Monday 21 September 2009

93. In de Jungle/ Utrecht

Morwenna
Ze wil uitkomen naast de steencirkel. Deze wereld draait vrij snel en ze staat niet vlak bij een steencirkel, maar in een jungle. Planten, dikke bladeren en tsjirpende krekels. Het is hier vol leven. Ze ziet twee grote gele ogen met smalle pupillen tussen de struiken. Misschien een kat of een slang. Ze hoort een gegrom en het beest komt dichterbij. Ze ziet alleen die ogen, ze wil haar zwaard trekken, maar wordt toch verrast door de gevlekte kat die tegen haar opspringt. Ze heeft haar nagels niet uit en het is een hele oude kat.
Interessant voor Morwenna, nooit een (huis)kattenliefhebster geweest. Hoe ga je om met katten? Ze weet dat dit een reden is dat de kat boos op haar is, ze heeft een band met haar. Morwenna merkt de toefjes op de oren op, dit zal een lynx zijn. Ze heeft een bepaald contact, maar pogingen om dat te verbeteren lukken niet. Ze doet alsof Morwenna dom is, niet onterecht. De kat voelt aan als een mengeling van Patroon en Logrus. Ze wordt wat ongeduldiger. Morwenna rent een stukje, de kat rent mee, Morwenna heeft het idee dat het in de richting komt. Morwenna vraagt of ze mee wil gaan, dat is prima. Vanaf dat moment wordt Morwenna gevolgd door de kat.
Ze lopen door rulle aarde en er kruipen overal beesten. Morwenna komt nooit in de jungle. Er zijn lekker ruikende bloemen en er is een heel klein vogeltje dat snel met de vleugeltjes slaat.
Deze hele wereld heeft sporen van Patroon en Logrus.
Morwenna loopt lukraak een kant op. De jungle is behoorlijk groot en ze is er niet op gekleed. Ze gebruikt haar zwaard als machete en gaat op zoek naar een rivier. Die vindt ze ook, een flinke rivier, er zit van alles in en omheen. Een hertachtig beest wordt in de rivier getrokken door iets groots. Er valt een spin op haar rug. Heel levendig allemaal.
Ze loopt een eindje terug over haar eigen pad en komt bij een overwoekerd beeld. Een meter of drie hoog, vroeger een vrij lichte steensoort, het is een vrouwelijke gestalte. Ze vindt de voet nogal breed, na vrijmaken blijken er nog twee lagere beelden te zijn. Een hondachtige en een vogel. Een ander beeld staat een eind verderop, een mannelijke gestalte, geen dieren aan zijn voet. De beelden zijn 500 jaar, misschien 600 jaar oud. Ze kijken naar waar Morwenna vandaan kwam toen ze hier vanuit het Oerpatroon arriveerde. Beide beelden kijken een andere richting uit. Hun blik kruist waar ze net stond.

Utrecht. Rhexenor, Ronardo, Fiona, William en Martin
Er zijn mensen die met heel veel lawaai en ruzie langs lopen, ruzie makend met mensen die met andere hoedjes en handen rond lopen. Voetbalsupporters. Fiona zegt dat er films voorkomen waar dat boek Necronomicon in voorkomt. Er zijn boeken over de Call of Ctulhu. Ronardo herinnert zich de ‘Army of Darkness,’ waarin de hoofdrolspeler een gedeelte van de naam vergat. Ze kunnen wel voetbal gaan kijken, stelt Fiona voor. William weet wel iets van een American Football. Rhexenor speelt dat wel eens met Leonidas, maar die is er veel te goed in… Rhexenor laat hem natuurlijk winnen. Martin laat zijn dochter ook winnen. Of hij andere kinderen heeft weet hij niet, dat houdt hij niet zo bij… hij wil er niet verder over praten met Fiona. Hij wil eigenlijk liever naar de coffeeshop.
Kan je ook meedoen met dat voetbal? vraagt Rhexenor. Dat gaat niet. Ze kan het wel regelen, maar dan moet hij het spel kennen. Hij houdt het dan bij kijken. Het is niet de bedoeling dat je op de keeper schiet nee, die moet je niet eerst uitschakelen.
Groepen Hooligans heeft Martin zo hier en daar nog helpen oprichten. Is dat niet een beetje evil, vraagt William. Je gaat toch geen mensen voor niets in elkaar slaan?
William heeft geleerd om nu anders over Chaosieten te denken, ze kunnen het niet helpen dat ze evil zijn. We zouden gewoon koffie drinken en iets over Garnosch vertellen, zegt Fiona gepikeerd. Tijdens haar trainingen is Fiona nooit iets over Dworkin te weten gekomen. Hij was eigenwijs en haar vader was altijd in de buurt. Het was nooit gezellig bij haar thuis. Wie heeft dat ding in dat Patroon gehangen? Morwenna zei iets over Finndo immers? De heren hebben geen flauw idee.
Wat vind je eigenlijk van Utrecht, vraagt Rhexenor aan Fiona. Hij herinnert zich alle friettentjes nog. Ze woont hier, ontmoette Ronardo’s vader en de man is interessant. Dit is één van de meest stevige Schaduwen die er zijn. Haar vermoeden is dat Corwin hier een poos heeft rondgezworven. Dat maakt Schaduwen interessant. Wat ze persoonlijk eigenaardig vindt is dat er geen kinderen van Corwin rond lopen. Wel genoeg ex-vrouwen. Het is alsof hij hier geen kinderen gehad heeft.
Rhexenor vertelt over zijn Schaduw. Die klinkt als speciaal voor hem en zijn vader uitgezocht. Zijn hoorn is ooit bedacht door iemand om legers te eten te kunnen geven. Het zou haar niet verbazen als Bleys het heeft gemaakt. Rhexenor is nogal handig met levensenergie toch? Kan hij ook bomen laten groeien? Zo’n boom als op William’s schild ja. Ze heeft ergens een stekje dat niet zo wil groeien. Als hij eens wil kijken waarom niet? Ze kan zich niet voorstellen dat er maar één Yggdrasil wil zijn.
Er lopen kopietjes van haar rond. Misschien is ze dat nu wel, met Patroon kun je zoiets doen.
Misschien ben je inderdaad een kopietje, zegt Ronardo. Dan ben je nooit terug gekomen van Overschaduw, alleen je kopie. Het Patroon maakt een kopie. Het Patroon helpt je ook. Er zijn andere toegangen naar Overschaduw dan dat domme trapje. Misschien zit Fiona daar nog, daast Ronardo door. Hij gelooft niet dat zij het is? Ze kan hem een draai om zijn oren geven. Ronardo zwamt dat kopietjes heel echt zijn. Misschien is hij er één en nooit terug uit Dark End gekomen, zegt Fiona scherp. Rhexenor zegt dat het te testen is met een zaadje van de Feniks. Hij heeft er eentje, ze kijkt ernaar en geeft het weer terug. Ze kan er wel eentje gebruiken. Ze heeft wel wat Feniksmacht, niet genoeg om een paar van die Yggdrasils te laten groeien. Hij wil best helpen. Ze zal hem eens troeven.
Nu is het project goed beveiligd, dankzij de tips van Ronardo. Ze hebben het over Sinterklaas en er komt er net eentje langs lopen. Martin weet hoe het zit. Chocola op 5 december, vreten met kerst en drugs met nieuwjaar. William’s vrouw vindt het niet netjes om veel te zuipen, hij dus ook niet. Rhexenor’s vrouw houdt er ook niet van. Hoe Moyra daarmee is? Ze heeft het vast nodig om de smaak van het zoute water weg te spoelen. Waarom heb je geen groen haar Martin? Verf je het? vraagt Fiona. Waarom heeft Ronardo dan geen rood haar? Hij heeft gewoon zijn vaders haar. Dan wordt de aandacht op Rhexenor gevestigd, deze is een stuk kleiner en blonder dan enkele jaren eerder. Fiona vindt het lang niet slecht, wat vindt hij ervan om met zijn tante uit te gaan? Met Flora? vraagt Rhexenor hoopvol.
Daar komt ze net aan lopen, vol met boodschappentassen. Ronardo staat onmiddellijk op en snelt toe om te helpen. Wat ontzettend leuk! De neven krijgen smakkerds van tante Flora en er is een hand voor Fiona.
Zo leuk om jullie knullen bij elkaar te zien! Ze voelde daarstraks wat Patroon en zag een vent in een rood pak lopen. Ze woont in de buurt. Ze heeft hier moeten wonen om Corwin in de gaten te houden. Random woont hier soms, Brand is hier wel eens geweest, Julian jaagt hier wel eens, Benedict heeft hier een tijd doorgebracht, iets met schieten. Er wordt hier veel geschoten. Er zijn toch gebieden waar veel wordt geschoten tegen de Hollanders? In het Zuid Brabantse continent. De grootmachten zijn de Grieken en Romeinen, zegt Rhexenor. Ze hebben hier wel Grieks eten. Gezellige eettentjes, gezellig kijken naar het voetballen. Als je seks hebt voor de wedstrijd, kun je winnen. Flora wil Fiona best voorlichten hoe dat gaat.
De vrouwen gaan aan de cappuccino, Martin heeft bier, Rhexenor, totaal niet gehinderd door enige vorm van manieren, haalt kebab uit de hoorn. Martin kijkt naar Flora met een bepaalde blik. Rhexenor lust wel een Pitfiend, okay een Duvel, stelt de ober voor. Fiona zegt tegen Martin dat Random hier iets zoekt. Dan moet dat de moeite zijn. Flora weet dat hij een heel agentschap heeft opgericht hier. Flora heeft er zelf ook één, wat minder opvallend natuurlijk. Ronardo heeft hier steeds het gevoel in de gaten gehouden te worden. In een gebouw tegenover hen zien ze iets blinkends bewegen. Flora lust wel wat bonbons. Ze laat Fiona een leuk topje zien dat ze in de uitverkoop heeft gekocht. En zulke leuke schoenen en rokjes, hele korte. Er wordt gepraat over computerspellen en consoles.

Morwenna
De beelden, Randal en zijzelf zijn daarin toch herkenbaar, ze zijn van marmer. Ze zoekt en vindt een enorme piramide. Heel groot, een beetje overwoekerd, de spits steekt boven de jungle uit. Witte steen en een gouden spits. Stenen platen. Ze vraagt zich af wat ze mist. Patroon. Op deze plaats is het echt afwezig. Ook Logrus is er niet. Er is iets anders, dit is bijzonder. Geen idee wat het is echter. De jungle houdt als het ware op waar de piramide begint. Ze denkt dat de piramide dieper onder de grond doorloopt. Deze lijkt erg op de piramide van Cheops, net zo groot. Iemand heeft dat hier gebouwd. Ze loopt er omheen en vindt iedere keer dezelfde standbeelden. Ze loopt bij een set naar een plaats waar de blikken elkaar kruisen, een eindje van de piramide af waar een soort van meertje is. Ze loopt er naar toe, er komt er een beest uit het water naar me haar gesprongen, het schudt zich uit. Het is een grote otter en deze twittert iets. Ze heeft niet zo’n band met de otter en geen idee wat hij bedoelt. Hij twittert weer, duikt het water in en komt boven met een gouden sleutel die hij voor haar voeten legt.
Volgende set beelden. Daar is een grot, het is er donker. Er gaat een gang naar binnen. Ze gaat linksaf en loopt een beetje rond. Er is een stalactiet en een stalagmiet onder over boven elkaar te zien waar een slang omheen gewikkeld zit. Een enorm beest.
Bij de volgende set is er een bubbelende modderpoel, gloeiend heet. Bij de laatste set is een open plek, dat is waar ze eerder aan kwam.
Ergens bij de piramide is een ingang te zien, een sleutelgat op kniehoogte en een tweetal gaatjes. Ronde gaatjes. Er zou iets ronds in kunnen. Ze draait de sleutel in het sleutelgat rond en voelt niets, er is geen weerstand.
In vroeger tijden werden piramides beveiligd weet ze. Er zit iets hards in, een mechaniek.
Terug naar de grot, waar de slang zich razendsnel weer om de stala windt. Ze vraagt hem om weg te gaan, wat de slang doet. In de stalactiet blijkt een staafje te zitten waar ze hard aan moet trekken. Er gebeurt iets, alsof het een beetje vonkte. Ze voelde het in haar hand.
De modderpoel is te rond en te kunstmatig. Ze gaat erin roeren met een tak. De tak rookt en de modder is heet, ze heeft ook brandwonden op haar hand. In het midden van de poel zit een vierkant stuk steen. Ze conjured een magische handschoen van soepel leer. Zo is de modder nog steeds heet, maar ze kan er een poosje de gehandschoende hand in houden. Er zit iets ronds in het vlak en ze haalt het eruit. Nog een goudkleurig staafje.
Terug naar de ingang. De staafjes in de ronde gaten, sleutel erbij en nu is er weerstand. Ze draait de sleutel linksom en hoort het geluid van steen op steen, naast haar verschijnt er een deur. Er is licht genoeg in de gang, een ronde tunnel die schuin omhoog gaat. Ze komt uit een holle ruimte waar licht vandaan komt. Beneden ziet ze een gat en een ronde trap erlangs. Een aarden plaats. Deze plaats kent ze, daar was ze naar op zoek. Iemand heeft er een piramide omheen gebouwd. Ze wil haar echtgenoot troeven, maar de Troeven voelen allemaal warm aan. Het licht begint zich te vormen en verandert in een soort van gestalte, een vrouwengezicht. Het gezicht komt haar bekend voor.
“Uw troeven zullen hier niet werken. Ik ben de wachter van deze plaats.” Dat is het enige dat het gezicht zegt, wel iedere keer op een andere manier, het lijkt of de stem niet stabiel is. Er is iets mis mee, maar iets dat Morwenna niet kan voelen.
Ze gaat naar buiten. De deur slaat achter haar dicht en ze ziet weer een sleutelgat en twee gaatjes. Bij de piramide werkt het troeven ook niet goed. Ze gaat eerst de voorwerpen weer verzamelen die weer op dezelfde plaats verborgen zijn. Deze keer gaat het staafje gaat gemakkelijk uit de zuil en het prikt niet. Dat is verdacht.

