Saturday 26 March 2011

1. Tiran, het begin

Remus
Hij is een jaar of 18, heeft bruine ogen, bruin kort haar, is 1.75 meter lang, is stevig gebouwd. Hij is op weg naar zijn training in het woud. Deze trainer is een elf en heet Findel, een lange dunne vent van 1.95 meter. Hij eet wel eens fruit en noten, nooit vlees.
Remus woont in een koninkrijk Avalon met de hoofdstad Sidonia. Er loopt een rivier doorheen waar het helemaal kaal is langs de oever. Zwart water en er drijven dingen in. De zwarte rivier komt uit Mordaver, waar ooit de tiran woonde. De rivier heeft Muerto, de dode rivier, de zwarte rivier en wordt zo zwart zoals hij uit de ijzeren citadel stroomt.
Findel wacht hem op, er zijn ook andere leerlingen. Ze schieten een paar uur boog, iets dat elfen graag doen. Het is beter om je tegenstander in een stekelvarken te veranderen dan dichtbij te laten komen, is het motto van Findel. Remus spreekt ook elfs. Het gaat erom om zo snel mogelijk veel pijlen te schieten en Findel geeft een demo. Veel oefenen en een magische boog zal helpen.
Remus doet zijn best om te evenaren. Hij is in ieder geval beter dan de andere leerlingen. Daarna krijgen ze les in ongewapend vechten. Voor de druïden is dat ook in diervorm leren vechten. En leren sluipen, schuilhouden en wegkomen. Aan het einde van de dag is hij moe, maar kan nog best een paar uur verder, terwijl de rest kapot is.
Findel komt naar hem toe tijdens de maaltijd. Vegetarisch uiteraard, eigenlijk heeft Remus zin in vlees. Maar daar doen de elfen niet aan. En ze eten ook erg weinig. Findel zegt tevreden te zijn met zijn beste leerling, wil hij geen naam maken voor zichzelf? Wat bedoelt hij? Sommige van de dappersten vertrekken naar Mordaver, zwerven er een poos rond om een naam te vinden voor zichzelf. Heel gevaarlijk en ze komen niet allemaal terug. Misschien gaat het Remus lukken om de Zwarte Rivier weer helder te laten worden, een profetie. Bij de ijzeren citadel gaat het water er helder in en komt er zwart en giftig weer uit. een gevaarlijk land met monsters en rare apparaten, verzameld door de tiran indertijd. Het zou iets zijn voor Remus, de beste leerling. Eigenlijk kan Findel hem niets meer leren. Zou een studie magie kunnen doen, zijn vader is toch druïde? Remus vindt het niet nodig.
Findel zegt dat hij langs moet komen als hij wil gaan zwerven, dan heeft hij nog iets voor hem. En anders is er alleen maar training. Remus zal het overleggen met zijn ouders.
Hoe is het met de familie? Elfen zijn familieziek. Remus heeft broers en zussen, een moeder en een vader en ze wonen in het woud. De elfen hebben Sidonia gebouwd, hun best gedaan het in de natuur op te laten gaan. Ze zijn ook nog andere dingen aan het doen, een patrouille aan het organiseren en er worden handelskaravanen overvallen. Ze onderhandelen met republiek Metropolis en het koninkrijk Iternia en er komt veel handel niet aan. De handel overzee gaat ook slecht, hun schepen worden overvallen door piraten. Ze verdenken Metropolis met hun sneaky uitvindingen. Misschien komt het uit het midden, zegt Remus. Misschien zit er iemand anders nu, een zoon ofzo. De tiran was een soort van tovenaar.
Er bestaan ook zwarte elfen, die leven ’s nachts. Zien er waarschijnlijk gewoon uit als elfen. Misschien komen er zwarte elfen voor in Mordaver.
Hij zou ook nog bij de marine kunnen gaan kijken. De keuze is aan hem. Dan mag hij naar huis. Hij gaat snel, als panter, hopelijk is er nog wat op de barbecue.
