dunner. Via dunner wordende wolken gaat hij weer richting midden eiland waar een borrelende modderpoel rond een gat is. Hij maakt een dikke huid en duikt de modder in. Hij komt dan bij het gat, heel diep en er stroomt geen modder in. Hij past zijn ogen aan, het gat blijft donker, hij laat zijn vinger licht geven, niets te zien. Hij hoort gekletter op de modder, er is een hagelbui bezig en een aantal stenen verdwijnt in het gat. Hij duikt er ook in en hij valt. Hij verandert naar iets met vleugels. Er is niets om te fladderen en dan ligt hij op een zandvlakte.

Lilias
De man verschijnt, ze hebben geen idee waar de man vandaan komt. Essilt zegt dat hij geen gewone vent is. Ze moeten bewijzen erfgenamen te zijn, dat kan door in hun vinger te prikken. De vent likt dan de vingers af, dat voelt elektrisch en raar aan. Ja, ze zijn erfgenamen. Hij wijst ze het begin en verdwijnt dan.
Ze staan bij een intacte stonehenge met blauwe stenen en een pad ertussen in spiraalvorm. Lilias zet een voet neer en kan niet meer terug. Ze loopt, ze heeft het benauwd, het is warm en er is haast geen lucht. Bij de tweede bocht staat iemand.

Lucas
Ze gaan het gebouw binnen, een jongedame zit achter een balie en ze is te mooi. Echt een liefje. We boffen, zegt Iestyn. Ze lacht… te vriendelijk. Iestyn is opgetogen. Hij vraagt naar de 13e verdieping. Die was er vroeger, maar er is brand uitgebroken en afgesloten. Nu komt er niemand meer. Nee, dat is echt niet mogelijk, ze kunnen praten met de manager. Ze maakt gebruik van een primitief contactsysteem en er komt een man aan met zwart haar, groene ogen, een baard en streng. Iestyn deinst naar achteren en ziet erg bleek nu. De man is Oberon de manager, Iestyn wordt nog bleker. Ze gaan erover praten in zijn kantoor. Iestyn zegt zacht tegen Lucas dat Oberon de grootste engerd is die er bestaat. Dat is de oude koning, dit is niet pluis! Ze gaan toch mee, hier en daar zijn wat boeken en stoelen. Er worden sigaren rond gedeeld, Iestyn rookt niet.
Dus ze hebben hem eindelijk gevonden. Hij is de manager van het gebouw… Willen ze iets drinken? Iestyn hoeft niets, Lucas wel. Hij en Oberon gaan aan de whisky. Oberon wordt vaker herkent omdat hij ooit een toespraak heeft gehouden op de markt. Hij is manager omdat sommige zaken gemanaged moeten worden. Er moeten zaken worden recht gezet, het kan niet langer zo met dat geklooi. Dat van de 13e verdieping. Er zijn wat mensen heen en weer gereisd… met de lift… dat moet ophouden. Mensen moeten weer gewoon van de 1e naar de 14e gaan en niet andersom. Er is Brand geweest op de 13e, dat komt niet meer terug op dezelfde verdieping, maar er is een risico op andere verdiepingen. De Brand van de 12e en de 14e staan met elkaar in verbinding, dat is een risico. Het kan zich verspreiden omdat het zo geblust gaat worden. Zo kan het niet langer, het gebouw moet zeker worden gesteld. Dit is midden in de stad, de lift moet weer normaal kunnen worden gebruikt. Maar je moet met de trap wanneer er Brand is. Met de trap… het is de bedoeling dat je met de trap gaat. Dat is veiliger. Je moet de verbinding tussen de 12e en 14e verdieping weg krijgen, het beste is eerst die van de 14e te blussen. Vuur gaat omhoog ja. Dit heeft iets te betekenen. Oberon zegt dat er vaak een monteur in de familie is die weet hoe trappen werken. Dat is dezelfde monteur die toen bij de 13e ingreep en iets vergeten is, dat was een traumatische ervaring om je gereedschapskoffer te vergeten. Hij had beter met de trap kunnen gaan. Maar goed, hij moet nu gaan, hij hoort het wel als ze zo ver zijn. Oberon gaat weg.
Iestyn is van slag, dit gaat niet echt over dit stomme gebouw hè? Hij is zich te pletter geschrokken. Ze horen voetstappen. Er komt een kalend mannetje binnen, dit is de manager. Meneer Jansen. Leuk. Iestyn zegt tegen Lucas dat hij nu wil vertrekken, hij wil thuis rapporteren. Zijn vader moet dit weten en de anderen ook.
Lucas praat nog even met de manager terwijl Iestyn staat te popelen om weg te wezen. Of ze wel eens last hebben van spoken? Men ziet hier wel eens wat.
Dan maken dat ze het gebouw uit komen terwijl Iestyn zegt dat hij zijn ouders wel eens heeft horen praten over iets dat met trappen en Oberon te maken had. Hij troeft naar zijn pappa.

Sunday 24 April 2011

7. The Abyss

Remus
Er zijn een paar techneuten, zoals Eric. Het zwaard is zo te maken dat het zichzelf kan repareren, de robot is opgevoerd en Remus krijgt les in techniek, ook van Viktor. Onder de boeken zijn er ook technische manuals. Er is veel informatie te vinden over techniek en Remus blijkt echt aanleg te hebben, het ligt hem ook. Wiskunde, waarnemen, energie, metingen…
Remus spreekt met Gramble apart. Over zijn moeder, daar wist hij toch iets van? Zijn moeder is familie van Gramble’s moeder. Er is een Sawall tak die zich bezig houdt met druïdische zaken in betekenis van zich bemoeien en veel weten. Wat hij begrepen heeft is dat ze beter zijn in shapeshiften. Ze zijn slecht of heel goed. Hij ook. De ‘geen affiniteit met magie’ van Remus zal de Benedict kant zijn, terwijl bijna alle Sawalls dat kunnen. Hij kent Elvira niet goed, een nichtje van zijn moeder. Jonger dan Hestia. Ze reizen veel door Schaduwen heen, een beetje zwervers en komen zo dingen aan de weet. Hij heeft haar nooit ontmoet, die tak is niet zo bekend. Op een reis zal ze zijn vader tegen zijn gekomen. Hij weet niet waar ze is, wil hem wel helpen zoeken en hij hoopt dat ze niet dood is. Ze zullen de voorkeur hebben voor werelden waar druïden wonen. Typisch dat ze hem hebben gebracht, zij Sawalls dumpen nooit hun kinderen zomaar en zij zal ook zo niet zijn. Zijn moeder is van de witte tak dus zoals Mandor en hij. Elvira is waarschijnlijk jonger dan Gramble. Zijn moeder is al vrij lang geleden verdwenen.

Lilias
Deirdre kan Lilias magie leren, men staat in de rij om haar magie te leren. Af en toe krijgt ze les van Gramble. Die is pas echt goed, niet normaal, vertelt ook dingen. Ze kan nog veel verder, ze is er nog lang niet. Ze leert over Powerwords die sterker zijn, snellere magie en vals spelen, ze leert ook om vals te spelen met troef en dergelijke. Ze hoort dat Julian goed is met, maar hij geeft geen les.
Morwenna legt haar iets uit over dieren. Paarden kun je zien als wapens en metgezel, ogen en oren zijn valken, ze zijn meer kwetsbaar, ook honden zijn dat. Dieren zijn een manier om op meer plaatsen tegelijk te zijn. Er bestaat een ritueel dat je iets naar je toe trekt, met conjuration kun je een dier naar je toe trekken.
Verder leert ze veel over EHBO.

Lucas
Eric heeft geprutst aan de kruisboog met Lucas, het kon nog beter. Ze zetten er een soort repeating op. Met wat extra macht gaat het automatisch. Het richten wordt zo geholpen en de pijlen worden beter. Lucas krijgt andere onderwerpen in techniek dan Remus. Eric kan hem wel iets over sorcery ook nog vertellen. Qua vechtstijl heeft hij eenzelfde stijl als Deirdre. Ze vinden dat hij iets van Caine weg heeft. Deirdre brengt hem vechten en magie samen bij. Ze heeft echt magie ontwikkeld om te kunnen vechten of medestanders. Hij is meer voor solo vechten. Eric heeft technische zaken en wat magie. Opsporen en dergelijke.