Utrecht. Rhexenor, Ronardo, Fiona, Flora, William en Martin
Flora wil iets gaan doen met Ronardo, deze zegt dat ze met Fiona aan het praten zijn. Flora vindt het zo leuk dat ze ook met hen kan kletsen. Ze hebben toen toch maar met zijn allen de troon van Chaos gered. En ze komen niet bij haar op bezoek, hoe groot zijn de kinderen nu? Ronardo heeft er veel hè. Helemaal niet, vindt hij.
Flora heeft wel eens gehoord dat Amberieten niet vruchtbaar zouden zijn, het valt wel mee als ze naar de tweede generatie kijkt. Ze denkt dat vruchtbaarheid iets was waar Oberon mee klooide. Geen van de kinderen van Amberieten zijn verwekt in Amber, niet één. Het verwekken is interessant, in Amber kun je geen kinderen maken. Ronardo heeft het nog nooit geprobeerd. Hij gaat geen kinderen met Moyra meer maken. Hij zou een minnares kunnen nemen, zegt Flora. Wil je geen andere vrouw? Daar heeft hij wel aan gedacht, maar zo is het goed. Flora snapt het niet, er is zoveel keus en dan heb je die Moyra! Ronardo heeft gekozen. Als prins van Amber hoef je niet te kiezen, vindt Flora.
Ook Rhexenor heeft gekozen. Tja… Flora zegt niets. Hoewel? Misschien weet zij iets dat hij niet weet. Wil je niet iets kopen nog? vraagt Fiona nu het gesprek net interessant begint te worden.
“Wil je me weg hebben?”
“We hadden het over voetbal.”
Ze kan hen goede zitplaatsen bezorgen, Flora heeft kaartjes van de VIPloge, ook van FC Utrecht ja. En achteraf is er een meeting met de spelers.
Rhexenor zegt dat hij zijn maag voelt. Ah, om de hoek zit een hele goede Franse Bistro, weet Flora. Rhexenor de Barbaar wil friet. De bistro is uitstekend, ze schenken goede wijn, dringt Flora aan. Rhexenor haalt een goede fles wijn uit de hoorn. Een Griekse uiteraard. Ronardo en William willen graag mee naar de bistro. De grootte van de porties zijn heel behoorlijk, zegt Flora. Fiona wil geen Frans eten, maar ook geen Mac. Frans eten heeft veel stijl… Fiona wil niet. Flora wil dan wel naar de Chinees, zucht, iedereen gaat altijd naar de Chinees. Fiona vindt dat leuk. Goede wijn hebben ze daar niet, weten zowel zij als Flora.
Ze gaan naar de Green Dragon. Een tafel voor zes en er volgt een hoop gezeur over waar de tafel moet zijn. Ze hebben een buffet, Flora bestelt van de kaart, William en Ronardo ook. Martin graait alle stokjes saté uit de bak en doet een wedstrijd met Rhexenor wie het hardst kan stapelen. Ronardo en Flora harrewarren over goede wijn. Despil en Jurt zijn ook van die beesten, moppert Flora. Merlijn gaat nog wel. Mandor is de enige van die broers met manieren. Merlijn staart altijd naar andere vrouwen. Als zij met Despil uit is, staart hij alleen naar haar. Dan trekt ze iets leuks aan.
Ronardo en Rhexenor willen niets vertellen over waar ze mee bezig zijn.
Is het nieuwe Huis niets voor hen? Nee, daar zitten allemaal gestrande lui. Rhexenor mag kiezen of hij van Amber of Hendrake is, Ronardo niet echt. William heeft zitten denken aan het nieuwe Huis, maar er zitten wat veel Chaosieten. Martin heeft er ook aan gedacht, met Chaosieten kan hij goed overweg. Ronardo is van zichzelf, vindt hij en woont in Kashfa. Hij heeft geen mening over Huis Elysium. Hij vindt al die Huizen onzin. Dat is politiek, zegt Flora. Ronardo vindt het stom, Rhexenor interessant. Hoe heet je landgoed? Gewoon landgoed. Geen naam dus. Die mensen hebben dus geen achternaam. Je had het toch Ravensburg genoemd? Oh ja… daar had Moyra het over. Ronardo is dus het Hoofd van Huis Ravensburg.
Rhexenor’s landgoed heet Infernos. Flora hemelt Frans sprekende minnaars op, dat klinkt toch beter dan wanneer een Duitser of Hollander je de liefde verklaard. Fiona begint over leuke jongens die geen schema kunnen lezen. Flora heeft allerlei nationaliteiten in haar team. Waarom heb je het altijd over mannen? Het is dat of over de familie praten… Laten we dan over de familie praten. Flora heeft het gevoel dat er eentje mist, het nichtje ja. Zij zijn het team dat zich ergens mee bezig hield toch? Het is niet interessant, zeggen de neven. Jullie ouderen houden je je er toch niet mee bezig. Het Patroon is veranderd, merkt Flora op. Dat is bijzaak, zegt Ronardo. Ja, daar is iets gebeurd, het is nu anders. Ze hebben geen idee wat.
Bleys, Caine en Fiona hebben interesse in onze zaak en toevallig heeft Flora wel vaak geholpen. Ze heeft Morwenna geholpen, heeft ze dat niet gezegd? Ze kent Morwenna beter dan de neven dus.
Er wordt gepraat over de boeken, Flora heeft occulte interesses. Corwin heeft dat verteld, weet een neef. Rhexenor vertelt nu iets meer over de boeken, Ronardo vult aan. Dat ze die kunnen voelen is een macht die ze gekregen hebben.
Oh ja, er was toch een Deep One die in een tempel vast zat, herinnert Flora zich. William kijkt schuldig. Brand vertelt nooit wat, die speelt altijd het spel. Dat is helemaal niet leuk. Flora is vaak bezig met shoppen, thee drinken en mannen.
De neven zijn bezig met interessantere dingen. Haar organisatie heeft Ronardo wel eens gered. Daar weet hij niets van. Ze heeft ook op hem gelet toen hij alleen was, er zijn aanslagen op hem gepleegd die ze heeft voorkomen. Fiona moest hier dringend weg. Flora houdt de familie in de gaten. Ze probeert hen bij elkaar te houden. Sand en Delwin gingen gewoon weg, Dalt laat zich niet betrekken, op Coral heeft ze geen grip. Het is haar wel gelukt grip op de familie te houden. Ze weet alle kinderen van haar broers en zussen, ze is altijd bereikbaar. Ze wil weten wat er met Patroon veranderd is, ze is zo’n beetje de Hoeder van één van de Patronen. Dat en dat Patroon in de kelder zijn veranderd. Niemand vertelt haar iets. Ze vinden het allemaal leuk om het voor zichzelf te houden. Corwin, Brand, Caine en Eric spelen het spel ook, ergerlijk gewoon. Julian doet niet mee aan het spel, Gérard speelt zijn eigen spel, Benedict interesseert het niet. Random soms wel en soms niet. Hij is gewoon een zeikerd, tegen zijn eigen kinderen zeker. Een bemoeial, hij weet alles beter. Martin praat mee, Random probeert hem zijn dochter af te pakken. Hij heeft niet zo op zijn dochter gelet en die voedt hij samen op met haar moeder. Ze redt zich wel, ze loopt niet in zeven sloten tegelijk. Hoe zou Ronardo het vinden als zijn vader dat doet. Niet erg. Random denkt ook nog dat hij grappig is. De dames vinden Random erg grappig, Martin niet. Hij heeft nog liever Droppa. Die vindt Rhexenor ook grappig. Fiona en Flora vinden Llewella niet aardig, maar ze moet neutraal zijn. Rhexenor vindt vrijwel iedereen aardig, zelfs Brand. Ronardo is het met hem eens. Flora vermoedt dat Brand achter het gedoe met die poorten zit. Zo lang als ze daar al last van hebben. Fiona is er mee bezig geweest, Bleys en Eric ook en het lukt ze niet om ze te openen.
Was Fiona erbij toen er iets met het Patroon gebeurde, wil Flora weten. Ze wist toch dat er iets niet goed was met het Patroon. Oberon heeft het niet afgemaakt. Het verklaart dat Dworkin nog steeds niet normaal was toen het ‘gerepareerd’ was.
Dworkin is nu weer normaal. Flora trachtte eerst Dworkin te vinden, dat is niet gelukt.
Het is dus gerepareerd. Heeft Coral het gerepareerd? Uiteindelijk vertellen ze iets over de broer van Dworkin en ze waren erbij ja. Hij heeft dat gedaan zonder juweel. Ongelooflijk.
Flora heeft wat dingen gezien die ze niet kon verklaren, maar dat leek geen dwerg. Er liep iemand in Tir-na Nog’th. Hij begon haar uit te lachen en had een gek accent. Hij had geen voorspellingen en verdween weer.
Ze vertellen over de afgeknepen bron versie. Wat weet Fiona ervan? Er was vast iets voor Patroon en Logrus, het zijn vast stukjes van de bron. Dworkin zei daar heel weinig over.
Ze vertellen van het hart van de machine en het juweel en praatjes van Brand. Ze vertellen toch een paar dingen. Flora heeft er nooit iets van gehoord, Fiona een beetje. Logrus en Patroon zouden een project zijn en zijn bijna tegelijkertijd gebouwd. De Abyss groeit niet, zegt Flora en dat is nooit geweest. De Abyss loopt niet alleen bij Chaos, maar ook door Rebma. En dwars door Arden.

Morwenna
Ze heeft de sleutels weer en troeft een eindje van de piramide vandaan naar Mandor. Ze haalt hem door en er wordt eerst stevig gezoend voordat ze hem vertelt wat ze hier doet. De beelden van haar vindt hij geweldig.
Dan troeft ze Julian en brengt hem het verzoek over om zonder beesten… eh… dieren hier te komen. Mandor is er ook. Oh, mag hij dan zijn demonenzwaard wel mee nemen? Hij laat zich doorhalen, roept onmiddellijk ‘aha, demonen!’ als hij zijn schoonzoon ziet, die dat niet echt kan waarderen. Dan geven ze elkaar een hand, Julian vraagt hoe het er mee is.
Ook hij wordt ingelicht, hij vindt het een beetje een rare jungle, alsof het versneld is opgebouwd. Fiona wordt getroefd die in een eethuis zit. Ze zal vragen of iemand in haar gezelschap belangstelling heeft om mee te gaan en zal zo terug troeven.

Utrecht. Rhexenor, Ronardo, Fiona, Flora, William en Martin
Fiona vertelt over het toefcontact, iemand zin om mee te gaan? Morwenna is in een jungle. Flora is in alle staten, haar junglekleding ligt thuis. Was er iemand bij? Fiona denkt Julian gezien te hebben. Flora holt naar de toiletten en als ze terug keert ziet ze er anders uit, ze heeft een ander pakje aan.

De jungle
Morwenna haalt iedereen door rechtstreeks vanuit de Chinees, Ronardo weet nog net te betalen. Ze vinden Morwenna er wat verfomfaaid uitzien. En er is een kat die wel aardig is, denkt Rhexenor. Het is een junglelynx, zegt Julian en legt uit wat dat is. Intussen omhelst Flora Mandor, ze vindt het zo leuk hem te zien! Hoe is het met de kinderen? Morwenna kijkt met argusogen toe, ook al weet ze dat haar tante dit met opzet doet.
Fiona zegt dat er hier iets hangt dat haar aan Heiron power doet denken. Morwenna geeft een kleurige beschrijving van de jungle, haar kennis over de dieren die ze gezien heeft blijkt niet geweldig groot te zijn en Julian kijkt geërgerd.
Deze wereld lijkt apart. Een combinatie van Logrus en iets smerigs, merkt Mandor op. Morwenna vertelt degenen die het nog niet weten hoe hier één en ander is ontstaan. Men vindt het andere beeld inderdaad op Randal lijken, al is hij op dit moment nog wat jonger.
Fiona en Flora zijn nogal… boos. Morwenna heeft Oberon naar zich toegehaald in een verleden, zodat Oberon toen alles wist van de Toekomst. Tja. Er gebeurt niets als de naam Oberon wordt uitgesproken. Jurt! roept Rhexenor. Er gebeurt weer niets, maar Mandor kijkt hem verstoord aan.
Nee, we hoeven er niet meer mensen bij. Llewella zeker niet, zeggen de dochters van Oberon. William en Rhexenor vinden dat toch een leuk idee. Fiona denkt dat Bleys dit interessant zou vinden. Morwenna is niet van plan om iedereen hierbij te gaan halen. Intussen bespreken Rhexenor en Flora het zonnen Frankrijk en zwemmen in zee, naakt natuurlijk.
Er hangt magie, ziet Ronardo, er hangt een hele cirkel omheen. Waar hij staat is het ook magisch.