Hij is er zo. Ze wonen in een dorpje in de bossen en ze zijn net klaar met de maaltijd. Hij verandert snel terug in zichzelf. Vader is verbaasd, maar er zijn nog wat konijnenbouten. Je verandert steeds in dieren, daarom heb je wellicht vaker honger. Vader Otto komt bij hem zitten. Runen is iets voor hem. Die kun je werpen en leren schrijven. Je bent slim genoeg, broer Mark leert het ook. Remus vindt het te lang duren, wil niet leren schrijven. Hij wil alleen door het woud rennen. Dat is iets voor beesten. Wij mensen hebben magie. Je zou ook het weer kunnen leren beïnvloeden. Of zieke dieren verplegen… Remus zit er niet op te wachten en vertelt dat de meester andere ideeën heeft. Marianne zegt dat Otto niet zo moet pushen, laat hem gewoon lekker. Zijn meester, Findel - nee niet de oude druïde - vroeg of hij niet iets wilde doen voor de mensheid. De karavanen. Otto is redelijk enthousiast over de marine. Leuk, water, weer en dan… de runen. Dat met dat donkere land gaat niet door. Ja, iemand moet iets doen aan het water, maar niet onze zoon. Gewoon iemand die knetter is. Wat wil je dan voor naam maken? Ben je niet tevreden met Remus?
Er zijn vast mensen van terug gekomen, zegt Remus. Otto heeft daar wel eens van gehoord. Fritz zal een jaar of 50 zijn. Hij heet nu Fritz de bangerd, vooral bang als het donker wordt. Remus gaat er meteen naar toe. Kun je niet even helpen met de afwas? Laat de zus dat doen, die doet nooit iets. Jawel, ze doet de runen. En Remus de afwas.
In de avond wordt er op zijn raam geklopt en hij hoort gegiechel. Hij ziet Annika, blond en grappig gezichtje dat een beetje gek is op hem. Of hij niet mee komt dansen rond de grote steen. Ze is wel knap, maar een tikje enthousiast. Van het type naakt zwemmen. Als hij niet mee gaat, moet ze met Stefan die wel naakt wil zwemmen. Dan moet ze dat maar doen. Zijn broer Mark mompelt dat hij die meid nu gewoon kwijt is. Waarom gaat hij geen runen studeren? Pap blijft er maar over bezig.
Slapen, ontbijt en op weg naar Fritz die bezig is met zijn moestuin. Hij stelt zich voor, Fritz kijkt een beetje bang. Hij is dus de zoon van de druïde Otto die goed is met weermagie. Hij mag altijd vragen stellen, maar niet over ‘naam maken’. Doe dat niet! Het is heel gevaarlijk.

Lilias
Ze is van een rijke familie en woont op Keddleston Hall.
Het studeren begint saai te worden. Het is pauze in de eerste plaatselijk magiërschool voor rijkeluiskinderen. Ze luncht met Janet. Archie Mac Miller komt binnen. Het bestuur moet het gepeupel buiten houden, zegt hij. Lilias haalt haar schouders op. Tegen extra betaling kan ze meer eten krijgen, ze heeft altijd honger. De pesters zijn zielenpoten, legt ze uit aan Janet.
Margreta geeft les in machten. Ze tovert thee. Ze denkt dat Lilias zich verveelt. Waarom ze hier nog rond hangt. Ze kan zo haar diploma krijgen, ze is een paar jaar vooruit. Ze kan de school in de hoofdstad overwegen, maar eigenlijk heeft ze die theorie al. Margaret onderwijst de macht van orde. Er is een initiatie mogelijk in het grensgebied met Avalon, een steencirkel. In Arcenor kan ze een connectie met de Witte Boom maken, daar staat deze. Deze moet in bloei staan en dat voor eeuwig blijven. Je krijgt visioenen van de witte boom, maar ook van de cirkel van orde. Margaret zal een certificaat meegeven.
Met die initiatie zal ze orde herkennen, kan ze voortekenen duiden en situaties naar haar hand zetten.
Lilias is wel eens in de kolonie geweest, alleen Iternie heeft deze nog. Margaret wil deze wel bezoeken, buiten de magische barrière zitten monsters. Bij opgravingen zijn er botten gevonden in de grond van geschubde dingen met veel tanden. De barrière is gemaakt door tovenaars. Mordaver is niet echt een plaats om rond te zwerven, er zijn echter interessante voorwerpen. Ze komt terug met oorkonde en zegel. Brief voor de hoeders van de witte boom en de cirkel.