Er gaat een week voorbij.
We krijgen les. Training in vechten. Julian geeft een soort survival, er zit toch nog het een en ander aan gespuis. Julian hamert erop dat je in leven moet blijven, desnoods ren je weg. Corwin zegt dat je op eigen condities in gevecht moet gaan en moet winnen door vals te spelen. Corwin is goed in les geven, als leraar best sympathiek. Hij is vooral bezig met zichzelf, dat wel, maar verzint steeds iets nieuws. Hij blijft alleen maar doorgaan en dat is vervelend. Lilias moet snel opgeven, Lucas wat later en Remus veel later, hij gaat het langst door. Merlijn doet dat ook om zich uit te sloven. Corwin heeft geen verstand van magie, daar wordt hij boos over als er gebruik van wordt gemaakt.
Shapeshift wordt getraind. Remus is gevorderd en beter dan de rest. Hij krijgt les van Merlijn, Gramble en Dara. Waar wil men de nadruk op leggen? Remus gaat door in dieren, Lilias voor nijpende situaties, Lucas in vechten.
Thorvald is een zoon van Gérard, diens oudste zoon. Groot, breed, houdt van vechten en reizen en wil de vallei verkennen. Hij is geen enorme prater. Hij mist de party’s, hij is een doener, geen denker. Hij is erg sterk. Lucas en Thorvald te zien armpje worstelen is saai. Thorvald is joviaal, altijd bereid om te sparren. Hij ziet er lomp uit, maar is soepel. Hij heeft eens een arm van de robot los getrokken.
Oliver kan goed praten, tijdens discussies luistert hij meer. Hij heeft ruzies tussen Eric en Corwin en Julian en Corwin en Iestyn en Randal beslecht. Oliver hangt veel rond in de buurt van Athena. Ook Oliver knapt snel op en is nooit in de buurt van Dara te vinden.
Deirdre knapt ook snel op. Houdt van push ups en dergelijke. Ze is een knappe dame, gevaarlijk en fanatiek. Ze is strenger dan de andere vrouwen. Geen prater. Ze heeft het nergens over.
Athena praat erg veel, komt met iedereen een praatje maken. Ze doet dan wel een hemd onhoog, gaat voelen en dergelijke. Ze giechelt, ze is leuk. Komt tegen jongens aan zitten op een bankje en het is zo gezellig. Ze is jong en mooi, het zal vast niet moeilijk om haar op de kamer te krijgen. Ze geeft niets om vechten, magie, techniek… allemaal niet. Mensen wel.
Corwin is er al snel bovenop. Hij is nogal dominant en de dwarsligger en maakt de dienst uit. Hij denkt steeds dat er complotten tegen hem zijn. Hij weet veel van techniek en gaat er achteloos mee om.
Leani is een knappe dame met grasgroen haar, vrij kort. Tamelijk slank, heel knap. Leani en Athena zijn de knapste vrouwen hier aanwezig. Ze is een hele goede magiër. Weet veel van exotische dingen. Zo heeft ze een spreuk om uit te vinden of een spreuk iets uit kan vinden, of iets om met vissen te praten. Ze kan niet shapeshiften, ze heeft verstand van techniekgebruik. Ze heeft in een stad onder water gewoond, Rebma. Ze heeft nooit iets aan, gaat nogal bloot gekleed en hangt graag mannen om de nek en komt op schoot zitten. Bij Corwin hangt ze niet om de nek, dat is haar vader waarschijnlijk. Ze komt ook niet bij Eric. Bij Mandor een keer bijna, maar een vogel voorkwam erger.
Julian klaagt niet over pijn. Hij is samen met Mandor serieus, er is geen woord uit te krijgen. Het liefst zegt hij niets, loopt weg tijdens een gesprek. Zijn broers en zussen ergeren zich kapot aan hem.
Mandor is afstandelijk, men heeft geen eens zin om naar hem toe te lopen. In zijn buurt is het donkerder. Hij is nogal op zichzelf, hij zou wel eens voortdurend boos kunnen zijn. Tegen Morwenna, Owen en Iestyn is hij trouwens aardig, tegen Randal ook, maar net iets minder.
Gramble en Mandor lijken op elkaar, maar die hebben oorlog. Gramble is de allemansvriend. Iedereen doet of hij het niet is. Jurt doet redelijk aardig. Oliver moet hem niet. Merlijn en Randal moeten hem een beetje, Owen en Iestyn gaan hem uit de weg.
Morwenna is erg op zichzelf, socialized niet. Is toch niet de evil bitch van hell. Ook zo’n wegloper tijdens gesprekken.
Owen is haar oudste zoon en erg sympathiek, met name tegen Remus en ook tegen Lucas. Lilias ziet hem alleen van een afstand. Hij is geïnteresseerd in de zaken van Remus. Hij heeft iets met shapeshift, druïden en dieren, maar techniek niet echt. Athena loert op hem, voor haar rent hij echt weg. Voor Leani doet dat ook.
Randal is iets jonger en heel anders, gaat bij de dames op schoot zitten zelfs. Hij is nogal joviaal, schiet met iedereen op. Kletst regelmatig, hij is erg oppervlakkig lijkt het. Begin niet over je levensverhaal met hem. Hij zwamt nogal, maar er wordt verteld dat er ergens iemand is die dat veel erger doet... Lilias heeft veel aanspraak van Randal. Hij maakt zich zorgen over haar koud zijn en na een paar dagen wordt hij ongeduldig, ook al gaan ze samen wandelen in het maanlicht. Hij heeft iets met techniek en magie.
Iestyn is anders dan Owen, ziet wel vrouwen. Hij is ook anders dan Randal, hij praat minder, hij is minder joviaal. Hij is een goede magiër en ook hij loopt gewoon weg tijdens gesprekken.
Merlijn is de vriend van iedereen. Hij en Athena hebben iets, hij doet voorkomen dat alle vrouwen iets met hem hebben, dat hij iedereen al heeft gehad.
Dara wordt iets meer gemogen, maar ze overdrijft. Ze komt gezellig praten met Remus als hij in bad zit bijvoorbeeld, of wanneer hij op de wc zit. Ze kan goed vechten en brengt het over. Ze heeft interesse in alles wat je vertelt, ook de diepgaande dingen. Alles is echter lachen… Ze heeft een paar keer een driftbui en dan is iedereen weg. Ze is een gevaarlijk mens, ze heeft haar nagels in het gezicht van Corwin gezet. Voor de driftbui was Gramble al weg. Ze kan vechten, is niet vies van shapeshift en er niet op uit om te verleiden.
Jurt wordt wat met de nek aangekeken en hij is aardig. Hij stottert tegen meisjes en Merlijn vindt dat grappig. Jurt struikelt over en sloopt alles. Een kristal uit de robot komt van onder zijn matras. Hij kan wel vechten, desnoods bijtend en klauwend. Merlijn blijft lelijk tegen hem doen.