Lizet

Quotes:

“Je ziet gele ogen met ovalen pupillen. Van een kat of een slang.” -- GM
“Ik hou het goed in de gaten.” -- Morwenna
“Je hoort gegrom.” -- GM
“Ah! Dit is gelukkig geen slang!” -- Morwenna

“In de spelregels van voetbal is opgenomen dat spelers van het ene team de spelers van het andere team niet naar het leven mogen staan. Alleen het publiek is toegestaan om bloed te trekken.” -- Fiona
“Hmm, dan kan ik dus beter toeschouwer zijn.” -- Rhexenor

“Jij en Moyra hebben vier kinderen, dat is best veel!” -- Flora
“Dat is niet veel.” -- Ronardo
“Is het de bedoeling dat er nog meer bij gaan komen?” -- Flora
“Ik ga geen kinderen meer maken met Moyra.” -- Ronardo

Sunday 20 September 2009

92. Garnosh Barimen

Wat we gezien hebben klopt niet helemaal met wat het is. Het is raar, het gaf een vreemd gevoel. Misschien omdat dit niet helemaal in onze denkwereld zit. Als we dit willen begrijpen, kunnen we er moeite voor doen, maar er zal een reden zijn dat dit we dit niet willen.

Wij staan bij het einde van de wereld. Transit, een metrostation. De jeep stopt met gierende banden. Tot grote teleurstelling van Rhexenor en Martin zijn er geen vijanden meer te bekennen.
Een donker metrostation, het is er vochtig. We passeren een coca cola automaat, zien een loket en inktvisachtige daarachter. Een wachter die vriendelijk naar ons knikt. Hij wijst met een paar tentakels waar automaten staan en nog een wachter. Morwenna koopt 5 kaartjes met gezinskorting, cheap day ticket. Ze krijgt de vraag of het een enkele reis of een return trip is en krijgt het gevoel dat dit een belangrijke vraag is. Return, zegt Morwenna. Ze moet betalen en zal dan ook een gidsje krijgen. Nee, niet met geld of credit cards, dat heeft geen waarde. Rhexenor wil met dat zwaard betalen. Ze vinden het dom, je kunt er niet mee schieten. Ronardo legt een blaster op het draaidingetje. Het kaartje voor 5 personen en de gids worden dan overhandigd. De mannen mogen het niet vasthouden, zij zijn de moeder niet. In het foldertje staan alle metrotijden, met rare tijden en letters. Het lijkt een ritueel, heeft rare symbolen, een vreemde taal.
Er is iets anders gebeurd. Maar wat? Als we omkijken staat er een bordje ‘closed for lunch’. Bij de draaihekjes staat een wachter die het zijpoortje open doet ‘voor het gezin’. We gaan de trappen af en tunnels door en komen bij een leeg perron. Er knippert een rood licht. Martin vermoedt dat iemand uit zijn geest heeft geplukt hoe een metrostation eruit ziet. Er is een vies kioskje, maar dicht.
Er komt een ventje de trappen af. Hij heeft lange haren, een vies gezicht en is heel erg mager. Dat lijkt wel een junk, zegt Martin. Rot eens op! Heb je een euro voor me… een pond dan om een kaartje te kopen voor de metro? We kunnen ook van hem kopen, dan kunnen we weer normaal zien… wie ben je eigenlijk? Er volgt een goed gesprek tussen Martin en de junk, Ronardo wordt door Martin naar voren geduwd, hij is goed in dit soort zwamgesprekken. Ronardo biedt hem een pond voor zijn naam. We wachten op de metro. Dit is niet echt? Dat weet je pas als je mijn spul snuift. Het is een soort van poort. De junk is zijn naam weer vergeten, tegenwoordig noemen ze hem ‘Ricky’. Vroeger was hij heel iemand anders, nu is hij een junk. Hij kan niet stoppen. Hij is een beetje gestrand, zit hier al een tijdje. Je moet niet op de rails gaan staan. Dat is gevaarlijk. Hoe komt hij hier terecht? Met de metro, via platform 2. Hij is thuis eens op de trein gestapt. Nu is er maar 1 platform nog, Ricky wil terug naar huis.
Joyrijden wil hij niet. Hij wil iets om een kaartje te kunnen kopen. Dat figuur bij het toegangshek is geen wachter, het is gewoon een ventje. Ricky wil weten wie hij is en krijgt een euro van Ronardo. Patroon is moeilijk uitleggen, is dat zoiets als Bron? Wie heeft dat gedaan? De naam Dworkin komt hem bekend voor, waar is die eentje van? Barimen? Daar was hij vroeger ook van. Suhuy kent hij ook. Beiden zeikerds. Zijn het dwergen? Dan hebben ze zitten klooien. Morwenna geeft Ricky wat ponden, kan hij een kaartje voor kopen hem wat ponden. Haar Patroongebruik valt Ricky op, hij beweert dat het ‘Bron’ lijkt alsof deze vast zit. Martin kan dat ook, William ook, maar Ronardo heeft iets heel anders. Hij heeft zitten klooien ook.
Ricky heeft ooit bron geleerd. Als je er een beetje aan tapt, kun je het gebruiken. Hij denkt dat er mee geklooid is. Dan kent hij Logrus ook niet. Het klinkt als een project van een broer van hem, Argos. Dat is een beetje een klojo. Namen als Oberon, Iolanthe en Brand kent hij niet. Hij heet Garnosh Barimen. Rhexenor vindt hij een maffe naam, waarom heet hij geen Hercules. Waarom hangt hij rond bij de Deep Ones. Morwenna’s naam vindt hij gaan, iets met Mor is altijd leuk. William vindt hij stom, Martin gaat wel, Ronardo ook. Hij. Hij was op weg naar iets en is hier al lang geleden gestrand. Hij moest overstappen naar hier en had geen kaartje.
Door de poort kom je bij een stad, een Koperen Stad ja. Daar wonen een soort waterwezens, monsters die hier niet vandaan komen, maar uit een andere realiteit. Ze hebben dit metrostation verbouwd, daarom is er geen platform 2. Hij zit hier al heel lang, hij is verslaafd geraakt. In de stad heb je dealers. Hij is wel verslaafd aan iets, hij kan het niet uitleggen. Het is iets wat niet kan. Je kunt iets gebruiken als je klooit. Hij is de oudste Barimen. Wayland kent hij, dat is de derde broer, Knirpson kent hij ook en hij heeft nog een zus, Una. Er komen weinig geboortes voor in hun familie. Er is een soort klap geweest en zij zijn ontstaan uit andere wezens die daar woonden. De wereld was versplinterd. Ze hebben zelf de klap veroorzaakt, ze hebben op een machine hebben gemept en deze is ontploft. Hij ziet dan waar Rhexenor mee rondloopt, dat is ook een stukje van de bron (Feniks). Ronardo heeft iets dat aanvoelt dat gejat is van de bron, om simpel ergens te komen (Troef). Rhexenor laat een troefje zien. Garnosh pakt het aan en er zit dan een bloink in. De Troef van Random is nu gebloinkt. Ze doen het hier niet.
Feniks klinkt als de brandende vogel. Het Serpent, met één rood oog doet hem ergens aan denken. Hij heeft echter niet van hem gehoord. Hij ging weg toen Dworkin nog jong was. Huis Barimen is er niet één van dwergen en ook niet van junks. Hij heeft nog een broer Abe (Abraham) en een zus Eva. Namen als Isis en Osiris komen hem bekend voor. Die zijn van een ander huis. Sawall? Nee. Hoe heet dat huis. Huis Ra. Er waren plannen om de boel weer te repareren. Er bleken overlevenden te zijn van de klap. Eén van die figuren, stelde voor om te reconstrueren wat er gebeurd is en dat terug te draaien. Daarvoor moesten ze stukken van de machine hebben.
Project Logrus is een massahengelproject waarmee je naar stukjes van de machine door Schaduwen heen kunt hengelen.
De Abyss was er vroeger niet en is nu een heel groot gevaar. Als het niet lukt alles terug te draaien, verdwijnt alle schaduw in de Abyss. Zij zijn op zoek naar andere mogelijkheden, maar dan moeten ze eerst van de Abyss af. Een begin is dat deze niet meer groeit, een stabilisatieproject. Dat zou Patroon wel eens kunnen zijn.
De vijand probeert dan ook wat. Een aantal melkwegstelsel kwam erachter dat er wezens bestaan die bij de vorige oerknal zichzelf wisten te redden in een soort pocket. Ze hebben geprobeerd om zich op diverse planeten mensen boodschappen in te fluisteren, rituelen te doen, hele werelden te vernietigen. Ze zijn schizofreen. Er is er eentje succesvol doorheen gekomen. Het project om ze te vernietigen is niet gelukt. Die wezens hadden een machine laten bouwen en ze waren er maar net op tijd bij om die te vernietigen. Van daaruit is het universum gescheurd, alsof er miljoenen spiegels uit elkaar sprongen. Hij stond dicht bij de klap.
Een andere mogelijkheid is praten met lui die veel ouder zijn en hun te vragen hoe het zit. Die hebben een invasie gehad.
Hij is ergens heel veel tijd kwijt geraakt. In het vaste kun je niet klooien. Alleen eronder of erboven. Yggdrasil is een vrouw, hoezo een boom?
We gaan naar boven, de kaartjesautomaat wordt hem gewezen en een returnticket geadviseerd. Oh. Die fout heeft hij dus eerder gemaakt door een enkele reis te nemen… omdat hij alleen is, moet hij via de draaihekjes en wij al familie mogen weer door het familiepoortje. Garnosh vindt het belachelijk….
Hij gaat op een bankje zitten en wil een mop vertellen. Morwenna hoopt dat de metro snel komt.
Het begin te waaien, het rode licht springt op rood en er rijdt een zwarte metrotrein het station binnen. De deuren gaan open. Niemand stapt uit, misschien had de trein geen chauffeur. De junk stapt ook in.
De metro beweegt, rijdt de donkere tunnel binnen en ze raken buiten westen.

Rhexenor: hoe zou hij eruit zien als hij mocht kiezen? Stevig gebouwd, brede schouders, gespierd, 2 meter lang, hmm, misschien wat klein. Zes meter is redelijk. Hij wil snel zijn en kunnen lopen, wil scharen en een stekel. Hij is dan een zes meter grote schorpioen met scharen en een stekel.
Ronardo wil groot zijn, 4 meter. Hij zwemt liever heel erg snel. Slank en gestroomlijnd, hij is een grote haai.
Morwenna: klein, 1 meter, lopend, ze is een octopusje, kan inkt spuiten, heeft grote ogen die van kleur veranderen.

Ze komen bij en merken veranderd te zijn in onderwaterwezens. Ze zitten in de geest van een wezen onderwater, ze zijn verplaatst in iemand. Ze herkennen elkaar wel. De grote vis met stekels is William, hij is een beetje giftig. Martin is een slangachtige vis met tanden, meter of 3 lang. En er drijft een kwal met rode strepen. Anderhalve meter in doorsnee. Garnosh klaagt, waarom ben ik de kwal?