Ze gaat weg, ziet hoe Archie het gebaar van ‘hoer’ naar haar maakt. Ze gaat naar haar paard. Vieze kobolden strompelen er weg. Het paard, Scheherezade, is lichtbruin en heeft een witte bles en is intelligent.
Na een half uurtje is ze bij het kasteel, de wachters salueren. Ze gaat in bad met bloemengeur, een verlegen wicht helpt met handdoeken.
Dan zoekt ze haar vader op. Kantoor, boeken, landkaarten en dergelijke. Vader heet Richard, moeder Yvette.

Lucas George
Hij heeft kort lichtbruin haar, grijze ogen, is 1.78 meter lang en leeft in Metropolis. Gotham heet de hoofdstad, de city is de binnenstad. Er staan hoge gebouwen met beelden van gargoyles aan de muren, overal zijn standbeelden. Het klimaat is gematigd tot koud, het regent veel. Gerald Ford regeert vanuit Metro. Lucas woont in een omgeving die heel technisch is geworden. Afgestapt van gedweep met de natuur. Er zijn straatlantaarns met gaslampen en er rijden trams en iedereen is enthousiast. Je moet ’s nachts niet over straat gaan. Overdag heersen de mensen en ’s nachts iets anders.
Zijn vader regelt dat de ergste dingen worden aangepakt. Hij is rijk, woont in een groot landhuis buiten de stad. Hij heet Jake en heeft voor een goede opleiding gezorgd. Hij moest leren vechten, getraind bij het leger en dergelijke en of Luke bij een unit wil gaan om de boel veilig te houden. Luke zit nu op een dak. Hij heeft een geweer dat werkt met luchtdruk en hij kan er kruisboogpijlen mee afschieten.
Er zijn legendes over allerlei dingen op straat die er niet hoorden. Er worden nu echter lijken gevonden, mensen met beten in hun nek, het is niet pluis. Ze hebben een soort apparaatjes om te communiceren en ze hebben een kantoor om samen te komen.
Het regent en in de straat beneden hem ziet hij iemand rond scharrelen. Hij zoomt even in. Een oude man die een vuilnisbak leegt. Niet handig om dat ’s nachts te doen. Er loopt een vrouwtje naar hem toe. Ze heeft niet veel aan onder die regencape. Hoeren zijn er altijd wel. De man en vrouw verdwijnen een steegje in en hij hoort een schreeuw. Hij krijgt beeld en de man ligt met gaten in zijn nek. Het lichaam wordt opgepakt, en er is een bijeenkomst met de anderen van zijn unit. De man is erg dood en erg leeg. Dat was een bloodsucker, waarschijnlijk een vampier.
De andere agenten onderzoeken mee, dit hebben ze vaker gezien. Lukas legt uit wat er aan de hand is. Ze moeten meer bewijs gaan zoeken. Harry zegt dat hij nog nooit zo’n lijk heeft gezien, alleen iets waarbij de helft van het hoofd was weg gevreten.
Lukas legt nog eens uit hoe gevaarlijk het is hier ’s nachts. Harry heeft er wel eens een vent over gehoord die in de kelder werkt, een profesoor. Die zag dat het toen een weerwolf was.
Lijk mee, vent opzoeken. Ene Sandra zegt dat dit lijk zou moeten opstaan als het een vampier is. Volgens Lukas werkt dat niet als ze helemaal geen bloed meer hebben. De liften zijn niet erg veilig, laatst is er één naar beneden gedonderd met 20 mensen. Ze nemen de lift. De lift wordt naar beneden gedraaid.