Er worden voorbereidingen getroffen voor de overval, iedereen heeft rustingen en dergelijke en magie geprepareerd. Uit de Schaduw gaan is minder moeilijk dan andersom. We worden door Mandor en zijn kinderen naar een vlakte gebracht. Het is er kaal, zand, of er ooit de zee heeft gelegen. Er is een stenen fort. Een gedeelte is tegen een berg aan gebouwd. Het heeft een plat dak en kantelen. We gaan er snel naar binnen, er staat een felle wind en het is warm. Er komen steeds meer mensen in dat fort, de storm is hevig.
We maken kennis met Boromir, de jongere broer van Thorvald, een jongere versie van Thorvald. Thorvals is wat serieuzer. Boromir vindt alles om te lachen.
Essilt is een knappe witblonde dame met ijzige helderblauwe ogen. Stelt zich voor als dochter van Morwenna en Mandor en is de tweelingzus van Iestyn. Ze is erg netjes, ruikt naar viooltjes. Geen typische vechter. Ze draagt een Arden rusting, zoals meer mensen.
Appolonia is verlegen en knap. Ze is donkerblond en klein, een zus van Athena. Ze is heel anders en noemt zich liever Anna. Lucas vertelt hoeveel hij van zijn vader hield, not… ze is opgegroeid bij Leonardo, een uitvinder die nooit tijd had. Haar moeder Flora gaf haar quality time. Vader hield zich liever bezig met lijken snijden, schilderijen enzovoorts. Ze is uitvinder, die ontwerpen van haar vader verbetert. Ze kan ook troef. Ze herkent Remus als druïde met robot. Fascinerend. Weer heeft ze het over haar vader de uitvinder. Remus herkent de naam. Men hoort haar niet tijdens besprekingen. Er is iets tussen haar en Thorvald.
Daniel heeft krullend zwart haar en groene ogen, brede schouders en een snor. Hij is 1.82 meter, is een zoon van Eric en niet zo jong. Serieus, iets vrolijker dan Eric. Sympathiek. Iets van rare magie in nabijheid, magie met iets, heeft allerlei apparaatjes en een handvat aan een riem.
Hij vindt Lucas interessant. Een neefje van hem. Zijn wapen ook. Hij heeft ook een combi van techniek en magie, een lightsabre die machtig aanvoelt. Het is een energiewapen en magie, techniek verbetert met magie en macht. Heeft een tijdje in een universum van oom Dalt gezeten, kwam daar op het idee, is opgespoord door Bleys, bijna gevangen gezet en ontsnapt, is sindsdien in Arden. Ze moeten hem hebben vanwege Eric. Houdt zich bezig met techniek en magie vanwege de combinatie, ieder op zich boeit hem minder. Lucas is het met hem eens, al heeft hij iets meer een hang naar techniek. Het hoeft niet gemakkelijk te zijn, zegt Daniel.
Myrtel is een dochter van Deirdre. Tante dus van Lilias. Ze heeft halflang zwart haar, blauwe ogen, is 1.78 meter lang, is getraind, een soort magiër met groene mantel met witte versieringen en draagt een lichte groene broek en een kromzwaard. Ze heeft niet helemaal gewone magie. Ze is een beetje serieus, Remus vindt haar druïdisch. Krachtig en beperkt voelt ze aan. De magie dus.
Dalt is groot, breed, sympathiek, wil meedoen met zijn troepen. Denkt dat ze snel moeten zijn, troepen kunnen niet zelfstandig opereren.
Als je paleis Chaos binnen komt met Troef, wordt je verspreid. Hopelijk niet verspreid in de ruimte met de Logrus. Het beste is om 1 voor 1 naar binnen te troeven. De troepen van Dalt zijn niet te troeven. Eric vraagt of de troepen nodig zijn. Misschien genoeg om naar cellen te gaan en Dalt gaat niet zijn troepen opofferen. Misschien 1 soldaat? We moeten uitzoeken waar het troefeffect vandaan komt. Iemand heeft er iets neer gezet dat dat doet. Despil is de troefexpert. De coup is 40 jaar geleden geweest.
Dara zegt dat ze gaat, het is haar zoon. Lucas gaat ook, vindt het vreemd deze missie voor één zoon. De Abyss is ook zichtbaar in een bepaald gebied.
Als je het paleis binnen komt via een way, kom je ook verspreid in het paleis terecht. Met Patroon krijg je last. Despil was in het paleis om uit te zoeken wat de bron van de verstoring is, er was iets met een meisje dat hem heeft verraden.
We kunnen allemaal troef gebruiken en weer weg komen, iedereen krijgt een troef van dit fort. Van daaruit moeten we naar een neutrale plaats en van daaruit naar de Schaduw waar Merlijn ons heen kan brengen.
Gramble verdwijnt met troef en iedereen wordt doorgehaald. We komen uit in een grote grot met een muffige reptielenlucht. Remus vindt het interessant. Hij kan sneller shapeshiften dan normaal. We moeten bij elkaar blijven, de robot is mee met Remus. We maken kennis met Suhuy en hij praat met Gramble op een belerend toontje. Hij heeft overeind staand wit haar en een bochel. Hij draagt een rode mantel met een zwarte slang die een rood oog heeft. Hij ziet ons als een zootje ongeregeld met getverdemme Eric en Amberieten. Hij mag Eric niet, dat is mutual. Waar is de broer? Welke? Dworkin. Deze heeft niets meer te doen, Eric en Corwin hebben zijn Patroon laten slopen. Nu is hij werkeloos, ligt vast ergens laveloos langs de weg.
Lucas vertelt wat we gaan doen. Despil is in cel blok 2 13b. Waarom is troef gesaboteerd? Dat gaat je niets aan. Gramble en Suhuy zijn geen maatjes. Suhuy doet nu de einstein look, Daniel heeft meer een permanentje. Alles beter dan dat stomme korte haar zoals Leani en Deirdre dat hebben. Hoe men zich voelt? Het is hier gevaarlijk. Hij kan ons aan de praat houden. Gramble begint weer over het troef storen. Hij weet alles, maar zal Gramble niet wijzer maken.
Remus vraagt dan naar de troeven, die worden niet afgeschermd. Oh ja, kom je verspreid door het kasteel aan? Het antwoord is 42 immers. We moeten weer gaan, kom nog eens terug en Gramble niet. Mandor vindt dit grappig.
We worden meegenomen door Gramble, Mandor en Jurt en komen in een grote kamer met wachters die aanvallen.
De lucht van bloemetjes, het ruikt lekker en het is een fireball, iedereen stopt. Dara zegt dat ze moeten stoppen en niet hun eigen mensen moeten aanvallen. Indringers buiten houden. Die komen immers door de deur en wij door een luik. Dara bluft ons weg. Ze noemen haar generaal en Dara gaat voorop, beweert de weg te kennen. We rennen. Trappen af, trappen op, verbaasde lieden, personeel wordt afgezeken door de generaal. De vechters worden neergestoken. Hier en daar zijn magische effecten, soms gaat het goed. Soms ook niet en er wordt gestopt. Volgens Gramble is het in de buurt van Logrus steeds onstabieler geworden, waarschijnlijk door Patroon.
Bij het cellenblok moet er gevochten worden. Lucas schiet, ze gaan er niet dood van. Repeaten dus. Pijlen gaan om de vrienden heen. Robot vecht, ze vinden hem eng. Aan de andere kant horen we ook vechtgeluiden, gekreun en gegil van mensen. Midden op de gang blijkt het om zombies te gaan van Dara. Aan de andere kant worden er ook wachters uitgeschakeld. Het range wapen is wat lastig, er komt steeds iets anders uit. Er is een aantal mensen in de cellen. Mensen worden meegenomen en weg geteleporteerd, eentje blijkt Despil te zijn. Er zijn kreten van verbazing. Boven gaan we ook bevrijden, er vallen gewonden aan onze kant, er zijn vluchtende wachters.
Naar het fort, daar weg en weg, met alle gevangenen. De robot is flink beschadigd. Lucas heeft wat krassen. De paleiswachters zijn geen watjes. Dara denkt dat de wachter Amblerashes en Hendrakes zijn. Iedereen terug, Dalt gaat weg en ook Boromir en Essilt. Anna, Daniel en Myrtel blijven.
Despil lijkt wat op Dara. Knappe jongen, staat onder invloed en is hologig. Nog wat onbekenden en ene Martin. Kijkt ook raar. Dat is vaker het geval, hij schijnt drugs te gebruiken. Nog een stel lui uit Chaos. Ook een paar Sawalls die ook al gehypnotiseerd zijn. Jurt weet van niets, denkt dat er met hem niets is uitgevreten. Iedere dag kwam er eten, het was goed en genoeg, beetje weinig maar niet te. Als hij lag te slapen kwam er een mevrouw voor hem zingen. Rood haar, wel knap, dan ging ze weg. Ze zong vast slaapliedjes
Hij verandert zich in een oranje peenharige dame met lange krullen. Wipneus, sproeten, bleek, felgroene ogen, 1.60 meter, dure mantel, dure laarzen, stafje in de riem met een ramshoofd. De dame zingt en het klinkt wel goed. Waar waren we ook weer mee bezig. Jurt maakt ons wakker en we zijn tijd kwijt.