Ze zitten heel diep onderwater, ze zien de omtrekken van een soort stad, een koepel met ramen erin. Het is groenig. Onderweg krijgen ze moeilijkheden, ze worden aangevallen en er worden pogingen gedaan tot opeten. Ze hoeven zich geen zorgen te maken over het kleine inktvisje. Er zit ook water in, geen idee waarom het glas is. De koepel is enorm en groot. Er zijn grote wezens in.
Hun formaat is een meter of 12, ze weten dat we er zijn. Eentje herkent onmiddellijk Ronardo, William en Rhexenor. Deze ziet er hetzelfde uit als die in de toren van Babel. Ze kijken in het instructieboekje en begrijpen de taal. Aan de stad vast is een soort koperen altaren waar je je hoofd tegenaan moet drukken. Ze drukken allemaal hun hoofd tegen de altaren, zelfs de kwal.
Ze hebben dan contact met die ene.
“We zien elkaar weer. Ik denk dat ik dan jullie dankbaar moet zijn. Jullie drieën.”
“ Kunnen we vragen stellen.”
“Misschien. Het ligt eraan wat.”
“We zijn hierheen gekomen om te vragen hoe we iets moeten oplossen over onze vijand.”
De Old Ones zijn hun vijand, de groep is door de Ctulhu hierheen gestuurd. Dat is de verrader. Ze hebben oorlog met de Old Ones. De Deep Ones horen ook niet in ons universum, daarom is er een aansluiting gemaakt, de andere hebben ze kunnen vernietigen. Deze laatste lukte niet. Ondanks de verbanning lukt het ze om dingen te doen. De Old Ones hebben nog steeds een aansluiting, misschien meerdere zelfs. Het ligt voor de hand dat je die afsluit, maar dat kan zijn dat er nieuwe komen. De Old Ones zijn heel erg machtig op hun eigen terrein. De Deep Ones zijn dat ook, ze zijn zo machtig dat ze niemand hun rijk binnen laten. Ze kunnen ook fysiek boodschappers sturen. Vroeger hebben ze geprobeerd om rond te lopen en advies te geven, men begrijpt hen echter niet en buiten hun wereld kunnen ze vast gezet worden. Dat is niet permanent, het houdt een keer op en dan zijn ze weer vrij.
Er zijn eerder wezens komen vragen naar de Old Ones. De kwal is het niet gelukt hier te komen, zegt hij. Hij herinnert het zich alleen niet meer, zegt de Deep One. Hij maakte de fout hier fysiek te komen en niet terug te willen. Hij heeft hier heel lang gezeten, heel erg lang en uiteindelijk hebben ze hem toch maar terug gestuurd.
Verbindingen met onze realiteit zijn als volgt te herkennen, ze nemen de vorm aan van een boek, zoals het Necronomicon. Je doet het open, dan creëer je een doorgang. Als je een ritueel hebt volbracht, dan heb je een doorgang. De boeken zijn niet sterk genoeg een fysieke doorgang te creëren, alleen om een geestelijke doorgang te creëren. Iemand raakt dan bezeten, krijgt kennis en een soort sleutel om poorten te bouwen. En een mogelijkheid is om heel veel levens te offeren, dat gebruiken ze om in deze wereld te komen, iets van die wezens beland bij hun gevangenis. Bij zo’n poort moeten ze genoeg levens opofferen, dan kunnen ze er doorheen.
Ze zijn te gek om door te hebben dat ze hier niet meer kunnen bestaan. De Deep Ones ook niet, zij doen ook geen moeite meer. Ze kunnen bestaan bij ons omdat ze er iets op gevonden hebben. De Old Ones hebben niet in de gaten dat ze levens moeten blijven opofferen om te kunnen blijven. Het is eerder gebeurd dat het gewoon gelukt is. Als je ze de kans ontneemt om meer levens op te offeren, moeten ze weer terug en is die wereld verwoest. Een spiraal van verwoesting. Hun manier is dat ze zich niet bemoeien met de wereld, dat ze erbuiten blijven. Ze manifesteren zich maar zijn er niet helemaal. Ze nemen iets van hun heelal mee. Hun wereld is, die van de Deep Ones, voor die van ons, hun wereld is jonger dan die van de Old Ones, ze hebben een permanente strijd gehad. Het is ze niet gelukt ze uit te schakelen. Ze hebben alle boeken vernietigd, wachters ervoor gemaakt die ze opspoorden. In ons geval raak je een Schaduw kwijt. Door de versplintering is het minder erg om een wereld kwijt te raken, wel gemakkelijker hoe die boeken opduiken. Als je uitzoekt hoe zo’n boek opduikt --- in de vorm van een instructie. Ze moeten uitgebreid zijn, ze zijn herkenbaar. Ze zijn anders, niet van onze wereld. Ze moeten zo op te sporen zijn.
De kwal begint over de machine, het wezen begrijpt dat dit een nieuwe manier is, die in hun tijd nooit gebeurd is. Dat lijkt veel meer op wat zij doen, maar nog een stapje verder. Zonder opoffering? Dat is niet helemaal zeker. De machine was zover mogelijk weg van welke beschaving dan ook. Ze weten niet wie deze machine gebouwd heeft, hoe deze daar komt en hoe deze is aangezet. Het kan zijn dat deze is ontstaan doordat zij invloed uitoefenden op het ontstaan van het heelal. Misschien hadden ze dan kunnen worden aangepakt. Hun dienaren zijn aan te pakken.
Van Radius kunnen ze niets maken. Als we beginnen over het Amberietenbloed, schrikt Garnosh behoorlijk, dan hebben ze weer een andere manier gevonden om op deze wereld te komen. Misschien zo gemakkelijker aan te pakken ook, denkt de Deep One.
De Abyss groeit niet. Het klinkt als een fout. Iets dat ervoor zorgt dat het universum verdwijnt. Als alles in het niets belandt, dan heb je kans dat er niets meer is.
Ooit gaan ze besluiten ermee te stoppen en dan doen ze dat zelf. Zij zijn niet geschift geraakt. Ze hebben zich niet geprobeerd om te zetten naar onze wereld. Als er niet meer wordt geofferd, dan verdwijnen ze vanzelf. Ronardo zegt dat er wezens zijn die de natuurwetten aanpassen. Zo mag tijdreizen niet meer… Misschien is zoiets te proberen, de wet aan te passen. Misschien kan er dan niemand meer dood of heeft het bloed geen macht meer? Voor wetten aanpassen is er macht. Die gebruik je daarvoor.
We kunnen er achter komen om uit te vinden hoe dergelijke boeken ontstaan. Ze krijgen een vaste vorm door de schaduw te manipuleren. Die boeken klinkt als klooien. Rhexenor vertelt over Schaduwstormen. Met Logrus is dat mogelijk. Er is dus geklooid, vindt Garnosh. Zij hebben macht gebruikt om wereld aan te passen. Uiteindelijk is er zoveel macht gebruikt dat ze onsterfelijk zijn, dat moet ook ophouden. Sommige van zijn soort zijn het daar niet mee eens.
Hun tijd is voorbij. De Old Ones waren met een heleboel op hun kleine stukje. Zij, de Deep Ones, hebben ruimte.
Als ze ons terug sturen, kunnen ze ons een macht geven waarmee we het weten als we ergens in een wereld of een schaduw komen, of er een doorgang is. Je weet dan ook hoe erg het is.
Die macht kunnen ze ons geven door geestelijk met ons te klooien, we hebben dit talent al latent, we weten alleen niet hoe het te gebruiken. De Deep One zegt dat het geklooi minimaal is. Het zal ons niet almachtig maken, maar helpt bij die taak. Je weet het als je een wereld in komt. Ronardo gaat ervoor. Rhexenor vindt het prima, Morwenna eigenlijk niet maar doet het toch maar, die anderen laten dat ook doen.
Hij wenst ons veel succes, dat we een manier vinden hen te vernietigen. Ergens in de achtergrond merken we dat die wezens een enorme pest hebben aan de Old Ones, er zijn heel veel werelden vernietigd in die tijd van hen.
We worden wakker in een ronde toren. We zien we weer uit als onszelf.
We hebben iemand bij ons, een wat slungelig figuur. Een man van een jaar of 30 met donker, bijna zwart haar, gelig groenige draakachtige bolle ogen als een kat. Een wat hoekig en redelijk knap gezicht. Niet erg verfijnd. Hij heeft brede schouders en een normaal postuur. Zijn bovenarmen en bovenbenen zijn gespierd. We hebben gevoelsmatig het idee dat de tuniek die hij draagt heel ouderwets is. Een bruine tuniek met een zon en een vlam. Hij draagt een bruine suède broek en laarzen. Vrij stijl en kort haar, een beetje van zijn hoofd af staand. Een ragebol zoals Droppa het heeft. 1 meter 70 lang.
Hij maakt een nette, ouderwets aandoende buiging.
“Ieke ben Garnosh.”
We stellen ons opnieuw voor aangezien hij onze namen vergeten is. Granosh heeft geen items en er is geen power te voelen bij hem.
Sommige spullen doen het weer, zoals de drietand, de troeven en de zwarte parel. Er staat een gruwelijke wachter bij ons, met een tentakelhoofd. Hier zijn we door de wachter naar binnen gelaten. Ronardo denkt dat de resten tentakel een dag of tien zijn oud zijn. Die Garnosh heeft nergens last van onder water, hij heeft kieuwen. Ronardo legt uit hoe het zit met Rebma.
Rhexenor geeft hem een Random kaartje. Stom, heeft hij toch niet nodig. Je gaat toch gewoon naar waar je wilt zijn.
Er wordt wat uitgelegd over Schaduwreizen. In Rebma is geen boek of een doorgang. Wie is Llewella, Martin legt uit hoe lekker ze is, ze heeft bijna niets aan. Ronardo laat de hele familie zien. Garnosh zoekt wat kaarten uit, mag hij die hebben? Hij haalt er Flora tussenuit en anders Fiona. Haalt Brand er tussenuit, waarom die? Er is iets met jouw kaartje. Er is mee geklooid, zegt hij.
We bespreken met welk familielid hij het eerst kennis moet maken. Suhuy zou eigenlijk het beste zijn, aangezien hij wat beter in het hoofd is dan Dworkin. Maar om Suhuy te spreken, zal er een tussenpersoon nodig zijn om een gesprek te regelen. Dan toch maar Dworkin, dan moeten ze eerst naar het Oerpatroon. Dan staan we al in de wereld van het Oerpatroon, we merken niet eens dat we verplaatst zijn. Ronardo heeft dat al eens met die reus meegemaakt. Hier is geen boek en geen doorgang. Morwenna loopt richting Oerpatroon, Garnosh loopt mee.
Het is kapot, er is een hoekje niet goed, zegt hij meteen. Morwenna troeft daarop naar Fiona, zeer tot ergernis van Ronardo. Fiona is gekleed in een stofjas, er hangt een brilletje om haar nek en dergelijke. Ze heeft eigenlijk niet veel tijd, maar als ze hoort dat Ronardo er ook is, maakt ze die. Even later troeft ze terug naar Morwenna en deze haalt haar door. Fiona is gekleed in een groen mantelpakje, het staat net niet bij haar vlammende rode haar. Ze wordt voorgesteld aan Garnosh.
Morwenna legt uit dat er iets met het Oerpatroon schijnt te zijn, nu Fiona er toch is, vertelt ze maar meteen dat er een val door Finndo hier is gemaakt, speciaal voor Oberon.
Hmm. Fiona doet iets en we zien een trapje dat naar boven loopt in het midden, een laddertje in de mist. Garnosh ziet het niet. Het kan een doorgang zijn naarr Overschaduw, het is niet meer open. Dat heb jij gedaan, zegt Ronardo tegen zijn moeder. Fiona is er nooit geweest.
In het juweel kun je zien hoe het moet. Als je bron afknijpt, moet je dat zo niet, zegt Garnosh. Dit foutje maakt de Abyss groter…
Ah, daar is ie, Dworkin komt aan wandelen en blijft uiterst verbaasd staan.
“Rot op, wat doe jij hier!” Dworkin geeft Garnosh een stomp in zijn maag, “Waar haal je het gore lef vandaan om zo lang weg te blijven!”
Garnosh is veel sterker dan Dworkin. Nou en? Hij heeft hem echt niet nodig. Eerder heeft hij hen allemaal in de steek gelaten en nu hoeft hij ook niet meer terug te komen. Hij kijkt ons aan. We hoeven het niet voor hem op te nemen. Het kan Dworkin niet schelen wat de reden is, ze hoeven Garnosh niet te zien. Hij rent weer weg.
Garnosh wil het hele Patroon opruimen. Daar zijn Fiona en Morwenna zwaar op tegen. Okay dan, dan alleen even maken. Hij stapt het Patroon op dat vervaarlijk begint te vonken en hij stapt er senl weer af. Het doet een beetje pijn en hij krijgt een beetje jeuk.
Fiona vertelt hem dat ze denken dat Dworkin het Patroon heeft gemaakt met een soort steen. Er zit een rood licht in. Dat kent hij wel. Dat is een stukje van de machine. Het zit nu in iemands oogkas. Dat maakt niet uit, dee machine is toch kapot.
Er zijn vlekken op de lijnen van het Patroon. Martin zegt dat Brand hem hier overhoop gestoken heeft. Is dat zijn bloed? Kom eens hier… Garnosh wil weten wat er gebeurd is. Hij legt de hand op Martin’s schouder en we zien allemaal hoe Brand het Patroon aan het lopen is. Net na de vierde sluier pakt Brand een Troef met veel moeite. De Troef van Martin. Hij haalt hem door en steekt hem overhoop. Martin tracht weg te komen, Brand zit hem achterna op het Patroon, Martin grijpt een Troef en weet te verdwijnen. Brand doet dat ook. Het bloed vormde een wolk die neerzakte op Patroon, er verschijnen zwarte draden in.
Dan zien we Oberon verschijnen met een hanger, die het Patroon loopt terwijl het rustig blijft. De zwarte draden verdwijnen uit het Patroon en Oberon wordt gegrepen door een klauw die van boven komt. Er verschijnt een rare vogel, geen servant van Oberon die het juweel oppikt dat op et Patroon ligt en de vogel verdwijnt.
Morwenna zegt dat Oberon niet zoveel verstand zou hebben van Patroon, iets dat Fiona al bekend was. Ze weet dat Oberon meer verstand heeft van andere dingen.
Corwin heeft niets gerepareerd aan dit Patroon en Fiona ziet er niets fout aan. Garnosh wijst dat ene hoekje aan. Dat is het laatste stuk, dat heeft te maken met Amberieten. Brand heeft geprobeerd de Amber familie te verzwakken. Met het juweel zou Morwenna het kunnen maken, zegt Fiona en anders Eric. Het beperkt ook de bron, zegt Garnosh. Dworkin doet echt raar, deze is verbonden aan het Patroon. Fiona vindt herstel van het Patroon de moeite waard als Dworkin hier wat normaler door wordt.
Garnosh ziet het begin niet. Morwenna besluit hem te helpen. Ze houdt hem aan de schouder en duwt hem voort, hij ziet hete hele lijnenspel niet. Het Patroon valt hem aan, maar Morwenna niet en zo lukt het toch. Hij heeft er verder helemaal geen last van. Morwenna vermoedt dat het Patroon hem niet herkend en dat hij niet bestaat, al die lui die bestonden voor het Patroon hebben dit probleem. Het Patroon probeert vat op hem te krijgen. Hij zal nooit Patroon kunnen, weet ze ook.
Hij komt bij het stuk dat kapot is, het verandert en het is geen bocht meer. Morwenna loopt nu het goede Patroon. Het is minder zwaar, maar wel heftiger. Er is iets veranderd, maar ze weet niet wat. In het midden komt Dworkin weer aanrennen, wat heb je nu weer gedaan! Morwenna verplaatst Garnosh naar Dworkin, dat gaat simpel. Dan staat ze zelf in het midden en verdwijnt naar de Schaduw die ze ooit met Randal heeft opgebouwd, naar de steencirkel daar.

Bij het Oerpatroon ontstaat een hele discussie tussen Dworkin en Garnosh, er was immers niets mis met het Patroon! Of Garnosh inmiddels na heeft kunnen denken. Ze verdwijnen allebei, Dworkin leek een stuk rustiger dan eerder.
Fiona vraagt wie ze nu hebben opgedoken, maar laten ze eerst koffie gaan drinken. Martin en William mogen mee. Martin weet wat coffeeshops waar je drugs kan kopen. Ze gaan naar de markt in Utrecht, gezellig op een terrasje. Hier is een boek, weet Rhexenor. Alleen een boek, geen volledige doorgang.