In de kelder is een zaal met apparatuur en er loopt een man rond met wit overeind staand haar. Dokter Stein bekijkt het lijk van de ouwe vent. Ziet er leeg gezogen uit. Hij pakt een puntig mes, helemaal leeg. Met een soort wattenstaafjes doet hij wat vocht in en reageerbuis, het wordt blauw. Het waren holle tanden, er is precies in de halsslagader gebeten. De volgende test wordt geel. Deze staat niet zomaar op, er wordt een boek op nageslagen, ooit gered uit de ijzeren citadel. De tiran verzamelde monsters. Er zijn er ziek en er zijn er die van vorm kunnen veranderen, echte engerds. Ze kunnen eruit zien als wie dan ook. Ze hebben bloed nodig, dat kunnen ze zelf niet aanmaken. De ondoden kunnen ook veranderen, maar dan wordt het niet geel. Er zijn er ook nog het allebei en een vervloeking. Er is geëxperimenteerd en gecrossd, allemaal werk van de tiran. We hebben een probleem in Gotham. Zij zijn garnizioen X. Oh ja, daarvoor heeft hij zilveren kruisboogpijlen ontwikkeld. Ieder krijgt er 10. Stein is ook bezig met sneller wapens te laten afschieten. Er zijn er ook met bepaalde kijkers, die heeft Lukas.
Stein vertelt dat alle kennis over dat soort wezens verloren is, die komen mogelijk uit de ijzeren citadel. Maar daar komt niemand meer. Er zijn echter veel interessante dingen te halen. Lukas wil er graag eens naar toe. Het is gevaarlijk, zegt Stein. Laten we dan eerst Gotham redden, zegt Lukas. Dat andere kan een weerwolf zijn maar ook een demoon. Iets agressiefs met klauwen dat opgaat in de schaduw en dan toeslaat. Dit is een vloeistof en als dat glas openbreekt, barst er zonlicht uit. het werkt met straling en het is gevaarlijk. Gooien en wegwezen, die wezens wonen hier vanwege het gemis aan zonlicht. Dan wordt het tijd voor een weermachine. Stein is briljant, maar dat kan hij niet maken. Stein hing laatst iets op in de wc, viel en moest toen aan iets denken, maar vergat het weer.
Misschien zijn het geen monsters, maar gewoon gangsters. Die eten toch geen bloed? Oh nee. Voor archieven moeten ze in het stadhuis zijn.

Remus
Hij wordt mee naar binnen genodigd en krijgt bittere thee te drinken. Remus zegt dat hij een goede student is en nu naam voor zich wil gaan maken. Hij doet een vechttechnieken en vormverandering. Misschien niet genoeg om daar te overleven, zegt Fritz. De wouden komen tot in Modaver. Dan de berg over of de oude mijnen door waar het spookt, er zijn veel jonge mensen als slaaf daar gestorven. Fritz is ook via de bergen getrokken, daar zitten monsters. Ook van metaal, grote vogels en dingen met klauwen. Sommige zijn geen dieren, maar giftige monsters. En die ’s nachts komen zijn het ergst, je wordt er heel bang van. Hij weet niet of ze echt iets tegen hem deden. Hij heeft een metalen monster uitgeschakeld, zijn vrienden zijn dood. Dat monster had een gloeiend zwaard. Hij rommelt wat in een kist, het was een roestig zwaard dat gloeide. Toen dan. Waarschijnlijk magisch. Het monster had een groot oog en bijna geen nek en dikke armen. Een soort cycloop, van metaal dus. Wat je tegen komt is agressief. Er zijn weinig vriendelijke levende wezens. Eigenlijk geen. Of ze zijn bang en gaan weg of ze komen naar je toe. Hij heeft in de nacht alleen maar ogen gezien, van die enge.
Het ijzeren monster leverde veel slachtoffers op. Ook een grote vogel en dan die wezens ’s nachts. Je hoort geschreeuw en dan is je vriend weg. Hij zal er dan niet heen gaan met vrienden, hij hoeft dan ook niet op ze te letten. Er gaan steeds minder mensen die kant uit. wel eens jongeren, zeggen ze en die komen blij terug. Ze zijn er niiet geweest dus, je komt echt niet blij terug. Misschien zitten er geesten van dode mijnwerkers of zitten er slavendrijvers. De tiran had rare in dienst, een soort monsters. Het zwaard mag hij hebben, onderin is een gat waar iets uit is. Verder is er niets te vinden in de kist. Fritz kan zich niet herinneren dat er iets uitgevallen is. Het zat vast, het leek aan zijn arm gegroeid en hij heeft het losgebroken. Als je terug mocht keren daar vandaan, kom dan langs voor thee.