Niemand herkent het mens, Eric zegt dat ze wat op Mr. B’s moeder lijkt, Clarissa. Bad news, maar wat doet ze aan het hof van Swayvill?
Lilias zoekt wat uit, ze lijken onder een charm te staan. Ze doen dan precies wat de persoon vindt wat ze moeten doen, een soort slaven. Ze zijn catatonisch. Remus stelt voor dat ze worden bewaakt. Er is ook niemand thuis, hun geest is er nog wel. Eric denkt dat ze zich terug hebben getrokken, Mandor heeft dat ook aan Despil geleerd. Jurt is geen zoon van Gramble. Jurt doet een reverse van het liedje, er gebeurt niets. Er zijn echter rituelen die gaan helpen. Lilias, Iestyn, Deirdre, Gramble, Eric, Myrtle en Leani steken de koppen bij elkaar, de technici gaan een apparaat bedenken om EEG te meten.
Er zijn rituelen die één moeten maken met de natuur, niet helemaal van toepassing, er zijn spreuken tegen charm. Ze vormen een soort kring waarbij iedereen dat doet, proberen dat met één.
Het kost twee weken, inclusief techniek om Despil bij te krijgen. Eén persoon helemaal. Geest in een klein hoekje en de rest werd gedomineerd door iemand anders. Despil is zwak en moe en kan praten na een aantal dagen.
Als Despil bij is, krijgt iedereen een handje. Bedankt voor het redden. Hij was met Betsy Amblerash, ze was zijn contactpersoon in het paleis en hij is verraden. Hij is opgepakt, werd wakker, was half naakt en zonder spullen en magie in de cel. Er kwam niemand vragen stellen. Eten en drinken, allemaal in orde. Na een paar dagen voelde hij zich moe, al moe wanneer hij wakker werd, alsof hij zich de hele nacht had ingespannen. Hier is hij wakker geworden. Hij heeft dromen gehad van een roodharige sexy dame, ze wilde dingen van hem. Jurt legt ook uit, Despil herinnert zich niets, wel de dame uit dromen, echt heel mooi.
Gramble heeft het liever over de troeven, niet over de vrouwen. Oh ja, dat is de bol van Brand die er ligt. In de troonzaal is een zuil geïnstalleerd met een zwevende bol. Versterkt de invloed van het paleis zelf en de bol dwingt het paleis dat te doen. Als je koning bent, kun je dat effect ook bereiken. Mandor legt Mr. B’s nieuwe benaming uit. Swayvill en Mr. B werken samen. Ze zien elkaar vrij vaak, Mr B is daar kind aan huis. Hij zit daar een paar jaar. Dat denkt Gramble ook, eerder is hij ontsnapt. Ten tijde van de coup. Dat heeft Dara ook gehoord, er komen roodharige Amberieten in paleis Chaos. Raar.
Despil heeft een gerucht van Betsy gehoord over de roodharigen, Betsy en Annika, de zus. Swayvill is niet gezond en moet af en toe geholpen worden om te blijven leven. Hij is nog steeds afhankelijk. Brand wil Amber en Chaos dus. Lilias vraagt om meer uitleg over waarom hij dat zou willen, Despil begint te flirten met haar en neemt haar totaal niet serieus. Midden in de groep zegt hij dat hij Lilias graag leren kennen, hij kent haar immers niet. Draagt ze vaker dat soort kleding en wat heeft ze eronder? Hij heeft serieuze belangstelling, zegt hij en vraagt of ze een vriendje heeft. Mandor grijpt in, zegt tegen Gramble dat het nu tijd wordt dat deze eens vader speelt en Despil wordt tot de orde geroepen.
Lucas en Remus zijn ook nieuw. Remus vertelt van Elvira en Alexander, zijn ouders. Beroerd dat hij van Benedict is. In Amber is een clown aangesteld om Benedict te laten lachen en hij heet Droppa ma Pence. Is Lucas van George? Lucas snapt Despil’s grappen niet. Hij weet niet wat een film is, George Lucas is ook niet bekend. Rudolf is kleinkind van Eric en Caine, Fabienne is zijn moeder. Eric is dus zijn overgrootvader… oh nee, arme Lucas! Caine is verdwenen, waarschijnlijk niet in de Abyss. Jurt moet maar eens een kijkje nemen. Die andere mensen weten dat niet van dat trapje en het moet hij krijgt ze niet mee. Een touw, zegt Lucas. Dat kan niet, zegt Jurt. Hij weet niet wat er wel werkt. Een geestelijk component moet een touw hebben, er zijn demonen in de Abyss die in een touw maken. Hij kan iets bedenken, een elastiek aan het balkon en dan bunjee jumpen.
Niemand snapt de Abyss. Aan de rand zie je dat het een afgrond is. Er zit mist in. Er zit iets groots in de Abyss met tentakels dat je op wil eten en je er in kan trekken. Je valt, maar het heeft geen bodem. Omdat het geen tijd heeft, val je nergens naar toe. Hij ziet niets in de mist, niet met zijn ogen dan. Er zijn wezens, er is rommel, er zijn bekers en kisten. Denken en doen is niet hetzelfde daar. Hij denkt dat ze vallen maar geen meters omlaag vallen. Ze hangen allemaal in het bovenste laagje.
De wezens in de Abyss hebben magie, geen lichaam. Kunnen de mensen daar er niet uit werken. Hij kan ze niet pakken, heeft geen handen. Hij heeft nooit iets mee kunnen nemen, is een helm kwijt waarmee hij onzichtbaar kon worden. Merlijn en Despil hebben de helm in de Abyss gegooid en zijn driewieler ligt er ook in, hij kreeg niet eens een nieuwe.
Dan is het tijd voor de jeugdtrauma’s.
De Abyss wordt bewaakt, het is niet zo groot. De Abyss komt ook uit in Arden, zegt Julian, daar is ook te testen. Veiliger dan aan de Chaos en Amber kant. Remus wil daar gaan vissen. Mandor heeft er wel eens een demoon opgeroepen die dingen eruit kon halen, maar deze deed het niet. De Abyss neemt, maar geeft nooit. Jurt zegt dat er linkersokken liggen. Corwin heeft zijn sok weer terug gevonden. De Abyss werd gebruikt als stortplaats. Jurt zegt dat ze niet blij zijn met ons, Abyssvervuilers.
Ze kunnen een plaatsje zoeken in Arden, druk met gespuis, dieren gedragen zich er raar.
Andere mensen kunnen sneller bijgebracht worden. Despil was het proefkonijn, intussen worden er hengels ontwikkeld. Er is een plaats die beweegt en er is een kans dat je met dat stuk Arden met hengel en al de Abyss in beweegt. Jurt wil wel mee, leuk. Hij is de expert.
Remus en Lucas gaan mee naar Arden om een stuk vrij te maken. Nou ja, de Ardenieten doen dat, dan pas mogen zij erbij komen. Dan kunnen ze gaan hengelen op een rotsachtig en kaal gebied. De mist beweegt. Af en toe lijkt er een gezicht in de mist te zien te zijn.
Linkersok is eerst. Corwin is ook mee.
Ze gaan met een man of 20 hengelen en dan zijn er linkersokken. Remus pakt de troef van zijn vader, concentreert en hengelt. Duizenden sokken zijn er inmiddels boven gehaald. De hengels moeten betoverd worden en iedereen kijkt hoopvol naar Lucas die er geen magie voor heeft. Ze halen Despil erbij voor de hengels. Despil rommelt met een hengel en haalt er een hengel uit. Hij had geen zin om sokken te vangen. Magie wordt nu gebruikt als een soort aas. Hij klooit, kistje, vuilnisbak, bananenschil, geraamte. Zelfs een auto. Zelfs een hijskraan.
Kleiner? Okay, dan een levende vis. Corwin klooit ook, een linkerlaars en dan nog een. Lucas vist ook en dan is het tijd voor de linkerhandschoenen. Ze hebben niemand met veel magie en Logrus. Nu komt Mandor erbij. Er moeten mensen gevonden worden. Despil en Mandor hebben iets dat tegen spartelt, het breekt los en ze hebben niets. Dan hebben ze een beker waar iedereen erg misselijk van wordt. Gouden licht, aaah… snel terug. De Holy Grail.
Er wordt vreselijk veel opgevist, een rommel, een troep, oude auto’s, nieuwe auto’s. 200 fietsen. Er wordt aas aan de haken bevestigd en dat wordt er weer uitgehaald. Jurt wil wel proefpersoon zijn en is er zo uitgevist. Met een paar hengels wordt Jurt boven de Abyss gehangen, pak iets, een onderbroek. Mag Remus hebben. Hij haalt er dan een dame uit die begint te schreeuwen. Gooi maar weer terug, het mens is in paniek, ze wordt in bedwang gehouden. Deze is niet goed, moet terug, zegt Despil. Nee, zegt Mandor.
Remus zegt tegen Jurt gewoon wat te doen. Anderen blijven opvissen, spelden, paperclips, pennen en potloden, plastic zakken. Vliegtuig met drugs, Martin zal blij zijn. Er zijn boten, hoeden, van alles. De dame is gek, Gramble wordt erbij gehaald die haar mee neemt, mogelijk is ze daarom in de Abyss gegooid. Jurt graait, een hamster in een kooi en een goudvis in een kom. Dan een grote gouden kist met handvatten. Ook de ark gaat terug. Er wordt nu iets bedacht met netten. Nog meer troep. Morwenna neemt de hamster en de goudvis mee naar huis voor haar jongere kinderen.