Quote:

“Laten we gezellig op een terrasje koffie gaan drinken.” -- Fiona
“Waarom gaan we niet naar een wokrestaurant? -- Rhexenor

91. Wachter van de Meesters en Dienaren

Martin en Rhexenor vinden het behoorlijk saai hier. We gaan de troonzaal uit en
Morwenna bedenkt dat er best een zaal vol kan zijn met een heleboel harige monsters. Martin en Rhexenor zijn verbaasd als ze de monsters zien. Ze pakken hun zwaard, de monsters zijn wittig en harig het lijken aapmensen. De eerste Yeti tracht Rhex’ arm eraf te trekken. Rhex steekt met zijn zwaard en raakt hem. De Yeti hangt aan zijn arm, zet zijn tanden in zijn arm. Hij is wat laat dood, bedenkt Rhexenor. Ronardo stompt er één met zijn destructieve handschoen, de Yeti smijt hem op de grond. Morwenna wordt door de troonzaal heen geslingerd. Ze trekt haar zwaard, maar aangezien het neerkomen pijnlijk zal worden, prepareert ze zich daarop, er komen twee Yeti’s achter haar aan. De apen zijn snel, sterk en hebben Patroon. We worden als lappenpoppen rondgetold. De apen zijn nog nogal enthousiast, William heeft geen monsters gehad en prikt er eentje in zijn nek. Rhex transformeert zijn wapen in een klauw om sneller en beter te zijn, met een klauw worden de armen doorgehakt. Weer een Yeti dood. Een fysiek schild helpt goed, merkt Ronardo.
Morwenna heeft net haar zwaard als ze bij haar zijn, ze snijdt een pees door, iemand roept ‘liggen’ er vliegt een muur van messen over hen heen.
Als ze alle troep kwijt zijn, is William uiterst tevreden, twee Yeti’s dood. Martin dood er eentje. Ronardo’s schild is best goed. Morwenna zit als enige onder de troep.
Hoe ze hier kwamen? Beetje Patroon, zegt Morwenna. Bedankt, het was gezellig, maar het hoeft niet meer, zegt Martin.
De groep gaat het hoekje om en ze zien een poort. ‘Shit, volgens mij is de poort verkeerd uitgekomen,’ zegt iemand met een Rebmaans accent, ‘toevallig’ kwam de poort hier uit. De poort en de groenharige mensen verdwijnen weer.
William biedt Morwenna een spreuk aan om zich schoon te maken, ze zegt dat ze best wat kan klooien indien nodig. De anderen bedenken een hele riedel aan mensen die haar zo niet moeten zien.
Nog niet lang geleden zijn er hier een aantal deuren geduwd… Gérard. We komen in een zaal vol met allerlei spullen. Ronardo ziet rekken met magische harpoenen, Rhexenor neemt er een paar mee. Ook zijn er gewone speren, ook al magisch. Er zijn kasten met rustingen in glazen vitrines, de ene nog mooier dan de andere. De rustingen hebben gouden schubben en een haaienkop of vissenkop als helm. Getande messen als wapens in het holster. Er is wat mee. In het midden van de zaal is een gouden onderzeeër voor twee mensen te zien, een langwerpige rare vis met schroeven. Er is een gouden badkuip en meer troep.
Er is heel veel vergulde zooi, alsof het iemands rommelzolder is. Er zijn kisten met juwelen, kettingen en kroontjes. Het zijn schatkisten die ergens vandaan lijken te zijn gekomen, ze hebben een tijdje onder water gestaan. De rustingen zijn goed, de speren ook.
Morwenna gaat naar een zijkamertje en met conjuration aan de slag, water om zich te wassen en nieuwe kleding aantrekken. Al met al duurt dat een uurtje of twee.
Rhexenor interesseert zich voor kanonnen die in Amber werken of het juweel. Jammer, dat is er niet. Wel een metalen hond met ogen die op juwelen lijken en die een achterpoot mist. Die poot zat ooit los. Er ligt geen losse poot ergens. Er ligt wat Rhexenor betreft een heleboel oude rommel. Hij vindt een rek met amfora’s. Eentje maakt hij open, er komt wijn uit. Ze zijn verzegeld, er zijn er nu nog 12. Gelukkig zijn er ook nog gouden bekers in een schatkist die hij vol schenkt. Martin lust ook wel, hij houdt wel van Griekse wijn. William studeert spreuken, maar lust ook wat. Morwenna komt weer binnen, Ronardo is klaar met schetsen.
In de hond blijken tandwielen te zitten, het is een mechanische hond. Iemand lijkt er met geweld een poot te hebben afgerukt.
Morwenna suggereert dat ze de wijn ergens anders heen laten gaan, deze is best goed. Martin pakt een troef van Random, Rhex troeft Deirdre. Alle amfora’s verdwijnen razendsnel in troeven, voordat één van de anderen iets soortgelijks kan doen. Ronardo en Morwenna bekijken de mechanische hond. Alles kan bewegen aan dat ding. Het is magisch geweest, ook iets met conjuration. De bek kan bewegen en de staart. De tanden zijn van een keihard kristal en hier en daar beschadigd.
Daarna gaan ze rechtdoor. De gangen hier zijn ouder. Links is het meest interessant zegt William op Ronardo’s vraag. Ze gaan steeds dieper en komen in een hal met nissen met allemaal tombes. Ze zijn volgend Morwenna een paar duizend jaar oud. Het zijn tombes van oude koningen en adel van Rebma. Een Rebma van heel lang geleden. Sommige tombes open gesmashd, er zijn doorzochte graven en dergelijke. Alles is zeker een jaar of 4 tot 5000 jaar oud. Er is vrijwel niets magisch. Alleen wat resten magie in waar de boel is opengebroken, deze zijn laatste 100 jaar geplunderd. Dat komt Martin bekend voor, Merlijn is hier vast wel eens geweest. In diens werkkamer staat allemaal Rebmaanse zooi.
Morwenna zoekt naar informatie over dit alles hier en vindt in een kapel wat afbeeldingen. Ze krijgt het idee dat het oude Rebma óf aan zee lag óf een eiland was, ze hadden heel veel met water, maar het lag niet allemaal onder water toen. Er zijn afbeeldingen van mannen in pakken onder water, die rustingen die ze eerder gezien hebben waren daar blijkbaar voor. Verder is de informatie minimaal.
Intussen zijn de heren op zoek naar magische voorwerpen in de tombes en graven. Na heel veel zoeken vinden ze een grote zwarte parel (10 cm doorsnede) waar iets mee is en een drietand waar iets heftigs mee is. Martin neem de drietand mee en Ronardo de parel.
Dan gaat de groep verder en komt bij een wat vervallen kamer met een deur. Een voorraadkamer. In een grote ronde ruimte is een wenteltrap naar boven en naar beneden. We gaan de trap af. Er zijn ramen, een soort schietgaten. Af en toe zwemt er een vis voorbij, beneden lijkt er wat beweging te zijn. Van onderaf wordt het donker en het komt onze kant op. We zien niets meer, ook ons licht helpt niet. Rhexenor kan ook niets zien met geshapeshifte ogen.
Morwenna tracht op de tast iets te voelen, het voelt een beetje slijmerig. Ze zwaait haar zwaard wat heen en weer. Ronardo raakt iets hards als hij omhoog steekt. Rhexenor gaat op reukvermogen verder, het stinkt alleen enorm. Op de tast moeten we terug. Op een gegeven moment komen we uit de donkerte. De stank is niet om te harden, de donkerte kruipt omhoog. We komen weer in een ronde ruimte voordat we weer wat kunnen zien. Dit is een andere ruimte waar allemaal stenen tafels staan, eettafels.
Ronardo, inmiddels de Rebma specialist, kent een licht-absorberende vis. Hij is getrouwd met een dame die er verstand van heeft en hij troeft haar. Hij ziet er gek uit, vindt ze. Hij glimt van iets. Hij vertelt over wat we hebben gezien. Het is een inktvis, zegt ze. We zijn niet geinkt, zegt hij. Als het een echte inktvis onder water is, betekent het ‘wachten tot deze weg is’. Het is een verdediging en hopelijk maakt hij dat hij wegkomt terwijl we wachten. Anders moeten we trachten deze weg te jagen. Ze zijn bang voor scherpe dingen. Vraag het anders aan Rhexenor, die heeft verstand van wezens. Troefcontact is dan voorbij en de vraag wordt aan Rhexenor voorgelegd.
Rhexenor gaat in beraad met de Feniks. Aldus Feniks is dit geen gewone inktvis of monster. Er is hier vrij veel leven, maar alles blijft uit de buurt van dat ding.
Rhexenor wil contact zoeken met dat ding. Het heeft niets met Feniks of het is afgeschermd. Hij zet zijn helm op, kan daar gewoon mee zien en gaat naar beneden. We weten niets tegen inkt en besluiten te wachten tot het lawaai is opgehouden.

Rhexenor staat tegenover een groot wezen dat op twee achterpoten staat, een inktvissenkop heeft met daaraan twee tentakels. Hij valt aan en begint vreselijke hoofdpijn te krijgen, maar goed dat hij de helm op heeft. De tentakels zijn weer aangegroeid als hij ze afhakt. Dat ding is afschuwelijk sterk, hij omwikkeld Rhex’ armen, deze heeft koppijn, het wezen lijkt wel een soort van alien. Rhex probeert een contact, waarom val je me aan?
‘Huh?’ hoort hij in zijn hoofd en de hoofdpijn wordt minder. Hij wordt losgelaten en voelt een soort verbazing in zijn hoofd. Hij heeft wonden van zuignappen en dergelijke. Het ding praat op een enge manier in zijn hoofd. Rhexenor stelt zich voor, het ding is een wachter en bewaakt een toegang. Hij is verbaasd dat Rhex iets kan zien. Hij kent het soort magie van de helm wel. Hij heeft iets van herkenning bij woord Abyss, komt er niet vandaan echter. Het wil weten wie hij bij zich heeft. Rhexenor somt de groepsgenoten op en laat hem zelfs hun Troeven zien. We zijn hier om de Deep Ones te zoeken. Zijn dat de meesters? Waarschijnlijk. Waarom komen we dan met wapens? Er zijn dingen die ons hier aanvallen, legt Rhexenor uit. We komen hier zelfs Yeti’s tegen.
Hij moet zijn vrienden maar halen.
De anderen zien dat de duisternis omlaag zakt en Rhexenor steekt zijn hoofd uit het gat. De groep gaat mee en komt een gruwelijk monster van drie meter hoog tegen bij de trap.
Ze zien koude ogen die hen aanstaren ze voelen een lichte hoofdpijn aankomen. Ze zijn iets aan het afschermen, Rhexenor zegt hen dat niet te doen. Ze laten het vallen. Voor Morwenna is het contact een beetje als ze met haar valk heeft, voor Ronardo lijkt het eerder op Troef. De wachter heeft een vreselijke stem.
Het begrijpt dat wij bij degene met de helm horen. Hij is verbaasd dat we hier zijn en ook dat sommigen van ons dingen bij zich hebben uit de Abyss. Hij vindt daar iets van. Waarom heeft Ronardo dat zwaar vervloekte voorwerp meegenomen? Hij heeft et over de zwarte parel. Deze heeft een vervloeking, iets dat onheil aantrekt. Fascinerend, vindt Ronardo.
De Wachter bewaakt de toegang tot een wereld. De dienaren wonen daar, van de Meesters. We zijn op zoek naar de meesters. De dienaren zijn mensachtige rare holle wezens, slijmdingen, een soort draakachtige slijmdingen en wormen die niet helemaal goed zijn. Ze moorden elkaar uit en regenereren dankzij de macht van de meesters. Ze hebben geen opdracht.
De Wachter hoort hier niet, hij heeft een sterke en rare geest. Er gaan wel eens dienaren uit. Er is een poort naar en een tunnel naar de wereld naar de meesters.
De Wachter bewaakt een aantal soorten wezens die er niet door mogen, niet richting de meesters. Het gaat om wezens die geen geest hebben, golems, wezens die opnieuw bestuurd worden door iemand anders, zoals slaven. Op ‘Radius’ heeft hij een heel heftige reactie. Er zijn wezens die niet zelf denken, alleen een lichaam hebben, wezens die gestorven hadden moeten zijn. Niet levend dus, er zijn erbij die slimmer zijn. Het zijn engerds. Hij heeft er echter moeite mee deze te verslaan. Het lukt hem alleen als hij terug stapt door de poort en ze daar aanpakt. Specifiek vampiers. Ook tegen de lui van Dark End heeft hij een heftige aversie, die haat hij. Hij haat ook Ctulhu en aanverwante zaken.
De vijand stuurt meestal dingen. De ergste zijn de gezegenden, een soort gelovigen, de discipelen. De vijand zelf komt hier gewoon nooit. We mogen de toegang nemen, we vallen niet binnen de categorieën. Hij herkent wel dat we allemaal bezoedeld zijn door de vijand. Daarom die reactie in de eerste instantie.
Hij wil nog wel zeggen dat hij voor een ingang staat die hij blokkeert waar we met zijn toestemming doorheen mogen. We zullen dan merken dat dingen anders werken. Daar moeten we doorheen reizen naar de meesters, we zijn op weg naar de koperen stad. Als we bij de koperen stad arriveren, zullen we meer van zijn collega’s tegenkomen.
Ronardo vraagt waarom deze stad nu onder water is. Daar weet hij niet alles van. Ze hebben er spijt van een doorgang te hebben gemaakt van hun gedeelte naar ons gedeelte. Ze hebben last van een vervelend soort macht, een hinderlijke stoorzender die alles plat legt. Dat was er vroeger niet.
Wat hem betreft was dit altijd al onder water. De wezens met wie hij in verbinding staat, vermoeden dat de vijand geprobeerd heeft een doorgang te maken en dat het toen mis is gegaan. Lang geleden was er een soort aardbeving, een vulkaan onder water die ontstond doordat een vijand bezig was een doorgang te maken naar de poort. Het ging mis, de aardbeving kwam en er is geschoven met massa en de wereld. Nu zijn er dingen in de buurt, zoals die machtsplaats. Dat maakt dingen onmogelijk, het saboteert veranderingen. Logrus kennen ze indirect via de Abyss en dat is weer een hele grote plaats van niets die wacht om de hele wereld op te kunnen slokken. Het is gevaarlijk, je weet nooit wat het doet. Er komen wel eens dingen uit de Abyss die ze er liever niet uit hebben. maar daar zijn ze op getraind. In de Abyss huizen dingen waarvan je niet weet wat ze willen. De Abyss is hier dichtbij, een kloof onder water.
Wij hebben gekke gedachten over voortplanten, over dingen kapot maken en dingen willen hebben. Daarnaast willen ook nog de wereld redden en dergelijke.
De dienaren zijn een beetje te vergelijken met kinderen en niet sterk. Ze regenereren en ze zijn groot. De holle mensen zijn raar, die groepen met meer samen.
Troeven vindt hij raar, waarom is dat zo vastgelegd, het is een beperking.
Hij en zijn broeders doen dat niet en ze zijn met steeds minder. Ze zijn bedacht door de meesters.
Er zijn enkele wachters die omkwamen omdat er iets mis ging met verplaatsen. Of iemand riep ze, het is niet gemakkelijk hen te roepen, als je het juiste ritueel weet, kan je ze roepen en dan ben je gedwongen te komen kijken. De collega’s met wie het is gebeurd, zijn niet meer terug gekomen. Nee, zij zijn geen demonen, dat zijn wij al. Met name William is hoogst verontwaardigd.
Ze zijn geïnteresseerd in kennis en ideeën. Spullen zijn niet interessant, Ronardo legt uit dat wapens een hulpmiddel zijn. Dan gaan we de poort door.