Remus gaat met het zwaard naar de meester. Dus je gaat. Het zwaard is erg lomp en zwaar, een interessant ding. Mogelijk een tweehandig zwaard voor mensen. Er ontbreekt iets, er moet iets in. Een krachtbron, misschien een kristal. Interessant om dat te vinden.
Hij gaat, ondanks dat zijn ouders het niet goed vinden. Hij krijgt een leren hoes met een magische boog van Findel. Deze schiet sneller en beter. Dan ook nog een tas met Lembas, stilt de grote trek als noodrantsoen. Hij krijgt ook twee kokers met pijlen. Misschien moet hij op de ogen richten van die metalen monsters. Misschien is de machtsbron van het zwaard het hele wezen. Kwestie van openslopen en het vinden.
Remus bekijkt de boog: wit hout met zilveren nerfjes en symbooltjes van waarschijnlijk runen. Er zitten zilveren draden bij, de pezen. De boog kan niet altijd gespannen zijn en veel succes. Dit is een echte elfenboog, komt altijd van pas. Findel weet niet wat er in de mijnen zit, maar als het spoken zijn, helpen alleen magische wapens. Poets het zwaard en laat het slijpen. Het is bot nu met al dat roest. Zijn elfen werken niet met metaal, die zilveren pezen zijn van een soort haren geweven.
In het dorp gaat hij naar de smid. Dit zwaard moet gepoetst en geslepen worden en geen hoefijzers van gemaakt. Ook geen ploeg. Hij verhit het ding, hij hamert en er valt roest af. Hij krijgt het weer terug. Het is nu een vlijmscherp blauwig zwaard. De smid heeft er niet veel aan hoeven doen, dat roest was oud bloed. Betalen hoeft niet. Er wordt een stuk hout achterin het gat geramd. Tweedehands schede erbij en klaar. Remus moet een beetje oefenen en de smid wil hem les geven. Hij helpt mee om de smid door te laten smeden en daarna trainen. Remus heeft talent. Nee, hij heeft nooit eerder met een zwaard gevochten. Scherp, dus het mag niet van de druïden. Gezwam…
Na een weekje is Remus goed genoeg. Otto vindt het niets. Magisch of niet. Er komt groen licht uit vader’s handen, niet magisch. Het is dus onzin en zonder runen. De boog is wel magisch, vader is erg te spreken over de runen. Remus legt uit dat hij iets voor elfen gaat doen. Marianne wordt erbij gehaald. De broers en zussen zijn jaloers. Mark wil ook zo’n zwaard, maar krijgt dat niet. Mark zegt dat Remus altijd meer mag… de boog is heel goed, altijd raak en stuurt bij en is lekker snel.
Op een dag zegt hij gedag. Zijn ouders zijn verontwaardigd, want er gaat niemand mee. Die gaan dood, zijn broers en zussen mogen ook niet. Hij is bijna het dorp uit als er een meisje naar hem toe komt. Ze wil romantisch met hem mee. Er is niet romantisch aan monsters. Blijf je lang weg? Nee. Mooi, ben je op tijd om te trouwen met me? Nog voor het lentefeest dus? Hij krijgt een lekkere tongzoen, zo leuk als hij is. Als panter gaat hij verder.
De boog is niet moeilijk, maar het zwaard wil niet. Dat moet hij op zijn rug binden, het lijkt inderdaad niet magisch. Hij gaat de wouden door in de richting van Mordaver.
Het kost een paar weken aan reizen en eigen voedsel vangen en vinden. Naarmate hij verder komt, worden de wouden donkerder en er is minder voedsel te krijgen. Het wordt wat hoger, de bomen kaler en dat is sneller dan hij zou verwachten. Bomen met zwart slijm, Remus neemt wat mee om te bestuderen. Iets waar wij druïden naar moeten kijken. Hij wordt aangevallen door een enorm stekelvarken. Hij maakt dat hij de boom in komt en het beest gaat weg. Het is agressief, het knort als een varken en heeft klauwen.