Ze zijn weken bezig met rommel uit de Abyss te halen en de enige persoon blijft die gekke dame. Ook hebben ze nog een ruimteschip. Jurt neemt een duik in de Abyss om te praten, ze hebben niets in de gaten. Ze gaan wel proberen te helpen met magie. Ze moeten een mens hebben waar ze er eentje in kunnen stoppen. Mandor is er nu bij als slechte tovenaar. Toch blijkt hij echt nuttig te zijn, hij heeft namelijk ergens een mens waar zo’n ding in zit. Hij haalt haar op, een vrouw van een jaar of 24, bang voor Mandor en vriendelijk tegen de anderen. Mandor legt uit over mensen eruit vissen. Of ze magie weet? Waarschijnlijk wel en ze wil helpen.
Ze heeft echter een voorwaarde, Mandor moet haar vrijlaten. Hij denkt er niet over. Dan doet ze het niet. Hmm. Morwenna wordt erbij gehaald, dit is hun huishoudster namelijk. Oorspronkelijk bedoeld als kindermeisje, maar was totaal ongeschikt, zeggen Mandor en Morwenna. Morwenna vindt het prima dat de huishoudster wordt vrijgelaten.

Saturday 2 April 2011

6. Evacuatie naar Mordaver

Ze worden wakker door kreten, geschreeuw en lawaai. Lucas is als eerste wakker. Er wordt gerend over de gangen. Lucas pakt zijn wapens. Remus staat op en gaat kijken terwijl hij naar zijn pantervorm shift. Morwenna rent langs met een halve rusting, heeft haar haren door de war en zwaait met een zwaard. Lilias doet een ochtendjas om, doet een spreuk ter bescherming en gaat naar de uitgang. Lucas rent naar het gegil, Merlijn roept dat ze worden aangevallen.
Hij komt buiten en twee vurige wezens zijn daar, mensen met vleugels en een vlammend zwaard die aan het vechten zijn met honden. Mensen met zwaarden hakken op hen in. Zo te zien zijn de angels twee vijanden. Dit zijn fireangels. Er beweegt veel, ze zijn tamelijk groot. Die dingen hebben nauwelijks last van zijn schot, ook niet van het anti-demonenzwaard van Julian. Remus is dan ook buiten. Die dingen zelf hebben nauwelijks ergens last van. De engelen zijn bij de waterput. Hij sneakt naar de put.
Lilias is zo’n beetje als laatste buiten. Ze cast een ‘hold’, dat werkt wel. Magie is erg heftig hier. De hold glijdt af. Mandor is klaar met iets en er duikt een inktzwart ding met rode ogen op een fireangel af, pakt hem beet, scheurt hem uit elkaar en dan zijn er drie. Mandor vloekt nooit eerder gehoorde vloeken.
Er wordt geroepen dat de gewonden geëvacueerd moeten worden. Remus gooit een emmer water. Een pijl heeft weinig effect. Lilias tracht een dispel magic, de vlammen worden heel even minder. De emmer water gooien maken de vlammen ook iets minder. Er komt een vlammend zwaard Remus’ kant op en hij vliegt een meter door de lucht. Hij heeft een brandwond nu. Iedereen vecht. Lilias en Merlijn besluiten te beginnen met de evacuatie. Hij verdwijnt oor middel van troef, Lilias verzamelt en begint met gewonden aan te geven.
Er is na veel vechten een engel weg en er zijn velen van ons gewond. Dan wordt iedereen, mensen en dieren, naar een obscure plaats getroefd. Merlijn maakt dan een doorgang en dan bevinden ze zich in de buurt van de citadel, de doorgang wordt onmiddellijk gesloten. Merlijn vindt het geweldig dat hij dit gedaan heeft. Er worden gewonden verzorgd en dergelijke. Brandzalf wordt rondgedeeld. De wonden belemmeren shapeshift.
Een engel heeft het fort aangevallen, Gramble heeft toen iets gedaan waardoor er twee waren. Mandor begint iets uit te leggen over zijn dure demoon, Remus legt hem uit hoe hij dat beter aan had moeten pakken. Gramble heeft Logrus losgelaten. Mandor legt iets uit over specifieke demonen. Hij verwijt zijn vader ook dat hij er twee heeft gemaakt. Morwenna begint over het slechte samenwerken tussen vader en zoon.
Hoe waren we daar te vinden en hoe komt Brand zo sterk? We zijn een aantal demonen kwijt, zegt Mandor. De fireangel is opgepept. Er zijn ook dieren gewond. De wonden moeten worden gereinigd en daar zijn ze lang mee bezig. Er wordt dan verder geslapen, sommige kunnen niet slapen. Waarschijnlijk is het Brand die ze op ze af gestuurd heeft. De naam wordt niet meer genoemd. ‘Hij-die-niet-genoemd-mag-worden’ is een ander, we houden het op Mr. B. Nog meer mensen moeten nu herstellen. Lilias loopt nog in haar nachtponnetje en de mannen staren. Ze is niet nieuwsgierig naar het fort. De anderen wel. Dit is gevaarlijk, er is veel gespuis. Ze kunnen niet naar Corwin thuis, daar zijn ze te vinden door mr. B. Metropolis is geen optie, niet gezellig. Remus zegt dat ze bij hem thuis iets op vreemdelingen tegen hebben. Lilias denkt dat ze bij haar thuis mogelijk gastvrijer zijn. Om onbekende redenen wordt er echter voor dit gebied gekozen om een blijvend kamp te maken.
Er wordt in het fort gekeken omdat Merlijn en Remus dat willen. Julian wil niet vandaag kijken, het is belangrijker om het kamp beveiligen. Remus somt op wat er aan gespuis zit. Er wordt wat verkend, de aanwezigheid van een soort dooie golem wordt dan gemeld. Eric wil dat gaan bekijken. Julian en Lucas ook en Remus vliegt wat rond.
Dit is een groot dal met een grote rivier die daar ontstaat. Er stroomt zwart water vanuit het zwarte fort. Dat ziet eruit alsof het uit de stad van Lucas komt. Echt een bunker. De golem is een machine, volgens Eric, een robot. Gesloopt door magie, magic missiles. Eric schroeft het ding open, het hoort bij de beveiliging van het fort.
Er was een soort tovenaar die iedereen onder de duim had en keizer werd. Liet jongemannen in de mijn werken en de meisjes werden slavin. De drie landen kwamen in opstand, de oorlog duurde lang vanwege de ontoegankelijkheid van het land en de minions van de keizer. Adt waren vreemde wezen die verzameld werden. Het gebied is weinig vruchtbaar, er zijn mijnen. Niemand heeft ooit het lijk gezien van de tiran koning en het is hier vervloekt. 100 jaar geleden is de tiran verslagen en sinds 50 jaar gaan jongeren hier wel eens heen. Er worden wel eens magische en technische interessante voorwerpen gevonden. De laatste tijd zouden de drie landen tegen elkaar worden opgestookt. Dit land heet Mordaver, de rivier Muerto en er groeit niets. In het hele dal is te lopen. Er is nu nauwelijks gespuis te zien. Merlijn zegt dat het groepjes wezens zijn die hier rond hangen en geen grote gezelschappen aanvallen. Ze willen de citadel verkennen. Lilias hoeft niet zo, maar moet mee.
Morwenna en Mandor blijven achter om voor de gewonden te zorgen, waaronder inmiddels Owen en Randal die er redelijk ernstig aan toe zijn. Uiteindelijk gaan alle anderen die nog een beetje kunnen lopen mee, behalve Athena.