Het is gewoon een gang. We gaan deze door, er verandert iets alsof we in een andere Schaduw komen, een beetje als een Gouden Cirkel poort. We kunnen geen magie, we hebben geen eten. We eten de resten op. Het kost Ronardo een uur de om blaster aan te krijgen, techniek werkt hier. Alle mannen zijn blij. Martin en Ronardo krijgen alles aan de gang. Het Patroon van Rebma zit hier in de buurt. We lopen een aantal gangen door, we kunnen hier niet komen met Troef en eruit gaan op deze manier. Ronardo zegt dat een auto wel handig, Morwenna manipuleert met Patroon en er staat een Jeep te wachten als we de gang uit komen. Het is een technisch exemplaar. Met grote wielen en een goede vering.
Ronardo en Rhexenor gaan voorin, de andere drie achterin. De Jeep werkt, er zit verder alleen een rem in. Er zijn vier handels voor ieder wiel. Ronardo rijdt door een draak/ wormachtig ding met twee koppen.
We rijden door ruw terrein, er zijn flatgebouwen te zien die kapotgeschoten zijn. Er fladderen dingen in de lucht, nijlpaarden en dergelijke in groepjes van twee of drie. Er kruipt een tweekoppige worm over de grond die onderling ruzie hebben. Er staat een flatgebouw met een menigte daarvoor, ze hebben holle ogen, een hol gezicht en alle gezichten draaien onze kant op en ze beginnen naar ons toe te rennen. Martin en Rhexenor schieten en ze ontploffen. Het zijn ploppers. Op de weg staan ze ook, Ronardo rijdt er dwars doorheen. Het lijkt wat op Dark End. Alleen is er geen hemel, het is donker. Er wordt gemopperd over het feit dat dit een jeep is zonder enige bewapening, een volgende keer moet Morwenna dat handiger aanpakken. Dankzij Martin, die precies weet waar hij over praat, rijden we en kant op waar een uitgebrande jeep staat met een kanon. We worden onder vuur genomen door een beest, een breedbek-kikker. Volgens een bordje waren we in Sin City. Bij een kruising is er een bordje: ‘horror beach’ links en ‘transit’ naar de andere kant.
We gaan richting transit. De nijlpaarden zijn geen ballonnen, maar het lijken meer bommen.
Aangekomen bij Transit staat een machine op vier poten en een koepel en het blinkt. Er slaat een elektrische bol in. Hij kan natuurlijk mis schieten, bedenkt Morwenna en dat lukt aardig. Rhex’ kanon van Rebma wil niet. Dan maar een dennenappel erin. Zolang de jeep onder het ding is, heeft de groep geen last van het geschiet. Helaas heeft de vierpoot geen last van de granaat.
Rhex springt uit de Jeep, hakt een gat in het ding, er springt een plaat uit en hij kan erin. Er zitten allemaal machines in. Rhexenor gooit er een dennenappel in. Martin had wel zo’n tank willen hebben.
De vierpoot ontploft, de groep bereikt de poort, het ziet eruit als een metrostation. Ze horen ook iets remmen en er stopt iets. De wereld houdt hier op. De tunnel loopt de wereld uit.


Quotables:

“Hoe komen die Yeti’s hier?” -- Martin
“Jullie vonden het nogal saai. Ik heb gemanipuleerd met Patroon.” -- Morwenna
“Ben je gek? We gingen er bijna aan dood! Niet meer doen graag.” -- Martin
--
“Toch wel raar hè, wat deden die Yeti’s hier onder water?” -- Rhexenor

“Er zit daar een inktvis. En aangezien jij degene bent die verstand heeft van wezens…” -- Ronardo
“Wat is een inktvis?” -- Rhexenor

“Jij hebt Feniks. Je zou moeten weten wat er is.” -- Ronardo
“Feniks is geen vizier waarmee je wezens en hitpoints kunt zien zoals bij bepaalde computerspelletjes.” -- Rhexenor.

Friday 11 September 2009

90. Kinderen/ Jaloezie/ Beneden Rebma

Amber, the Ancients. Een aantal jaar later.

Allereerst een woordje over de kinderen van…

Rhexenor en Dyenne
Cathrynn
Nu 14 jaar.
Uiterlijk: blond haar, blauwe ogen, lijkt qua lichaamsbouw op Rhexenor, qua gezicht op Dyenne. Ze is behoorlijk actief, bazig en druk, ze is een goede shapeshifter, is sterk en radicaal en doet dingen zonder nadenken. Men zegt dat ze in haar manier van doen ook veel van Nicolas Hendrake weg heeft.
Leonidas
Nu 12 jaar.
Uiterlijk: zwart haar, bruine ogen. Zijn bouw is meer die van Corwin (dus vrij lang), hij lijkt op Rhexenor qua uiterlijk. Hij lijkt ook wat op de vader van Dyenne qua bouw. Leonidas lijkt geen aanleg te hebben voor wat dan ook, maar is een oplettend iemand. Hij is heel sterk en heeft aanleg voor technics. Hij is stiller en meer een volgeling. Overigens luistert hij niet naar Rhexenor, Cathrynn ook niet. Hij slaat met liefde de exjes van Cathrynn in elkaar
Helena
Nu 8 jaar.
Uiterlijk: blond haar, bruine ogen, ze is ook vrij lang. Ze is wat stiller en wat gehoorzamer dan haar broer en zus. Ze heeft aanleg voor Patroon en Sorcery. Ze kan overweg met haar broer en zus. Alle kinderen hebben meer manieren dan Rhexenor.

Ronardo en Moyra
Shakira
Nu 15 jaar.
Uiterlijk: lichtgroen haar en bruine ogen. Ze is klein en redelijk stevig. Ze praat graag met mensen, is druk en doet veel. Ze heeft veel vriendjes en verslijt ze ook. Ze vindt mensen interessant, ze heeft aanleg voor magie, Troef en Feniks en veel bezig met planten en dieren.
Apollo
Nu 12 jaar en zes maanden.
Uiterlijk: blond haar en groene ogen. Hij is stevig gebouwd en breed in de schouders, is erg goed in het kapot maken van spullen. Hij houdt van sport, kan niet tegen zijn verlies. Apollo houdt van vechten en ziet in alles een wapen. Hij wil geen magie leren. Uiteindelijk hebben zijn ouders hem naar Bleys gestuurd en daar heeft hij toch wat magie geleerd omdat het ook destructief gebruikt kan worden.
Jeffree
Nu 10 jaar en zes maanden.
Uiterlijk: rossig haar, bruine ogen. Hij is lang, houdt van observeren, wil van alles in elkaar zetten en uit elkaar halen en verbeteren. Hij heeft interesse in powers, Patroon, en technics. Hij vormt een vervelende combinatie met Apollo
Leila
Nu 6 jaar.
Uiterlijk: rood haar, blauwe ogen, vrij lang en redelijk stevig. Ronardo en Moyra wisten niet wat ze met haar aan moesten, maar ze blijkt aanleg te hebben voor techniek. Ze vindt Kashfa stom, daar kan ze niets. Ze begrijpt niet hoe magie werkt. Het is niet logisch, volgens haar zou alles via internet moeten kunnen…

Morwenna en Mandor
Owen
Nu 17 jaar en drie maanden
Uiterlijk: donkerbruin warrig haar, blauwe ogen (als Morwenna). Wat duidelijke trekken van Mandor, lijkt ook wel op Julian en heeft dezelfde bouw en lengte (1.78 meter) als Julian. Gaat heel goed om met de valken, paarden en honden, veel beter dan Morwenna eigenlijk, meer zoals Julian. Kan ook met dieren praten. Hij is bezig met Patroon, een heel goede shapeshifter en goed met Conjuration. Mensen vinden hem aardig, maar hij is erg verlegen en hopeloos met vrouwen en meisjes.
Randal
Nu 17 jaar en zeven maanden
Uiterlijk: halflang donkerbruin warrig haar, blauwe ogen (als Mandor). Uiterlijk sprekend Mandor, tamelijk tenger, is 1.80 meter lang. Is erg ondernemend en actief, heel goede prater en heel aardig. Gaat gemakkelijk om met mensen en ligt goed bij de meisjes. Hij is het brekebeentje van de familie, onderneemt van alles, maar is erg onbesuisd. Shapeshiften is voor hem heel moeilijk. Hij is bezig met Logrus, is goed met Sorcery en Technics
Essilt
Nu 15 jaar
Uiterlijk: lang lichtblond haar, blauwe ogen (als Morwenna). Heeft qua uiterlijk het meest van Morwenna weg en ook dezelfde bouw.
Ze is de tweelingzus van Iestyn en heeft een heel sterke band met hem. Ze praat niet
als het niet moet, is erg stil, moeilijk hoogte van te krijgen. Zeer gereserveerd en afstandelijk. Heeft erg veel aanleg voor Troef, is een goede shapeshifter, en lijkt aanleg voor Logrus te hebben. Bezig met Sorcery en Power Words
Iestyn
Nu 15 jaar.
Uiterlijk: halflang witblond haar, blauwe ogen (als Mandor). Heeft qua uiterlijk erg veel weg van Mandor. Hij is vrij tenger.
Hij is de tweelingbroer van Essilt en heeft een heel sterke band met haar. Is vrij actief, maar tegelijkertijd ook lui. Hij is wat afstandelijk. Hij begon als peuter al met Machtswoorden en Sorcery, is nu ook bezig met Conjuration. Een echte Sawall, lijkt ook aanleg voor Logrus te hebben. Een goede shapeshifter.
Bryana
Nu 13 jaar en zes maanden
Uiterlijk: lang bruin haar, heel lichtbruine, bijna goudkleurige ogen. Schijnt qua uiterlijk heel veel op Lenore (de omgekomen tante van Morwenna) te lijken.
Bryana is erg vlot met alles, erg ondernemend en actief. Een heel open kind. Gaat erg veel om met vooral Essilt, maar kan het met iedereen goed vinden. Ze heeft wat aanleg voor magie en Patroon, ze is een goede shapeshifter.


Zes jaar na de slag om het paleis van Chaos
Deirde de Eerste is de koningin van Amber, men vindt dat ze maar eens moet trouwen. Van Corwin en Eric hoeft het niet zo. Er zijn wat conflicten geweest. Dat met die poorten is nooit goed opgelost, nieuwe poorten lopen gewoon leeg na een week. De poorten worden goed in de gaten gehouden, er worden steeds konvooien door Gérard, Caine en Bleys geleid. De luchtschepen komen niet in Amber zonder Amberiet. Amber stad komt niet zonder voedsel te zitten. Er zijn manieren ontwikkeld waarop de Gouden Cirkel landen via via via in Elysium terecht komen. Amber is steeds meer geïsoleerd en heeft betere banden met Chaos. De legers van Deirdre zijn dan ook geïsoleerd. Troeven werken wel, Random waarschuwt regelmatig dat deze worden afgeluisterd en dat er valse berichten door binnenkomen. De communicatielijnen zijn daardoor langer. Alsof het een vijand is die voor de langere termijn gaat. Er wordt gedacht aan Dalt, deze is eens een Gouden Cirkel land binnen gevallen en een paar keer Begma als ze op het punt stonden iets nieuws te ontwikkelen. Dalt schijnt een paar Schaduwen te bezitten en te bezetten in de buurt van de Gouden Cirkel. Benedict heeft steeds minder zin om dat recht te zetten.
De andere kant heeft toch vaak Dalt ingehuurd, deze biedt steeds zijn diensten aan tegenstanders van Amber. Toch schijnt hij ook zijn eigen problemen in zijn eigen Schaduwen te hebben.
Dara en Gramble zitten nog steeds op de troon van Chaos. De adviesraad doet het leuk, de militante jongeren zitten in Elysium. Jason blijft lastig, stookt regelmatig iemand op. De Hoofden van het Huis hebben gedreigd hem eruit te gooien. Mayna Mason en Rodney Amblerash doen het erg goed. Met name Rodney is slim, heeft powers en is behulpzaam. Ze zijn aardig en actief.
Xena heeft zich nog niet aangemeld, maar ze is er erg vaak te vinden.
Rhexenor en Ronardo komen regelmatig in aanraking met Xena, de oudere kinderen worden daar opstandig van, ze willen dan ineens aan de drank en dergelijke.