Lilias
Sir Richard kijkt streng. Hij heeft de opvoeding verwaarloosd, er zijn dingen mis gegaan, voor die tijd had hij meer tijd. Hij dacht aan een goede echtgenoot. Laramie heeft een zoon, een oude man mag niet, ook al is dat moeder’s voorkeur. Een keurige jongeman, is bij de marine en heeft een post als officier. Straks heeft ze een eigen landhuis en dergelijke, moet ze een eigen streek besturen en dan heeft ze het heel druk. Hij kan haar ook aan een Mc Miller uithuwelijken. De man in kwestie heet Mortimer Larami. Iemand zei dat ze verwend was. Dan heeft ze nog de broer die steeds met zijn neus in de boeken zit. Die moet nog uitgehuwelijkt worden en ook nog aan iemand van stand. Moeder moet haar nu fatsoen bij gaan brengen. Moeder is in haar boudoir, ze is zo leeghoofdig… Geen benul van de wereld om hen heen. Ze rebbelt over de kleinzoon die ze zal krijgen, over de romantische Mortimer en dergelijke. Er zal sprake zijn van een geschenk dat ze niet hoeft te accepteren.
Janno is 14 en de jongste. Lilias en hij gaan paardrijden. De oudste broer wil hertog worden, Jannos noemt hem een saaie drol. Hij wordt monnik die kan vechten tegen bandieten. Hij heeft geen talent voor magie. Hij wil stoere dingen doen, avontuur beleven en dergelijke. Aneas is de andere broer. Aneas is wat jonger dan Lilias en lijkt op vader. Hij leest een geschiedenisboek. De ijzeren citadel is interessant, zegt hij. Toen de tiran verslagen was, kwam er onenigheid over de buit. Het rivierprobleem is niet opgelost en het water is nog steeds giftig. Lilias vraagt of ze mee kan doen wanneer ze dat op gaan lossen. De tiran is verslagen met magie, techniek en shapeshifters. Er moet iets gebeuren, zo zijn er problemen genoeg. Vader zegt streng dat ze hun tijd niet moeten verdoen met fantaseren, hij moet opvolgers hebben. Aneas mag het citadelzaakje uit gaan zoeken, Janno niet.
Je had iets kunnen breken! zegt moeder ineens tegen Lilias.
Gaat het nu over de gordijnen?

Lukas
Hij gaat op onderzoek, Sandra gaat mee en de anderen gaan op patrouille. Ze lopen door de straat, het regent. Bij de stadsbieb zijn er grote springende beelden. Ze gaan door de draaideur, dat is iets nieuws. Er zit een portier die zegt dat de bibliotheek dicht is. De badge is okay, ze zoeken informatie. Ze nemen een olielantarentje. Er zijn archiefkasten, er is een overzicht, de portier is op zijn post en gewapend met een mes. Lukas geeft hem het verheugende nieuws dat hij met een mes weinig kan uitrichten tegen die monsters.
Ze zoeken naar rapporten van lijkschouwer. Er is een kerkhof buiten de stad waar regelmatig lui worden opgegraven. Er verdwijnen lijken. Er is een lijk een keer terug gevonden in de rivier, het schedeldak was er af gehaald. Iemand graaft lijken op en haalt de hersens eruit. Dat lijk was nog maar een dag dood. Het zijn altijd verse lijken die worden opgegraven. Ze vinden een dossier van een oude zaak. Een jaar geleden hield het op en ze hebben nooit een dader kunnen vinden. Ook is er een dossier over verminkte mensen in de nacht. Half aangeknaagd en dergelijke. Dat is vrij recent, laatst was iemand de helft van zijn hoofd kwijt. Er zijn klauwsporen aangetroffen, die bedoelde Sandra. Ze nemen de dossiers mee en vinden ook iets over lui die gevonden worden met gaatjes in hun nek. Zowel mannen als vrouwen. Op een kaart ziet hij dat ze allemaal rond die wijk zijn gevonden waar Lukas patrouilleert. Met het beest zijn eerder de buitenwijken het doelwit. Daar rond omheen is een groot park. Dat willen ze wel opruimen, maar ze laten het bestaan voor sport en spel. Niet dat er ooit iemand komt…
Lukas struikelt zowat over een oude, stoffige krat. Deze wordt afgestoft. Toen heette het ‘de stadswacht’ en daarin zitten oude dossiers. Oude papieren die bijna onleesbaar zijn. Meer dan 100 jaar geleden waren er ook slachtoffers. Er ligt een boek tussen, één van de eerste van de pers. Er staan prenten bij en een verhaal van een schip dat naar de nieuwe wereld reisde en ze vonden de bemanning half aangevreten. Slechts één jongeman heeft het overleefd, maar deze kon zich niets meer herinneren. Er was ooit een expeditie naar het nieuwe land, dat werd een mislukking.