Het meer is helder en fris. Het is vast koud en schoon. Er zitten meeuwen en af en toe een roofvogel. Julian vraagt zich af of er vis in het meer zit. Remus shapeshift in een grote vogel. Er zijn mensen die hun hoofd afwenden en hij is snel. Hij krijgt gezelschap van Jurt die eruit ziet als een pinguïn met arendvleugels. Remus plonst als vis in het water. Het is koud, echt koud. En ja, er zit vis. Langs de kanten zijn er netten, er wordt dus blijkbaar gevist door golem. In de verte ziet Remus grote gaten onder water en buizen. Er ligt een zwarte weg hier, deze loopt soepel, een aan elkaar geplakte zwarte massa. Eric noemt het asfalt en modern. Hebben ze niet in Eternie, ook niet in Metropolis. Degene die hier woonde was misschien geen tovenaar.
Verderop is een uitsparing in de rotswand waar iets rond metaligs uitsteekt. Een kanon, zeggen sommigen. Deze wordt bekeken door Dara, Gramble, Eric en Remus. Eric schroeft weer, een automatisch wapen. Door magie buiten werking gesteld. Het schoot iets van licht af, het valt buiten de techniekpijl van onze landen. Vast gemaakt door een Amberiet, vermoedt hij.
Ze gaan verder, er wordt een wrak gevonden van een soort metalen draak. Groot, langwerpig, klauwen. Er worden meer wrakken gevonden en wapens. Alles is geblakerd en verbrand. Er zijn hier veel mensen gesneuveld.
Er werkt geen wapen meer, gelukkig maar, vinden de meeste. Lilias merkt op dat er kleine wezentjes zijn, lilliputters die weg schieten. Goblins. Julian had dat al lang gezien. Lucas laadt zijn kruisboog. In de nacht komt er van alles naar buiten, zegt Merlijn. Dara vindt spoken leuk, Corwin ook. Ze zijn het aardig met elkaar eens en er moet gevochten worden. Ze vond de vuurengelen gaaf, vooral dat het er meer werden.
Jurt vindt het geweldig even gezwommen te hebben, hij was gewoon met Remus mee. Gezellig, het kan hem niet schelen wat mam ervan vindt. Merlijn wijst Lucas op het zielige gedrag van zijn broer. Merlijn hielp gewonden en is daarom niet gewond.
Ze komen in de buurt van het fort. Een grote deur aan de zijkant die eruit ziet alsof deze gebrast is. Een soort iris door. De tussenliggende bladen zijn kapot. Er zijn magieresten van van alles en nog wat. Het hangt er nog omdat er zoveel is gebruikt.
Ze zien silhouetten van mensen, er zijn wapensystemen die kapot zijn. Lucas vindt het jammer dat alles al gedaan is. Bij de poort staat een lilliputter met ragebol en speer en roept iets dat niet te verstaan is. Lilias cast languages en praat met ze. Ze moeten weg, zij wonen hier. Lucas geeft een waarschuwingsschot, ze schieten terug. Uit een van de sleuven. Als we terug keren is er niemand gewond, zegt de goblin tegen Lilias. Zij zijn met meer. Lilias zegt dat hun groep sterker is. Er wordt onderling gesproken, er wordt iets gezegd over monsters.
Corwin zegt tegen Lilias dat alle goblins eraan gaan en vraagt waar ze de taal van kent. Lucas heeft fantastische ideeën over uitroeien, Dara is trots op hem, hij is echt een Helgram. Gramble vindt hem een beest. Nu gaat het over de zielige goblins. Lilias stelt voor ze allemaal te verplaatsen en tegen de tijd dat ze terug zijn, hebben we de tijd gehad om binnen te kunnen kijken. Gramble kan ze bang maken, dan verplaatsen ze zich wel. Lilias biedt hen eten in ruil voor bezichtiging en begint picknickmanden te conjuren. Ze wordt uiteindelijk meegeholpen door Gramble. De goblins slepen de boel mee naar binnen, Gramble heeft een slaapmiddel in het brood geconjuurd. De ene na de andere goblin valt om.
Naar binnen, tientallen goblins liggen daar en ze stinken. Overal ruikt het. Er is een grote zaal met strozakken en een pile met troep. Er zit magische zooi tussen. Tot en met boeken, instrumenten en dergelijke. Magische en technische zooi. Er is een kookketel met groene drab. Niet echt interessant. Eric begint weer over de wapens. Er zijn trappen naar links en rechts en er vibreert iets van macht. Wij naar beneden, er hangt licht aan de muren, rood licht. Er zou iets engs zitten. We komen door gangen en zien trappen, er is geen urine en vodden hier. Overal is dat rode licht. Er zijn metalen karretjes met wielen en er zijn er kapot en gebrast. Er zijn ook rond rijdende karretjes, eentje is bezig met troep uit een machine opruimen. Eric vindt het hier wel leuk. Ze letten niet op ons. Hal naar hal, trap na trap. Het zoemen wordt luider, het wordt warm, het trillen van de muren wordt erger. Er is een vijver in de hal en er komt een blauwig licht van af. Merlijn heeft het vaker gezien, het voelt hier niet pluis. Dikke muren en dikke deuren. Eric noemt het de koeling van een kerncentrale, dat heeft te maken met het zwart worden van het water. Onderdeel van een machine die energie opwekt. 250 meter doorsnee vijvertje. Er hangt een straling die ongezond is op den duur. Nog meer machines. Nog verder naar beneden, door buizen stroomt water. Dan voelen we ons weer raar, maar anders. Magieraar. Een grote haard, een ondiepe ronde put waar een felle vlam in brandt. Blauwig licht, vlammen, er omheen mechanieken waar dingen aanhangen en het beweegt. Er hangt alleen niets aan. Er zijn andere mechanieken die dingen kunnen maken, vormen voor machines. Dit is een half magische smidse. Met erts kun je dingen smelten en maken. Een niveau dieper is een zaal met verfijnde apparatuur en magische uitstraling en een podium met een kristallen bol. Er verschijnt licht uit de bol en dan is er een vent. Ze kunnen door hem heen kijken en hij verdwijnt bij lopen door het licht. Hij heeft bekende trekken, donker haar, 1.84 meter lang, een stofjas aan, lijkt wat op Mandor en kijkt ons aan. Hij zegt zelfs ‘Hallo.’ Gramble kent hem, hij is Viktor. Zoon van zijn oudste zoon. Ze stellen zich voor. De naam Lilias Bender herkent hij, Lucas George ook, Remus ook al. Viktor vraagt wat Gramble hier doet en hij hoort hier niet. Waarom is Viktor van licht? Hij is een projectie, dat is niet om te lachen. Voor zijn eigen veiligheid. Deze installatie is gebouwd voor hen, tevreden? Remus begint over de dode mensen, Viktor is hier al honderden jaren niet meer. Dit is een autonome installatie die door machines worden bestuurd en de bescherming in stand houdt van de Schaduw. Remus legt iets uit over de oorlog. Er was erts nodig, men werd goed betaald. Natuurlijk waren er wel eens indringers, Viktor heeft echter wapens die ze buiten houden. Waarom is het kapot, waarom weet hij niets? Hij had goblins die in de mijnen werken en dat graag doen. Het verhaal over de tiran is hem niet bekend. Hij heeft alles op de automaat gezet toen hij hier weg ging. Goblins zijn lui, maar worden betaald. Er zijn heel veel indringers geweest.
Het is voor het eerst dat hier iemand komt, de deuren zijn voor ons open gedaan. Viktor aarzelt en zegt dan geen contact te hebben met sommige wapens, met geen één eigenlijk. We zijn er nu, dit is gebouwd om ons te beschermen tegen de buitenwereld. Dat was nodig. Honderden jaren geleden is hij hiermee begonnen. Een lange termijn project, diverse schuilplaatsen maken. De plaats zou niet bereikbaar zijn dan vanuit één bepaalde andere Schaduw. Afgeschermd van Troef, Logrus en Patroon. Niet te vinden. Hij is niet hier. Hij is een soort opname, een denksysteem en ziet eruit als de maker. Wij zijn als laatste hier ondergebracht. In samenwerking met de ouders. Er zijn meerdere van deze projecten elders, bedoeld om af te schermen. Er zijn invloedrijke mensen die niet van ons bestaan af mogen weten. Viktor weet hoe we te herkennen zijn, we zijn hier gezet door de ouders, hij heeft de beveiliging gemaakt en er is iets mis gegaan. Hebben ze iets achtergelaten voor ons? vraagt Remus. Ehm… ja. Hij weet wel wat, niet wat het inhoudt. Het is een boodschap. Hij kan opdracht geven om een boodschap af te spelen voor ieder apart. Geen restricties. Met iedereen erbij is dus ook goed.
Remus vraagt hen om weg te gaan, Merlijn vindt dat interessant, hij wil er bij blijven om te helpen onthouden. Gramble wil hem steunen. Kortom, het duurt even voor iedereen weg is.

Remus
Hij ziet een 1.86 meter lange man met kort bruin haar en ouderwets aandoend uniform. Hij heeft grijze ogen en lijkt wat op Benedict. De vrouw is 1.75 meter, ze heeft witblond lang haar, bruine ogen en is erg knap. Ze draagt druïdische kleding. Ze heeft een staf, een snoeimes en zacht leren laarzen aan haar voeten.
“Als je deze boodschap krijgt, zijn we waarschijnlijk dood, anders waren we je eerder komen halen. We hopen dat je bent opgegroeid met wat voor jou het beste was. Je bent onze oudste en enige zoon.” De man is Alexander van Amber, zoon van Benedict van Amber en goed in vechten. Zij is Elvira Sawall. Hij herkent trekken, ze lijkt wat op Owen. Dat is vreemd, ze zou een zus van Owen kunnen zijn. Ze heeft een mooie stem en de man is stoer. Ze vertellen dat hij eerst bij hen woonde, maar ze zaten in de problemen en moesten hem veilig onderbrengen. Ze hebben allebei vijanden. Als kind heeft hij laten zien dat hij een voorkeur heeft voor bepaalde dingen. Dat heeft hij van zijn moeder en dat zit bij haar in de familie. Magie zal er niet in zitten, vandaar de druïden. Hopelijk is hij goed terecht gekomen en hij kan naar hen op zoek gaan. Dan verdwijnen ze en er vallen twee troefkaarten op de grond. Ze voelen warm aan. De boodschap begin dan opnieuw, Remus vraagt om af te breken en dan is Victor er weer. Hij weet niet wat er gezegd is. Het is niet helemaal wat er te verwachten was, zegt Remus.
De anderen mogen binnen komen en Remus vertelt van Benedict te zijn. Dat was toch een broer? Julian kent geen Elvira, Owen waarschijnlijk ook niet. Mensen kijken raar. Gramble heeft de naam eerder gehoord. Hij kent de naam niet, hij kent een Elvira Clouddancer. De voornaam komt overeen, hoeft niets te betekenen te hebben. Gramble moet dat gaan uitzoeken. Remus laat de troef zien. Ze lijkt op Owen. Iestyn is het er mee eens, het kan een zus van hem zijn, ze lijkt wat op Essilt… wat op Morwenna dus. Een rare Sawall tak, Morwenna is niet alleen van Amber namelijk… Benedict en een Sawall is raar, Benedict heeft niet veel nakomelingen. Ene Herbert Sawall heeft rare kinderen, zegt Gramble. Deze heeft ook veel vijanden.