Ronardo spreekt Martin erop aan. Deze vindt dat Xena volwassen is. Alle kinderen gaan door zo’n fase heen. Hij zal een keer praten met Sientje. Ronardo heeft Xena ooit een keer geholpen, ze moet maar eens dankbaar zijn… Rhexenor en Despil hadden het er ook al over, moppert Martin.
Een paar dagen later komt Xena haar excuses aanbieden, ze neemt zelfs een doosje chocola mee. Vlak na Xena’s vertrek komt Shakira vragen of zo’n heroïnespuit lekker is. Ronardo raadt het af. Xena zei dat Shakira dat niet moest proberen. Haar vader deed dat nogal veel. Shakira denkt dat ze daar dingen van kan leren als ze dat doet. Alcohol is ook niet goed, vertelt haar vader haar meteen. Wel als Moyra en Ronardo het drinken uiteraard.

Cathrynn wordt dronken met Xena en ze zitten op het dak van het landhuis. Rhexenor is boos op zijn dochter en stuurt Xena naar huis. Cathrynn is behoorlijk tipsy. Rhex vindt dat ze gesobert moet worden en naar bed moet gaan. Ze heeft nog nooit veel gedronken, protesteert ze. En het is niet Xena’s schuld, deze zei dat ze pas mocht gaan drinken als ze 21 is en kreeg vervolgens een kratje met inhoud om 7 jaar lang naar te mogen kijken. Ze verwijt haar vader dat deze op zijn vader lijkt. Dat is niet waar, zegt Rhexenor, zijn vader is nooit serieus. Maar hij wel: pas vanaf haar 16e mag ze drinken. Ze struikelt de trap op, ze is toch niet helemaal ladderzat. Op haar kamer staat een kratje met lege flesjes. Dan wordt alles uitgekotst, maar daar is het personeel voor.
Later spreekt Rhexenor Xena rop aan. Deze is heel verbaasd, ze had nog zo gezegd dat ze er niet aan mocht komen. Het was geen bier, het waren mixjes, breezertjes. Ze heeft haar lesje goed geleerd nu toch? En Rhexenor vindt ze een ouwe lul (in leeftijd schelen Xena en Rhexenor nagenoeg niets…)
Hij leest haar flink de les, geen drugs, geen tabak, geen alcohol. Ze mag helemaal niets meenemen als ze hier komt. Ze steekt de gek met hem als hij iets zegt over pijpen.
Xena vindt het een slechte zaak dat Cathrynn nooit met andere kinderen in aanraking komt, ze moet wat meer tussen andere kinderen komen.

Xena heeft ook invloed op de jongens van Morwenna en Mandor, op een avond komen Randal en Owen stomdronken en waggelend binnen, ruikend naar stickies. Morwenna stuurt ze linea recta naar hun kamer om hun roes uit te slapen en neemt ze, zodra ze ontnuchterd zijn, mee op een tour in Schaduw. Afkickcentra bezoeken en ze alles, maar dan ook alles te laten zien en meemaken wat met een teveel van verslavende middelen of verslavingen daaraan betreft. De jongens zijn onder de indruk, mensen die in hun eigen kots liggen, helemaal van de wereld af zijn…
Tijdens een etentje vraagt Randal of Morwenna misschien probeert om hen dergelijke middelen te verbieden? Nee, zegt Morwenna. Jullie mogen natuurlijk doen wat jullie willen, het is jullie leven. Randal vraagt of ze dat meent? Uiteraard meent ze dat, het enige wat ze heeft gedaan is hen laten zien wat de gevolgen zijn en vooral hoe het er voor een ander uitziet.
Oh. Morwenna merkt dat de lol er voor Randal na die uitleg af is. Voor Owen was dat al wat langer het geval. Vanaf die tijd gaan ze zich niet meer te buiten, al drinken ze zo nu en dan bier.
Morwenna spreekt ook Xena erop aan die de onschuld zelve speelt. Ze had nog zo tegen de jongens gezegd hoe slecht het was en dat het beter was het niet te doen en dergelijke. Morwenna zegt dat Xena haar kinderen niet hoeft op te voeden. En als ze nog een keer zoiets merkt, ook alvast wat de jongere drie kinderen betreft, zal Xena de toegang tot Elysium ontzegt worden. Xena heeft een grote mond, Morwenna is niet modern genoeg en dergelijke.
Xena blijft op een bepaalde manier irritant. Totdat Mandor zich er een keer mee bemoeit. Xena is dan woedend en vertrekt voor een poos.

Vraag aan de spelers van de GM:
Schrijf op waarom je na zoveel jaar denkt nog steeds bij dezelfde partner te zijn. De GM zal dan ook iets schrijven over je partner.


We zijn van elkaars kinderen op de hoogte. Shakira is een beetje verliefd op Randal en Owen. Randal is populair, Owen is ontzettend verlegen. Owen heeft soms wel aansluiting met de meiden vanwege zijn liefde voor dieren. Morwenna’s tweeling trekt niet zo erg op met de kinderen van de neven, maar klitten op dergelijke bijeenkomsten bij elkaar. Bryana kan met iedereen goed overweg.
Leonidas en Apollo kunnen het samen heel goed vinden, ze vinden beiden haaien interessant. Of met krokodillen worstelen met ome Gérard.
Met 14 is een Amberiet/ Chaosiet toch al behoorlijk volwassen.

William is getrouwd met Amalia en ze hebben twee kinderen. Tijdens de bruiloft heeft Morwenna Amalia aangesproken over haar aandacht voor Mandor. Amalia vindt dat Morwenna zich gedraagt als een jaloers kreng, ze heeft er geen reden voor. Mandor lijkt haar een interessant iemand om mee samen te werken en dat heeft ze tegen hem gezegd, want Mandor kwam niet uit zichzelf naar haar toe. En ze gaan inderdaad iets samen doen. Morwenna zegt dat daar niets van inkomt, Mandor heeft Amalia niet nodig. En als Amalia ooit aan haar man zit, dan is ze dood. Amalia noemt Morwenna dan een jaloers kreng, ze moet iets doen aan haar psychische probleem.
Jaren later, na het ontvangen van het tweede geboortekaartje, vraagt Mandor zich hardop af wat er loos is met die Amalia. Ze ontloopt hem al heel lang en ze zouden samen een project gaan doen op de magiërschool. Morwenna is hels, dat is hun gezamenlijke project, hij hoeft daar geen anderen bij te betrekken. Die Amalia is er alleen op uit om hem in bed te krijgen. Mandor is laaiend, vertrouwt ze hem soms niet? Hem wel, maar die wijven niet. Ze zijn allemaal knap en willen hem allemaal hebben. Mandor zegt dat hij toch zo ook niet doet. Of heeft ze misschien ergens een vriendje? Heeft ze iets met die William? Natuurlijk niet. Mandor werkt vaker met vrouwen samen, moet ze een lijst hebben, het is of ze hem niet vertrouwd. Het wordt een knallende ruzie. Als hij niet mag samen werken met wie hij wil, mag zij niet met die neven op pad gaan. Dat vooruitzicht is hem overigens al jaren een doorn in het oog. En die mannelijke wachters in Elysium moeten maar eens verdwijnen, ze lopen allemaal achter Morwenna aan. Zij schreeuwt dat hij maar lekker naar zijn magiërsproject moet gaan en lol moet hebben met dat wijf. Zij zal zich wel terug trekken. Mandor denkt dat het niet handig is om op kraamvisite te gaan, maar William en Amalia zijn ook nooit bij hun baby’s wezen kijken.

Mandor heeft Amalia uit het project gegooid en heeft tegen Morwenna gezegd dat ze niet op pad mag gaan met haar neven. En dat meent hij.
Dyenne en Rhexenor gaan wel op visite. Het hele huis hangt vol met eenhoornafbeelingen en heiligen. Ze zijn beiden actief lid van de kerk van de Eenhoorn. Rot dat Rhexenor twee keer een Eenhoorn heeft gezien. Hij had vast last van Chaoskant toen hij deze zag. Mensen die niet bij het één of ander horen, horen dus bij het serpent. De één verwelkomde ons als kinderen en was bereid tot vergeven, de ander claimde ons als zijn kinderen. Nu weet William weer dat er echt wit en zwart is… Hij vertelt dat als Rhexenor van de Feniks is, hij een beetje misleid is. Maar William bedoelt het positief: Rhexenor is de brug zodat de Chaosieten het licht zien. Morwenna gaat echter een beetje de duistere kant op de laatste tijd. Ze wordt helemaal opgezogen door die duistere demonenaanbidder. Ze heeft Amalia bedreigd. Ze is jaloers, ze is evil, zegt William. Mandor en Amalia zouden samen iets gaan doen aan die magiërschool, maar Mandor mag niet van Morwenna.
Rhex is toch kroonprins? Dat kan hem niet schelen, zonder Patroon mag hij daar toch niet op de troon. Dat snappen Amalia en William niet, hij neemt toch meteen de kans waar om koning te worden? Deirdre staat heel vaak in de krant met haar goede daden. Rhexenor vindt de krant niet objectief.
Ook Ronardo en Moyra gaan op bezoek, gezellig zo met zijn allen. William heeft veel gestudeerd op magie, Ronardo heeft ook een paar goeie magiërs tussen zijn kinderen. Die van William en Amalia zijn laatbloeiers waarschijnlijk. Er is een ingelijst haarlokje van de Eenhoorn zelfs…
Er wordt weer over Morwenna gekletst, deze is nogal jaloers. Moyra wordt gewaarschuwd niet te lachen naar Mandor. Amalia zegt dat Mandor haar leuk vindt, maar die jongen mag helemaal niets van Morwenna. Homofielen zijn ook evil, zegt William. Ronardo praat een beetje mee. De hel ligt vast in Chaos. Corwin zat daar ook vast, dus deze is vast en zeker een homo nu…
Rhexenor vertelt over zijn reis door de hellen. Jurt schijnt al geweest te zijn op kraamvisite. Dan komt het gesprek op Xena. Dat is een demoon, die komt er hier niet in. Halfdemonen kunnen er wel in. Mandor is een hele demoon, hij en Morwenna hebben wijselijk alleen een kaartje gestuurd. De laatste keer dat ze Mandor en Morwenna zagen was op hun bruiloft en heeft Morwenna ruzie staan maken met Amalia. Ze is met de dood bedreigd en alles. Morwenna stond aan de witte kant. Misschien heeft Mandor een oogje op mij, denkt Amalia. William wil hem de waarheid gaan zeggen. Moyra zegt dat Morwenna altijd raar doet tegen haar. Vond haar meteen lastig toen ze daar was. Ja, Ronardo weet ook nog wel wat rare dingen van Morwenna, zoals hoe ze deed op die asteroïde. Dyenne denkt dat een dochter van Julian vast de nare eigenschappen van haar vader mee heeft gekregen. Rhexenor neemt het voor Morwenna op.

Er komen nog wat ooms en tantes met kinderen op de proppen.

Rhexenor wil zijn broers en zussen opzoeken. Morwenna heeft een zus die ze ook wil gaan opzoeken. Ronardo krijgt regelmatig bezoek van Sandra. Arthur van Coral is inmiddels een jaar of 20. Coral en Rinaldo zijn getrouwd vanwege de relatie tussen Kashfa en Begma.
Ronardo probeert Sandra aan Dalt of Rinaldo te koppelen.
Rhexenor blijkt een zus te hebben die Cassiopeia heet en een broer die Alexander heet. Deirdre vertelt dat Alexander kort donker haar heeft, hij is gladgeschoren, heeft grijze ogen, is gespierd en doet iets in een high tech leger.
Cassiopeia heeft lang bruin haar, bruine ogen, 1,75 en werkt als een reisleidster in een modern Griekenland.
Elsa is Morwenna’s zus, een boerin met twee zonen. Ze leven in een wat Zweedse omgeving, net na middeleeuws.

Ze horen soms iets over Heather en Boromir. Heather heeft aangepapt met iemand in Chaos en heeft zich kort geleden aangesloten bij Huis Elysium. Dat alles tot grote onvrede van Caine. Boromir doet iets met konvooien.
Oleg lijkt het leuk om een stoommachine in Amber werkende te krijgen. Ronardo en Rhexenor helpen mee. Het lukt uiteindelijk, maar blijft alleen aan de gang door middel van wat magie erbij (waar Oleg inmiddels ook iets mee kan). Er worden ook wat derde generatie kinderen bij dit project betrokken, Randal, Jeffree en Leonidas. Met een combinatie van magie en techniek krijgen ze een werkende stoommachine. Daarmee kun je iets laten rijden. Ze kunnen een tramlijn openen in Amber stad en stoomboten maken, het stukje elektriciteit wil echt niet. Reizen naar Gouden Cirkel landen blijft moeilijk, ook door middel van Schaduwreizen. Men verplaatst zich meestal via Troef.