De Marie Celeste is een dodenschip, niemand weet wat er gebeurd is. Het schip bestaat niet meer. De jongeman heette Bartolomew Smith en ze vonden hem halfnaakt op het dek tussen de lijken. Hij had niets, hij had echt geluk gehad. Hij zoekt Bartolomew na, deze heeft in een ziekenhuis gelegen, is daar verpleegd en toen verdwenen. Ze lezen het boek door. Er is een verhaal over de oorlog met de tiran en hoe na de oorlog een legereenheid terug kwam en mensen verdwenen. Er werden mensen gevonden met gaten in hun nek. Dat hield op toen ze de stad bereikten. Verder zijn er volop spookverhalen, er is een gebouw dat is opgetrokken door excentriekeling. Als daar de bliksem inslaat gebeuren er rare dingen. Er staat iets over een vampier uit Mordaver en het monster komt van overzee.
In de nieuwe wereld zitten saurussen ofzo. Het zijn vleeseters. Sandra gaat geen aas zijn op straat, hij wil dat wel proberen. Boeven vangen is niet hetzelfde. Vroeger waren ze met 25 man. Hij wil niet stoppen, ze moeten er meer over te weten komen. Zijn ze niet op een andere manier te vangen? Ja, als aas en met een val. Er zijn tunnels onder de stad vanwege de metro die er niet is. In die ene wijk bijvoorbeeld, die tuigwijk. Meteen de scum aanpakken daar. Hij heeft daar contacten en zal er wat uit gaan zoeken. Ze wil wel met hem mee, ze is niet bang van echt tuig. In Asylum is die jongeman ook verpleegd. Ze gaan dus terug, de portier is blij dat ze nog leven en vooral dat ze de lantarentjes terug geven. Nu is de collega er ook weer, terug van zijn ronde.
Lukas gaat naar een smerig café waar iemand is die de Rat wordt genoemd. Er komen wat sloeries bij Lukas hangen. Sterke drank voor Lukas, Sandra hoeft niet. Er wisselt wat geld van eigenaar en Rat verteld over de prostituees die gevonden zijn met gaatjes in hun nek en zonder bloed. In de buurt van het casino zijn ze gevonden. Dat is toch dicht? Indertijd werd er teveel geschoten. Nu is er een ondergronds casino dus daar kunnen ze heen. Hij geeft hen een fiche waarmee ze binnen mogen. Niet zeggen wie je bent, dus niet die badge laten zien. Hier eigenlijk al niet. Ik weet van niets en jij bent hier niet geweest.
Het is een heel eind naar het casino. Ergens zijn gevechten en er wordt geschoten en geschreeuwd. Dit is normaal en ze gaan niet arresteren, dat is niet hun baan. Rotstad, zegt Sandra. Toch gebouwd vanwege ‘de toekomst?’ Ze letten goed op, het is nacht. Een prostituee, zeker 60 jaar, wil actie. Ze heeft geen tanden, wel rimpels en hangtieten. Ze is goedkoop, hij hoeft niet. Ook niet een gratis tweede keer. Sandra dan? Echt niet!
Bij het casino staan twee kerels met rusting die het jammer vinden dat hij die fiche heeft. Er wordt op wapens gecontroleerd en ze gaan op zoek naar de eigenaar.

No comments:

Post a Comment

Iets toe te voegen of op te merken? Graag!