Lucas
Iedereen moet weer weg, Lucas vraagt om de boodschap.
Hij ziet een man van 1.80 meter met zwart haar en bruine ogen. Hij ziet eruit als een vechtende tovenaar. Hij heeft een toverstaf en een kromzwaard. Een knappe kerel met veel Ambertrekken en hij lijkt op Eric. De vrouw 1.74 meter, heeft lichtbruin haar en bruine ogen. Nog zo’n vechtende tovenaar. Ze staan met de armen om elkaar. Hij is Rudolf van Amber, zij is Fabienne Helgram. Er is iets mis gegaan, ze zijn mogelijk dood en dat spijt ze ook. Ze houden van elkaar. Gezien zijn aanleg voor allerlei dingen zetten ze hem ergens veilig neer en zullen ondertussen hun vijanden verslaan. Hij is de enige zoon van Sylvester en Therese, zij is een dochter van een Helgram en een Sawall en een… dan zijn ze weg en er vallen twee troeven op de grond. Voelen warm aan.
De anderen komen binnen en Lucas vertelt. Dara zegt dat een dochter van een Helgram en Sawall onmogelijk is, toch eens uitzoeken. Eric had een zoon die Rudolf heet. Therese is een dochter van Caine. Eric’s zoon Sylvester is omgekomen, hij wist niet een kleinzoon te hebben. hij is dus Lucas’ overgrootopa. Eric heeft Rudolf niet gekend. Sylvester hield meer van magie dan Eric, hij had ook veel met techniek. Dara moppert over de afkomst. En Despil dan? Die is alleen zielig omdat hij in de bak zit, zegt Dara. Corwin vindt dat Dara hem niet helemaal trouw is geweest en wil weten hoe dat nu zit met die ouwe… Gramble is nog niet zo oud en kan de trap nog op. Corwin en Gramble krijgen zowat slaande ruzie.

Lilias
Voor haar mogen ze erbij blijven, maar Gramble vindt ineens dat iedereen mee moet. Dus is ze nog alleen wanneer ze de boodschap ziet en hoort.
De vrouw en de man zijn erg netjes gekleed. Hij is 1.82 meter, heeft zwart haar, blauwe ogen, een elegant snorretje, een soort vechter die magie gebruikt. Ze vindt dat best op Mandor lijkt. De vrouw is 1.63 meter, heeft lichtbruin haar, groene ogen en eenzelfde stijl van kleding als Lilias. Opvallend knappe mensen.
Hij is de zoon van Deirdre en Gramble, zoals ongetwijfeld inmiddels bekend zal zijn… zij is Selene Jesby, dochter van Marcus Jesby en Amelie Archens. Dan krijgt ze de troeven, ze moet ze onder de voeten van Viktor vandaan halen.
De anderen komen binnen en willen antwoorden. Lilias noemt de namen, zegt dat Gawain een zoon van Deirdre is, aangezien men toch al weet dat ze een kleindochter van Deirdre is. Corwin wist niet dat ze een zoon had, ze had toch niemand…

Viktor zegt dat ze opdrachten moeten geven. Hij weet niets van de Zwarte Rivier. Dat is niet normaal. Regulatie zit een paar verdiepingen boven, water wordt gebruikt om te koelen. Alle leven wordt uit water gehaald. Er zijn dingen die dat moeten doen. Gramble hoort hier niet te zijn, al is hij tien keer zijn opa.
De oorzaak van de Zwarte Rivier zouden wel eens undead kunnen zijn, die maken dingen dood. De ouwe lui hebben ervan gehoord en Merlijn heeft wel eens computerspellen gespeeld.
Ze gaan naar de plaats des onheils met een dichte deur. Gebarricadeerd. Veel magie er tegenaan, dan gaat de deur open. Ze komen in een vieze stinkende hal, dan is er een gang met lijken, gemummificeerd. Gevallen strijders uit omringende landen. Uitgedroogd en leeggezogen. Shields worden gecast. Lucas herkent dit van thuis en laadt zijn kruisboog.
Overal eenzelfde rood licht, een heel spoor van lijken. We letten goed op, het voelt sinister. Er stroomt water door buizen. Het is hier vochtig en de lijken zijn niet fijn omgekomen. In een hal hangt veel mist, er komen ons een heleboel skeletten aanvallen, ze zijn zo kapot. Zestig stuks en dan zijn er gemummificeerde lijken. Kop eraf. Lilias fakkelt er een aantal af. Er is iets te horen, als een hartslag. Ze struikelen over een wat ander lijk dan de andere, een soort tovenaar met dure ringen en dergelijke. Er is iets mee. Stukjes kruipen steeds naar hem toe. Hoe langer we naar hem kijken, hoe kouder het wordt. We gaan verder, Dara en Merlijn blijven bij het lijk, Gramble ook. In het centrum is een soort put waar warm water uitborrelt en boven de put hangt een gouden kooitje met daarin een levend, kloppend hart. Jurt vertelt over computerspelletjes en eindbazen. De energie wordt uit ons getrokken. Dispel Magic op de kooi, véél! En dan hakken, de pijlen kunnen er niet door. Het wapen van Remus werkt perfect, dat van Lucas met de Dispel er tussen ook. De ketting wordt los gehakt, werkt beter dan de Patroonzwaarden. Liters en liters bloed spatten eruit, dat is van al die mensen. Lilias loopt nog steeds in haar nachtponnetje en iedereen staat letterlijk tot zijn enkels in het bloed. Toen het hart op hield met kloppen was er een vreselijke kreet te horen.
De mist is dan veel minder, het lijk is een vieze vetvlek. Amberieten zijn smeerlappen, zegt Gramble. Houden van macht en gaan dan graag te ver. Intussen raapt hij ringen op. Niet voor hemzelf, hij is geen Amberiet. Zonde, zo’n mooie lich, zegt Dara. Jurt vraagt zich hardop of ze echt simpel is. We huppelen naar boven, komen buiten en kijken naar het water, dat is doorzichtig. Lilias gaat naar het meer om zich te wassen. Lucas vindt dat het fort voor hen is, de goblins zijn de mijnwerkers. Eric zegt dat we hun best werk kunnen aanbieden, niemand spreekt goblins echter. Merlijn begint over de robots en automatiseren.
Lilias biedt aan om opnieuw een spreuk te doen… oh, spreekt ze dus niet zelf de taal? Dan kan Merlijn het beter, zodanig dat iedereen het verstaat.
De baas is bij. Remus spreekt hem aan. Voor eten en mooie dingen willen ze wel in de mijn werken. Glinsterende dingen. Ze willen kippen en vogels, koeien. De voorgangers hebben dit huis achter gelaten, zij wonen hier. De kelders zijn eng. Rood licht is verboden gebied. Ze willen niet meer van dat brood, zou er mee geklooid kunnen zijn. En hij had net trek.
Kan er niet voor fatsoenlijk eten of beestenspul worden gezorgd? Julian is niet goed met Logrus en dergelijke. Koeien hebben gras nodig. Gramble zorgt voor een geldkist, een koning is nu zijn belastinggeld kwijt.
Lilias begint weer aan het conjuren van voedsel voor de goblins en ze krijgt hulp van Iestyn.
Remus geeft de goblin vier stukken goud voor een karretje erts. De boeken en de toverstafjes zijn nu van ons. Dit zijn wel goede boeken. Veel elementmagie.
De goblins zijn blij en gaan weer aan de slag. Machines komen dan weer in werking. Er worden energiekristallen en dergelijke gevonden. Er is van alles dat ze kunnen gebruiken.
Er zijn diverse mijnen in het dal en ze vinden resten van een nederzetting. Ze besluiten om daar te gaan wonen.