Ronardo werkt verder aan de vliegtuigjes en heeft vleugelflapperaars

Mandor en Morwenna praten hun problemen uit, ze komen er zo achter dat ze allebei stikjaloers zijn. Mandor heeft een paar keer ruzie gemaakt met diverse mannen vanwege dat probleem. Onder andere met Rinaldo en hij heeft zelfs een demoon op hem afgestuurd.
Naar veel praten besluiten ze in Schaduw in therapie te gaan en zoeken dingen uit over jaloezie. Het laat zich niet echt wegnemen, maar ze komen tot de conclusie dat ze elkaar heel simpel in de gaten kunnen houden vanwege die ringen. Dan zouden ze het weten als er echt iets aan de hand is. Zij zou het kunnen merken als hij onder de indruk is van iemand. Dat gebeurt wel eens overigens, maar dat is altijd van haar of hun kinderen.

Ronardo en Rhexenor en William gaan in bespreking over hoe nu verder. Morwenna komt erbij (ze mag weg van haar echtgenoot).
Ze zouden iets kunnen doen aan die doorgangen. De Old Ones zijn echter een gevaar. De afgelopen jaren heeft niemand ‘Radius’ meer gezien, Rhexenor vertelt hoe hij is gedood.
Wat weten we? We kunnen praten met de vijand van de Old Ones. Onder Rebma zou een toegang zijn.
Ronardo ontwijkt de poortvragen, de anderen denken nu dat hij er meer van weet. Hij vindt de poorten niet belangrijk.

(uit sessie 65, gesprek van Ronardo met Gérard)
“Ken je de Deep Ones, wat weet je daarvan? Wat doen ze, waar zijn ze van?” vraagt Ronardo.
“Hun knechtjes hebben een soort van lijf en zwemvlies- poten en -voeten. En een inktvissen-kop. Dat zijn eigenlijk hun boodschappers, het zijn echte engerds. Ze terroriseren dan zo’n dorpje aan de kust. Het zijn een soort knechtjes die hier wel zijn. De Deep Ones zijn niet helemaal hier, dat zijn meer een soort wandelende octopus-achtigen. Dan heb ook wezens met hondachtige lijven en een staart, meer een soort zee-annemoon. Die rukt je hoofd eraf en je wordt leeggezogen. De Deep Ones zijn daaraan verwant, het zijn gewoon monsters die je moet bevechten. Ze stinken nogal hard, omdat ze van heel diep komen.
De Deep Ones zitten in een stad onder water die niet hier is. Het is wel bereikbaar vanaf Rebma, maar daar wil je niet naar toe. De stad is van koper gemaakt, dat gaat roesten. Ook glas. Het wordt wel de koperen stad genoemd. Je komt er niet zomaar, dan wordt je afgeknald. Met die boodschappers kun je alleen maar vechten. Ze stinken naar weken van rotte vis en ze zijn nog sterk ook. Die vangarmen… die moet je echt losscheuren. Nee, er is niet mee te praten. Je weet niet wat ze gegeten hebben. Je kunt een boodschapper naar ze sturen, er staat een soort altaar in Rebma. Onder de stad is al die zooi van vroeger te vinden. Er komt nooit iemand, het is ook niet interessant. Allemaal ouwe zooi.
Die Deep Ones zwemmen wel eens rond, ik heb gehoord dat er iemand wel eens eentje gevangen heeft. Met een boor en elektrostoten. Die hebben ze in een of andere tempel opgeborgen.”
“Oh die…” zegt Ronardo.
“Ga eens kijken in die tempel.”
“Iemand heeft hem vrijgelaten…”
“WAT!! Hartstikke gevaarlijk! Die blazen zo een hele Schaduw op. Had hij ruzie met je?”
“Nee, ik heb alleen geprobeerd met hem te praten, maar wilde hem niet vrijlaten.”
---
“Oberon zat altijd in Rebma, zat iedere keer te zeuren over dat stomme Rebma. Maar ik denk ik dat het voor jou interessant zal zijn daar beneden met al die machines enzo.
Je hebt een kelder en dan een geheime gang, dat vindt je vast wel als je weet waar het zit. En anders vraag je het gewoon aan Llewella, die komt er ook steeds.”
“Ik wil met een Deep One gaan praten,” zegt Ronardo. “Die zou Neutraal moeten zijn.”
“Evil bedoel je.”
“Nee, neutraal. Ze moeten ons helpen die wezens te stoppen die het einde van de wereld willen veroorzaken.”
“Ach, er is altijd wel een einde van een wereld ergens.”
“Van onze realiteit bedoel ik. Ze hebben blijkbaar de mogelijkheid ergens in te grijpen.”
“Praat er eens over met die lui die de Old Ones hebben vervangen. Een aantal machtige lui van vroeger of machtige wezens. Je hebt er één van de Zee, een Spin, een Draak, een Vogel, een Schildpad, een Dryade, een Sater, een Griffioen en een Lampje dat aan en uit knippert (de Whisp?). En dan die Eenhoorn en het Serpent nog. Er zijn er vast nog meer. Meestal vinden die lui jou. Die Vogel is toch net vrij? Vraag het anders aan Rhexenor. Hoe heet dat beest ook weer, de Rocket ofzo…”


Rhexenor gaat praten met de Feniks en gaat in de Droomwereld. Hij zoekt de aandacht van de Feniks en komt de roodharige vrouw tegen. Wat weet ze over de Old Ones? Wat weet hij nog niet?
Wat er gebeurd is weet ze niet. Vroeger was er een andere wereld waaruit alle andere werelden zijn ontstaan, een Oerwereld. Het was een compleet universum met machtige wezens, de keepers van dat universum en zij was er één. Ze zijn ontstaan als bewaarders doordat er wezens probeerden binnen te vallen die er niet thuis hoorden. Ze trachtten mensen te beïnvloeden door ze op te roepen met bepaalde krachten. De bewaarders slaagde er iedere keer weer in dat te verijdelen. Die wezens waren er in geslaagd, door een kristal te vinden of te late bouwen. Ze waren bezig zichzelf naar onze wereld te converteren, ze zaten er gevangen. Doordat ze er te laat achter kwamen hadden ze geen tijd meer, een soort machine stond op een plaats en die werd verdedigd door de Old Ones. Zij hoort in die oorspronkelijke wereld, de machine werd gesloopt. Kapot gemaakt en boem. Het was niet de bedoeling, het was bezig de wereld te converteren waardoor hun eigen wereld versplinterde in een aantal stukjes. De tijd is anders gaan lopen en zij is min of meer opnieuw geboren. Ze was bijna al haar macht kwijt. Ze weten bijna zeker dat hun wereld was vernietigd als het ze gelukt was. Ze zijn niet normaal, ze bestaan niet uit 1 wezen. Zij zag een machine, een soort fabriek. Anderen zeggen dat het een groot kristal was. Een stukje van die wereld vermengde zich door een botsing met de onze en nu hebben we een versplinterde wereld die voor een deel ook die van hun is. Ze weten niet hoever ze waren met hun convertie, zijn versplinterd geraakt en nog steeds niet hier. ze weet niet wat ze nu aan het doen zijn, er valt niet met ze te praten. Rhexenor heeft met een halve geconverteerde gepraat. De anderen kennen hem, het is een moordenaar en krankzinnig. Vroeger werkten ze met agenten, een soort tussenpersonen. Die dingen die we niet kunnen zien. De zwakke plek die ze hebben is dat ze altijd door een gate of convertie moeten komen, ze hebben iemand anders nodig om hier te komen. ze zijn bang voor die Ctulhu en de Deep Ones. Die horen hier ook niet. Ze weet niet wat er onder Rebma ligt. Rhexenor troeft Ronardo en gaat naar een van ons toe.
We gaan naar Gérard, worden goed ontvangen, we zijn weer op pad. Daar krijgt hij zo’n idee van, wilden bezig gaan met waar we mee bezig waren, de Old Ones.
Of hij ons mee kan nemen naar die plek? Nah, we hebben toestemming nodig van zijn zus. Het is recht onder het paleis de diepste kelder te vinden. Daar zit ook een hek en dergelijke, ze vinden het niet leuk als het open gaat. En neem een bijl mee of motorzaag.
Ronardo troeft Llewella en gaat erheen. Daarna mogen de anderen ook komen. Llewella gaat gekleed in een half doorzichtige kamerjas. Rhexenor wil wijn en Llewella schenkt iedereen wijn in. Het is wel goed met haar. Ronardo legt uit wat we aan het doen zijn. Amberieten zie je niet veel in een groep. Ze gaat niet mee. Nee, we vragen alleen om toestemming. Toch niet dat verhaal? Daar zit iets dat de Rebmanen liever laten zitten. Llewella wil de moeite nemen het hek open te doen en ons binnen te laten. Het zit er vol met tentakeldingen. Het was vroeger niet goed afgesloten, na jullie moeten ze het weer afsluiten. Bijlen en zwaarden werken leuk, ze hebben niet veel last van magie. William en Ronardo gaan studeren en dan gaan zij zich beraden hoe dit te gaan doen. Ronardo wil er Martin bij halen. William kan magie en vechten. Morwenna stelt de zoon van Ronardo voor, Apollo, maar Ronardo vindt hem te jong. Rhexenor vindt zijn zoon Leonidas ook te jong. De zonen van Morwenna zijn alle drie ouder, maar geen van drieën vechters. Nee, haar dochters ook niet.
Ronardo troeft Martin. Het gaat redelijk met hem, hij is lekker relaxed. Hij heeft altijd iets te doen. Zoals een kaartje leggen of naar de kroeg. Gaan we iets spannends doen? Moet ik mijn motor meenemen? Laat die maar thuis en je blaster zal waarschijnlijk niet werken. Uiteindelijk troeft Martin terug, hij heeft een hakbijl, een rusting, een motorzaag, enzovoort. Martin heeft nu geen spreuken meer, dankzij het doorhalen, hij is een beetje boos dat Ronardo niet gezegd had dat het in Rebma te doen was. In het paleis nog wel, hij heeft hier vijanden. Er wordt uitgelegd wat er gedaan gaat worden. Martin’s vader heeft het een beetje verprutst hier in Rebma.
Llewella komt ons halen. We gaan allemaal trappen af, het lijkt bijna Amber. We zitten een paar 100 meter onder het paleis en komen bij een hek met een aantal bange wachters ervoor. We gaan erdoor en we mogen de put in. En het deksel wordt er weer op gedaan. Rhexenor heeft vuur dankzij de Feniks aan zijn vinger. We zien een slijmspoor op de tegels. Er zijn aan aantal antieke oude fakkels, daar krijgen we meer licht van. Het slijmspoor loopt een eind de zaal in. Het ziet er oud uit. De motorzaag werkt niet en Martin trekt zijn zwaard. Rhexenor pakt het kanon van Rebma. We glibberen de wenteltrap af, het lijkt een soort vet dat niet gestold is. Onderaan de trap staan we oog in oog met een reuzenslak. Er komt een vette slijmstraal uit, Rhexenor en Martin maken er al vechtend een grote smerige debberzooi van.
We staan in een grote gang met standbeelden, een soort koningen van lui met een scepter in de hand en een kroontje. Daar tegenover staat steeds een beeld van een vrouw met een appel in de hand en een kroontje op haar hoofd. De beelden zijn een paar 1000 jaar oud. Geen idee waarom ze hier staan. Er is een slijmspoor te zien op de tegelvloer die naar houten dubbele deuren leidt. Daarachter een heel oude zaal uit hetzelfde tijdperk met een podium en een troon met twee zitplaatsen. Alles is onder geslijmd, alsof de slak dat gedaan heeft. De troon heeft bruine spetters. Er ligt een bruine plas rond de troon, een beetje bruinrood als van oud bloed. Ronardo doet er iets van in een buisje.
Hier hebben schilderijen gehangen. Het plafond is beschilderd, best mooi. Ergens in een nis hangt een wapenschild van rood koper met sporen van een rode verfstof met een afbeelding van een toeter en een mensvis, een Heiron. Er hangt een zwaard onder in een beugel. Van de slak voelde Rhexenor eigenlijk helemaal niets, dat was dus geen gewone slak, deze voelde niet levend of eng aan. Rhexenor pakt het zwaard, het voelt prettig aan, het is niet zo goed als zijn huidige zwaard. William ziet niets aan het schild, Ronardo vindt achter het schild een blauw kristal op een sokkeltje. Daar is wat mee. William onderzoekt het, begint een spreuk te casten, het voelt niet lekker aan. Het is magisch en het kan power opslaan, dat wordt geabsorbeerd. Het kristal is nu behoorlijk opgeladen, een krachtbron voor magie. Er komt blauw licht vanaf. Ronardo stopt het weg.
Er zit een knopje bij troon, bij de bloedvlek, Morwenna drukt het in. Er gaat een klepje open. Er ligt een gouden dolk in waar iets mee is. Dat kan verwant zijn met wat ze beheerst, het doet iets met conjuration. Het handvat ziet er vreemd uit, nogal onhandig. Een beetje een sleutelidee. Morwenna doet het in haar rugzak.

“Alcohol is heel slecht voor je.” -- Ronardo
“Wat is dat dan wat jij en mam (Moyra) drinken tijdens het eten?” -- Shakira
“Wijn. Daar zit een percentage alcohol in, maar voor je moeder en mij is het niet slecht.” -- Ronardo

“Jij hebt Amalia met de dood bedreigd als ze zich in mijn buurt waagt, ik heb onlangs een demoon op Rinaldo afgestuurd omdat hij zich aan je opdringt. Misschien dat onze jaloezie een probleem aan het worden is?” -- Mandor tegen Morwenna

“Hoe kun jij vijanden hebben in Rebma? Je bent er geboren!” -- Ronardo
“Ik heb ze toch. Boze vaders, kwaaie echtgenoten en nijdige vriendjes. En Random is mijn vader.” -- Martin

“Ik heb iets met de Feniks. En niet iets met een wezen met vangarmen.” -- Rhexenor tegen de groep over Heiron.