Remus
Remus gaat naar beneden om met Viktor te praten.
Remus is nu goblin’s beste vriend en mag naar beneden. Viktor vertelt hem dat ze alles gaan repareren, ook de wapens. Er zal niet geschoten worden op ons gezelschap, Remus hoeft niet helemaal hier heen om een commando te geven. Er kan een machine voor gemaakt worden. Hoe moet het er uit zien? Hmm, hij moet Eric hebben. Het troeven gaat heel goed, Eric heeft troeven uitgedeeld van zichzelf. Hij heeft ook schetsen, een wandelend harnas. Viktor bekijkt het allemaal. Hoe slim wil hij het hebben en wat moet het doen? Dat wordt gebouwd. Hoeveel? Eentje. Via de robot is tevens te communiceren met Viktor. Graag een wapen erbij, los. Een kanon. Het moet kunnen lopen, zien en dat soort dingen. Er wordt wat gevraagd over materialen en dergelijke. Het moet zwart zijn. Dan kunnen ze weer naar boven, wat een gedoe. Er is geen lift. Hoe doen ze dat? Troef. Na een dag is de robot klaar en komt naar Remus toe gelopen. Mensen raken overstuur en gaan in de aanval. Remus roept dat het zijn robot is. De robot spreekt met een rare stem, gelukkig is deze bij te stellen, zegt Eric. Hij moet eerst een naam hebben. Maul gaat het ding heten. ‘Ja meester.’ Het is groot, breed, zwart en heeft een zwaard en een dikke buis. Eric krijgt toestemming om de boel open te maken. Tot hij iets geleerd heeft moet Maul alles voorgekauwd worden. De stem moet aangepast worden Eric legt uit wat hij doet. Remus wil een zware stem, beetje robotachtig. Beetje Mandor, vindt Eric. Nog stoerder dan Mandor, zegt Remus. Mandor is niet van plan om iets te zeggen tegen de robot, maar doet het dan toch. Weer wordt er geklooid. Het moet een tikje vervormd. Ze zijn de hele dag aan het sleutelen, Eric laat het uiteindelijk helemaal aan Remus over.

Lucas
Merlijn vraagt aan Lucas wat er hier gebouwd moet gaan worden. We moeten opknappen en dit wordt een uitvalsbasis. Merlijn loopt iedereen langs voor ideeën. Hij zou helpen met shapeshift en andere dingen. Jurt conjuurt zijn zwaard altijd. Merlijn heeft ook een hekel aan goblins, wat hem betreft hadden ze eraan gemogen. Een Katana is wat voor hem. Jurt laat zien hoe je Wolverine wordt, is alleen zeer pijnlijk en hij schuift de messen terug. Superhelden hebben een Katana, een kort zwaard, maar toch lang. Lucas is een martial art fighter. Is een stok dan iets? Hij denkt aan handschoenen met knuckles. Dan moet hij altijd dichtbij staan. Een Katana staat hem wel. Jurt is/ speelt dan de Japanner die wordt nagesynchroniseerd. Er zijn er ook met een waaier of met houtjes aan een ketting, dat is stoer. Nee, dat is voor ventjes. Met een groot zwaard ben je tien keer zo stoer als met die stokjes. Julia vond het zwaard ook stoer, al rende ze hard weg wanneer Jurt het trok. Een claymore, een hamer, iets dat indruk maakt. Handschoenen is sissy, hij zou ook een tutu aan kunnen trekken en balletschoenen. Dat is stoer, zegt Lucas. Probeer dat eens met Benedict. Tutu’s zijn voor meisjes en voor boygirls, hè Merlijn… Jurt maakt dan dat hij weg komt.
Merlijn ergert zich en moppert over Jurt die altijd tussen een serieus gesprek komt. Over sissy handschoenen. De messen van Wolverine zijn pijnlijk. Maar Lucas is een superheld uit Gotham. Batman woont er toch ook? Kent hij niet. De gadgets lijken hem wel aardig. Merlijn baalt van het zwaard dat hij aan zijn vader terug heeft moeten geven. Er is een zwaardsmid dat het voor Corwin heeft gemaakt en er zit Patroon in. Merlijn denkt dat Lucas’ kruisboog ook door die persoon is gemaakt, het is hier machtiger dan buiten. Hij schoot immers raak op dat bewegende kooitje. Lullig van Remus dat hij de eerdere robot afmaakte. Maar hij zal eens kijken, hij heeft vast roze handschoenen voor Lucas nog.

Lilias
Owen schuifelt voorovergebogen voorbij, Iestyn komt bij haar zitten. Hij denkt dat Randal een oogje op haar heeft, hij doet raar. Heeft Lilias een vriendje/ een verloofde hier ergens? Nee. Iestyn wel ergens anders? Natuurlijk niet. Ze ontfermen zich samen over de vieze boeken die met magie schoon worden gemaakt.

De tijd loopt relatief een factor 3 ten opzichte van Amber. 1 dag in Amber is 1.5 dag in Chaos. Ze kunnen hier trainen en verfijnen en verbeteren. Eventueel rustingen laten maken. Magiestudies en troefstudies doen, Patroon en Logrus is minder gemakkelijk. Er wordt getraind en iedereen komt weer op de been.

Lucas
Eric komt met Lucas praten. Hij denkt dat zijn wapen door zijn zoon is gemaakt, Sylvester. Dan weet hij van het bestaan van Lucas. Het is een interessant wapen. Eric kan dat niet. Sylvester is al lang dood, hij is slechts een jaar of 30 oud geworden. Maar nu denkt Eric dat hij niet dood is. Het is te hopen dat ze alleen maar in de Abyss liggen, alleen Jurt weet er iets van. Nee Jurt, je bent niet geroepen. Hij vertelt toch hoe hij in en uit de Abyss kwam, met een trapje. Er is geen tijd in de Abyss. Hij had tijd zat. Wat moet hij in de Abyss? Dat kan niet. Hij is er toch? Het was geen droom. Hij is later vaker in de Abyss gevallen. De andere mensen zitten er vast, geen idee waarom ze er niet uit komen. Jurt meent zich te herinneren dat zowel Mr. B als Deirdre in de Abyss hebben gelegen.

Lilias
Deirdre is een stuk beter. Ze ziet het wel dat Lilias haar kleindochter is. Gawain is wat meer tovenaar dan vechter en heeft een voorkeur voor mooie magie. Ze zijn vrij snel uit elkaar gegroeid. Ze heeft een eigen wereld, de vijand weet er helaas van. Ze is koningin van een volk van hondachtigen. Dat zijn vechters en tovenaars en vormen legers. Hij vindt dat niet genoeg stijl hebben, is meer te spreken over haar samurai. Hij heeft veel kritiek op haar manier van doen en leven en is gaan zwerven. Een Jesby meisje paste beter bij hem qua instelling dan Deirdre waarschijnlijk. Jesby’s zijn uitsluitend tovenaars.
Viktor was een goeie. Zo leuk dat Lilias aanleg voor magie heeft. Deirdre heeft gedroomd dat ze in de Abyss is gevallen. Brand heeft een hekel aan haar, ze heeft hem voor de gek gehouden, hij heeft een oogje op haar en andersom heeft ze het hem laten denken dat het wederzijds was om achter zijn plannen te komen. Hij geeft alleen om zichzelf. Ze kunnen elkaar leren kennen, Lilias en Deirdre weten niets van grootmoeders en kleindochters.

Remus
Met de robot gaat beter en hij leert ook zwaardvechten.
Gramble weet niets van Elvira. Owen kent Elvira helemaal niet, hij heeft geen kinderen, ook geen vrouw. Hij kijkt wel uit, hij kan altijd harder rennen… Remus laat de troef zien, ze lijkt Owen aardig. Ze lijkt niet op hem, vindt hij, maar ze heeft iets van zijn moeder weg.
Dus Morwenna krijgt de troef in handen… Iets bekends ja, Elvira lijkt op haar moeder. Ze is het niet, maar ze lijkt er op. Een zus? Haar moeder heeft een omstreden afkomst, een Sawall/ Amber combinatie. Ze denkt dat Remus familie is, maar hoe? En ze noemde zich Sawall? Morwenna is via haar moeder een kleindochter van Herbert Sawall en van een volle zus van Caine. Ze dacht niet dat haar moeder een zus Elvira had, maar misschien had haar tante Lenore wel een dochter. Lenore was geheimzinnig. Elvira ziet eruit als een druïde en dat is raar. In de familie Sawall een druïdeachtige tak ingetrouwd, via Hestia. Een over over overgrootmoeder. Dat was een druïde. Die ouwe Gramble moet niets zeggen over de rare kinderen van Herbert, laat hem naar zichzelf kijken! Gramble probeert mensen zout in de ogen te strooien, hij heeft veel vijanden. Zijn eigen zoon is zowat zijn vijand. Hij wil niet dat mensen weten dat hij kinderen heeft en wie dat zijn. Gramble is ouder dan Benedict, wie weet wat hij allemaal heeft uitgevreten. Leuk dat Remus van een druïde afstamt, dat past in de Julian tak. Het soort magie ligt hen wel. Dieren, planten en kruiden, maar dat enge ding vindt ze niets. Ze hebben niets met golems. Oh, is het een robot? Ook niet. Ze is niet blij met het feit dat de stem op die van Mandor lijkt. Waarom neemt hij niet zijn eigen stem of die van Gramble?